WOONHUIS - Philippe VERLINDEN

SI NT- PAUWELS
Notaris PHILIPPE VERLINDEN, te Sint-Niklaas, zal op nagemelde zitdag openbaar te koop aanbieden, onder opschortende voorwaarde van
hoger bod:
GEMEENTE SINT-GILLIS-WAAS - vierde afdeling (deelgemeente Sint-Pauwels)
een welgelegen
WOONHUIS
Lijkveldestraat 165
KENMERK: Een woonhuis op en met grand en verdere aanhorigheden, gestaan en
gelegen aan de Lijkveldestraat 365, ten kadaster bekend sectie B, nummer 871/N,
groot 647 m'. Kadastraal inkomen: 1154 eura. Datum uittreksel kadastrale legger:
9 mei 2014.
INDELING: Gelijkvloers: inkomhall (trap naar verdiep), WC, leefplaats,
open keuken, terras en tuin, wasplaats, garage, 1 e verdieping: nachthall,
3 slaapkamers, badkamer, 2e verdieping: 2 slaapkamers en zolder.
VOORZIENING: centrale verwarming op gas, water en elektriciteit.
BESCHIKBAAR: uiterlijk binnen de maand vanaf het ogenblik van de volledige
betaling van koopsom, intresten, kosten en alle andere bijkomende lasten.
BEZICHTIGING: zaterdag 7, 14 en 21 juni, telkens van 10u.-12u.
STEDENBOUW: dd. 24/07/2013
- Volgens het Gewestplan Sint-Niklaas - Lokeren van 07/11/1978 gelegen
in woongebieden met landelijk karakter / agrarische gebieden.
- Volgens het gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemd wonen
dd. 14/07/2011, bestemming: /
- Rooilijnplan: rooilijnplan Klapdorp, Lijkveldestraat en Kwakkel, datum beslissing:
20/04/1950.
- Sted enbeuwkundige vergunningen bekend.
* Vergunning de data 30/10/2000 voor het slopen van een vervallen woning met stal en bouwrijp maken van terrein
* vergunning de dale 29/05/2008 voor het bouwen van een woning + garage
-geen dagvaarding noch voorkaoprecht in het kader van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
- verkavelingsplan: 21/03/2001
- het krachtens artikel 4.2.12, §2, 2° Vlaamse Codex RO voor de overdracht verplichte as-builtattest is nog niet uitgereikt en gevalideerd.
bodemattest 09/05/2014: "De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit, Dit a tt est vervangt alle vorige
attesten".
EPC met certificaatnummer: 30130413.0001355609.00000004 -8, berekende energiescore: 150 kWh/m'jaar - consulteerbaar bij de verkoophoudende notaris.
INTEGRAAL WATERBELEID: De eigenaar heeft verklaard, ne raadpleging van en op basis van de overstromingskaarten op het geo-loket Vlaanderen, dat het goed:
- niet gelegen is in mogelijk of effectief otters!/gmi ugsgevoelIg gebic-d zcalsvostgesteld door de Vlaamse Regering;
- niet gelegen is in een afgebakend overstromingigebied of afgebakende oeverzone
ENIGE ZITDAG: DINSDAG 24 JUNI 2014om 11.30 u
in de zittingszaal van het vredegerecht van het
tweede kanton, 9100 Sint-Niklaas.
Gehuwde kopers dienen beiden aanwezig te zijn en in het bezitte zijn van hun trouwboekje en eventueel huwelijkscontract. Vertegenwoordigers van
een vennootschap dienen statuten en benoemingsbesluit voor te leggen.
Verkoopsvoorwaarden en nadere inlichtingen zijn te bekomen op het kantoor van notaris Philippe VERLINDEN te Sint-Niklaas.
Notaris Philippe Verlinden
Casinostraat 10, 9100 Sint-Niklaas
Tel. 03 776 08 64 - fax 03 765 94 90
email: philippe @notaris -verlinden.be
Alle details van dit goed vindt u ook in de Notariskrant in De Streekkrant. in De Zondag op internet www, mmovlan.be en op Kanaal Z: "Z-Immovlan TV"
09/05/2014
Dossier
CD/21403396
Naam persoon
KEYMEULEN, WIM
Identificatie persoon
68032211592
Detail van het geselecteerde artikel
Kadastrale afdeling
46022 SINT-GILLIS-WAAS 4 AFD/ST-PAUW.
Artikelnummer
07394
Identificatie en eventuele rechten van de eigenaar(s)
Adres
Rechten
SCHOOLSTRAAT, 170
-1/2-
Naam
VAN VLIERBERGHE - NATASJA MARIA
9100 SINT-NIKLAAS
-1/2-
HEISTRAAT, 255B2
KEYMEULEN - WIM
9100 SINT-NIKLAAS
Betrokken goederen
Ligging
Toestand op
Pcl/Wa Sectie
Nummer
van het
Aard
Opp. in ca
HUIS
647
Perceel
LIJKVELDESTR
165
09/05/2014
P1
B
0871N
Klassering en
inkomen per
ha of jaar van Code
beëindiging
van de opbouw
2010
2F
Bedrag
1154
Totale opp 647
Deze kopij van kadastrale inlichtingen is toegelaten door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, dewelke deze aanlevert op basis van
gegevensbanken die gekend zijn en dewelke in haar documentatie vervat zijn.
www.e-notariaat.be
Kadastrale afdeling : 46022
Referentie van het dossier : CD/21403396
Sectie : B
Nummer van het Perceel : 0871N
Toestand op : 01/01/2012
Schaal : 1/1000
a
;
/n
f^
763m
L
De AAPD, producent van de databank waarin deze gegevens zijn opgenomen geniet de intellectuele
eigendomsrechten vermeld in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige
rechten.
Attestnummer: 20140226554Nolgnu m mer: 000
Formuliernummer: 20140225492
Openbare Vlaamse
Afvalstoffenmaatschappij
Stationsstraat 110
B-2800 Mechelen
T: 015 284 284
F: 015 203 275
www.ovam.be
Bodemattest
Philippe Verlinden
Notaris
Casinostraat 10 /
9100 Sint-Niklaas
UW BERICHT VAN:
UW KENMERK:
09.05.2014
CD/21403396
BIJLAGEN: MECHELEN:
AFDELING:
DIENST:
CONTACTPERSOON:
09.05.2014
ONS KENMERK:
Bodembeheer
Databeheer
Infolijn 015/284 458
A: 20140226554 - R: 20140225492
1 Kadastrale gegevens
datum toestand op: 01.01.2006
afdeling : 46022 SINT-GILLIS-WAAS 4 AFD/ST-PAUW.
straat + nr. : Lijkveldestraat 165
sectie : B
nummer : 0871/00N000
Verder 'deze grond' genoemd.
2 Inhoud van het bodemattest
De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de
bodemkwaliteit.
Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten.
Opmerkingen:
1 Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend
bodemonde rz oek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht.
2 Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be .
3 Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet.
Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet.
4 De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens.
te Mechelen, 09.05.2014
Eddy Van Dyck
afdelingshoofd
p. 1 / 1
GEMEENTE SINT-GILLIS-WAAS
UITTREKSEL
PLANNENREGISTER
Gemeente
Sint-Gillis -Waas
1° Het uittreksel uit het plannenregister geeft aan welke informatie over één of meer door de
aanvrager opgegeven perceelsnummers in het plannenregister is opgenomen. Er kan geen garantie
gegeven worden dat die informatie volledig is. Zo kunnen kadastrale perceelsnummers na verloop van
tijd gewijzigd zijn;
2° Het feit dat in het plannenregister vermeld is dat een bestemmingsvoorschrift bestaat, betekent niet
noodzakelijk dat wat werkelijk uitgevoerd is overeenstemt met dat voorschrift of dat alles wat
ingetekend is, ook effectief uitgevoerd is;
3° Conform artikel 5.1.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking getreden op 1
september 2009, is het college van burgemeester en schepenen verantwoordelijk voor de
overeenstemming van het plannenregister met de stukken die erin moeten worden opgenomen.
IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED
SINT-GILLIS-WAAS
Gemeente:
Deelgemeente: SINT-PAUWELS
Postnummer: 9170
Kadastrale ligging:
Kadastrale afdeling:
Kadastrale sectie:
Kadastraal perceelnummer:
Kadastrale aard:
LIJKVELDESTR 165
SINT GILLIS WAAS 4 AFD/ST-PAUW.
-
-
B
0871N
HUIS
De volgende informatie is beschikbaar op datum van 24 juli 2013 .
