SI NT- PAUWELS Notaris PHILIPPE VERLINDEN, te Sint-Niklaas, zal op nagemelde zitdag openbaar te koop aanbieden, onder opschortende voorwaarde van hoger bod: GEMEENTE SINT-GILLIS-WAAS - vierde afdeling (deelgemeente Sint-Pauwels) een welgelegen WOONHUIS Lijkveldestraat 165 KENMERK: Een woonhuis op en met grand en verdere aanhorigheden, gestaan en gelegen aan de Lijkveldestraat 365, ten kadaster bekend sectie B, nummer 871/N, groot 647 m'. Kadastraal inkomen: 1154 eura. Datum uittreksel kadastrale legger: 9 mei 2014. INDELING: Gelijkvloers: inkomhall (trap naar verdiep), WC, leefplaats, open keuken, terras en tuin, wasplaats, garage, 1 e verdieping: nachthall, 3 slaapkamers, badkamer, 2e verdieping: 2 slaapkamers en zolder. VOORZIENING: centrale verwarming op gas, water en elektriciteit. BESCHIKBAAR: uiterlijk binnen de maand vanaf het ogenblik van de volledige betaling van koopsom, intresten, kosten en alle andere bijkomende lasten. BEZICHTIGING: zaterdag 7, 14 en 21 juni, telkens van 10u.-12u. STEDENBOUW: dd. 24/07/2013 - Volgens het Gewestplan Sint-Niklaas - Lokeren van 07/11/1978 gelegen in woongebieden met landelijk karakter / agrarische gebieden. - Volgens het gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemd wonen dd. 14/07/2011, bestemming: / - Rooilijnplan: rooilijnplan Klapdorp, Lijkveldestraat en Kwakkel, datum beslissing: 20/04/1950. - Sted enbeuwkundige vergunningen bekend. * Vergunning de data 30/10/2000 voor het slopen van een vervallen woning met stal en bouwrijp maken van terrein * vergunning de dale 29/05/2008 voor het bouwen van een woning + garage -geen dagvaarding noch voorkaoprecht in het kader van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - verkavelingsplan: 21/03/2001 - het krachtens artikel 4.2.12, §2, 2° Vlaamse Codex RO voor de overdracht verplichte as-builtattest is nog niet uitgereikt en gevalideerd. bodemattest 09/05/2014: "De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit, Dit a tt est vervangt alle vorige attesten". EPC met certificaatnummer: 30130413.0001355609.00000004 -8, berekende energiescore: 150 kWh/m'jaar - consulteerbaar bij de verkoophoudende notaris. INTEGRAAL WATERBELEID: De eigenaar heeft verklaard, ne raadpleging van en op basis van de overstromingskaarten op het geo-loket Vlaanderen, dat het goed: - niet gelegen is in mogelijk of effectief otters!/gmi ugsgevoelIg gebic-d zcalsvostgesteld door de Vlaamse Regering; - niet gelegen is in een afgebakend overstromingigebied of afgebakende oeverzone ENIGE ZITDAG: DINSDAG 24 JUNI 2014om 11.30 u in de zittingszaal van het vredegerecht van het tweede kanton, 9100 Sint-Niklaas. Gehuwde kopers dienen beiden aanwezig te zijn en in het bezitte zijn van hun trouwboekje en eventueel huwelijkscontract. Vertegenwoordigers van een vennootschap dienen statuten en benoemingsbesluit voor te leggen. Verkoopsvoorwaarden en nadere inlichtingen zijn te bekomen op het kantoor van notaris Philippe VERLINDEN te Sint-Niklaas. Notaris Philippe Verlinden Casinostraat 10, 9100 Sint-Niklaas Tel. 03 776 08 64 - fax 03 765 94 90 email: philippe @notaris -verlinden.be Alle details van dit goed vindt u ook in de Notariskrant in De Streekkrant. in De Zondag op internet www, mmovlan.be en op Kanaal Z: "Z-Immovlan TV" 09/05/2014 Dossier CD/21403396 Naam persoon KEYMEULEN, WIM Identificatie persoon 68032211592 Detail van het geselecteerde artikel Kadastrale afdeling 46022 SINT-GILLIS-WAAS 4 AFD/ST-PAUW. Artikelnummer 07394 Identificatie en eventuele rechten van de eigenaar(s) Adres Rechten SCHOOLSTRAAT, 170 -1/2- Naam VAN VLIERBERGHE - NATASJA MARIA 9100 SINT-NIKLAAS -1/2- HEISTRAAT, 255B2 KEYMEULEN - WIM 9100 SINT-NIKLAAS Betrokken goederen Ligging Toestand op Pcl/Wa Sectie Nummer van het Aard Opp. in ca HUIS 647 Perceel LIJKVELDESTR 165 09/05/2014 P1 B 0871N Klassering en inkomen per ha of jaar van Code beëindiging van de opbouw 2010 2F Bedrag 1154 Totale opp 647 Deze kopij van kadastrale inlichtingen is toegelaten door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, dewelke deze aanlevert op basis van gegevensbanken die gekend zijn en dewelke in haar documentatie vervat zijn. www.e-notariaat.be Kadastrale afdeling : 46022 Referentie van het dossier : CD/21403396 Sectie : B Nummer van het Perceel : 0871N Toestand op : 01/01/2012 Schaal : 1/1000 a ; /n f^ 763m L De AAPD, producent van de databank waarin deze gegevens zijn opgenomen geniet de intellectuele eigendomsrechten vermeld in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten. Attestnummer: 20140226554Nolgnu m mer: 000 Formuliernummer: 20140225492 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Stationsstraat 110 B-2800 Mechelen T: 015 284 284 F: 015 203 275 www.ovam.be Bodemattest Philippe Verlinden Notaris Casinostraat 10 / 9100 Sint-Niklaas UW BERICHT VAN: UW KENMERK: 09.05.2014 CD/21403396 BIJLAGEN: MECHELEN: AFDELING: DIENST: CONTACTPERSOON: 09.05.2014 ONS KENMERK: Bodembeheer Databeheer Infolijn 015/284 458 A: 20140226554 - R: 20140225492 1 Kadastrale gegevens datum toestand op: 01.01.2006 afdeling : 46022 SINT-GILLIS-WAAS 4 AFD/ST-PAUW. straat + nr. : Lijkveldestraat 165 sectie : B nummer : 0871/00N000 Verder 'deze grond' genoemd. 2 Inhoud van het bodemattest De OVAM beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. Opmerkingen: 1 Risicogronden kunnen slechts overgedragen worden als er vooraf een oriënterend bodemonde rz oek aan de OVAM is bezorgd met melding van de overdracht. 2 Bijkomende informatie over de overdrachtsregeling: www.overdracht.ovam.be . 3 Als er bodem wordt uitgegraven, afgevoerd of ontvangen, gelden de regels van grondverzet. Meer informatie: www.ovam.be/grondverzet. 4 De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens. te Mechelen, 09.05.2014 Eddy Van Dyck afdelingshoofd p. 1 / 1 GEMEENTE SINT-GILLIS-WAAS UITTREKSEL PLANNENREGISTER Gemeente Sint-Gillis -Waas 1° Het uittreksel uit het plannenregister geeft aan welke informatie over één of meer door de aanvrager opgegeven perceelsnummers in het plannenregister is opgenomen. Er kan geen garantie gegeven worden dat die informatie volledig is. Zo kunnen kadastrale perceelsnummers na verloop van tijd gewijzigd zijn; 2° Het feit dat in het plannenregister vermeld is dat een bestemmingsvoorschrift bestaat, betekent niet noodzakelijk dat wat werkelijk uitgevoerd is overeenstemt met dat voorschrift of dat alles wat ingetekend is, ook effectief uitgevoerd is; 3° Conform artikel 5.1.1. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking getreden op 1 september 2009, is het college van burgemeester en schepenen verantwoordelijk voor de overeenstemming van het plannenregister met de stukken die erin moeten worden opgenomen. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED SINT-GILLIS-WAAS Gemeente: Deelgemeente: SINT-PAUWELS Postnummer: 9170 Kadastrale ligging: Kadastrale afdeling: Kadastrale sectie: Kadastraal perceelnummer: Kadastrale aard: LIJKVELDESTR 165 SINT GILLIS WAAS 4 AFD/ST-PAUW. - - B 0871N HUIS De volgende informatie is beschikbaar op datum van 24 juli 2013 . Het plannenregister van de gemeente Sint-Gillis-Waas werd conform verklaard bij ministerieel besluit van 17 mei 2005. Het ministerieel besluit werd op 15 januari 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Informatie betreffende plannen en verordeningen die van toepassing zijn op een of meer percelen, zoals die opgenomen zijn in het conform verklaarde plannenregister: A. VERPLICHTE PLANNEN 1. Gemeentelijke plannen: Ruimtelijk UitvoerinqsPlan (RUP), gemeentelijk Naam: Zonevreemd wonen 14/07/2011 Datum: Bestemmingen: (enkel ingevuld indien van toepassing) 2. Provinciale plannen: 3. Gewestelijke plannen: Het Gewestplan Sint-Niklaas / Lokeren Naam: 7/11/1978 Datum: Bestemming: agrarische gebieden Het Gewestplan Sint-Niklaas / Lokeren Naam: Datum: 7/11/1978 Bestemming: woongebieden met landelijk karakter 4. Verordeningen: * Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening inzake parkeerplaatsen buiten de openbare weg (goedgekeurd bij besluit van 15/01/2009) 1. Algemene definities 1.1. Herbouwen Bouwen van een gebouw na afbraak van een gebouw op hetzelfde perceel waarbij het volume van het nieuwe gebouw het bestaande vergunde of vergund geachte volume van het afgebroken gebouw al dan niet overschrijdt. 