011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page1 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - (COVER) PAGE 1 ➦ Xn Schadelijk N Milieugevaarlijk BIJZONDERE GEVAREN • Schadelijk bij opname door de mond. • Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN • Niet roken tijdens gebruik. • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd. SPECIFIEKE VERMELDINGEN • Bevat indoxacarb. Kan een allergische reactie veroorzaken. OVERIGE VERMELDINGEN • In noodgevallen kunt u contact opnemen met het DUCHEM HELP centrum in Dordrecht, telefoon-nummer 078-630 1899. • Voor algemene en/of productvragen kunt u onze website bezoeken: www.nld.ag.dupont.com. Ook kunt u bellen: 078-630 1101. OPSLAG Vorstvrij, in originele goed gesloten verpakking bewaren. Opslagruimte goed ventileren. Niet nat laten worden. Plaats het middel niet in direct zonlicht en bescherm het tegen grote temperatuurschommelingen. Du Pont de Nemours (Nederland) B.V., Baanhoekweg 22 - 3313 LA Dordrecht Tel.: 078-630 1101 Insecticide voor de bestrijding van insecten in de fruitteelt en groententeelt. Water dispergeerbaar granulaat Werkzame stof(fen): indoxacarb Gehalte(n): 30% K-36103/31401 THE NETHERLANDS Chargenummer: Toelatingsnummer: 12371N W.6. GEBRUIKSAANWIJZING: zie etiket. Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. Geproduceerd in Frankrijk ® Gedeponeerd handelsmerk van E.I. du Pont de Nemours and Co. (Inc.) Inhoud: Productiedatum: 500 g ℮ CYAN MAGENTA JAUNE BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page2 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - (BASE) PAGE 2 Xn Schadelijk N Milieugevaarlijk BIJZONDERE GEVAREN • Schadelijk bij opname door de mond. • Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN • Niet roken tijdens gebruik. • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart Deze verpakking is bedrijfsafval, nadat deze volledig is geleegd. SPECIFIEKE VERMELDINGEN • Bevat indoxacarb. Kan een allergische reactie veroorzaken. OVERIGE VERMELDINGEN • In noodgevallen kunt u contact opnemen met het DUCHEM HELP centrum in Dordrecht, telefoon-nummer 078-630 1899. • Voor algemene en/of productvragen kunt u onze website bezoeken: www.nld.ag.dupont.com. Ook kunt u bellen: 078-630 1101. OPSLAG Vorstvrij, in originele goed gesloten verpakking bewaren. Opslagruimte goed ventileren. Niet nat laten worden. Plaats het middel niet in direct zonlicht en bescherm het tegen grote temperatuurschommelingen. Du Pont de Nemours (Nederland) B.V., Baanhoekweg 22 - 3313 LA Dordrecht Tel.: 078-630 1101 Insecticide voor de bestrijding van insecten in de fruitteelt en groententeelt. Geproduceerd in Frankrijk Water dispergeerbaar granulaat Werkzame stof(fen): indoxacarb Gehalte(n): 30% Toelatingsnummer: 12371N W.6. GEBRUIKSAANWIJZING: zie etiket. Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. ® Gedeponeerd handelsmerk van E.I. du Pont de Nemours and Co. (Inc.) Inhoud: 500 g ℮ K-36103/31401 - THE NETHERLANDS CYAN MAGENTA JAUNE BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page3 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 3 Xn Schadelijk Insecticide voor de bestrijding van insecten in de fruitteelt en groententeelt. Du Pont de Nemours (Nederland) B.V. Baanhoekweg 22 - 3313 LA Dordrecht Tel.: 078-630 1101 VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN • Niet roken tijdens gebruik. • In geval van inslikken onmiddellijk een arts raadplegen en verpakking of etiket tonen. • Voorkom lozing in het milieu. Vraag om speciale instructies / veiligheidsgegevenskaart. N SPECIFIEKE VERMELDINGEN • Bevat indoxacarb. Kan een allergische reactie veroorzaken. Water dispergeerbaar granulaat Werkzame stof(fen): indoxacarb Gehalte(n): 30% Toelatingsnummer: 12371N W.6. BIJZONDERE GEVAREN • Schadelijk bij opname door de mond. • Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Milieugevaarlijk OVERIGE VERMELDINGEN • In noodgevallen kunt u contact opnemen met het DUCHEM HELP centrum in Dordrecht, telefoonnummer 078-630 1899. • Voor algemene en/of productvragen kunt u onze website bezoeken: www.nld.ag.dupont.com. Ook kunt u bellen: 078-630 1101. Geproduceerd in Frankrijk OPSLAG Vorstvrij, in originele goed gesloten verpakking bewaren. Opslagruimte goed ventileren. Niet nat laten worden. Plaats het middel niet in direct zonlicht en bescherm het tegen grote temperatuurschommelingen. ® Gedeponeerd handelsmerk van E.I. du Pont de Nemours and Co. (Inc.) Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor mens en milieu te voorkomen. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page4 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 4 WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insectenbestrijdingsmiddel toegepast door middel van een gewasbehandeling in: a. de teelt van koolzaad, mits niet vaker toegepast dan 1 keer per jaar; b. de teelt van appel en peer, mits niet vaker toegepast dan 4 keer per jaar en maximaal 1 keer voor 1 mei en met een maximale dosering van 200 g middel per hectare per toepassing; c. de onbedekte teelt van steenvruchten, mits toegepast voor einde bloei en niet vaker dan 1 keer per jaar, met een maximale dosering van 200 g middel per hectare; d. de teelt van bessen, mits niet vaker toegepast dan 1 keer per jaar; e. de onbedekte teelt van druif, mits niet vaker toegepast dan 3 keer per jaar; f. de bedekte teelt van braam en framboos, mits niet vaker toegepast dan 2 keer per jaar; g. de onbedekte teelt van braam en framboos, mits niet vaker toegepast dan 1 keer per jaar; h. de bedekte teelt van sla (Lactuca spp.), mits niet vaker toegepast dan 3 keer per teelt en maximaal 6 keer per jaar; i. de bedekte teelt van andijvie en veldsla mits niet vaker toegepast dan 3 keer per teelt en maximaal 6 keer per jaar; j. de bedekte teelt en opkweek van vruchtgroenten van Cucurbitaceae met eetbare schil, pompoenachtigen, meloen en vruchtgroenten van Solanaceae mits niet vaker toegepast dan 6 keer per jaar; k. de onbedekte teelt van sluitkoolachtigen (sluitkool en spruitkool) en bloemkoolachtigen, mits niet vaker toegepast dan 3 keer per teelt en maximaal 6 keer per jaar; l. de bedekte opkweek van koolgewassen, mits niet vaker toegepast dan 1 keer per teelt en maximaal 6 keer per jaar; m. de bedekte kruidenteelt (vers of gedroogd), mits niet vaker toegepast dan 3 keer per teelt en maximaal 6 keer per jaar; n. de onbedekte teelt van vruchtbomen en -struiken, mits niet vaker toegepast dan 4 keer per jaar; o. de bedekte veredelingsteelt en basiszaadproductie van akkerbouw-, groente-, en fruitgewassen, kruiden en sierteelgewassen, mits niet vaker toegepast dan 6 keer per jaar. Bij de interpretatie van wat valt onder bovengenoemde teelten is uitgegaan van de definitielijst toepassings- gebieden gewasbeschermingsmiddelen, versie 2.0, Ctgb juni 2011. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van appel, peer en steenfruit uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van één van de onderstaande driftreducerende maatregelen: Voor 1 mei is gebruik van het middel langs oppervlaktewater slechts toegestaan indien: – het middel in de eerste 20 meter grenzend aan het oppervlaktewater verspoten wordt met een Venturidop, waarbij de laatste bomenrij éénzijdig in de richting van het perceel bespoten dient te worden of, – het middel verspoten wordt met een tunnelspuit of, – tussen de boomgaard en het oppervlaktewater een emissiescherm (2,5 m hoog) is geplaatst of, – een teeltvrije zone van 6 meter aanwezig is. Na 1 mei is gebruik van het middel langs oppervlaktewater slechts toegestaan indien: – de laatste bomenrij éénzijdig wordt bespoten in de richting van het perceel of, BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page5 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 5 – het middel verspoten wordt met een tunnelspuit of, – het middel verspoten wordt met een dwarsstroomspuit met reflectiescherm of, – tussen de boomgaard en het oppervlaktewater een emissiescherm (2,5 m hoog) is geplaatst of, – een teeltvrije zone van 6 meter aanwezig is of, – de bespuiting sensorgestuurd wordt uitgevoerd. Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in de teelt van druif uitsluitend toegestaan wanneer in percelen die grenzen aan oppervlaktewater gebruik wordt gemaakt van een additionele teeltvrije zone van 6 m. Om de zoogdieren te beschermen is toepassing in appel, peer, druif en vruchtbomen en -struiken uitsluitend toegestaan indien tussen de tweede en derde toepassing een interval van tenminste 30 dagen zit. Gevaarlijk voor hommels. Verwijder of bedek hommelkasten tijdens het gebruik van het product en gedurende 3 dagen na de behandeling. Let op: dit middel kan mogelijk schadelijk zijn voor honingbijen in kasteelten. Raadpleeg uw leverancier van honingbijen over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van honingbijen en over de in acht te nemen wachttijden. 1 dag voor sluitkool (rode kool, savooie kool, spitskool, witte kool) en bloemkoolachtigen (bloemkool, broccoli). Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen door bijvoorbeeld alle openingen met insectengaas af te sluiten. Dit middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik. Let op: dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik van natuurlijke vijanden. GEBRUIKSAANWIJZING Veiligheidstermijn De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan: 56 dagen voor koolzaad 28 dagen voor spruitkool 14 dagen voor sla (Lactuca spp.), andijvie-achtigen, veldsla en kruidenteelt 10 dagen voor druif 7 dagen voor appel, peer, bessen en onbedekte teelt framboos en braam 1 dag voor bedekte teelt van framboos en braam, vruchtgroenten van Cucurbitaceae met eetbare schil, pompoenachtigen, meloen, en vruchtgroenten van Solanaceae Het gebruik in de teelt van koolzaad, steenvruchten, bessen, druif, braam, framboos, bedekte teelt van sla (Lactuca spp.), andijvie en veldsla, bedekte opkweek van koolgewassen, bedekte kruidenteelt (vers of gedroogd) en in de “bedekte veredelingsteelt en zaadteelt” is op basis van een “derdenuitbreiding”. Deze “derdenuitbreiding” is aangevraagd door de Stichting Trustee Bijzondere Toelatingen. Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebied(en), komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Omdat toepassing in kruisbessen kans op gewasschade geeft, wordt deze toepassing door DuPont ontraden. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page6 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 6 ALGEMEEN Werking STEWARD® is een insecticide voor de bestrijding van schadelijke rupsen van diverse motten en vlinders (Lepidoptera). Het heeft zowel een larvicide als ovicide werking. De larvale werking wordt verkregen via zowel opname door vraat als opname door contact. Alle larvale stadia worden bestreden. De eidodende werking is beter bij een bespuiting op de eieren dan wanneer eieren afgezet worden op bespoten blad. Volwassen insecten worden niet bestreden. Zodra het middel is opgenomen ontstaan er binnen enkele uren verlammingsverschijnselen, die ervoor zorgen dat de rups vrijwel direct stopt met bewegen en vreten. In sommige gevallen zal de rups direct van het blad afvallen. Door de snelle werking wordt schade tot een minimum beperkt. Na 1-2 dagen sterft de rups. Veiligheid voor bijen STEWARD® is veilig voor honingbijen in buitenteelten. Desalniettemin is het een goede landbouwkundige praktijk om het middel alleen te gebruiken indien deze insecten niet actief zijn, zoals in de vroege morgen of late avond. Geïntegreerde plaagbestrijding Als gevolg van het feit dat STEWARD® geen blijvende negatieve effecten heeft op de meeste nuttige insecten en mijten (zoals bijvoorbeeld roofmijten, roofwantsen, lieveheersbeestjes, zweefvliegen) is het middel bijzonder geschikt voor het gebruik in de geïntegreerde plaagbestrijding. Op sommige sluipwespen (Aphidius sp) is een kortdurend effect waargenomen, maar de populatie herstelde zich snel. Omstandigheden tijdens en na de toepassing. STEWARD® vertoont zowel bij lage als hoge temperaturen een goede werking. Indien het middel is opgedroogd op de plant, is het niet meer gevoelig voor afspoeling door neerslag. Het wordt aanbevolen om het behandelde perceel niet eerder te betreden totdat het middel is opgedroogd. Vaak is na de toepassing een droge periode van 2 uren noodzakelijk, zodat het middel goed opgedroogd is. Niet-afgeharde planten zijn in de donkere periode van het jaar extra gevoelig voor bestrijdingsmiddelen. Met name in gewassen onder glas kan, bij toepassing op een jong gewas op een dag met somber weer, geelverkleuring optreden. In zulke gevallen wordt aangeraden de bespuiting uit te stellen. PLAGEN Werkingspectrum De larven van o.a. de volgende soorten worden bestreden: Bladrollers: Groene knopbladroller Grote appelbladroller Heggenbladroller Leverkleurige bladroller Rode knopbladroller Vruchtbladroller Anjerbladroller Koolrupsen: Koolmot Koolwitje Kooluil Koolbladroller Overigen: Fruitmot Kleine wintervlinder Voorjaarsuil Turkse mot Floridamot Gamma-uil Groente-uil Bastaardsatijnvlinder Stippelmotten Stadium STEWARD® is actief tegen rupsen in alle larvale stadia, maar niet tegen volwassen insecten. Het middel heeft voor fruitmot tevens een eidodende werking. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page7 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 7 Het optimale toepassingsmoment is afhankelijk van de te bestrijden plaag. TOEPASSINGEN Algemeen STEWARD® moet homogeen worden verdeeld. Het vereist een goed afgestelde spuitmachine om niet behandelde gedeelten en overdosering te vermijden. Kassen na een gewas- of ruimtebehandeling uitsluitend herbetreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd en er gedurende 2 uur geventileerd is; werkzaamheden kunnen vervolgens worden uitgevoerd zonder gebruik van beschermende maatregelen. Waterhoeveelheid Voor een goede verdeling van het middel dient het middel in voldoende water te worden opgelost, zodanig dat het gehele gewas goed wordt bedekt. Gewasstadium STEWARD® kan in elk stadium van het gewas worden toegepast. KOOLZAAD BLADROLLERS Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de