Het plannenregister van de gemeente Sint-Gillis-Waas werd conform verklaard bij ministerieel
besluit van 17 mei 2005. Het ministerieel besluit werd op 15 januari 2008 gepubliceerd in het
Belgisch Staatsblad.
Informatie betreffende plannen en verordeningen die van toepassing zijn op een of meer
percelen, zoals die opgenomen zijn in het conform verklaarde plannenregister:
A. VERPLICHTE PLANNEN
1. Gemeentelijke plannen:
Ruimtelijk UitvoerinqsPlan (RUP), gemeentelijk
Naam:
Zonevreemd wonen
14/07/2011
Datum:
Bestemmingen:
(enkel ingevuld indien van toepassing)
2. Provinciale plannen:
3. Gewestelijke plannen:
Het Gewestplan
Sint-Niklaas / Lokeren
Naam:
7/11/1978
Datum:
Bestemming: agrarische gebieden
Het Gewestplan
Sint-Niklaas / Lokeren
Naam:
Datum:
7/11/1978
Bestemming: woongebieden met landelijk karakter
4. Verordeningen:
* Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake parkeerplaatsen buiten de openbare
weg (goedgekeurd bij besluit van 15/01/2009)
1. Algemene definities
1.1. Herbouwen
Bouwen van een gebouw na afbraak van een gebouw op hetzelfde perceel waarbij het volume van het
nieuwe gebouw het bestaande vergunde of vergund geachte volume van het afgebroken gebouw al
dan niet overschrijdt.
1.2. Verbouwen
Het aanpassen van een gebouw met behoud van de dragende structuur.
1.3. Uitbreiden
Het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding
fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw.
1.4. Bouwperceel
Het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige
vergunning betrekking heeft, binnen de bebouwingsmogelijkheden van het gewestplan, bijzonder plan
van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan en/of verkavelingsplan.
1.5. Wooneenheid
Afgesloten entiteit waar de bewoner kan wonen, koken, slapen en de sanitaire voorzieningen
aanwezig zijn (wc en wasbak).
1.6. Eengezinsgebouw
Een gebouw waarin één wooneenheid is gelegen.
1.7. Meergezinsgebouw
Een gebouw waarin twee of meerdere wooneenheden zijn gelegen.
1.8. Studio
Wooneenheid zonder afzonderlijke slaapkamer met een netto bewoonbare vloeroppervlakte van
maximum 45m 2.
1.9. Serviceflat
Woningen die voldoen aan de door de wet opgelegde verplichtingen van erkenning van serviceflats.
1.10. Zorgflat
Woningen die voldoen aan de door de wet opgelegde verplichtingen van erkenning van zorgflats.
1.11. Vloeroppervlakte
Deze wordt beschouwd als de ne tt o vloeroppervlakte: alle vloeren van binnenruimten meegerekend,
binnenkant muur, verminderd met de oppervlakte van de ve rt icale verbindingswegen, kelders,
ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimten; vloeren onder het dak worden enkel
meegerekend vanaf 1,80m begaanbare ruimte; bijgebouwen worden eveneens meegerekend.
1.12. Bedrijfsoppervlakte
Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de vloeroppervlakte die voor bedrijfsdoeleinden gebruikt
wordt voor zover ze overdekt is. Bergplaatsen en opslagruimten maken deel uit van de
bedrijfsoppervlakte.
1.13. Publiek toegankelijke ruimte
De besloten lokalen en overdekte ruimten waarvan de toegang zich niet beperkt tot de gezinssfeer.
Opslagplaatsen en technische lokalen (verwarming, brandstof, keukens, ...) niet inbegrepen.
1.14. Woongebied in ruime zin
Gebieden waar wonen als hoofdbestemming toegelaten wordt.
1.15. Duurzame materialen
Duurzaam is de aanduiding voor tijdsduur die meer is dan men onder gewone omstandigheden
verwacht. Materialen kunnen duurzaam gemaakt worden door betere grondstoffen, onderdelen of
materialen te gebruiken.
2. Toepassingsgebied
2.1. De vergunninghouder moet het nodige aantal parkeerplaatsen aanleggen, zoals bepaald in deze
verordening bij volgende vergunningsplichtige werken aan terreinen en gebouwen, andere dan
eengezinsgebouwen:
- bouwen of herbouwen van een gebouw van meer dan 50m 2 vloeroppervlakte;
- het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50m 2 vloeroppervlakte;
- het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal wooneenheden;
- het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed.
2.2. De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de vergunning.
De parkeerplaatsen nodig om hieraan te voldoen moeten als dusdanig aanwezig blijven. Ze mogen
geen andere functie krijgen of voor iets anders gebruikt worden. Ze moeten blijven bestaan zolang de
inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden. Indien een parkeerplaats wijzigt van functie dient een
andere parkeerplaats voorzien te worden conform de voorwaarden van deze verordening. De
verplichting tot het voorzien van de vereiste parkeerplaatsen blijft bestaan tot de vergunde werken
teniet gaan.
3. Technische vereisten
3.1. Onder parkeerplaats wordt verstaan:
Ofwel een garage, een garagebox of carpo rt met de volgende minimumafmetingen: 6,00m fang,
3,00m breed en minimum vrije hoogte van 2,20m langs de toegangszone voor de wagen ofwel een
standplaats (overdekt of in open lucht) daartoe speciaal aangelegd en uitgerust. De minimale
afmetingen zijn 4,50m lang op 2,50m breed en een vrije hoogte van 2,00m. De standplaats dient
verhard te worden, zodat ze niet verzakt onder het verkeer en begaanbaar is voor voetgangers. Elke
parkeerplaats dient afgebakend te worden met duurzame materialen. De parkeerplaatsen in open
lucht dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende of semi-doorlatende materialen, conform het
decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003.
3.2. Onder parkeerplaats voor gehandicapten wordt verstaan:
Een parkeerplaats die bij voorkeur wordt aangelegd op de hoeken. Minimale afmetingen garage,
garagebox of carpo rt: 6,00m lang, 3,30m breed en minimum vrije hoogte van 2,20m langs de
toegangszone voor de wagen. Minimale afmetingen standplaats: 4,50m lang, 3,00m breed en een
vrije hoogte van 2,00m
3.3. Minimale breedte in -en uitrit naar parkeerplaatsen:
- 6m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 90° bedraagt;
- 5m indien de hoek tussen garagebox)/carport/standplaats en in- en uitrit 60° bedraagt;
- 4m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 45° bedraagt;
- 3,5m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 30° bedraagt;
- 3m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 0° bedraagt.
Mits afdoende motivatie van de aanvrager en duidelijke grafische aanduiding op het bouwplan
(gevoegd bij de aanvraag om stedenbouwkundige vergunning), beschikt de vergunningverlenende
overheid over de mogelijkheid afwijkingen toe te staan op de voorschriften van 3.3.
.
4. Voorwaarden, berekeningswijze en parkeernormen
Aanleg parkeerplaatsen
Onder het aanleggen van een parkeerplaats wordt verstaan het bouwen van een nieuwe
parkeerplaats op het bouwperceel zelf waarop het gebouw zal komen.
De ligging van de parkeerplaatsen moet op het bouwplan, gevoegd bij de aanvraag om
stedenbouwkundige vergunning, aangegeven worden. Met een aanduiding van het aantal, de
afmetingen en het materiaalgebruik. Ook de berekening van het aantal parkeerplaatsen zal deel
uitmaken van de stedenbouwkundige aanvraag.
Alle parkeerplaatsen moeten langs één gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden,
zonder daarbij de gemeenschappelijke toegangweg of de parkeerplaatsen onderling te blokkeren. De
verplichting tot het realiseren van een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg geldt niet
indien het:
- onder 4.1.2.1 minder dan 3 te (her)bouwen of bijkomende wooneenheden betreft of de bebouwbare
diepte van het perceel (te meten vanaf de voorbouwlijn) minder bedraagt dan 30,OOm;
- onder 4.1.2.2 minder dan 5 (of wanneer het serviceflats of zorgflats betre ft minder dan 4) te
(her)bouwen of bijkomende wooneenheden betre ft of de bebouwbare diepte van het perceel (te meten
vanaf de voorbouwlijn) minder bedraagt dan 30,OOm;
- onder 4.1.2.3, 4.1.2.4 en 4.1.2.5 de bebouwbare diepte van het perceel (te meten vanaf de
voorbouwlijn) minder bedraagt dan 30,00m.