1.2. Verbouwen Het aanpassen van een gebouw met behoud van de dragende structuur. 1.3. Uitbreiden Het bestaand vergund of vergund geacht volume van een gebouw vergroten waarbij de uitbreiding fysisch één geheel vormt met het oorspronkelijk gebouw. 1.4. Bouwperceel Het kadastraal perceel of de kadastrale percelen waarop de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft, binnen de bebouwingsmogelijkheden van het gewestplan, bijzonder plan van aanleg, ruimtelijk uitvoeringsplan en/of verkavelingsplan. 1.5. Wooneenheid Afgesloten entiteit waar de bewoner kan wonen, koken, slapen en de sanitaire voorzieningen aanwezig zijn (wc en wasbak). 1.6. Eengezinsgebouw Een gebouw waarin één wooneenheid is gelegen. 1.7. Meergezinsgebouw Een gebouw waarin twee of meerdere wooneenheden zijn gelegen. 1.8. Studio Wooneenheid zonder afzonderlijke slaapkamer met een netto bewoonbare vloeroppervlakte van maximum 45m 2. 1.9. Serviceflat Woningen die voldoen aan de door de wet opgelegde verplichtingen van erkenning van serviceflats. 1.10. Zorgflat Woningen die voldoen aan de door de wet opgelegde verplichtingen van erkenning van zorgflats. 1.11. Vloeroppervlakte Deze wordt beschouwd als de ne tt o vloeroppervlakte: alle vloeren van binnenruimten meegerekend, binnenkant muur, verminderd met de oppervlakte van de ve rt icale verbindingswegen, kelders, ondergrondse parkeergarages en overdekte buitenruimten; vloeren onder het dak worden enkel meegerekend vanaf 1,80m begaanbare ruimte; bijgebouwen worden eveneens meegerekend. 1.12. Bedrijfsoppervlakte Onder bedrijfsoppervlakte wordt verstaan de vloeroppervlakte die voor bedrijfsdoeleinden gebruikt wordt voor zover ze overdekt is. Bergplaatsen en opslagruimten maken deel uit van de bedrijfsoppervlakte. 1.13. Publiek toegankelijke ruimte De besloten lokalen en overdekte ruimten waarvan de toegang zich niet beperkt tot de gezinssfeer. Opslagplaatsen en technische lokalen (verwarming, brandstof, keukens, ...) niet inbegrepen. 1.14. Woongebied in ruime zin Gebieden waar wonen als hoofdbestemming toegelaten wordt. 1.15. Duurzame materialen Duurzaam is de aanduiding voor tijdsduur die meer is dan men onder gewone omstandigheden verwacht. Materialen kunnen duurzaam gemaakt worden door betere grondstoffen, onderdelen of materialen te gebruiken. 2. Toepassingsgebied 2.1. De vergunninghouder moet het nodige aantal parkeerplaatsen aanleggen, zoals bepaald in deze verordening bij volgende vergunningsplichtige werken aan terreinen en gebouwen, andere dan eengezinsgebouwen: - bouwen of herbouwen van een gebouw van meer dan 50m 2 vloeroppervlakte; - het uitbreiden van een gebouw met meer dan 50m 2 vloeroppervlakte; - het opsplitsen van een gebouw of het wijzigen van het aantal wooneenheden; - het uitvoeren van een vergunningsplichtige functiewijziging van een bebouwd onroerend goed. 2.2. De verplichtingen voortkomend uit deze verordening maken blijvend deel uit van de vergunning. De parkeerplaatsen nodig om hieraan te voldoen moeten als dusdanig aanwezig blijven. Ze mogen geen andere functie krijgen of voor iets anders gebruikt worden. Ze moeten blijven bestaan zolang de inrichting blijft bestaan waarvoor ze gelden. Indien een parkeerplaats wijzigt van functie dient een andere parkeerplaats voorzien te worden conform de voorwaarden van deze verordening. De verplichting tot het voorzien van de vereiste parkeerplaatsen blijft bestaan tot de vergunde werken teniet gaan. 3. Technische vereisten 3.1. Onder parkeerplaats wordt verstaan: Ofwel een garage, een garagebox of carpo rt met de volgende minimumafmetingen: 6,00m fang, 3,00m breed en minimum vrije hoogte van 2,20m langs de toegangszone voor de wagen ofwel een standplaats (overdekt of in open lucht) daartoe speciaal aangelegd en uitgerust. De minimale afmetingen zijn 4,50m lang op 2,50m breed en een vrije hoogte van 2,00m. De standplaats dient verhard te worden, zodat ze niet verzakt onder het verkeer en begaanbaar is voor voetgangers. Elke parkeerplaats dient afgebakend te worden met duurzame materialen. De parkeerplaatsen in open lucht dienen uitgevoerd te worden in waterdoorlatende of semi-doorlatende materialen, conform het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003. 3.2. Onder parkeerplaats voor gehandicapten wordt verstaan: Een parkeerplaats die bij voorkeur wordt aangelegd op de hoeken. Minimale afmetingen garage, garagebox of carpo rt: 6,00m lang, 3,30m breed en minimum vrije hoogte van 2,20m langs de toegangszone voor de wagen. Minimale afmetingen standplaats: 4,50m lang, 3,00m breed en een vrije hoogte van 2,00m 3.3. Minimale breedte in -en uitrit naar parkeerplaatsen: - 6m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 90° bedraagt; - 5m indien de hoek tussen garagebox)/carport/standplaats en in- en uitrit 60° bedraagt; - 4m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 45° bedraagt; - 3,5m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 30° bedraagt; - 3m indien de hoek tussen garage(box)/carport/standplaats en in- en uitrit 0° bedraagt. Mits afdoende motivatie van de aanvrager en duidelijke grafische aanduiding op het bouwplan (gevoegd bij de aanvraag om stedenbouwkundige vergunning), beschikt de vergunningverlenende overheid over de mogelijkheid afwijkingen toe te staan op de voorschriften van 3.3. . 4. Voorwaarden, berekeningswijze en parkeernormen Aanleg parkeerplaatsen Onder het aanleggen van een parkeerplaats wordt verstaan het bouwen van een nieuwe parkeerplaats op het bouwperceel zelf waarop het gebouw zal komen. De ligging van de parkeerplaatsen moet op het bouwplan, gevoegd bij de aanvraag om stedenbouwkundige vergunning, aangegeven worden. Met een aanduiding van het aantal, de afmetingen en het materiaalgebruik. Ook de berekening van het aantal parkeerplaatsen zal deel uitmaken van de stedenbouwkundige aanvraag. Alle parkeerplaatsen moeten langs één gemeenschappelijke toegang op de openbare weg uitmonden, zonder daarbij de gemeenschappelijke toegangweg of de parkeerplaatsen onderling te blokkeren. De verplichting tot het realiseren van een gemeenschappelijke toegang op de openbare weg geldt niet indien het: - onder 4.1.2.1 minder dan 3 te (her)bouwen of bijkomende wooneenheden betreft of de bebouwbare diepte van het perceel (te meten vanaf de voorbouwlijn) minder bedraagt dan 30,OOm; - onder 4.1.2.2 minder dan 5 (of wanneer het serviceflats of zorgflats betre ft minder dan 4) te (her)bouwen of bijkomende wooneenheden betre ft of de bebouwbare diepte van het perceel (te meten vanaf de voorbouwlijn) minder bedraagt dan 30,OOm; - onder 4.1.2.3, 4.1.2.4 en 4.1.2.5 de bebouwbare diepte van het perceel (te meten vanaf de voorbouwlijn) minder bedraagt dan 30,00m. 4.1. Berekening aantal en normering parkeerplaatsen 4.1.1. Algemeen: Het aantal, door de houder van de stedenbouwkundige vergunning, aan te leggen