Wi-Fi optimalisatie Handleiding Per juli 2014 Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Hoe werkt Wi-Fi? 4 2. 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 Uw bestaande Wi-Fi oplossing optimaliseren Test de snelheid van de Wi-Fi verbinding De locatie van de Wi-Fi router aanpassen Interferentie problemen oplossen Meten is weten Ramen en deuren sluiten Gebruik waar mogelijk de 5GHz band Kies een andere frequentie WiFiSpots van Ziggo 5 5 6 6 6 7 7 8 8 3. 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 Uw Wi-Fi oplossing uitbreiden Muren en obstakels Installeren van een steunzender Bekabeld access point Powerline adaptors met geïntegreerde Wi-Fi Wi-Fi repeater 8 8 9 9 9 10 4. High-end Wi-Fi (multi Wi-Fi) 10 5. Het stappenplan 11 Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 Pagina 3 Inleiding Het is misschien wel de beste uitvinding sinds het internet: draadloos internet. Helaas heeft het succes ook een keerzijde: al die Wi-Fi netwerken beginnen elkaar in de weg te zitten. Dit komt doordat al deze apparaten gebruikmaken van dezelfde frequenties. Die ook nog eens worden gebruikt door onder meer de magnetron, elektronische deurbellen, etc. Gevolg: door de grote drukte wordt de verbinding traag of valt soms helemaal weg. Deze onderlinge verstoring van Wi-Fi signalen wordt interferentie genoemd. Een ander probleem is te weinig dekking. Doordat we steeds meer apparaten op steeds meer plekken in en rondom het huis willen gebruiken willen we dat op steeds meer plaatsen Wi-Fi dekking is. Omdat de afstand die met een enkele Wi-Fi router bestreken wordt beperkt is, zal de ruimte verdeeld moeten worden over verschillende Wi-Fi routers. Dekking: te weinig Wi-Fi signaal op een bepaalde plek Interferentie: te veel Wi-Fi signalen op een bepaalde plek Omdat de oorzaak van de problemen tegengesteld zijn, is het begrijpelijk dat ze ook op een verschillende manier opgelost moeten worden. De pech is dat het met Wi-Fi problemen op voorhand niet direct duidelijk is wat de oorzaak nu is. Een slechte of instabiele Wi-Fi verbinding kan het gevolg zijn van beide oorzaken. In dit document leggen we u uit wat de basis eigenschappen zijn van Wi-Fi en hoe u de oorzaak van Wi-Fi problemen kunt vinden en vervolgens de problemen op kunt lossen. In hoofdstuk 5 zijn mogelijkheden om Wi-Fi te verbeteren nog eens samengevat in een stappenplan. Samengevat zijn er twee groepen Wi-Fi problemen: 1. Hoe werkt Wi-Fi? Wi-Fi is een techniek waarmee het mogelijk is om draadloos data te versturen. Het maakt hiervoor gebruik van radiogolven door de lucht. Ook geluid is een golfverschijnsel. De eigenschappen van Wi-Fi hebben dan ook veel overeenkomsten met geluid. Net als bij geluid: • neemt de sterkte af naarmate je verder van de bron gaat. Een handige vuistregel: bij het verdubbelen van de afstand tussen router en client, verlies je ongeveer 75% van de oorspronkelijke signaalsterkte; • is er een minimale sterkte nodig om het te kunnen ‘horen’; • gaat het signaal wel door sommige materialen en wordt het gedempt of geblokkeerd door andere materialen. Met name metaal en water vormen een grote barrière voor Wi-Fi signalen; • kan het reflecteren op gladde metalen oppervlakten; • maakt het gebruik van verschillende frequenties; • verstoort het signaal van verschillende bronnen elkaar als van dezelfde frequenties gebruik gemaakt wordt. Pagina 4 De afzonderlijke ‘geluiden’ zijn dan niet meer van elkaar te onderscheiden en het gevolg is een kakofonie. Uiteraard zijn er ook verschillen: • Als het geluid te zacht staat kan dit opgelost worden door de radio harder te zetten. Voor Wi-Fi geldt echter dat er wettelijk maximum is voor het zendvermogen van een Wi-Fi router (100 milliwatt). • Voor communicatie over Wi-Fi zijn twee zenders (geluidsbronnen) nodig. De eerste is de zender in de Wi-Fi router en de tweede is de zender in de Wi-Fi client (b.v. een smartphone). Door het (illegaal) versterken van het signaal van de Wi-Fi router kan de Wi-Fi client deze wel over een grotere afstand nog steeds ‘horen’. De zender in de Wi-Fi client blijft echter op het normale vermogen staan en het access point kan deze dus niet ‘horen’. Het netto resultaat hiervan is dat de verbindingen niet beter worden, maar wel het netwerk bij de buren extra wordt verstoord. Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 2. Uw bestaande Wi-Fi oplossing optimaliseren Vaak kan de kwaliteit van het Wi-Fi netwerk worden verbeterd zonder extra of andere apparatuur te gebruiken. Belangrijke mogelijk heden ter verbetering, zijn de locatie en de instellingen van uw bestaande Wi-Fi router. 2.1 Test de snelheid van de Wi-Fi verbinding De meest gehoorde klacht met betrekking tot Wi-Fi is een langzame verbinding. Om dit vast te stellen kunt u een eenvoudige test uitvoeren. U gebruikt hiervoor een ‘speedtest’ programma. Een dergelijk programma meet hoe snel de verbinding tussen uw apparaat en het internet is. De beste ‘speed-test’ is die van Ookla. Ga naar www.speedtest.net of download de Ookla speedtest app op uw smartphone of tablet. Het is verstandig om dezelfde test, op dezelfde positie drie maal kort na elkaar uit te voeren. De test moet telkens ongeveer dezelfde snelheid en ‘pingtijd’ laten zien. De resultaten kunt u als volgt interpreteren: Pingtijd Downloadsnelheid Kwaliteit van de Wi-Fi Meer dan 100ms Kleiner dan 5Mbps Slecht 50 tot 100ms 5 tot10 Mbps Redelijk 10 tot 50ms 10 tot 20Mbps Goed Kleiner dan10ms Groter dan 20Mbps Uitstekend Wisselen de resultaten heel sterk dan hebt u waarschijnlijk last van interferentie. We komen hier later op terug. N.B. Vaak wordt de snelheid over een Wi-Fi verbinding vergeleken met de snelheid over een bekabeld netwerk. Met een kabel kan tot 100 of zelfs 1000Mbps gehaald worden, afhankelijk van de apparatuur. De maximale snelheid van de huidige Wi-Fi netwerken ligt in de praktijk tussen de 20 en 30Mbps. Hoewel er Wi-Fi routers beschikbaar zijn die snelheden tot 600Mbps of zelfs nog hoger beloven, zijn dit veelal theoretische waarden. Ten eerste is die snelheid de som van de zend- en ontvangst- band breedte samen. Om een vergelijking met een kabel te maken moet u dus de opgegeven snelheid eerst delen door twee. Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 Pagina 5 Daarnaast gaan de fabrikanten er vanuit dat er meerdere kanalen gestapeld kunnen worden. In de praktijk is het vaak lastig om voldoende vrije kanalen te vinden om dit mogelijk te maken zodat dit vaak bij een theoretische snelheid blijft. 2.2 De locatie van de Wi-Fi router aanpassen De Wi-Fi router/kabelmodem wordt vaak in de meter- of datakast geplaatst. Hij staat dan dicht bij het kabelaansluitpunt en er kunnen makkelijk andere apparaten op worden aangesloten. Bovendien staat hij daar lekker uit het zicht. Maar gunstig voor Wi-Fi is het zeker niet. De dekking in de meterkast is hierdoor uitstekend maar daar waar het signaal daadwerkelijk nodig is, wordt de dekking een stuk minder. Het betekent immers dat het Wi-Fi signaal minstens door 1 deur of muur heen moet, hetgeen de signaalsterkte dempt en het tevens moeilijker maakt het verzwakte signaal van de Wi-Fi client te ontvangen. Nog een nadeel is dat in een meterkast veel stroomleidingen lopen. Deze koperdraden verstoren het radiosignaal. De analogie met geluid gaat ook hierbij op. Als u muziek wilt luisteren in de woonkamer plaatst u de radio immers ook niet in de meterkast. De beste positie voor een radio is (midden) in de kamer met weinig obstakels tussen de boxen en degene die muziek luistert. Een radio in de hoek van de kamer achter de bank is vaak nog wel te horen maar de kwaliteit gaat sterk achteruit. Dit geldt ook voor een Wi-Fi router, een positie op een kast of een bureau dicht bij de gebruikers zorgt voor een veel betere kwaliteit dan op de grond. Water absorbeert het Wi-Fi signaal. Mensen, maar ook waterhoudende objecten, zoals bloempotten tussen de router en de Wi-Fi client hebben dan ook een nadelige invloed op de signaalsterkte. Reflecties (echo’s) van signalen kunnen ook van grote invloed zijn op de kwaliteit van het Wi-Fi signaal. Reflecties kunnen leiden tot een ‘dood punt’. Op een dergelijke plek verstoren de signalen van de Wi-Fi router en signalen via een echo elkaar. Het verplaatsen van de Wi-Fi router met een paar decimeter kan er al voor zorgen dat het signaal een stuk beter wordt. 