4.1. Berekening aantal en normering parkeerplaatsen
4.1.1. Algemeen:
Het aantal, door de houder van de stedenbouwkundige vergunning, aan te leggen parkeerplaatsen
wordt als volgt bepaald:
- aan de hand van de opgegeven of vastgestelde bestemmingen wordt per bestemming nagegaan
hoeveel parkeerplaatsen er nodig zijn;
- het aantal vereiste parkeerplaatsen wordt bekomen door de berekende vloeroppervlakte of het
aantal eenheden te delen door de oppervlakte of het aantal eenheden van de norm voor de
betreffende bestemming. Hierbij wordt afgerond naar het lagere gehele getal indien de rest van de
deling minder bedraagt dan 0,50. Er wordt afgerond naar het hogere gehele getal indien de rest van
de deling groter of gelijk is aan 0,50;
- de vereiste oppervlakte nodig voor het realiseren van de parkeerplaatsen (cfr. 3.1) door deze
verordening, wordt niet in aanmerking genomen voor het berekenen van het nodige aantal
parkeerplaatsen;
- bij verbouwing, uitbreiding, opsplitsing en functiewijziging zijn enkel de bijkomende wooneenheden
en/of vloeroppervlakte bepalend voor de berekening van het aantal parkeerplaatsen. Bouwwerken (of
delen ervan) en functies die wederrechtelijk gerealiseerd werden, kunnen niet in aanmerking genomen
worden voor de bepaling van deze vorige toestand;
- los van voorgaande bepaling worden bestaande vergunde parkeerplaatsen in rekening gebracht bij
het bepalen van het aantal vereiste parkeerplaatsen.
4.1.2. Parkeernormen:
4.1.2.1. Meergezinswoningen: appartementen en studio's:
Normering
- nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per wooneenheid;
- verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende wooneenheid;
4.1.2.2. Verzorgingsinstellingen en rusthuizen voor bejaarden:
Normering:
- nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per 5 wooneenheden of kamers; in geval van serviceflats
of zorgflats 1 parkeerplaats per 4 wooneenheden of kamers;
- verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende schijf van 5
wooneenheden of kamers; in geval van serviceflats of zorgflats 1 parkeerplaats per bijkomende schijf
van 4 wooneenheden of kamers;
- minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25
parkeerplaatsen.
4.1.2.3. Gebouwen voor kleinhandel, diensten, kantoorgebouwen en vrije beroepen (winkels,
warenhuizen, dokterspraktijk, tandartspraktijk, apotheek, kinesitherapie, ...):
Vrijstelling: indien de voor publiek toegankelijke totale ruimte (inclusief bestaande) beperkt wordt tot
maximum 100m 2 zijn er geen parkeerplaatsen nodig voor deze bestemming.
Normering:
- nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 50m 2 vloeroppervlakte
bestemming onder 4.1.2.3;
- verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende begonnen
schijf van 50m 2 vloeroppervlakte bestemming onder 4.1.2.3;
- minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: wanneer vloeroppervlakte groter is dan
150m2 , 1 parkeerplaats per 25 parkeerplaatsen.
Indien deze bestemming voorkomt in combinatie met wonen, zijn ook de normeringen onder 4.1.2.1.
van toepassing.
4.1.2.4. Horeca: feestzalen, danszalen, restaurants en cafés:
Vrijstelling: indien de voor publiek toegankelijke totale ruimte (inclusief bestaande) beperkt wordt tot
maximum 200m 2 zijn er geen parkeerplaatsen nodig voor deze bestemming.
Normering:
- nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25m 2 vloeroppervlakte
bestemming onder 4.1.2.4;
- verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende, begonnen
schijf van 25m 2 vloeroppervlakte bestemming onder 4.1.2.4;
- minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: wanneer vloeroppervlakte groter is dan
150m2 , 1 parkeerplaats per 25 parkeerplaatsen
Indien deze bestemming voorkomt in combinatie met wonen, zijn ook de normeringen onder 4.1.2.1
van toepassing.
4.1.2.5. Ambachtelijke gebouwen, groothandelsgebouwen, stelplaatsen van private en openbare
vervoerbedrijven, auto herstelplaatsen, benzinestations gekoppeld aan garages of handelszaken, voor
zover deze gelegen zijn in woongebied in ruime zin.
Normering:
- nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 75m 2 bedrijfsoppervlakte;
- verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende, begonnen
schijf van 75m2 bedrijfsoppervlakte.
Indien deze bestemming voorkomt in combinatie met wonen, zijn ook de normeringen van 4.1.2.1 van
toepassing.
5. Overgangsbepalingen
Deze voorschriften zijn enkel van toepassing op aanvragen tot stedenbouwkundige -en/of
verkavelingsvergunningen waarvan het ontvangstbewijs dateert van ná het in werking treden van deze
gemeentelijk stedenbouwkundige verordening.
6. Relatie tot andere regelgeving
De stedenbouwkundige voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of andere plannen van
aanleg heffen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de bepalingen van deze
stedenbouwkundige verordening die daar strijdig mee zijn, van rechtswege op, overeenkomstig artikel
56 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.
In geval de bepalingen van deze verordening in strijd zouden zijn met andere reglementeringen van
de gemeente of hogere overheden geldt er een vrijstelling van de verplichtingen die voortkomen uit
deze verordening.
7. Strafbepalingen
De ove rt redingen op deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening worden behandeld
overeenkomstig de handhavingsmaatregelen bepaald in het decreet van 18 mei 1999 houdende de
organisatie van de ruimtelijke ordening.
* Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer (goedgekeurd bij besluit
van 29104/1997)
Art.1. Deze algemene bouwverordening bevat voorschriften inzake wegen voor voetgangersverkeer,
aan te leggen of aan te passen in de bebouwde kom.
Art.2. Onder weg voor voetgangersverkeer wordt verstaan elk gedeelte van de openbare weg dat
hoofdzakelijk gebruikt wordt voor voetgangerverkeer waaronder ook rolstoelgebruikers.
Onder loopweg wordt verstaan de ruimte waarbinnen de voetganger zich kan voortbewegen.
Art.3. Als de weg voor voetgangersverkeer breder is dan 2.00 meter, dient steeds een minimale
obstakelvrije loopweg van 1.50 meter breedte te worden gegarandeerd.
Als de weg voor voetgangersverkeer een breedte heeft tussen 1.50 meter en 2.00 meter, mag slechts
0.50 meter hiervan door obstakels worden ingenomen.
Wegen voor voetgangersverkeer met een breedte kleiner dan 1.50 meter mogen slechts aangelegd
worden in straten met een roolijnbreedte kleiner dan 9.00 meter.
Elke weg voor voetgangersverkeer heeft een geheel obstakelvrije loopweg van minstens 1.00 meter
breed en een vrije hoogte van minstens 2.10 meter.
Art.4. De obstakelvrije loopweg verloopt in een vloeiende lijn. Hiertoe worden de eventueel op de weg
voor voetgangersverkeer aangebrachte opstakels per weggedeelte aan dezelfde zijde van de loopweg
aangebracht.
Art.5. Hellingsbanen van wegen voor voetgangersverkeer en, aan oversteekplaatsen, tussen de
wegen voor voetgangersverkleer en de rijweg, moeten aan de volgende maatvoering voldien:
1° niveauverschillen tot 10 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 12%, met een richtwaarde van 10%;
2° niveauverschillen van 10 cm tot 25 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 10%, met een richtwaarde
van 8,3%;
3° niveauverschillen tot 25 cm tot 50 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 8%, met een richtwaarde van
6,25%;
4° niveauverschillen groter dan 50 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 5%.
Deze hellingsbanen dienen in acht genomen te worden, tenzij het natuurlijk maaiveld of de
naastgelegen rijweg een grotere helling vertoont.
Art.6. De Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit
besluit.
* Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater
(goedgekeurd bij besluit van 01110/2004)
Art.1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° buffervoorziening: een voorziening voor het bufferen van hemelwater met een vertraagde afvoer en
een noodoverlaat;
2° infiltratie: het doorsijpelen van hemelwater in de bodem;
3° infiltratievoorziening: een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infiltratie;
4° horizontale dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak
op een horizontaal vlak;
5° groendak: een dak dat volledig voorzien is van een drainagemat en begroeiing;
6° referentieoppervlakte van de verharding: de verharde oppervlakte, exclusief de dakoppervlakte.