parkeerplaatsen wordt als volgt bepaald: - aan de hand van de opgegeven of vastgestelde bestemmingen wordt per bestemming nagegaan hoeveel parkeerplaatsen er nodig zijn; - het aantal vereiste parkeerplaatsen wordt bekomen door de berekende vloeroppervlakte of het aantal eenheden te delen door de oppervlakte of het aantal eenheden van de norm voor de betreffende bestemming. Hierbij wordt afgerond naar het lagere gehele getal indien de rest van de deling minder bedraagt dan 0,50. Er wordt afgerond naar het hogere gehele getal indien de rest van de deling groter of gelijk is aan 0,50; - de vereiste oppervlakte nodig voor het realiseren van de parkeerplaatsen (cfr. 3.1) door deze verordening, wordt niet in aanmerking genomen voor het berekenen van het nodige aantal parkeerplaatsen; - bij verbouwing, uitbreiding, opsplitsing en functiewijziging zijn enkel de bijkomende wooneenheden en/of vloeroppervlakte bepalend voor de berekening van het aantal parkeerplaatsen. Bouwwerken (of delen ervan) en functies die wederrechtelijk gerealiseerd werden, kunnen niet in aanmerking genomen worden voor de bepaling van deze vorige toestand; - los van voorgaande bepaling worden bestaande vergunde parkeerplaatsen in rekening gebracht bij het bepalen van het aantal vereiste parkeerplaatsen. 4.1.2. Parkeernormen: 4.1.2.1. Meergezinswoningen: appartementen en studio's: Normering - nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per wooneenheid; - verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende wooneenheid; 4.1.2.2. Verzorgingsinstellingen en rusthuizen voor bejaarden: Normering: - nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per 5 wooneenheden of kamers; in geval van serviceflats of zorgflats 1 parkeerplaats per 4 wooneenheden of kamers; - verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende schijf van 5 wooneenheden of kamers; in geval van serviceflats of zorgflats 1 parkeerplaats per bijkomende schijf van 4 wooneenheden of kamers; - minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25 parkeerplaatsen. 4.1.2.3. Gebouwen voor kleinhandel, diensten, kantoorgebouwen en vrije beroepen (winkels, warenhuizen, dokterspraktijk, tandartspraktijk, apotheek, kinesitherapie, ...): Vrijstelling: indien de voor publiek toegankelijke totale ruimte (inclusief bestaande) beperkt wordt tot maximum 100m 2 zijn er geen parkeerplaatsen nodig voor deze bestemming. Normering: - nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 50m 2 vloeroppervlakte bestemming onder 4.1.2.3; - verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende begonnen schijf van 50m 2 vloeroppervlakte bestemming onder 4.1.2.3; - minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: wanneer vloeroppervlakte groter is dan 150m2 , 1 parkeerplaats per 25 parkeerplaatsen. Indien deze bestemming voorkomt in combinatie met wonen, zijn ook de normeringen onder 4.1.2.1. van toepassing. 4.1.2.4. Horeca: feestzalen, danszalen, restaurants en cafés: Vrijstelling: indien de voor publiek toegankelijke totale ruimte (inclusief bestaande) beperkt wordt tot maximum 200m 2 zijn er geen parkeerplaatsen nodig voor deze bestemming. Normering: - nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 25m 2 vloeroppervlakte bestemming onder 4.1.2.4; - verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende, begonnen schijf van 25m 2 vloeroppervlakte bestemming onder 4.1.2.4; - minimum aantal parkeerplaatsen voor gehandicapten: wanneer vloeroppervlakte groter is dan 150m2 , 1 parkeerplaats per 25 parkeerplaatsen Indien deze bestemming voorkomt in combinatie met wonen, zijn ook de normeringen onder 4.1.2.1 van toepassing. 4.1.2.5. Ambachtelijke gebouwen, groothandelsgebouwen, stelplaatsen van private en openbare vervoerbedrijven, auto herstelplaatsen, benzinestations gekoppeld aan garages of handelszaken, voor zover deze gelegen zijn in woongebied in ruime zin. Normering: - nieuwbouw of herbouwen: 1 parkeerplaats per begonnen schijf van 75m 2 bedrijfsoppervlakte; - verbouwen, uitbreiden, opsplitsen of functiewijziging: 1 parkeerplaats per bijkomende, begonnen schijf van 75m2 bedrijfsoppervlakte. Indien deze bestemming voorkomt in combinatie met wonen, zijn ook de normeringen van 4.1.2.1 van toepassing. 5. Overgangsbepalingen Deze voorschriften zijn enkel van toepassing op aanvragen tot stedenbouwkundige -en/of verkavelingsvergunningen waarvan het ontvangstbewijs dateert van ná het in werking treden van deze gemeentelijk stedenbouwkundige verordening. 6. Relatie tot andere regelgeving De stedenbouwkundige voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen of andere plannen van aanleg heffen, voor het grondgebied waarop ze betrekking hebben, de bepalingen van deze stedenbouwkundige verordening die daar strijdig mee zijn, van rechtswege op, overeenkomstig artikel 56 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. In geval de bepalingen van deze verordening in strijd zouden zijn met andere reglementeringen van de gemeente of hogere overheden geldt er een vrijstelling van de verplichtingen die voortkomen uit deze verordening. 7. Strafbepalingen De ove rt redingen op deze gemeentelijke stedenbouwkundige verordening worden behandeld overeenkomstig de handhavingsmaatregelen bepaald in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. * Algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer (goedgekeurd bij besluit van 29104/1997) Art.1. Deze algemene bouwverordening bevat voorschriften inzake wegen voor voetgangersverkeer, aan te leggen of aan te passen in de bebouwde kom. Art.2. Onder weg voor voetgangersverkeer wordt verstaan elk gedeelte van de openbare weg dat hoofdzakelijk gebruikt wordt voor voetgangerverkeer waaronder ook rolstoelgebruikers. Onder loopweg wordt verstaan de ruimte waarbinnen de voetganger zich kan voortbewegen. Art.3. Als de weg voor voetgangersverkeer breder is dan 2.00 meter, dient steeds een minimale obstakelvrije loopweg van 1.50 meter breedte te worden gegarandeerd. Als de weg voor voetgangersverkeer een breedte heeft tussen 1.50 meter en 2.00 meter, mag slechts 0.50 meter hiervan door obstakels worden ingenomen. Wegen voor voetgangersverkeer met een breedte kleiner dan 1.50 meter mogen slechts aangelegd worden in straten met een roolijnbreedte kleiner dan 9.00 meter. Elke weg voor voetgangersverkeer heeft een geheel obstakelvrije loopweg van minstens 1.00 meter breed en een vrije hoogte van minstens 2.10 meter. Art.4. De obstakelvrije loopweg verloopt in een vloeiende lijn. Hiertoe worden de eventueel op de weg voor voetgangersverkeer aangebrachte opstakels per weggedeelte aan dezelfde zijde van de loopweg aangebracht. Art.5. Hellingsbanen van wegen voor voetgangersverkeer en, aan oversteekplaatsen, tussen de wegen voor voetgangersverkleer en de rijweg, moeten aan de volgende maatvoering voldien: 1° niveauverschillen tot 10 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 12%, met een richtwaarde van 10%; 2° niveauverschillen van 10 cm tot 25 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 10%, met een richtwaarde van 8,3%; 3° niveauverschillen tot 25 cm tot 50 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 8%, met een richtwaarde van 6,25%; 4° niveauverschillen groter dan 50 cm, helling kleiner dan of gelijk aan 5%. Deze hellingsbanen dienen in acht genomen te worden, tenzij het natuurlijk maaiveld of de naastgelegen rijweg een grotere helling vertoont. Art.6. De Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit. * Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (goedgekeurd bij besluit van 