koolzaadglanskever (Meligethes aeneus). Een behandeling uitvoeren als de koolzaadglanskever wordt waargenomen. De toepassing uitvoeren voordat de eerste bloemen opengaan. Per jaar maximaal 1 toepassing uitvoeren. voorjaar De toepassing tegen de overwinterende generatie van bladrollers, d.w.z. de vruchtbladroller, grote appelbladroller, leverkleurige bladroller, rode- en groene knopbladroller en koolbladroller, dient plaats te vinden zodra de rupsen actief worden. Voor de bestrijding van de heggenbladroller een behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de eerste larven uitkomen. Dit zal vaak samenvallen met de bloei van het gewas. Het tijdstip dat de rupsen van de diverse soorten bladrollers actief zijn verschilt per soort. Een volgende behandeling kan nodig zijn. Dosering: 85 g product/ha. FRUITTEELT appel en peer Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van bladrollers (Tortricidae spp.), de fruitmot (Cydia pomonella), de kleine wintervlinder (Operopthera brumata) en voorjaarsuil (Ortosia spp.). Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Feromoonvallen zijn zinvolle hulpmiddelen in het bepalen van het moment van de eerste bespuiting en de vervolgbespuitingen. In het geval dat zowel bladrollers als wintervlinders of voorjaarsuilen voorkomen, dan worden beide soorten gelijktijdig bestreden. Betreffende de rode knobladroller zijn er onvoldoende gegevens beschikbaar om onder zware infectiedruk een afdoende werking te garanderen. Het kan in enkele gevallen ook voorkomen dat een behandeling tegen bladrollersoorten samenvalt met de eerste behandeling voor de bestrijding van fruitmot (zie ook onder “fruitmot”). Zomer (juni-augustus) STEWARD® kan ook worden toegepast tegen rupsen van de 1e en/of 2e zomergeneratie. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page8 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 8 FRUITMOT (Cydia pomonella) De toepassing dient plaats te vinden juist na de eiafzet, zodat niet alleen van de larvale werking, maar tevens van de eidodende werking van het middel gebruik gemaakt wordt. De meest effectieve toepassing is daarom enkele dagen na de start van de vlucht. Dit betekent dat de eerste toepassing plaatsvindt op 4-7 dagen na de eerste vangst van een volwassen fruitmot in de feromoonval in het perceel. Dit tijdstip zal kunnen samenvallen met het moment waarop tegelijkertijd de uitkomende larven van enkele (late) bladrollersoorten worden bestreden. STEWARD® kan ook worden toegepast tegen de volgende generaties van de fruitmot. Zolang er rupsen blijven uitkomen, danwel zolang de vlucht voortduurt (d.w.z. zolang er motten in de feromoonvallen worden gevangen) wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Tijdens de gehele vlucht van de te bestrijden insecten moet het gewas bedekt zijn met het middel. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 1014 dagen. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. KLEINE WINTERVLINDER / VOORJAARSUIL (Operopthera brumata / Orthosia spp.) De bestrijding van rupsen van de kleine wintervlinder of voorjaarsuil dient plaats te vinden zodra de eerste larven uitkomen. Dit zal vaak samenvallen met de bloei van het gewas. Deze toepassing kan samenvallen met een toepassing tegen bladrollers. Dosering De dosering bedraagt 0.017% (17 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 170 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. Als met minder dan 1000 liter water per hectare wordt gespoten dan dient tenminste een dosering van 170 gram middel per hectare te worden gebruikt. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 4 toepassingen uit te voeren per jaar, ongeacht de te bestrijden plaag. Tussen de tweede en derde toepassing dient een interval van tenminste 30 dagen aangehouden te worden. Deze dosering van 170 gram middel/ha is gebaseerd op een standaardboomgaard (rijafstand 3 m * plantafstand 1.25 m * boomhoogte 2.25 m). Voor boomgaarden met een meer-rij plantsysteem en/of met een kleinere/ grotere boomhoogte dan 2.25 m kan de dosering naar beneden/boven worden aangepast tot een maximum van 200 gram middel/ha. De onderstaande tabel kan daarbij als leidraad dienen. Boomhoogte (m) 1,75 2,25 2,75 1-rij – systeem 135 170 200 2-rijen systeem 150 185 200 3-rijen systeem 170 200 5-rij(m) met looppad 200 STEENVRUCHTEN in onbedekte teelt Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van de kleine wintervlinder (Operopthera brumata), voorjaarsuil (Orthosia spp.) en bladrollers (Tortricidae spp.). De behandeling uitvoeren op het moment dat de eerste larven uitkomen of tegen de overwinterende generatie, zodra de rupsen actief zijn, van de vruchtbladroller, grote appelbladroller, leverkleurige bladroller, rode- en groene knopbladroller en koolbladroller. Onder bepaalde omstandigheden kan de werking tegen de rode bladknoproller onvoldoende zijn. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page9 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 9 Voor de bestrijding van de heggenbladroller een behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de eerste larven uitkomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Per jaar maximaal 1 toepassing uitvoeren. Dosering De dosering bedraagt 0.017% (17 gram middel per 100 liter water) en max. 200 g middel per hectare. Dit komt overeen met 170 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. BESSEN Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van de kleine wintervlinder (Operopthera brumata), voorjaarsuil (Orthosia spp.) en bladrollers (Tortricidae spp.) Een behandeling uitvoeren op het moment dat de eerste larven uitkomen of tegen de overwinterende generatie, zodra de rupsen actief zijn, van de vruchtbladroller, grote appelbladroller, leverkleurige bladroller, rode- en groene knopbladroller en koolbladroller. Onder bepaalde omstandigheden kan de werking tegen de rode bladknoproller onvoldoende zijn. Voor de bestrijding van de heggenbladroller een behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de eerste larven uitkomen. Omdat toepassing van STEWARD® in kruisbessen kans op gewasschade geeft, wordt toepassing in dit gewas door DuPont ontraden. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Per jaar maximaal 1 toepassing uitvoeren. Dosering De dosering bedraagt 0.017% (17 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 170 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. DRUIF in onbedekte teelt Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van de trosrups (Lobesia botrana) en druivenbladroller (Eupoecilia ambiguella). Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Het wordt aanbevolen de bestrijding te starten zodra de eerste rupsen(-schade) word(t)en waargenomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 3 toepassingen uit te voeren per jaar. Zolang de plaag voortduurt wordt aanbevolen om een vervolgbespuiting uit te voeren. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 10 -14 dagen. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. Een eventuele derde toepassing is uitsluitend toegestaan na een interval van tenminste 30 dagen na de tweede behandeling. Dosering De dosering bedraagt 0.0125% (12.5 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 125 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. ➤ BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page10 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 10 BRAAM en FRAMBOOS Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van de kleine wintervlinder (Operopthera brumata) en voorjaarsuil (Orthosia spp.) en bladrollers (Torticidae spp.) Een eerste behandeling uitvoeren op het moment dat de eerste larven uitkomen of tegen de overwinterende generatie, zodra de rupsen actief zijn, van de vruchtbladroller, grote appelbladroller, leverkleurige bladroller, rode- en groene knopbladroller en koolbladroller. Onder bepaalde omstandigheden kan de werking tegen de rode bladknoproller onvoldoende zijn. Voor de bestrijding van de heggenbladroller een behandeling uitvoeren vanaf het moment dat de eerste larven uitkomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Zolang rupsen blijven uitkomen in de bedekte teelt de behandeling zonodig na 10 tot 14 dagen herhalen. Per jaar maximaal 2 toepassingen uitvoeren. In de onbedekte teelt per jaar maximaal 1 toepassing uitvoeren. Dosering De dosering bedraagt 0.017% (17 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 170 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. Dosering De dosering bedraagt 85 g middel per ha. SLA (Lactuca spp.) in bedekte teelt ANDIJVIE EN VELDSLA in bedekte teelt Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van floridamot (Spodoptera exigua), katoendaguil (Helicoverpa amigera), Pieris spp., Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), kooluil (Mamestra brassicae), groente-uil (Lacanobia oleracea), gamma uil (Autographa gamma) en andere Plusia-soorten en bladrollers. Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rupsen(schade) waargenomen word(t)en of het middel toepassen ongeveer 710 dagen na de vangst van de eerste volwassen motten of vlinders in feromoonvallen. Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van floridamot (Spodoptera exigua), katoendaguil (Helicoverpa amigera). Pieris soorten, Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), kooluil (Mamestra brassicae), groente-uil (Lacanobia oleracea), gamma uil (Autographa gamma) en andere Plusia-soorten en bladrollers. Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rupsen(schade) waargenomen word(t)en of het middel toepassen ongeveer 710 dagen na de vangst van de eerste volwassen motten of vlinders in feromoonvallen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Maximaal 3 toepassingen per teelt uitvoeren. Per jaar maximaal 6 toepassingen uitvoeren. Eventuele volgende behandeling(en) uitvoeren met een interval van 7-10 dagen, afhankelijk van de ontwikkeling van de plaag en het aantal rupsen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Maximaal 3 toepassingen per teelt uitvoeren. Per jaar maximaal 6 toepassingen uitvoeren. Eventuele volgende behandeling(en) uitvoeren met een interval van 7-10 dagen, afhankelijk van de ontwikkeling van de plaag en het aantal rupsen. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page11 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 11 Dosering De dosering bedraagt 85 g middel per ha. interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. BLOEMKOOLACHTIGEN EN SLUITKOOLACHTIGEN in onbedekte teelt CUCURBITACEAE MET EETBARE SCHIL, POMPOENACHTIGEN, MELOEN EN VRUCHTGROENTEN VAN SOLANACEAE in bedekte teelt en opkweek Dosering De dosering bedraagt 0.0125% (12.5 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 125 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen o.a. van de koolmot (Plutella xylostella), koolwitje (Pieris spp.), kooluil (Mamestra brassicae), late koolmot (Evergetis forficalis) en koolbladroller (Clepsis spectrana). Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Feromoonvallen zijn zinvolle hulpmiddelen om het begin van de vlucht van de koolmot te bepalen. Ongeveer 7-10 dagen na de eerste vangst van een volwassen mot kunnen de eerste rupsen verwacht worden. Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van o.a. de Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), floridamot (Spodoptera exigua), kooluil (Mamestra brassicae), groente-uil (Lacanobia oleracea), gammauil en andere Plusia-soorten en bladrollers. Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Het wordt aanbevolen de bestrijding te starten zodra de eerste rupsen(schade) word(t)en waargenomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 6 toepassingen uit te voeren per jaar, ongeacht de te bestrijden plaag. Zolang de plaag voortduurt wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 8 -14 dagen. Het kortste Deze dosering van 125 gram middel/ha is gebaseerd op een gemiddelde gewashoogte van 2 m. Voor laagblijvende gewassen dient een minimum dosering van 85 g/ha. aangehouden te worden. Voor hoogopgaande gewassen dient tenminste 125 gram middel per hectare te worden gebruikt. De dosering kan naar boven worden aangepast tot een maximum van 250 g/ha. De onderstaande tabel kan daarbij als leidraad dienen. Gewashoogte (m) 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00 Dosering (g/ha) 85 95 125 155 185 215 250 Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 3 toepassingen uit te voeren gedurende de teelt, ongeacht de te bestrijden plaag. Per jaar zijn maximaal 6 toepassingen toegestaan. Zolang er rupsen blijven uitkomen, danwel zolang de vlucht voortduurt (d.w.z. zolang er motten in de feromoonvallen worden gevangen) wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Tijdens de BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page12 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 12 gehele vlucht van de te bestrijden insecten moet het gewas beschermd zijn. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 814 dagen. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. Dosering De dosering bedraagt 85 g middel per ha. KOOLGEWASSEN bedekte opkweek Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen o.a. van Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), floridamot (Spodoptera exigua) en kooluil (Mamestra brassicae). Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Het wordt aanbevolen de bestrijding te starten zodra de eerste rupsen(schade) word(t)en waargenomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal 1 toepassing uit te voeren gedurende de teelt, ongeacht de te bestrijden plaag. Per jaar zijn maximaal 6 toepassingen toegestaan. Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rupsen(schade) waargenomen word(t)en. Eventuele volgende behandelingen uitvoeren met een interval van 8-14 dagen. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. Dosering De dosering bedraagt 0.0125% (12.5 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 125 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. zodra de eerste rupsen(schade) waargenomen word(t)en of het middel toepassen ongeveer 710 dagen na de vangst van de eerste volwassen motten of vlinders in feromoonvallen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Eventuele volgende behandeling(en) uitvoeren met een interval van 7-10 dagen, afhankelijk van de ontwikkeling van de plaag en het aantal rupsen. Maximaal 3 toepassingen per teelt uitvoeren. Per jaar maximaal 6 toepassingen uitvoeren. Dosering 85 g middel per ha KRUIDENTEELT (VERS OF GEDROOGD) in bedekte teelt VRUCHTBOMEN en -STRUIKEN in onbedekte teelt Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van floridamot (Spodoptera exigua), katoendaguil (Helicoverpa amigera, Pieris soorten, Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), kooluil (Mamestra brassicae), groente-uil (Lacanobia oleracea), gamma uilen (Autographa gamma) en andere Plusia-soorten en bladrollers. Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Een behandeling uitvoeren Waarschuwing: Bepaalde gewassen en/of variëteiten kunnen gevoelig zijn voor dit middel. Voorafgaand aan toepassing van het middel dient altijd een proefbespuiting te worden uitgevoerd. Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van bladrollers (Tortricidae), de kleine winter- BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page13 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 13 vlinder (Operopthera brumata), voorjaarsuil (Ortosia spp.), bastaardsatijnvlinder (Euproctis chrysorrhoea) en stippelmotten (Yponomeutidae). Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Het wordt aanbevolen de bestrijding te starten zodra de eerste larven uitkomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 4 toepassingen uit te voeren per jaar, ongeacht de te bestrijden plaag. Zolang er rupsen blijven uitkomen wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 10-14 dagen. Tussen de tweede en derde toepassing dient een interval van tenminste 30 dagen aangehouden te worden. Dosering De dosering bedraagt 0.017% (17 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 170 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. Voor laagblijvende gewassen dient een minimum dosering van 85 g middel/ha aangehouden te worden. Voor hoogopgaande gewassen geldt een maximum van 250 gram middel/ha. VEREDELINGSTEELT EN ZAADTEELT in bedekte teelt Toepassingsmoment STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen o.a. van Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), floridamot (Spodoptera exigua), kooluil (Mamestra brassicae). Het tijdstip van de eerste behandeling hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Een behandeling uitvoeren zodra de eerste rupsen(schade) waargenomen word(t)en. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Per jaar maximaal 6 toepassingen uitvoeren. Eventuele volgende behandeling(en) uitvoeren met een interval van 8-14 dagen, afhankelijk van de ontwikkeling van de plaag en insectendruk. Dosering De dosering bedraagt 0.0125% (12.5 gram middel per 100 liter water) Dit komt overeen met 125 gram middel/ha indien gespoten zou worden met 1000 L water. GEREEDMAKEN VAN DE SPUITVLOEISTOF • Begin met een schone spuitmachine; • Vul de tank voor de helft met water. Voeg de benodigde hoeveelheid middel toe en stel het roersysteem in werking (Wanneer gemengd wordt met andere pesticiden, voeg eerst de STEWARD® toe); • Vul de tank verder met water; • Houd tijdens het spuiten het roersysteem in werking; • Verpakkingen dienen zorgvuldig te worden geleegd, schoongemaakt met water, en het spoelwater te worden toegevoegd aan de tank. Indien STEWARD® eerst wordt opgelost in een emmer, houd dan een concentratie aan van maximaal 50 gram middel per liter water. Hogere concentraties lossen soms minder goed op. LET OP: De verpakking hermetisch sluiten om het product in de beste condities te bewaren. Maak niet meer spuitvloeistof aan dan noodzakelijk. INTERACTIE MET ANDERE MIDDELEN STEWARD® kan veilig gemengd worden met de meeste* in de fruitteelt gangbare fungiciden en insecticiden. Voor overige tankmengingen raadpleeg uw leverancier of Du Pont. *Raadpleeg ten allen tijde ook het etiket van de mengpartner. BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page14 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 14 DRIFTMANAGEMENT Het overwaaien van spuitnevel (drift) naar oppervlaktewater (meren en sloten) moet worden voorkomen. Spuit daarom bij rustig weer met weinig wind. Neem de vereiste driftreducerende maatregelen en/of bufferzones in acht. SCHOONMAKEN VAN DE SPUITAPPARATUUR Het is van groot belang en tevens goed agrarisch gebruik om de apparatuur direct na de behandeling zorgvuldig schoon te maken. • Verdun en verspuit de restvloeistof over het behandelde gewas; • Vul de tank halfvol met