Wordt de verharding aangelegd met waterdoorlatende klinkers, dan wordt de verharde oppervlakte
door twee gedeeld;
7° hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw, hagel, met inbegrip van dooiwater;
8° afvalwater: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet
ontdoen met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater;
9° aftappunt: plaats waar hemelwater uit de hemelwaterput wordt afgetapt voor nuttig gebruik;
10° lozing: de emissie door daartoe bestemde afvoerkanalen;
11° kunstmatige afvoerweg voor hemelwater: de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd
voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook
afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving;
12° infiltratiedebiet: de infiltratiecapaciteit vermenigvuldigd met de verhouding van de
infiltratieoppervlakte over de som van infiltratieoppervlakte, referentieoppervlakte van de verharding en
horizontale dakoppervlakte.
Art.2. Dit besluit bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater,
afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in
eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van
het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet
vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de
infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden.
Art.3. § 1. Dit besluit is van toepassing op het bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies
met een horizontale dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter. Het is eveneens van toepassing
als de horizontale dakoppervlakte van een gebouw of constructie met meer dan 50 vierkante meter
wordt uitgebreid, doch enkel op die uitbreiding. Als herbouwen wordt beschouwd een bouwproject
waarbij minder dan 60% van de buitenmuren wordt behouden.
Van de toepassing van deze paragraaf zijn vrijgesteld gebouwen die worden opgericht op een goed
kleiner dan 3 are.
Deze paragraaf is niet van toepassing op gebouwen met rieten daken of met een groendak.
§ 2. Dit besluit is ook van toepassing op het aanleggen of heraanleggen van verharde
grondoppervlakken, indien de referentieoppervlakte van de verharding groter is dan 200 vierkante
meter. Als heraanleggen wordt beschouwd een project waarbij de volledige verharding, met inbegrip
van de funderingslaag, wordt vervangen. Dit besluit is niet van toepassing in volgende gevallen:
1° op verharde grondoppervlakken die nog voldoende infiltratie mogelijk maken, zoals
steenslagverharding of grastegels;
2° op verharde grondoppervlakken die tot het openbaar wegdomein behoren of die bestemd zijn om te
worden ingelijfd bij het openbaar wegdomein;
3° indien het hemelwater dat op de verharde grondoppervlakte valt, op natuurlijke wijze naast de
verharde grondoppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren;
4° indien het hemelwater door contact met de verharde oppervlakte dermate vervuild wordt, dat het
als afvalwater dient beschouwd te worden.
Op de plannen dient aangegeven welke verharde oppervlakken onder een van voormelde
uitzonderingen vallen.
Art.4, § 1. Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken, bedoeld in artikel 3, § 1 kan enkel
worden afgegeven als op de plannen de plaatsing van een hemelwaterput is aangegeven.
De aanvrager kan ook opteren voor de plaatsing van een hemelwaterput als de aanvraag om
stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op de werken, bedoeld in artikel 3, § 2. De
hemelwaterput wordt in dit geval gedimensioneerd overeenkomstig de normen, opgenomen in § 2. De
aanvrager doet het nodige om verontreiniging van het in de hemelwaterput opgevangen water te
vermijden.
Ook indien op het goed meerdere gebouwen aanwezig zijn, is er slechts één hemelwaterput voor het
hele gebouwencomplex verplicht.
Indien de stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op de bouw van
landbouwbedrijfsgebouwen, zonder bedrijfswoning, dan is de plaatsing van een hemelwaterput niet
verplicht mits een oplossing in overeenstemming met de artikelen 5 en 6 wordt voorzien.
Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, de inhoud van de hemelwaterput, in liters, de totale
horizontale dakoppervlakte en de totale overige verharde grondoppervlakte in vierkante meter, alsook
de aftappunten van het hemelwater vermeld.
§ 2. Het volume van de hemelwaterput dient in verhouding te staan tot de horizontale dakoppervlakte,
zoals hieronder bepaald.
Voor een horizontale dakoppervlakte tot 100 vierkante meter volstaat een hemelwaterput van 3000
liter of meer. Voor een horizontale dakoppervlakte tussen 100 en 150 vierkante meter volstaat een
hemelwaterput van 5000 liter of meer. Voor een horizontale dakoppervlakte tussen 150 en 200
vierkante meter volstaat een hemelwaterput van 7500 liter of meer.
Voor het deel van de horizontale dakoppervlakte vanaf 200 vierkante meter kan een oplossing in
overeenstemming met de artikelen 5 en 6 worden voorzien.
§ 3. Het volledige dakoppervlak dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren. Enkel
indien het gebouw wordt herbouwd in gesloten bebouwing kan volstaan worden met een afwatering
van de helft van de horizontale dakoppervlakte. Het volume van de hemelwaterput wordt echter
bepaald op basis van de volledige horizontale dakoppervlakte.
§ 4. Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken, bedoeld in artikel 3, § 1 kan enkel worden
afgegeven als op de hemelwaterput een operationele pompinstallatie wordt aangesloten, die het
gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maakt.
Een pompinstallatie is niet verplicht indien de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.
Art.5. § 1. Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken, bedoeld in artikel 3, § 2, kan enkel
worden verleend als op de plannen de plaatsing van een infiltratievoorziening is aangegeven.
Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het
buffervolume van de infiltratievoorziening, in liters en de totale verharde grondoppervlakte in vierkante
meter vermeld.
§ 2. Het buffervolume van de in § 1 bedoelde infiltratievoorziening dient in verhouding te staan tot het
gerealiseerde infiltratiedebiet. Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimaal 300 liter
per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. De
oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 2 vierkante meter per begonnen 100 vierkante
meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. Van deze afmetingen kan slechts
afgeweken worden indien de aanvrager aantoont dat de door hem voorgestelde oplossing een
afdoende buffer- en infiltratiecapaciteit heeft.
Art.6. § 1. In afwijking op artikel 5 mag het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een
afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter
referentieoppervlakte van de verharding, in één van onderstaande gevallen:
1° de aanvrager toont aan dat de doorlatendheidsfactor kf van de bodem op de plaats van de
geplande infiltratievoorziening kleiner is dan 1.10-5 meter per seconde.
2° de aanvrager toont aan dat infiltratie onmogelijk is wegens voortdurend voorkomende hoge
grondwaterstanden.
Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de
verharding moet in dit geval worden aangelegd.
§ 2. In afwijking op artikel 5 moet het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een
afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter
referentieoppervlakte van de verharding, indien de geplande infiltratievoorziening in
beschermingszone 1 of 2 van een drinkwaterwingebied ligt, zoals afgebakend ter uitvoering van het
decreet van 24 januari 1984, houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en het besluit van
de Vlaamse regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van
waterwingebieden en beschermingszones.
Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de
verharding moet in dit geval worden aangelegd.
§ 3. Ingeval de referentieoppervlakte van de verharding groter is dan 1000 vierkante meter, mag het
hemelwater vertraagd afgevoerd worden met een maximaal afvoerdebiet van 1500 liter per uur en per
100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding. Een buffervolume van 400 liter per
begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet worden aangelegd.
De vrijstelling van de verplichtingen bedoeld in artikel 5, geldt echter niet voor de eerste 1000
vierkante meter van de referentieoppervlakte van de verharding.
§ 4. Op de plannen wordt de exacte inplanting en het buffervolume van de voorziening voor
vertraagde lozing, in liters, en de totale verharde grondoppervlakte in vierkante meter vermeld.
Art.7. § 1 Als de aanvrager voldoet aan de bepalingen van dit besluit door een combinatie van
hemelwaterput, infiltratievoorziening en/of vertraagde lozing, dan wordt een verdeling van de
horizontale dakoppervlakte en de referentieoppervlakte van de verharding over deze verschillende
oplossingen doorgevoerd.
§ 2. Aan de bepalingen van dit besluit kan zowel worden voldaan door de aanleg van individuele
voorzieningen als door de aanleg van collectieve voorzieningen, die voor meerdere onroerende
goederen een oplossing voorzien.
§ 3. Aan de bepalingen van dit besluit kan geheel of gedeeltelijk worden voldaan door het uitvoeren
van compenserende maatregelen op hetzelfde goed, namelijk door het verwijderen van bestaande
verharde oppervlakten.
§ 4. De hemelwaterput, de infiltratie- of buffervoorziening en/of de lozingsbegrenzer dienen geplaatst
en in gebruik genomen te zijn ten laatste zes maanden nadat het gebouw of de verharding in gebruik
is genomen.