01110/2004) Art.1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° buffervoorziening: een voorziening voor het bufferen van hemelwater met een vertraagde afvoer en een noodoverlaat; 2° infiltratie: het doorsijpelen van hemelwater in de bodem; 3° infiltratievoorziening: een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infiltratie; 4° horizontale dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak op een horizontaal vlak; 5° groendak: een dak dat volledig voorzien is van een drainagemat en begroeiing; 6° referentieoppervlakte van de verharding: de verharde oppervlakte, exclusief de dakoppervlakte. Wordt de verharding aangelegd met waterdoorlatende klinkers, dan wordt de verharde oppervlakte door twee gedeeld; 7° hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw, hagel, met inbegrip van dooiwater; 8° afvalwater: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen met uitzondering van niet-verontreinigd hemelwater; 9° aftappunt: plaats waar hemelwater uit de hemelwaterput wordt afgetapt voor nuttig gebruik; 10° lozing: de emissie door daartoe bestemde afvoerkanalen; 11° kunstmatige afvoerweg voor hemelwater: de greppels, grachten, duikers en leidingen bestemd voor het afvoeren van hemelwater, bodemwater, grondwater, bemalingswater en desgevallend ook afvalwater, behandeld conform de van toepassing zijnde wetgeving; 12° infiltratiedebiet: de infiltratiecapaciteit vermenigvuldigd met de verhouding van de infiltratieoppervlakte over de som van infiltratieoppervlakte, referentieoppervlakte van de verharding en horizontale dakoppervlakte. Art.2. Dit besluit bevat minimale voorschriften voor de lozing van niet-verontreinigd hemelwater, afkomstig van verharde oppervlakken. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Ook de plaatsing van de overloop van de hemelwaterput en de infiltratievoorziening dient aan dit principe te beantwoorden. Art.3. § 1. Dit besluit is van toepassing op het bouwen of herbouwen van gebouwen of constructies met een horizontale dakoppervlakte groter dan 75 vierkante meter. Het is eveneens van toepassing als de horizontale dakoppervlakte van een gebouw of constructie met meer dan 50 vierkante meter wordt uitgebreid, doch enkel op die uitbreiding. Als herbouwen wordt beschouwd een bouwproject waarbij minder dan 60% van de buitenmuren wordt behouden. Van de toepassing van deze paragraaf zijn vrijgesteld gebouwen die worden opgericht op een goed kleiner dan 3 are. Deze paragraaf is niet van toepassing op gebouwen met rieten daken of met een groendak. § 2. Dit besluit is ook van toepassing op het aanleggen of heraanleggen van verharde grondoppervlakken, indien de referentieoppervlakte van de verharding groter is dan 200 vierkante meter. Als heraanleggen wordt beschouwd een project waarbij de volledige verharding, met inbegrip van de funderingslaag, wordt vervangen. Dit besluit is niet van toepassing in volgende gevallen: 1° op verharde grondoppervlakken die nog voldoende infiltratie mogelijk maken, zoals steenslagverharding of grastegels; 2° op verharde grondoppervlakken die tot het openbaar wegdomein behoren of die bestemd zijn om te worden ingelijfd bij het openbaar wegdomein; 3° indien het hemelwater dat op de verharde grondoppervlakte valt, op natuurlijke wijze naast de verharde grondoppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren; 4° indien het hemelwater door contact met de verharde oppervlakte dermate vervuild wordt, dat het als afvalwater dient beschouwd te worden. Op de plannen dient aangegeven welke verharde oppervlakken onder een van voormelde uitzonderingen vallen. Art.4, § 1. Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken, bedoeld in artikel 3, § 1 kan enkel worden afgegeven als op de plannen de plaatsing van een hemelwaterput is aangegeven. De aanvrager kan ook opteren voor de plaatsing van een hemelwaterput als de aanvraag om stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op de werken, bedoeld in artikel 3, § 2. De hemelwaterput wordt in dit geval gedimensioneerd overeenkomstig de normen, opgenomen in § 2. De aanvrager doet het nodige om verontreiniging van het in de hemelwaterput opgevangen water te vermijden. Ook indien op het goed meerdere gebouwen aanwezig zijn, is er slechts één hemelwaterput voor het hele gebouwencomplex verplicht. Indien de stedenbouwkundige vergunning betrekking heeft op de bouw van landbouwbedrijfsgebouwen, zonder bedrijfswoning, dan is de plaatsing van een hemelwaterput niet verplicht mits een oplossing in overeenstemming met de artikelen 5 en 6 wordt voorzien. Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, de inhoud van de hemelwaterput, in liters, de totale horizontale dakoppervlakte en de totale overige verharde grondoppervlakte in vierkante meter, alsook de aftappunten van het hemelwater vermeld. § 2. Het volume van de hemelwaterput dient in verhouding te staan tot de horizontale dakoppervlakte, zoals hieronder bepaald. Voor een horizontale dakoppervlakte tot 100 vierkante meter volstaat een hemelwaterput van 3000 liter of meer. Voor een horizontale dakoppervlakte tussen 100 en 150 vierkante meter volstaat een hemelwaterput van 5000 liter of meer. Voor een horizontale dakoppervlakte tussen 150 en 200 vierkante meter volstaat een hemelwaterput van 7500 liter of meer. Voor het deel van de horizontale dakoppervlakte vanaf 200 vierkante meter kan een oplossing in overeenstemming met de artikelen 5 en 6 worden voorzien. § 3. Het volledige dakoppervlak dient in één of meerdere hemelwaterputten af te wateren. Enkel indien het gebouw wordt herbouwd in gesloten bebouwing kan volstaan worden met een afwatering van de helft van de horizontale dakoppervlakte. Het volume van de hemelwaterput wordt echter bepaald op basis van de volledige horizontale dakoppervlakte. § 4. Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken, bedoeld in artikel 3, § 1 kan enkel worden afgegeven als op de hemelwaterput een operationele pompinstallatie wordt aangesloten, die het gebruik van het opgevangen hemelwater mogelijk maakt. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. Art.5. § 1. Een stedenbouwkundige vergunning voor de werken, bedoeld in artikel 3, § 2, kan enkel worden verleend als op de plannen de plaatsing van een infiltratievoorziening is aangegeven. Op de plannen wordt naast de exacte inplanting, omvang en diepte van de infiltratievoorziening, het buffervolume van de infiltratievoorziening, in liters en de totale verharde grondoppervlakte in vierkante meter vermeld. § 2. Het buffervolume van de in § 1 bedoelde infiltratievoorziening dient in verhouding te staan tot het gerealiseerde infiltratiedebiet. Het buffervolume van de infiltratievoorziening dient minimaal 300 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. De oppervlakte van de infiltratievoorziening dient minimaal 2 vierkante meter per begonnen 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding te bedragen. Van deze afmetingen kan slechts afgeweken worden indien de aanvrager aantoont dat de door hem voorgestelde oplossing een afdoende buffer- en infiltratiecapaciteit heeft. Art.6. § 1. In afwijking op artikel 5 mag het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding, in één van onderstaande gevallen: 1° de aanvrager toont aan dat de doorlatendheidsfactor kf van de bodem op de plaats van de geplande infiltratievoorziening kleiner is dan 1.10-5 meter per seconde. 2° de aanvrager toont aan dat infiltratie onmogelijk is wegens voortdurend voorkomende hoge grondwaterstanden. Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet in dit geval worden aangelegd. § 2. In afwijking op artikel 5 moet het hemelwater vertraagd afgevoerd worden via een afvoerbegrenzer met een maximaal lozingsdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding, indien de geplande infiltratievoorziening in beschermingszone 1 of 2 van een drinkwaterwingebied ligt, zoals afgebakend ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984, houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en het besluit van de Vlaamse regering van 27 maart 1985 houdende nadere regelen voor de afbakening van waterwingebieden en beschermingszones. Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet in dit geval worden aangelegd. § 3. Ingeval de referentieoppervlakte van de verharding groter is dan 1000 vierkante meter, mag het hemelwater vertraagd afgevoerd worden met een maximaal afvoerdebiet van 1500 liter per uur en per 100 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding. Een buffervolume van 400 liter per begonnen 20 vierkante meter referentieoppervlakte van de verharding moet worden aangelegd. De vrijstelling van de verplichtingen bedoeld in artikel 5, geldt echter niet voor de eerste 1000 vierkante meter van de referentieoppervlakte van de verharding. § 4. Op de plannen wordt de exacte inplanting en het buffervolume van de voorziening voor vertraagde lozing, in liters, en de totale verharde grondoppervlakte in vierkante meter vermeld. Art.7. § 1 Als de aanvrager voldoet aan de bepalingen van dit besluit door een combinatie van hemelwaterput, infiltratievoorziening en/of vertraagde lozing, dan wordt een verdeling van de horizontale dakoppervlakte en de referentieoppervlakte van de verharding over deze verschillende oplossingen doorgevoerd. § 2. Aan de bepalingen van dit besluit kan zowel worden voldaan door de aanleg van individuele voorzieningen als door de aanleg van collectieve voorzieningen, die voor meerdere onroerende goederen een oplossing voorzien. § 3. Aan de bepalingen van dit besluit kan geheel of gedeeltelijk worden voldaan door het uitvoeren van compenserende maatregelen op hetzelfde goed, namelijk door het verwijderen van bestaande verharde oppervlakten. § 4. De hemelwaterput, de infiltratie- of buffervoorziening en/of de lozingsbegrenzer dienen geplaatst en in gebruik genomen te zijn ten laatste zes maanden nadat het gebouw of de verharding in gebruik is genomen. Art.8. Als de aanvrager een afvoer van het hemelwater dient aan te leggen, dan is hij verplicht het ove rt ollige hemelwater minstens tot aan het lozingspunt gescheiden af te voeren van het afvalwater. Het lozen van hemelwater op de openbare gemengde riolering kan enkel bij afwezigheid van een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater waarop met redelijke kosten kan aangesloten worden. Indien een nieuwe openbare riolering, die bestemd is voor de afvoer van afvalwater en hemelwater, wordt aangelegd op een plaats waar nog geen riolering aanwezig was, dan dient deze riolering in een gescheiden stelsel te worden aangelegd. Art.9. De minister, bevoegd voor ruimtelijke ordening, of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaren kunnen, op gemotiveerde vraag van de bouwheer, afwijkingen toestaan op de verplichtingen van artikels 4 tot en met 8, alleen wanneer de plaatselijke omstandigheden, specifieke eisen van technische aard of bijzondere nieuwe technieken een andere bouwwijze vereisen of verantwoorden. In dat geval moet bij het uitvoeren van de watertoets, bedoeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid het advies gevraagd worden van het bekkensecretariaat van het bekken op wiens beheersingsgebied de vergunningsaanvraag betrekking heeft. Tot zolang het bekkensecretariaat niet operationeel is, dient het advies gevraagd van de bevoegde beheerder van de waterloop waarin het hemelwater dat op het goed valt, verzameld wordt. Art.10. Het besluit van de Vlaamse regering van 29 juni 1999 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten, wordt opgeheven. Art.11. Van de toepassing van dit besluit zijn de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning vrijgesteld waarvoor het ontvangstbewijs voor de datum van inwerkingtreding is afgegeven. Art.12. Provinciale en gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen kunnen dit besluit aanvullen en strengere normen opleggen. De provincie Vlaams-Brabant brengt de provinciale stedenbouwkundige verordeningen binnen een termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van deze verordening. De gemeenteraden brengen de gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen binnen een termijn van zes maanden in overeenstemming met de voorschriften van deze verordening. Art.13. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt. Art.14. De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit. * Gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake openluchtrecreatieve verblijven en de inrichting van gebieden voor dergelijke verblijven (goedgekeurd bij besluit van 08/07/2005) HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op openluchtrecreatieve verblijven, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, ongeacht of ze al dan niet gegroepeerd worden ingeplant, waarvan de oprichting overeenkomstig artikel 99 van het decreet van 18 mei 1999 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening, vergunningsplichtig is en die gelegen zijn in bestemmingsgebieden waar verblijfsrecreatie is toegestaan maar permanent wonen niet toegestaan is. § 2. Dit besluit is niet van toepassing op openluchtrecreatieve verblijven die gelegen zijn : 1° binnen de grenzen van een rechtsgeldige verkaveling voor openluchtrecreatieve verblijven, vergund vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, of van een rechtsgeldig goedgekeurd bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan; 2° op een toeristisch uitgebaat terrein voor zover en zolang de uitbating ervan vergunningsplichtig is op basis van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven. Dit besluit is evenmin van toepassing op constructies die bestemd zijn of worden als woonplaats in de zin van artikel 102 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 36 van het Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK Il. — Normen voor het openluchtrecreatief verblijf, de nutsvoorzieningen, de inplanting en de toegangswegen A rt . 2. Elk openluchtrecreatief verblijf heeft een maximale grondoppervlakte van 80 m 2 , inclusief overdekte terrassen en bijgebouwen, en een maximaal volume van 240 m 3. A rt . 3. Het hoogste punt van het openluchtrecreatief verblijf mag, gemeten vanaf het maaiveld, niet meer dan vijf meter bedragen. Alle gevel- en dakvlakken moeten worden uitgevoerd met duurzame, verzorgd uitziende aan het karakter van de omgeving aangepaste materialen. A rt . 4. § 1. De totale grondoppervlakte van het openluchtrecreatief verblijf, de terrassen, private toegangswegen, parkeerplaatsen en eventuele verhardingen inbegrepen, mag nooit meer bedragen dan de helft van de perceelsoppervlakte. § 2. Behoudens in het geval van een groepsbouwproject of een gegroepeerde inplanting mag per perceel slechts één openluchtrecreatief verblijf opgericht worden. Als openluchtrecreatieve verblijven niet gekoppeld of geschakeld worden, bedraagt de minimumafstand van de gebouwen tot de overige perceelsgrenzen ten minste twee meter. A rt . 