water; • Het roersysteem in werking stellen en een aantal minuten laten werken; • Vervolgens dit mengsel verspuiten over het zojuist behandelde gewas; • De spuitdoppen en filters en grondig reinigen; • Tenslotte de gehele machine (spuittank, spuitboom, leidingen en doppen) met schoon water doorspoelen; LET OP: Vermijd verontreiniging van oppervlaktewater. RESISTENTIE Wanneer insecticiden met dezelfde werkingswijze herhaaldelijk toegepast worden, gedurende verschillende jaren, om dezelfde soorten insecten te bestrijden, in hetzelfde veld, kunnen bepaalde resistente biotypes, die van nature aanwezig zijn in een populatie, overleven en dominant worden in deze percelen. Een insect wordt als resistent of minder gevoelig aangemerkt als deze niet afdoende wordt bestreden bij de aanbevolen dosering en toepassingsmoment, onder normale weersomstandigheden. Sommige insecten (zoals bijvoorbeeld fruitmot) hebben reeds een resistentie ontwikkeld tegen commercieel verkrijgbare producten. Om te vermijden dat bovengenoemd fenomeen (versneld) optreedt, is het belangrijk dat de teler: • in hetzelfde gewas, in hetzelfde teeltjaar de toepassing van STEWARD® afwisselt of mengt met producten (of mengingen van producten) van een verschillende chemische groep, met een andere werkingswijze dan indoxacarb. Het wordt ten zeerste aanbevolen om maximaal 3 opeenvolgende behandelingen uit te voeren met een product met dezelfde werkingswijze. • de ontwikkeling van de insect populaties volgt en STEWARD® toepast indien de economische schade- drempels worden behaald. Meer dan één toepassing kan noodzakelijk zijn om de populatie voldoende te onderdrukken. • de gebruiksaanwijzing, zoals deze op het etiket staat vermeld, met betrekking tot de dosering, het spuitinterval en het optimale toepassingsmoment opvolgt. Als gevolg van het unieke werkingsmechanisme van STEWARD® is het middel een belangrijke sleutel in de beheersing van de betreffende plaag in moeilijke situaties. STEWARD® bevat indoxacarb hetgeen behoort tot de chemische familie van de oxadiazinen. De werking wordt verkregen door de blokkering van de natriumkanalen in de zenuwcellen, die noodzakelijk zijn voor de overdracht van “prikkels” door natriumionen. Bovendien heeft STEWARD® geen blijvende negatieve effecten op vele nuttige insecten en mijten. Deze kunnen helpen bij de bestrijding van plaaginsecten indien onverhoopt onvoldoende bestrijding heeft plaatsgevonden. Overlevende nuttige insecten voorzien in een aanvullend selectiemiddel tegen de plaagpopulatie en kunnen helpen bij het verminderen van het risico op het ontstaan van mogelijke resistentie. De mogelijke aanwezigheid van resistentie kan niet BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page15 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS - PAGE 15 worden voorspeld. Raadpleeg uw adviseur voor aanbevelingen op het gebied van resistentiemanagement. EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Na INADEMING: Het slachtoffer uit de besmette omgeving verwijderen en in de frisse lucht brengen. Geef zuurstof of kunstmatige ademhaling, indien nodig. Raadpleeg een arts na aanzienlijke blootstelling. Na morsen op KLEREN en HUID: De verontreinigde kleding verwijderen; haar en huid onmiddellijk met zeep en overvloedig water wassen. Verontreinigde kleding wassen vooraleer opnieuw te gebruiken. Na spatten in de OGEN: de oogleden goed opensperren en gedurende 15 minuten overvloedig spoelen met zacht stromend water. Indien de oogirritatie blijft, een specialist raadplegen. BELANGRIJK Verkoper garandeert, dat de samenstelling van dit product overeenkomt met de chemische beschrijving, zoals vermeld op dit etiket. Verkoper kan alleen garanderen, dat het product redelijk geschikt is voor de doeleinden op het etiket vermeld, waar het onder normale omstandigheden wordt gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing. Deze garantie vervalt bij gebruik van dit product in afwijking van de aanwijzingen, bij gebruik onder abnormale omstandigheden of bij gebruik onder omstandigheden, die redelijkerwijze niet door verkoper konden worden voorzien; in zulke gevallen draagt de koper het volledig risico. Enige andere garantie of aansprakelijkheid wordt door verkoper niet verstrekt noch aanvaard en mag ook niet uit het bovenstaande worden afgeleid. Na INSLIKKEN: het slachtoffer zal meestal bewust blijven. Geef onmiddellijk 1-2 glazen water te drinken en wek braken op. Bewusteloze mensen niets via de mond toedienen en niet laten braken. Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk het etiket tonen). BLACK 011479 K-36103 BKL_290x110_16pages 28/01/14 13:35 Page16 K-36103/31401 - THE NETHERLANDS (GLUE PAGE) - PAGE 16
© Copyright 2024 ExpyDoc