Art.8. Als de aanvrager een afvoer van het hemelwater dient aan te leggen, dan is hij verplicht het
ove rt ollige hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater.
Het lozen van hemelwater op de openbare gemengde riolering kan enkel bij afwezigheid van een
kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater waarop met redelijke kosten kan
aangesloten worden.
Indien een nieuwe openbare riolering, die bestemd is voor de afvoer van afvalwater en hemelwater,
wordt aangelegd op een plaats waar nog geen riolering aanwezig was, dan dient deze riolering in een
gescheiden stelsel te worden aangelegd.
Art.9. De minister, bevoegd voor ruimtelijke ordening, of de gewestelijke stedenbouwkundige
ambtenaren kunnen, op gemotiveerde vraag van de bouwheer, afwijkingen toestaan op de
verplichtingen van artikels 4 tot en met 8, alleen wanneer de plaatselijke omstandigheden, specifieke
eisen van technische aard of bijzondere nieuwe technieken een andere bouwwijze vereisen of
verantwoorden. In dat geval moet bij het uitvoeren van de watertoets, bedoeld in artikel 8 van het
decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid het advies gevraagd worden van het
bekkensecretariaat van het bekken op wiens beheersingsgebied de vergunningsaanvraag betrekking
heeft.
Tot zolang het bekkensecretariaat niet operationeel is, dient het advies gevraagd van de bevoegde
beheerder van de waterloop waarin het hemelwater dat op het goed valt, verzameld wordt.
Art.10. Het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1999 houdende vaststelling van een
algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten, wordt opgeheven.
Art.11. Van de toepassing van dit besluit zijn de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning
vrijgesteld waarvoor het ontvangstbewijs voor de datum van inwerkingtreding is afgegeven.
Art.12. Provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen dit besluit aanvullen
en strengere normen opleggen.
De provincie Vlaams-Brabant brengt de provinciale stedenbouwkundige verordeningen binnen een
termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van deze verordening.
De gemeenteraden brengen de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen binnen een termijn
van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van deze verordening.
Art.13. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand
waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art.14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit
besluit.
* Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de
inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven (goedgekeurd bij besluit van 08/07/2005)
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op openluchtrecreatieve verblijven, zoals bedoeld in artikel
2 van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve
verblijven, ongeacht of ze al dan niet gegroepeerd worden ingeplant, waarvan de oprichting
overeenkomstig artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke
ordening, vergunningsplichtig is en die gelegen zijn in bestemmingsgebieden waar verblijfsrecreatie is
toegestaan maar permanent wonen niet toegestaan is.
§ 2. Dit besluit is niet van toepassing op openluchtrecreatieve verblijven die gelegen zijn :
1° binnen de grenzen van een rechtsgeldige verkaveling voor openluchtrecreatieve verblijven,
vergund vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, of van een rechtsgeldig goedgekeurd
bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan;
2° op een toeristisch uitgebaat terrein voor zover en zolang de uitbating ervan vergunningsplichtig is
op basis van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor
openluchtrecreatieve verblijven.
Dit besluit is evenmin van toepassing op constructies die bestemd zijn of worden als woonplaats in de
zin van artikel 102 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 36 van het Gerechtelijk Wetboek.
HOOFDSTUK Il. — Normen voor het openluchtrecreatief verblijf, de nutsvoorzieningen, de inplanting
en de toegangswegen
A rt . 2. Elk openluchtrecreatief verblijf heeft een maximale grondoppervlakte van 80 m 2 , inclusief
overdekte terrassen en bijgebouwen, en een maximaal volume van 240 m 3.
A rt . 3. Het hoogste punt van het openluchtrecreatief verblijf mag, gemeten vanaf het maaiveld, niet
meer dan vijf meter bedragen.
Alle gevel- en dakvlakken moeten worden uitgevoerd met duurzame, verzorgd uitziende aan het
karakter van de omgeving aangepaste materialen.
A rt . 4. § 1. De totale grondoppervlakte van het openluchtrecreatief verblijf, de terrassen, private
toegangswegen, parkeerplaatsen en eventuele verhardingen inbegrepen, mag nooit meer bedragen
dan de helft van de perceelsoppervlakte.
§ 2. Behoudens in het geval van een groepsbouwproject of een gegroepeerde inplanting mag per
perceel slechts één openluchtrecreatief verblijf opgericht worden.
Als openluchtrecreatieve verblijven niet gekoppeld of geschakeld worden, bedraagt de
minimumafstand van de gebouwen tot de overige perceelsgrenzen ten minste twee meter.
A rt . 5. § 1. Alle nieuwe toegangswegen die meerdere openluchtrecreatieve verblijven ontsluiten
hebben een minimale hindernisvrije breedte van vier meter, en zijn voorzien van een elektriciteitsnet.
De aard en breedte van de eventuele verharding, die wordt uitgevoerd in waterdoorlatende
materialen, wordt bepaald in functie van de plaatselijke noodwendigheden.
§ 2. De rechtstreekse lozing van onbehandeld afvalwater in oppervlaktewater is verboden.
HOOFDSTUK Ill. — Bijkomende normen van toepassing op een groepsbouwproject of een voor de
plaatsing van openluchtrecreatieve verblijven bestemde verkaveling
A rt . 6. Voor een groepsbouwproject of voor een gegroepeerde inplanting op een voor de plaatsing van
openluchtrecreatieve verblijven bestemde verkaveling, ongeacht of de plaatsing gebeurt op of zonder
afscheiding van afzonderlijke percelen, gelden de volgende bijkomende normen:
1° als het perceel of de verkaveling aan een geklasseerde waterloop of aan een waterplas met een
minimale oppervlakte van 100 m 2 is gelegen dan moet een bouwvrije strook van ten minste 15 meter
breedte, gemeten vanaf de oever of de hoogwaterlijn worden gerespecteerd;
2° het aantal openluchtrecreatieve verblijven dient tussen 15 en 35 verblijven per hectare te bedragen,
berekend over de ganse oppervlakte van het perceel of de verkaveling. Van die bepaling kan
afgeweken worden door middel van een provinciale of gemeentelijke stedenbouwkundige
verordening.
HOOFDSTUK IV. — Slotbepalingen
A rt . 7. De volgende regelingen worden opgeheven:
1° het koninklijk besluit van 30 oktober 1973 betreffende de weekendverblijfparken;
2° het koninklijk besluit van 31 december 1975 betreffende de weekendverblijfparken in de
kustgemeenten;
3° artikel 3, eerste lid, 13° van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 1995 betreffende
de exploitatie van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, gewijzigd bij de besluiten van de
Vlaamse Regering van 17 december 1999 en 24 oktober 2003.
A rt . 8. Bij de verbouwing van bestaande vergunde openluchtrecreatieve verblijven kan worden
afgeweken van de bepalingen van dit besluit, wanneer de handelingen, vereist voor het naleven van
die bepalingen, niet in verhouding staan met de omvang van de geplande ingreep. De
onevenredigheid moet in de vergunningsbeslissing worden gemotiveerd.
A rt . 9. De Vlaamse ministers, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening en bevoegd voor het Toerisme,
zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
B. OPTIONELE PLANNEN
Rooilijnplan :
Rooilijn Klapdorp, Lijkveldestraat en Datum
Kwakkel
beslissing :
20/04/1950
Statistische sector:
46020D091
Relictzone:
Landbouwgebieden Land van Waas
Indien het goed opgenomen is in het gemeentelijk leegstandsregister wordt dit vermeld in deel
B van dit uittreksel. Voor informatie inzake de inventaris van ongeschikte / onbewoonbare en
verwaarloosde panden, verwijzen wij u door naar de Vlaamse Overheid, Departement RWO,
Wonen Oost-Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 2-6 te 9000 Gent, tel. 09 265 46 74, fax 09
265 46 51.
Bij eventueel afgeleverde kaarten, betreft het een reproductie zonder juridische waarde.
Rudy Van yvelde
'
gemeentesecretaris
R mi Audenaert
burgemeester
PI?UV%N'CiE OOST-VLAANDEREN
/
^
GENIEENTE STPAUWELS
AFL JN%NGSPLAN
Si.ayj.yd
TOitnsr
.
v+/ fYa9
SCHAAL
G1. r r„ ciarli ,/: ,r Gr/de/tje/r%+e.+.rr"r
1/5oo
;
s
OEN
r'RfGrNOt r dci, da
Cy/ ywxoft'ril/i•cx
;r r. e: / arr u^^: % r.7
e
.4? 007i
rv'yeáruro eY^ » v sYs lïr:>,eeriler.^ da e irfl /•4•r^ u3 r
^
s
rrr / r •
s^
L-
a:; ,y.- Arc /.f /r A.yvr„ c.l:+ uë dr/'oirfyÍo ; ^ +>q
?We,' ^
Dr
-
5t CRE fn 'rs
,O j
RN+-/rr•.1
€
R5
-
Wr)î!«-+•fD.l+? 3"e ..:ri„//.• .Jri.: G.I /!r.'ö+,9 /!rL•dC
J ^ Ir
N+rarle AA".