5. § 1. Alle nieuwe toegangswegen die meerdere openluchtrecreatieve verblijven ontsluiten hebben een minimale hindernisvrije breedte van vier meter, en zijn voorzien van een elektriciteitsnet. De aard en breedte van de eventuele verharding, die wordt uitgevoerd in waterdoorlatende materialen, wordt bepaald in functie van de plaatselijke noodwendigheden. § 2. De rechtstreekse lozing van onbehandeld afvalwater in oppervlaktewater is verboden. HOOFDSTUK Ill. — Bijkomende normen van toepassing op een groepsbouwproject of een voor de plaatsing van openluchtrecreatieve verblijven bestemde verkaveling A rt . 6. Voor een groepsbouwproject of voor een gegroepeerde inplanting op een voor de plaatsing van openluchtrecreatieve verblijven bestemde verkaveling, ongeacht of de plaatsing gebeurt op of zonder afscheiding van afzonderlijke percelen, gelden de volgende bijkomende normen: 1° als het perceel of de verkaveling aan een geklasseerde waterloop of aan een waterplas met een minimale oppervlakte van 100 m 2 is gelegen dan moet een bouwvrije strook van ten minste 15 meter breedte, gemeten vanaf de oever of de hoogwaterlijn worden gerespecteerd; 2° het aantal openluchtrecreatieve verblijven dient tussen 15 en 35 verblijven per hectare te bedragen, berekend over de ganse oppervlakte van het perceel of de verkaveling. Van die bepaling kan afgeweken worden door middel van een provinciale of gemeentelijke stedenbouwkundige verordening. HOOFDSTUK IV. — Slotbepalingen A rt . 7. De volgende regelingen worden opgeheven: 1° het koninklijk besluit van 30 oktober 1973 betreffende de weekendverblijfparken; 2° het koninklijk besluit van 31 december 1975 betreffende de weekendverblijfparken in de kustgemeenten; 3° artikel 3, eerste lid, 13° van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 1995 betreffende de exploitatie van de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 december 1999 en 24 oktober 2003. A rt . 8. Bij de verbouwing van bestaande vergunde openluchtrecreatieve verblijven kan worden afgeweken van de bepalingen van dit besluit, wanneer de handelingen, vereist voor het naleven van die bepalingen, niet in verhouding staan met de omvang van de geplande ingreep. De onevenredigheid moet in de vergunningsbeslissing worden gemotiveerd. A rt . 9. De Vlaamse ministers, bevoegd voor de Ruimtelijke Ordening en bevoegd voor het Toerisme, zijn belast met de uitvoering van dit besluit. B. OPTIONELE PLANNEN Rooilijnplan : Rooilijn Klapdorp, Lijkveldestraat en Datum Kwakkel beslissing : 20/04/1950 Statistische sector: 46020D091 Relictzone: Landbouwgebieden Land van Waas Indien het goed opgenomen is in het gemeentelijk leegstandsregister wordt dit vermeld in deel B van dit uittreksel. Voor informatie inzake de inventaris van ongeschikte / onbewoonbare en verwaarloosde panden, verwijzen wij u door naar de Vlaamse Overheid, Departement RWO, Wonen Oost-Vlaanderen, Gebroeders Van Eyckstraat 2-6 te 9000 Gent, tel. 09 265 46 74, fax 09 265 46 51. Bij eventueel afgeleverde kaarten, betreft het een reproductie zonder juridische waarde. Rudy Van yvelde ' gemeentesecretaris R mi Audenaert burgemeester PI?UV%N'CiE OOST-VLAANDEREN / ^ GENIEENTE STPAUWELS AFL JN%NGSPLAN Si.ayj.yd TOitnsr . v+/ fYa9 SCHAAL G1. r r„ ciarli ,/: ,r Gr/de/tje/r%+e.+.rr"r 1/5oo ; s OEN r'RfGrNOt r dci, da Cy/ ywxoft'ril/i•cx ;r r. e: / arr u^^: % r.7 e .4? 007i rv'yeáruro eY^ » v sYs lïr:>,eeriler.^ da e irfl /•4•r^ u3 r ^ s rrr / r • s^ L- a:; ,y.- Arc /.f /r A.yvr„ c.l:+ uë dr/'oirfyÍo ; ^ +>q ?We,' ^ Dr - 5t CRE fn 'rs ,O j RN+-/rr•.1 € R5 - Wr)î!«-+•fD.l+? 3"e ..:ri„//.• .Jri.: G.I /!r.'ö+,9 /!rL•dC J ^ Ir N+rarle AA". .1 ' •: . rre/+Jal /s e✓,A *( ;Ep./ f•; fy :ar:I DE suRGtKEES TEX ^ Get / /ev, d;•.,• ye/ f • ; 11 y rf,lr+•r der fol r.r .rel rL Urlwl u • 404, s/rw 04z4l.y, 44-r1 4r/r31 rJX E! C "VEL D F SEi+rt T/1 F/t /G IA - e•,9 .fN4• 6£NLESTER Get: On/ersóaJ>' 6(014 : un/eesbaar- L EtiENOf ,7:y r>4r!> _ _ dSff+r • _ ^' - - - 7/Ty fe/. s/a/r'c//s aerl Al/as N,•uauc vcar•cjrs/e/de 9/•suir ,4 ^ ti,r e^u•nr)drr ^ O+r urr dr/f /r r ei>/r+r goIr9en1.r11Y Tr yea/cleric', • Mlodir../.31Nr,der• r---N ' rrrrur/ 404o41r■ ' 51a if 94100frii 5"1047a{ R_.S. : sa00um'/u rsdi+lr>lrrn ösoce' whorrul 0.6 • 5 . 5 . : 9tdo+/&• r„ a/iel)/rn .5/.ro/ + +.Jer{/e /r Cl/ .lf>dáaleheu>•d oc,arg'r br/WJ[/e/f'J r :rrta•+/ ^ .+.:d ^- I ^o , 0,4 Betre/ h't+,/frle de/ok/45 f6 /! -e1' be 6 u> ^ er»ccs ^ r >er-erra/i., ^ /i'tr/'t/=r .n itElr+, 9 rYa +ru)Ócr ^ De sec Le• 64eí ye/neesfcr het' U»lres6aa >' Tc/ Vv/7 syiy .gade/ Gel' On/rrsL'aar• A+, •949fo/ eh( me//0 Nuueteióe>• /9441 ecie>Yi/elJ ; O^ "Ds- tcr/).,rndo ..,c./z,.Ger• De S+irrd/ tY GY • ea:re•e/I I 11.•a r • 1/>lan R.r.• ,t •••• 146 60, /Z 4.1**. ■ ••., • • • ore ••••• - (.....„.„, or mere '' ...••••, ■••••••• t L . 41/2 o, », • '.•' ••,1•.• Arti i ; ...,,,,,./, ..,..i -• ... / .' • 7/ -, Y .,...,... I s' q . A, ,.7,::-".- •-• . — ! .,„ 4 hy,,, Ii 3 J.,. / %_,.T. j :• .,_----L....___. - • • • , Y,./.•••••• \ ...e • ... • . • 4••■• Re/ft " ••• • -----.1. •". •nle 0 • .45o SirroitYA/ Ro. 53 i I r 1 • • t3,a e ! I a . "4 '..." ,I .54 ..990., yAa Or iM. . — '. %,7,-.... • I ■ , ,; ,. .k 3/4 I -•-________ '• - ---,--• . ----...."! . 7, • • -- ---.-....." ----•••• • ..-.„.• lei 4." .Y.r.ra oloVir.r.. , ), i • 2 •• ey,/, • • • • . , , /.. as Ja • 4,- .: s.....• 4. - 1 I -4,.. s - • • I . qr. 29 koottrm - R. 4• • , .1. i 1.• n. ' l.5.1..l:ln.LI,•••• • - " — ti. J. : . • --___ G 41. •.4.4/ • : ' ,• Y.i. ...I •,:/,• • • •••../..• .ts, • - •" te.•"4/"...L . "" • " r ; "s, • .5 I re........ 4,.7/,.,./.. ...--•••7----- -' 1111L----4- . II 711e• .r., .I ..Vor.f/ ■ . ' 6"..' 11 r .1 • •••..., .... Ro ....• -4 . 6'.'..5 .0,...• .. '''''7 GEMEENTE SINT-GILLIS-WAAS UITTREKSEL VERGUNNINGENREGISTER Gemeente Sint-Gillis -Waas 1° Het uittreksel uit het vergunningenregister geeft aan welke informatie over één of meer door de aanvrager opgegeven perceelsnummers in het vergunningenregister is opgenomen. Er kan geen garantie gegeven worden dat die informatie volledig is. Zo kunnen kadastrale perceelsnummers na verloop van tijd gewijzigd zijn; 2° Het feit dat in het vergunningenregister vermeld is dat een bestemmingsvoorschrift bestaat, betekent niet noodzakelijk dat wat werkelijk uitgevoerd is overeenstemt met dat voorschrift of dat alles wat ingetekend is, ook effectief uitgevoerd is; 3° Conform artikel 5.1.5. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, in werking getreden op 1 september 2009, is het college van burgemeester en schepenen verantwoordelijk voor de overeenstemming van het vergunningenregister met de stukken die erin moeten worden opgenomen. IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED SINT-GILLIS-WAAS Gemeente: Deelgemeente: SINT-PAUWELS Postnummer: 9170 Kadastrale ligging: Kadastrale afdeling: Kadastrale sectie: Kadastraal perceelnummer: Kadastrale aard: LIJKVELDESTR 165 SINT-GILLIS-WAAS 4 AFD/ST-PAUW. B 0871N HUIS De volgende informatie is beschikbaar op datum van 24 juli 2013 Het vergunningenregister van de gemeente Sint-Gillis-Waas werd conform verklaard bij ministerieel besluit van 3 december 2007. Het ministerieel besluit werd op 15 januari 2008 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Informatie betreffende vergunningsaanvragen die van toepassing zijn op een of meer percelen, zoals die opgenomen zijn in het conform verklaarde vergunningenregister: (enkel ingevuld indien van toepassing) Van Guyse Roger Datum beslissing : 21/03/2001 Vervaldatum : Verkavelingsolan : Bouwaanvraag : 46020/9965B/2000/257 Beslissingen & Aard Gem.: 2000-10-30 - Vergunning slopen van vervallen woning met stal en bouwrijp maken van terrein (Slopen eengezinswoning) Ontvangstdatum: 18/10/2000 Best. Dept.: AROHM: Vl. Reg.: Raad v. State: Schorsing: Vernietiging: Bouwaanvraag : 46020/13855B/2005/290 Beslissingen & Aard Gem.: 2006-05-29 - Vergunning bouwen van een woning + garage (Nieuwbouw eengezinswoning) Ontvangstdatum: 28/12/2005 Best. Dept.: AROHM: Vl. Reg.: Raad v. State: Schorsing: Vernietiging: Bij eventueel afgeleverde kaarten, betreft het een reproductie zonder juridische waarde. Rudy Van Puyvelde gemeentesecretaris Remi Audenaert burgemst energ ieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8 straat Lijkveldestraat nummer 165 bus gemeente Sint-Gillis -Waas postnummer 9170 bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar 2006 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kWh/m 2jaar): 150 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. 