.1
'
•:
.
rre/+Jal /s
e✓,A
*(
;Ep./ f•; fy :ar:I
DE suRGtKEES TEX
^
Get / /ev,
d;•.,•
ye/
f
•
;
11 y rf,lr+•r der fol r.r .rel rL Urlwl u • 404,
s/rw 04z4l.y, 44-r1
4r/r31
rJX E! C "VEL
D F SEi+rt T/1 F/t
/G
IA - e•,9
.fN4• 6£NLESTER
Get: On/ersóaJ>'
6(014 : un/eesbaar-
L EtiENOf
,7:y r>4r!>
_ _ dSff+r
•
_ ^'
-
-
-
7/Ty
fe/. s/a/r'c//s aerl Al/as
N,•uauc vcar•cjrs/e/de 9/•suir ,4
^ ti,r e^u•nr)drr ^
O+r urr dr/f /r r ei>/r+r
goIr9en1.r11Y Tr yea/cleric',
• Mlodir../.31Nr,der•
r---N
' rrrrur/ 404o41r■ '
51a if
94100frii
5"1047a{
R_.S. : sa00um'/u rsdi+lr>lrrn
ösoce' whorrul
0.6 •
5 . 5 . : 9tdo+/&• r„ a/iel)/rn .5/.ro/
+ +.Jer{/e /r
Cl/ .lf>dáaleheu>•d oc,arg'r
br/WJ[/e/f'J r
:rrta•+/ ^ .+.:d ^-
I ^o
,
0,4 Betre/
h't+,/frle
de/ok/45
f6 /! -e1'
be 6 u> ^ er»ccs
^ r >er-erra/i.,
^
/i'tr/'t/=r .n itElr+,
9 rYa +ru)Ócr
^
De sec
Le• 64eí ye/neesfcr
het' U»lres6aa >'
Tc/
Vv/7
syiy
.gade/
Gel' On/rrsL'aar•
A+,
•949fo/ eh(
me//0 Nuueteióe>• /9441 ecie>Yi/elJ
;
O^
"Ds- tcr/).,rndo
..,c./z,.Ger•
De S+irrd/ tY
GY • ea:re•e/I I 11.•a r
•
1/>lan
R.r.•
,t
••••
146 60,
/Z
4.1**.
■
••.,
• •
•
ore
••••• - (.....„.„,
or mere
''
...••••, ■•••••••
t
L
. 41/2
o,
»,
• '.•' ••,1•.•
Arti i ;
...,,,,,./,
..,..i -•
...
/ .' • 7/
-, Y .,...,...
I s'
q . A, ,.7,::-".- •-• .
—
!
.,„ 4 hy,,,
Ii
3
J.,. /
%_,.T. j
:•
.,_----L....___.
-
•
• • , Y,./.•••••• \
...e • ...
• .
•
4••■•
Re/ft
"
•••
• -----.1.
•".
•nle
0
•
.45o SirroitYA/ Ro. 53
i
I
r
1
•
•
t3,a
e
!
I a . "4 '..."
,I
.54 ..990., yAa
Or
iM.
.
— '.
%,7,-.... • I
■
,
,; ,. .k 3/4
I
-•-________
'•
- ---,--•
. ----...."!
.
7, •
•
--
---.-....."
----•••• •
..-.„.•
lei 4."
.Y.r.ra oloVir.r..
, ), i • 2 ••
ey,/, • • • •
. , , /.. as Ja • 4,- .:
s.....•
4.
-
1
I
-4,..
s
- •
•
I .
qr.
29 koottrm
-
R.
4• •
,
.1. i
1.•
n.
'
l.5.1..l:ln.LI,•••• •
-
"
—
ti.
J.
:
.
• --___
G
41.
•.4.4/
•
: ' ,•
Y.i. ...I •,:/,• • • •••../..• .ts,
•
-
•"
te.•"4/"...L
.
"" • " r
;
"s,
•
.5
I re........
4,.7/,.,./..
...--•••7-----
-' 1111L----4-
.
II
711e• .r.,
.I ..Vor.f/
■ . ' 6"..' 11
r
.1
•
•••...,
....
Ro
....•
-4
.
6'.'..5
.0,...• ..
'''''7
GEMEENTE SINT-GILLIS-WAAS
UITTREKSEL
VERGUNNINGENREGISTER
Gemeente
Sint-Gillis -Waas
1° Het uittreksel uit het vergunningenregister geeft aan welke informatie over één of meer door de
aanvrager opgegeven perceelsnummers in het vergunningenregister is opgenomen. Er kan geen
garantie gegeven worden dat die informatie volledig is. Zo kunnen kadastrale perceelsnummers na
verloop van tijd gewijzigd zijn;
2° Het feit dat in het vergunningenregister vermeld is dat een bestemmingsvoorschrift bestaat,
betekent niet noodzakelijk dat wat werkelijk uitgevoerd is overeenstemt met dat voorschrift of dat alles
wat ingetekend is, ook effectief uitgevoerd is;
3° Conform artikel 5.1.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking getreden op 1
september 2009, is het college van burgemeester en schepenen verantwoordelijk voor de
overeenstemming van het vergunningenregister met de stukken die erin moeten worden opgenomen.
IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED
SINT-GILLIS-WAAS
Gemeente:
Deelgemeente: SINT-PAUWELS
Postnummer: 9170
Kadastrale ligging:
Kadastrale afdeling:
Kadastrale sectie:
Kadastraal perceelnummer:
Kadastrale aard:
LIJKVELDESTR 165
SINT-GILLIS-WAAS 4 AFD/ST-PAUW.
B
0871N
HUIS
De volgende informatie is beschikbaar op datum van 24 juli 2013
Het vergunningenregister van de gemeente Sint-Gillis-Waas werd conform verklaard bij
ministerieel besluit van 3 december 2007. Het ministerieel besluit werd op 15 januari 2008
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Informatie betreffende vergunningsaanvragen die van toepassing zijn op een of
meer percelen, zoals die opgenomen zijn in het conform verklaarde
vergunningenregister:
(enkel ingevuld indien van toepassing)
Van Guyse Roger
Datum beslissing :
21/03/2001 Vervaldatum :
Verkavelingsolan :
Bouwaanvraag : 46020/9965B/2000/257
Beslissingen & Aard
Gem.: 2000-10-30 - Vergunning
slopen van vervallen woning met stal en bouwrijp
maken van terrein
(Slopen eengezinswoning)
Ontvangstdatum: 18/10/2000
Best. Dept.: AROHM: Vl. Reg.: Raad v. State:
Schorsing:
Vernietiging:
Bouwaanvraag : 46020/13855B/2005/290
Beslissingen & Aard
Gem.: 2006-05-29 - Vergunning
bouwen van een woning + garage
(Nieuwbouw eengezinswoning)
Ontvangstdatum: 28/12/2005
Best. Dept.: AROHM: Vl. Reg.: Raad v. State:
Schorsing:
Vernietiging:
Bij eventueel afgeleverde kaarten, betreft het een reproductie zonder juridische waarde.
Rudy Van Puyvelde
gemeentesecretaris
Remi Audenaert
burgemst
energ ieprestatiecertificaat
bestaand gebouw met woonfunctie
certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8
straat
Lijkveldestraat
nummer
165
bus
gemeente Sint-Gillis -Waas
postnummer 9170
bestemming
eengezinswoning
type
halfopen bebouwing
bouwjaar
2006
softwareversie 1.5.2
berekende energiescore (kWh/m 2jaar):
150
De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.
150
kWh/m 2jaar
NIPF
--11111=1•1111.111111
111111.1__
D
50
100
150
200
250
300
350
400
450
500
550
650
600
700
nieuwbouw
niet energiezuinig
energiezuinig
veel besparingsmogelijkheden
weinig besparingsmogelijkheden
energiedeskundige
voornaam
jan
straat
zillebeek
postnummer 9120
land
erkenningscode EP08471
achternaam truyman
nummer 13b
bus
gemeente Beveren-Waas
België
Ik verklaar dat alle gegevens op dit certificaat overeenstemmen met de door de Vlaamse overheid vastgelegde werkwijze.
datum: 23-04-2013
handtekening:
Dit certificaat is geldig tot en met
pagina l van 6 mina s
23 april 2023
energ ieprestatiecertificaat
bestaand gebouw met woonfunctie
certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8
straat
Lijkveldestraat
postnummer
9170
nummer 165
bus
gemeente Sint-Gillis-Waas
Energiezuinigheid van de gebouwschil
energiezuinig
niet energiezuinig
gemiddelde U-waarde van de gebouwschil
Energiezuinigheid van de verwarmingsinstallatie
energiezuinig
niet energiezuinig
gemiddeld installatierendement
Impact op het milieu
lage milieu-impact
hoge milieu-impact
CO 2-emissie
Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik
karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik (kWh/jaar)
37.125
De energiescore op het energieprestatiecertificaat wordt verkregen door het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbuik te delen door
de bruikbare vloeroppervlakte.
Het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik (kWh/jaar) is de hoeveelheid primaire energie die gedurende één jaar nodig is voor de
verwarming, de aanmaak van sanitair warm water, de ventilatie en de koeling van de woning. Eventuele bijdragen van zonneboilers en
zonnepanelen worden in mindering gebracht.
Het wordt berekend op basis van een standaardklimaat en een standaardgebruik. Dit betekent dat er alleen rekening wordt gehouden met de
karakteristieken van de woning en niet met het gebruik van de woning. Het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik stemt daardoor
niet overeen met het werkelijke energieverbruik, maar laat toe om het energieverbruik van woningen op een objectieve manier te vergelijken.
Het primaire energieverbruik drukt uit hoeveel energie uit fossiele brandstoffen (aardgas, stookolie of steenkool) gebruikt wordt door de
gebouwinstallaties. Voor elektrische installaties brengt dat een belangrijk bijkomend verschil teweeg met het werkelijke energieverbruik
omdat er niet alleen rekening wordt gehouden met de energie die verbruikt wordt in de woning, maar ook met de energie die verloren gaat
bij de productie en het transpo rt van de elektriciteit. Voor één eenheid elektriciteit bij de gebruiker is 2,5 keer zoveel energie nodig in de
vorm van aardgas, stookolie of steenkool.
Vrijtekeningsbeding
De aanbevelingen op het energieprestatiecertificaat zijn standaardaanbevelingen, die door de software gegenereerd worden op basis van de
invoergegevens van de energiedeskundige volgens een door de Vlaamse overheid vastgelegde werkwijze.
Mogelijk zijn een aantal standaardaanbevelingen praktisch niet uitvoerbaar of risico-vol. Soms zijn bij de uitvoering aanvullende aanbevelingen
nodig om de kwaliteit van het binnenmilieu of het comfo rt te behouden of te verbeteren. Verder onderzoek door een adviseur, architect,
installateur of aannemer is in sommige gevallen vereist. De opsteller kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de schade die ontstaat als de
geadviseerde aanbevelingen zonder nader onderzoek of ondeskundig uitgevoerd worden.
De energiedeskundige kan bijkomende opmerkingen of aanbevelingen aan de standaardaanbevelingen toevoegen. U vindt die onder
'Aanbevelingen en opmerkingen van de energiedeskundige'.
Energiewinsten en subsidies voor energiebesparende maatregelen
Informatie over energiewinsten, subsidies of andere financiële voordelen vindt u op www.energiesparen.be
pagina 2 van 6 pagina's
energ ieprestatiecertificaat
bestaand gebouw met woonfunctie
certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8
straat
Lijkveldestraat
postnummer
9170
nummer 165
bus
gemeente Sint-Gillis -Waas
Extra verbeteringen door milieuvriendelijke energieproductie
Alleen als de woning voldoende geïsoleerd is of grondige verbouwingswerkzaamheden gepland zijn, is het zinvol om hernieuwbare
energiebronnen of warmtekrachtkoppeling in te zetten. Meer informatie over onder andere zonnepanelen, energie uit biomassa of
warmtepompen vindt u op de website van het Vlaams Energieagentschap : www.energiesparen.be
Tips voor een goed gebruikersgedrag
De energiescore en het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik zijn berekend op basis van een standaardklimaat en een
standaardgebruik. Het werkelijke energieverbruik wordt echter ook beïnvloed door de gebruikers en de manier waarop wordt omgesprongen
met energie. Op de website www.energiesparen.be/energieprestatiecertificaat vindt u tips voor een goed gebruikersgedrag.
pagIna 3 van 6 pagIna's
i.,-J-J
..,
;.:
.•~`ï^^.t
^
Î -. ^^
í ^T:J_I111 ■
-:^
í^
-
`•T''xY •--F • .Î1
^
^
.. •tfi
et
'IL 5_a2, .aTv
i
`t_r L'— .s"-Ii.-=r_ii._
bestaand gebouw met woonfunctie
certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8
straat
Lijkveldestraat
postnummer
9170
nummer 165
bus
gemeente Sint-Gillis -Waas
Resultaten
150
berekende energiescore
kWh/m 2jaar
37.125
karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik
kWh/jaar
248
bruikbare vloeroppervlakte
m2
I
gemiddelde U- waarde van de gebouwschil
0,79
gemiddeld installatierendement
0,71
-
7.424
kg/jaar
-
• m 3/m 2 h
[CO2-emissie
W/m 2 K
Algemene gegevens
datum plaatsbezoek
infiltratiedebiet
23/04/2013
bouwj aa r
618 1
beschermd volume
half zwaar/matig zwaar
thermische massa
2006
m3
J
neen
niet residentiële bestemming
Gebouwschil - verliesoppervlakken
plafond 1
plat dak 1
m 2 K/W
hellend dak 1
2,400 •
2,406
2,400
m2
60,00
43,50
23,80
hellenddaktype 1
plafondtype 1
platdaktype 1
spouw - aanwezig hel d
ja
Ja
ja
isolatie - aanwezigheid
fa'
ja
ja
120
120
120
daken of plafonds
•isolatie - R-waarde
oppervlakte
dak of plafond - type
mm
isolatie - dikte
isolatie - materiaal
MW
MW
MW
plat dak met constructie in cellenbeton
hellenddaktype 1
standaard (overige hellende daken)
platdaktype 2
hellenddaktype 2
hellend dak in riet
plafondtype 1
standaard (overige plafonds)
platdaktype 1
standaard (overige platte daken)
plafondtype 2
plafond met constructie in cellenbeton
beglazing of transparante delen
beglazing 1
beglazing 2
8,04
16,66
9,52
buiten
Guiten
buiten
m2
oppervlakte
begrenzing
verticaal
verticaal
verticaal
noord-west
noord- post
zuid-west
helling
oriëntatie
beglazing - bekende U-waarde
W /m 2 K
beglazing - type
beglazing 3
1,100
1,100
1,100
HR-glas 2
HR-glas 2
HR-glas 2
metaal 2
metaal 2
metaal 2
neen
neen
profiel - ty pe
zonwering
neen
dubbel glas
gewone dubbele beglazing
geen
geen profiel
dubbel glas ?