150 kWh/m 2jaar NIPF --11111=1•1111.111111 111111.1__ D 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 550 650 600 700 nieuwbouw niet energiezuinig energiezuinig veel besparingsmogelijkheden weinig besparingsmogelijkheden energiedeskundige voornaam jan straat zillebeek postnummer 9120 land erkenningscode EP08471 achternaam truyman nummer 13b bus gemeente Beveren-Waas België Ik verklaar dat alle gegevens op dit certificaat overeenstemmen met de door de Vlaamse overheid vastgelegde werkwijze. datum: 23-04-2013 handtekening: Dit certificaat is geldig tot en met pagina l van 6 mina s 23 april 2023 energ ieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8 straat Lijkveldestraat postnummer 9170 nummer 165 bus gemeente Sint-Gillis-Waas Energiezuinigheid van de gebouwschil energiezuinig niet energiezuinig gemiddelde U-waarde van de gebouwschil Energiezuinigheid van de verwarmingsinstallatie energiezuinig niet energiezuinig gemiddeld installatierendement Impact op het milieu lage milieu-impact hoge milieu-impact CO 2-emissie Karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik (kWh/jaar) 37.125 De energiescore op het energieprestatiecertificaat wordt verkregen door het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbuik te delen door de bruikbare vloeroppervlakte. Het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik (kWh/jaar) is de hoeveelheid primaire energie die gedurende één jaar nodig is voor de verwarming, de aanmaak van sanitair warm water, de ventilatie en de koeling van de woning. Eventuele bijdragen van zonneboilers en zonnepanelen worden in mindering gebracht. Het wordt berekend op basis van een standaardklimaat en een standaardgebruik. Dit betekent dat er alleen rekening wordt gehouden met de karakteristieken van de woning en niet met het gebruik van de woning. Het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik stemt daardoor niet overeen met het werkelijke energieverbruik, maar laat toe om het energieverbruik van woningen op een objectieve manier te vergelijken. Het primaire energieverbruik drukt uit hoeveel energie uit fossiele brandstoffen (aardgas, stookolie of steenkool) gebruikt wordt door de gebouwinstallaties. Voor elektrische installaties brengt dat een belangrijk bijkomend verschil teweeg met het werkelijke energieverbruik omdat er niet alleen rekening wordt gehouden met de energie die verbruikt wordt in de woning, maar ook met de energie die verloren gaat bij de productie en het transpo rt van de elektriciteit. Voor één eenheid elektriciteit bij de gebruiker is 2,5 keer zoveel energie nodig in de vorm van aardgas, stookolie of steenkool. Vrijtekeningsbeding De aanbevelingen op het energieprestatiecertificaat zijn standaardaanbevelingen, die door de software gegenereerd worden op basis van de invoergegevens van de energiedeskundige volgens een door de Vlaamse overheid vastgelegde werkwijze. Mogelijk zijn een aantal standaardaanbevelingen praktisch niet uitvoerbaar of risico-vol. Soms zijn bij de uitvoering aanvullende aanbevelingen nodig om de kwaliteit van het binnenmilieu of het comfo rt te behouden of te verbeteren. Verder onderzoek door een adviseur, architect, installateur of aannemer is in sommige gevallen vereist. De opsteller kan niet aansprakelijk gesteld worden voor de schade die ontstaat als de geadviseerde aanbevelingen zonder nader onderzoek of ondeskundig uitgevoerd worden. De energiedeskundige kan bijkomende opmerkingen of aanbevelingen aan de standaardaanbevelingen toevoegen. U vindt die onder 'Aanbevelingen en opmerkingen van de energiedeskundige'. Energiewinsten en subsidies voor energiebesparende maatregelen Informatie over energiewinsten, subsidies of andere financiële voordelen vindt u op www.energiesparen.be pagina 2 van 6 pagina's energ ieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8 straat Lijkveldestraat postnummer 9170 nummer 165 bus gemeente Sint-Gillis -Waas Extra verbeteringen door milieuvriendelijke energieproductie Alleen als de woning voldoende geïsoleerd is of grondige verbouwingswerkzaamheden gepland zijn, is het zinvol om hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling in te zetten. Meer informatie over onder andere zonnepanelen, energie uit biomassa of warmtepompen vindt u op de website van het Vlaams Energieagentschap : www.energiesparen.be Tips voor een goed gebruikersgedrag De energiescore en het karakteristieke jaarlijkse primaire energieverbruik zijn berekend op basis van een standaardklimaat en een standaardgebruik. Het werkelijke energieverbruik wordt echter ook beïnvloed door de gebruikers en de manier waarop wordt omgesprongen met energie. Op de website www.energiesparen.be/energieprestatiecertificaat vindt u tips voor een goed gebruikersgedrag. pagIna 3 van 6 pagIna's i.,-J-J .., ;.: .•~`ï^^.t ^ Î -. ^^ í ^T:J_I111 ■ -:^ í^ - `•T''xY •--F • .Î1 ^ ^ .. •tfi et 'IL 5_a2, .aTv i `t_r L'— .s"-Ii.-=r_ii._ bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8 straat Lijkveldestraat postnummer 9170 nummer 165 bus gemeente Sint-Gillis -Waas Resultaten 150 berekende energiescore kWh/m 2jaar 37.125 karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik kWh/jaar 248 bruikbare vloeroppervlakte m2 I gemiddelde U- waarde van de gebouwschil 0,79 gemiddeld installatierendement 0,71 - 7.424 kg/jaar - • m 3/m 2 h [CO2-emissie W/m 2 K Algemene gegevens datum plaatsbezoek infiltratiedebiet 23/04/2013 bouwj aa r 618 1 beschermd volume half zwaar/matig zwaar thermische massa 2006 m3 J neen niet residentiële bestemming Gebouwschil - verliesoppervlakken plafond 1 plat dak 1 m 2 K/W hellend dak 1 2,400 • 2,406 2,400 m2 60,00 43,50 23,80 hellenddaktype 1 plafondtype 1 platdaktype 1 spouw - aanwezig hel d ja Ja ja isolatie - aanwezigheid fa' ja ja 120 120 120 daken of plafonds •isolatie - R-waarde oppervlakte dak of plafond - type mm isolatie - dikte isolatie - materiaal MW MW MW plat dak met constructie in cellenbeton hellenddaktype 1 standaard (overige hellende daken) platdaktype 2 hellenddaktype 2 hellend dak in riet plafondtype 1 standaard (overige plafonds) platdaktype 1 standaard (overige platte daken) plafondtype 2 plafond met constructie in cellenbeton beglazing of transparante delen beglazing 1 beglazing 2 8,04 16,66 9,52 buiten Guiten buiten m2 oppervlakte begrenzing verticaal verticaal verticaal noord-west noord- post zuid-west helling oriëntatie beglazing - bekende U-waarde W /m 2 K beglazing - type beglazing 3 1,100 1,100 1,100 HR-glas 2 HR-glas 2 HR-glas 2 metaal 2 metaal 2 metaal 2 neen neen profiel - ty pe zonwering neen dubbel glas gewone dubbele beglazing geen geen profiel dubbel glas ? dubbele beglazing waarvan de opbouw niet vastgesteld kan worden hout houten profiel drievoudig glas 1 drievoudig beglazing zonder coating kunststof 1 profiel in kunststof met één kamer of geen