dubbele beglazing waarvan de opbouw niet vastgesteld kan worden
hout
houten profiel
drievoudig glas 1
drievoudig beglazing zonder coating
kunststof 1
profiel in kunststof met één kamer of geen informatie over het aantal
drievoudig glas 2
drievoudig beglazing met coating
enkel glas
enkele beglazing
kunststof 2
profiel in kunststof met twee of meer kamers
HR-glas 1
hoogrendementsbeglazing (ver)bouwjaar vóór 2000
metaal 1
metalen profiel niet thermisch onderbroken
HR-g las 2
hoogrendementsbeglazing (ver)bouwjaar in 2000 of later
metaal 2
metalen profiel thermisch onderbroken
polycarbonaat 1
polycarbonaatplaten (twee- of driewandig)
aor
aangrenzende onverwarmde ruimte
polycarbonaat 2
polycarbonaatplaten (vier- of meerwandig)
gevel 1
gevels
oppervlakte
begrenzing
`muur - type
kamers
mx
136,05
buiten
muurtype 2
pagina
4 van 6 m ina's
^^^
energ ieprestatiecertif icaat
bestaand gebouw met woonfunctie
certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8
straat
Lijkveldestraat
postnummer
9170
nummer 165
ja
spouw - aanwezigheid
ja
isolatie - aanwezigheid
mm
isolatie - dikte
401
XPS
isolatie - materiaal
muurtype 1
muurtype 2
standaard (overige muren)
muurtype 4
muur breder dan of gelijk aan 30 cm in baksteen, snelbouwsteen of
muurtype 5
muur breder dan of gelijk aan 10 cm in cellenbeton of massief hout
muur met een dragende structuur in cellenbeton, breder dan of gelijk
aan 23 cm
geëxpandeerde betonblokken, voorzien van een buitenafwerking
muurtype 3
muur in isolerende snelbouw (maximale lambda 0,35W/mK)
aor
aangrenzende onverwarmde ruimte
vloertype 2
vloer met constructie in cellenbeton
vloer 1
vloeren
m2
oppervlakte
105,50
grond
begrenzing
2010
I verbouwjaar
vloertype 1
vloer - type
ja
spouw - aanwezigheid
ja
isolatie - aanwezigheid
EPS
isolatie - materiaal
vloertype 1
standaard (overige vloeren)
aor
aangrenzende onverwarmde ruimte
m2
oppervlakte
paneel 1
deur 1
deuren of panelen
begrenzing
0,37
6,45
buiten
buiten:
metaal
metaal
metaal 2
metaal 2
spouw - aanwezigheid
ja
ja
isolatie - aanwezigheid
ja
deur of paneel - type
profiel - type
ja
_
mm
isolatie - dikte
40
40
XPS
isolatie - materiaal
XPS
geen
geen profiel
kunststof 2
profiel in kunststof met twee of meer kamers
hout
houten profiel
metaal 1
metalen profiel niet thermisch onderbroken
kunststof 1
profiel in kunststof met één kamer of geen informatie over het aantal
metaal 2
metalen profiel thermisch onderbroken
kamers
Ruimteverwarming
individuele verwarming 1
individuele centrale verwarming
aandeel in het beschermd volume
type opwekker
ty pe ketel
regeling watertemperatuur ket®I
stookinrichting
Fabricagejaar
label
ongeisoleerde leidingen
type afgifte
pompregeling
kamerthermostaat
buitenvoeler
afstandsverwarming
aandeel in het beschermd volume
type afstandsverwarming
type afgifte
individuele temperatuurcorrectie
pompregeling
bus
gemeente Sint-Gillis-Waas
m3
317
gasketel
condenserend
kamerthermostaat
binnen beschermd volume
2010
HR-Top
Om <= lengte <= 2m
radiatoren/convectoren
onbekend
ja
neen
afstandsverwarming 1
300
geen warmtekrachtkoppeling
vloer-, muur- of plafondverwarming
ja
onbekend
pagina 5 van 6 pat'ina's
energ ieprestatiecertificaat
bestaand gebouw met woonfunctie
certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8
straat
Lijkveldestraat
postnummer
9170
nummer 165
gemeente Sint-Gillis -Waas
Sanitair warm water
individueel sanitair warm water
systeem voor
gekoppeld aan ruimteverwarming
type toestel
leidingen
lengte gewone leiding
individueel warm water 1
keuken en badkamer
ja, individuele verwarming 1
combi
gewone leiding
<=5 m
Ventilatie en koeling
' type ventilatie
koelinstallatie (> 50%)
geen mechanische af- of toevoer
neen
pagina 6 van 6 pag ina's
bus
Irafticaii-w4Voepfii ,th
ZOEK UW PERCEEL OP DE KAART
Koopt u een pand of bouwgrond? Of huurt u
uerénvomdagejr?Dnmot
voortaan tijdig informatie krijgen over de overstromingsgevoeligheid van het gebied waarin
de grond of het pand ligt. Want is er kans op
Benieuwd of het vastgoed waarin u geïnteresseerd bent in een overstromingsgevoelig gebied of in een risicozone voor overstromingen ligt? Surf dan naar
www.watertoets.be en bekijk de kaart. Risicozones voor overstromingen zijn donkerblauw, effectief overstromingsgevoelige gebieden midden-blauw en mogelijk
overstromingsgevoelige gebieden lichtblauw gekleurd.
overstroming vanuit de waterloop of door afstro-
mend hemelwater? Dan gelden vaak specifieke
bouwverplichtingen of -beperkingen. En die kent
u maar beter vóór u overgaat tot de koop of huur.
In advertenties herkent u vastgoed
in overstromingsgevoelig gebied
aan dit symbool.
Dankzij de nieuwe informatieplicht bent u als kandidaat-koper of kandidaat-huurder
dus beter beschermd. U neemt weloverwogen uw beslissing en staat achteraf niet
voor onaangename verrassingen.
1
1
1
' „
1
1 1 .I
•
De informatieplicht geldt voor uw vastgoedmakelaar, uw notaris en de eigenaar van
het pand of de grond.
De kans op een overstroming is niet overal even groot. Daarom is er een onderscheid
tussen:
• effectief overstromingsgevoelige gebieden — Dit zijn gebieden die recent
nog onder water liepen. Of waarvan modellen aangeven dat het er om de 100
jaar of frequenter overstroomt.
• mogelijk overstromingsgevoelige gebieden — Deze gebieden overstromen
uitsluitend bij heel extreme weersomstandigheden. Of bij een defect aan de waterkering, zoals een dijkbreuk.
Maar ook binnen deze twee categorieën varieert de overstromingskans.
^
„•, rf ^ ,t... ra,,r.,^ .:.v cir "sr:f
wc:: ii
^^
f e ^i ,^ d r rn<<_= ^
re1:...
r t r7)FYIi i ÿfa:
De federale regering bakende de risicozones voor overstromingen af in het kader
van de natuurrampenverzekering. Koopt u een woning in een risicozone? Dan betaalt u een hogere verzekeringspremie. Als uw woning na 23 september 2008 gebouwd is, mag de verzekeraar u zelfs een polis voor waterschade weigeren. De
risicozones zijn beperkter in omvang dan de overstromingsgevoelige gebieden. In
deze zones geldt al langer een informatieplicht.
fl < 4rr1C!, ?`7'r,.
INFORMATIEPLICHT OOK VOOR AFGEBAKENDE GEBIEDEN
Ook voor vastgoed in afgebakende overstromingsgebieden en afgebakende oeverzones geldt
voortaan deze informatieplicht. Hier gaat hel bijna altijd om zachte bestemmingen, meestal
niet om bouwgronden.
Risicozones overstromingen
-
Risicozones overstromingen
Watertoets
-
-
overstromingsgevoelige gebieden
Effectief overstromingsgevoelig
Mogelijk overstromingsgevoelig
Niet overstromingsgevoelig
- is niet gelegen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de
Vlaamse Regering;
- is niet gelegen in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone.
In geval de koopprijs een bedrag is
tot 30.000
Inclusief
Inclusief
10% RR
5% RR
Zie de bijzondere verkoopsvoorwaarden
van 30.001 tot en met 40.000
29,00%
24,00%
van 40.001 tot en met 50.000
25,50%
20,50%
van 50.001 tot en met 60.000
22,00%
17,00%
van 60.001 tot en met 70.000
21,00%
16,00%
van 70.001 tot en met 80.000
20,50%
15,50%
van 80.001 tot en met 90.000
19,50%
14,50%
van 90.001 tot en met 100.000
19,00%
14,00%
van 100.001 tot en met 110.000
13,50%
van 110.001 tot en met 125.000
18,50%
18,25%
van 125.001 tot en met 150.000
17,50%
12,50%
van 150.001 tot en met 175.000
17,25%
12,25%
13,25%
van 175.001 tot en met 200.000
16,25%
11,25%
van 200.001 tot en met 225.000
16,00%
11,00%
van 225.001 tot en met 250.000
15,50%
10,50%
van 250.001 tot en met 275.000
15,00%
10,00%
van 275.001 tot en met 300.000
14,75%
9,75%
van 300.001 tot en met 325.000
14,25%
9,25%
van 325.001 tot en met 375.000
14,00%
9,00%
van 375.001 tot en met 400.000
13,50%
8,50%
van 400.001 tot en met 425.000
13,25%
8,25%
van 425.001 tot en met 500.000
13,00%
8,00%
van 500.001 tot en met 550.000
12,75%
7,75%
van 550.001 tot en met 600.000
12,50%
7,50%
van 600.001 tot en met 750.000
12,25%
7,25%
van 750.001 tot en meer
12,00%
7,00%