informatie over het aantal drievoudig glas 2 drievoudig beglazing met coating enkel glas enkele beglazing kunststof 2 profiel in kunststof met twee of meer kamers HR-glas 1 hoogrendementsbeglazing (ver)bouwjaar vóór 2000 metaal 1 metalen profiel niet thermisch onderbroken HR-g las 2 hoogrendementsbeglazing (ver)bouwjaar in 2000 of later metaal 2 metalen profiel thermisch onderbroken polycarbonaat 1 polycarbonaatplaten (twee- of driewandig) aor aangrenzende onverwarmde ruimte polycarbonaat 2 polycarbonaatplaten (vier- of meerwandig) gevel 1 gevels oppervlakte begrenzing `muur - type kamers mx 136,05 buiten muurtype 2 pagina 4 van 6 m ina's ^^^ energ ieprestatiecertif icaat bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8 straat Lijkveldestraat postnummer 9170 nummer 165 ja spouw - aanwezigheid ja isolatie - aanwezigheid mm isolatie - dikte 401 XPS isolatie - materiaal muurtype 1 muurtype 2 standaard (overige muren) muurtype 4 muur breder dan of gelijk aan 30 cm in baksteen, snelbouwsteen of muurtype 5 muur breder dan of gelijk aan 10 cm in cellenbeton of massief hout muur met een dragende structuur in cellenbeton, breder dan of gelijk aan 23 cm geëxpandeerde betonblokken, voorzien van een buitenafwerking muurtype 3 muur in isolerende snelbouw (maximale lambda 0,35W/mK) aor aangrenzende onverwarmde ruimte vloertype 2 vloer met constructie in cellenbeton vloer 1 vloeren m2 oppervlakte 105,50 grond begrenzing 2010 I verbouwjaar vloertype 1 vloer - type ja spouw - aanwezigheid ja isolatie - aanwezigheid EPS isolatie - materiaal vloertype 1 standaard (overige vloeren) aor aangrenzende onverwarmde ruimte m2 oppervlakte paneel 1 deur 1 deuren of panelen begrenzing 0,37 6,45 buiten buiten: metaal metaal metaal 2 metaal 2 spouw - aanwezigheid ja ja isolatie - aanwezigheid ja deur of paneel - type profiel - type ja _ mm isolatie - dikte 40 40 XPS isolatie - materiaal XPS geen geen profiel kunststof 2 profiel in kunststof met twee of meer kamers hout houten profiel metaal 1 metalen profiel niet thermisch onderbroken kunststof 1 profiel in kunststof met één kamer of geen informatie over het aantal metaal 2 metalen profiel thermisch onderbroken kamers Ruimteverwarming individuele verwarming 1 individuele centrale verwarming aandeel in het beschermd volume type opwekker ty pe ketel regeling watertemperatuur ket®I stookinrichting Fabricagejaar label ongeisoleerde leidingen type afgifte pompregeling kamerthermostaat buitenvoeler afstandsverwarming aandeel in het beschermd volume type afstandsverwarming type afgifte individuele temperatuurcorrectie pompregeling bus gemeente Sint-Gillis-Waas m3 317 gasketel condenserend kamerthermostaat binnen beschermd volume 2010 HR-Top Om <= lengte <= 2m radiatoren/convectoren onbekend ja neen afstandsverwarming 1 300 geen warmtekrachtkoppeling vloer-, muur- of plafondverwarming ja onbekend pagina 5 van 6 pat'ina's energ ieprestatiecertificaat bestaand gebouw met woonfunctie certificaatnummer 20130423-0001355509-00000004-8 straat Lijkveldestraat postnummer 9170 nummer 165 gemeente Sint-Gillis -Waas Sanitair warm water individueel sanitair warm water systeem voor gekoppeld aan ruimteverwarming type toestel leidingen lengte gewone leiding individueel warm water 1 keuken en badkamer ja, individuele verwarming 1 combi gewone leiding <=5 m Ventilatie en koeling ' type ventilatie koelinstallatie (> 50%) geen mechanische af- of toevoer neen pagina 6 van 6 pag ina's bus Irafticaii-w4Voepfii ,th ZOEK UW PERCEEL OP DE KAART Koopt u een pand of bouwgrond? Of huurt u uerénvomdagejr?Dnmot voortaan tijdig informatie krijgen over de overstromingsgevoeligheid van het gebied waarin de grond of het pand ligt. Want is er kans op Benieuwd of het vastgoed waarin u geïnteresseerd bent in een overstromingsgevoelig gebied of in een risicozone voor overstromingen ligt? Surf dan naar www.watertoets.be en bekijk de kaart. Risicozones voor overstromingen zijn donkerblauw, effectief overstromingsgevoelige gebieden midden-blauw en mogelijk overstromingsgevoelige gebieden lichtblauw gekleurd. overstroming vanuit de waterloop of door afstro- mend hemelwater? Dan gelden vaak specifieke bouwverplichtingen of -beperkingen. En die kent u maar beter vóór u overgaat tot de koop of huur. In advertenties herkent u vastgoed in overstromingsgevoelig gebied aan dit symbool. Dankzij de nieuwe informatieplicht bent u als kandidaat-koper of kandidaat-huurder dus beter beschermd. U neemt weloverwogen uw beslissing en staat achteraf niet voor onaangename verrassingen. 1 1 1 ' „ 1 1 1 .I • De informatieplicht geldt voor uw vastgoedmakelaar, uw notaris en de eigenaar van het pand of de grond. De kans op een overstroming is niet overal even groot. Daarom is er een onderscheid tussen: • effectief overstromingsgevoelige gebieden — Dit zijn gebieden die recent nog onder water liepen. Of waarvan modellen aangeven dat het er om de 100 jaar of frequenter overstroomt. • mogelijk overstromingsgevoelige gebieden — Deze gebieden overstromen uitsluitend bij heel extreme weersomstandigheden. Of bij een defect aan de waterkering, zoals een dijkbreuk. Maar ook binnen deze twee categorieën varieert de overstromingskans. ^ „•, rf ^ ,t... ra,,r.,^ .:.v cir "sr:f wc:: ii ^^ f e ^i ,^ d r rn<<_= ^ re1:... r t r7)FYIi i ÿfa: De federale regering bakende de risicozones voor overstromingen af in het kader van de natuurrampenverzekering. Koopt u een woning in een risicozone? Dan betaalt u een hogere verzekeringspremie. Als uw woning na 23 september 2008 gebouwd is, mag de verzekeraar u zelfs een polis voor waterschade weigeren. De risicozones zijn beperkter in omvang dan de overstromingsgevoelige gebieden. In deze zones geldt al langer een informatieplicht. fl < 4rr1C!, ?`7'r,. INFORMATIEPLICHT OOK VOOR AFGEBAKENDE GEBIEDEN Ook voor vastgoed in afgebakende overstromingsgebieden en afgebakende oeverzones geldt voortaan deze informatieplicht. Hier gaat hel bijna altijd om zachte bestemmingen, meestal niet om bouwgronden. Risicozones overstromingen - Risicozones overstromingen Watertoets - - overstromingsgevoelige gebieden Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig Niet overstromingsgevoelig - is niet gelegen in mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering; - is niet gelegen in een afgebakend overstromingsgebied of afgebakende oeverzone. In geval de koopprijs een bedrag is tot 30.000 Inclusief Inclusief 10% RR 5% RR Zie de bijzondere verkoopsvoorwaarden van 30.001 tot en met 40.000 29,00% 24,00% van 40.001 tot en met 50.000 25,50% 20,50% van 50.001 tot en met 60.000 22,00% 17,00% van 60.001 tot en met 70.000 21,00% 16,00% van 70.001 tot en met 80.000 20,50% 15,50% van 80.001 tot en met 90.000 19,50% 14,50% van 90.001 tot en met 100.000 19,00% 14,00% van 100.001 tot en met 110.000 13,50% van 110.001 tot en met 125.000 18,50% 18,25% van 125.001 tot en met 150.000 17,50% 12,50% van 150.001 tot en met 175.000 17,25% 12,25% 13,25% van 175.001 tot en met 200.000 16,25% 11,25% van 200.001 tot en met 225.000 16,00% 11,00% van 225.001 tot en met 250.000 15,50% 10,50% van 250.001 tot en met 275.000 15,00% 10,00% van 275.001 tot en met 300.000 14,75% 9,75% van 300.001 tot en met 325.000 14,25% 9,25% van 325.001 tot en met 375.000 14,00% 9,00% van 375.001 tot en met 400.000 13,50% 8,50% van 400.001 tot en met 425.000 13,25% 8,25% van 425.001 tot en met 500.000 13,00% 8,00% van 500.001 tot en met 550.000 12,75% 7,75% van 550.001 tot en met 600.000 12,50% 7,50% van 600.001 tot en met 750.000 12,25% 7,25% van 750.001 tot en meer 12,00% 7,00%
© Copyright 2024 ExpyDoc