2.3 Interferentie problemen oplossen Interferentie is de verstoring van het signaal van de Wi-Fi router door stoorsignalen van buiten, die van dezelfde frequenties gebruik maken. Het signaal van de eigen Wi-Fi router verdwijnt dan in de brei van stoorsignalen. De belangrijkste oorzaken zijn andere Wi-Fi routers (bijvoorbeeld van de buren) maar bijvoorbeeld ook magnetrons en andere draadloze apparaten zoals een babyfoon of draadloze bewakingscamera. Pagina 6 2.3.1 Meten is weten Om te kunnen bepalen of interferentie de oorzaak is van tegenvallende Wi-Fi resultaten dient u dit te meten. U kunt dit doen met een laptop, tablet of smartphone met een ingebouwde Wi-Fi ontvanger op de plaats waar u de kwaliteit wilt meten. N.B. U kunt ook inloggen op de modem-router en daar de instellingen en de kwaliteit van het Wi-Fi netwerk aflezen. Houd daarbij wel in gedachten dat de meting plaats vindt door de router op de plek waar de router staat. Het interferentie patroon kan er een kamer verder heel anders uitzien. We adviseren dan ook om naast de waarden van de modem-router ook op andere plekken metingen uit te voeren Voordat u gaat meten is het belangrijk dat u nog een paar Wi-Fi basisbegrippen kent: • Wi-Fi maakt gebruik van twee frequentie blokken (banden); 2,4 & 5GHz • Binnen deze banden bestaat een onderverdeling in kanalen • De 2,4GHz band is verdeeld in de kanalen 1 t/m 13 • Wi-Fi routers die op hetzelfde kanaal uitzenden en bij elkaar in de buurt staan, storen elkaar (interferentie) • Radio energie ‘lekt’ ook tussen radiokanalen die vlak bij elkaar zitten. Er moet dus voldoende afstand tussen de kanalen zitten om storingsvrij naast elkaar te kunnen werken. In de praktijk betekent dit dat meestal alleen de kanalen 1, 6 en 11 worden gebruikt op de 2,4Ghz band • De 5GHz band kent veel meer bruikbare, elkaar niet overlappende kanalen (23 stuks) dan de 2,4Ghz band. (3 stuks) Er zijn verschillende programma’s beschikbaar die de Wi-Fi omgeving op zowel de 2,4GHz als ook de 5GHz band, in kaart kunnen brengen. Met de volgende software programma’s is het mogelijk om het Wi-Fi signaal bij u in de buurt te meten: • Windows: inSSider (gratis) • Mac: Wi-Fi explorer (€ 2,79) • Android: Wi-Fi Analyzer (gratis) • iOS: Geen tools beschikbaar door een blokkade hiervan door Apple U kunt de bovengenoemde programma’s eenvoudig vinden op het Internet en vervolgens (gratis of tegen een geringe vergoeding) downloaden. Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 De onderstaande figuur is een screenshot van Wi-Fi explorer. Dit is een typisch voorbeeld van een praktijkomgeving waarin op de 2,4GHz band verschillende netwerken actief zijn die elkaar kunnen verstoren. Het is belangrijk om te beseffen dat het bovenstaande plaatje een momentopname is. Als uw buurman zijn Wi-Fi instellingen verandert of andere apparatuur aanschaft kan het beeld veranderen. Het is dan ook verstandig om bijvoorbeeld twee keer per jaar de omgeving te meten. Met de bovenstaande programma’s kunt u zien of er interferentiebronnen aanwezig zijn, maar de belangrijkste vraag blijft natuurlijk: hoe kan ik die interferentie zoveel mogelijk vermijden? 2.3.2 Ramen en deuren sluiten Een heel eenvoudige, maar veel over het hoofd geziene methode om interferentie te minimaliseren is het een sluiten van ramen en deuren. Zeker bij moderne woningen met HR-glas kan het een groot verschil maken of ramen of (terras)deuren openstaan. HR-glas houdt radiosignalen gedeeltelijk tegen. Op een zomerdag, als iedereen zijn ramen open heeft staan, kunnen er daardoor veel meer Wi-Fi stoorzenders binnendringen. Deuren en ramen sluiten helpt deze ongenode gasten buiten te houden. Sluit daarom ramen en buiten- of terrasdeuren. 2.3.3 Gebruik waar mogelijk de 5GHz band Het is vaak erg druk op de 2,4GHz band. Niet alleen gebruiken de buren dezelfde frequentie, maar ook babyfoons, draadloze telefoons, magnetrons en veel andere apparaten werken in dit spectrum. Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 Het is een stuk minder druk in de 5Ghz band en je hebt meer kanalen tot je beschikking. De 5GHz band heeft 23 kanalen die elkaar niet overlappen. Bij 2,4GHz zijn er maar drie nietoverlappende kanalen. Ook daardoor is er minder kans op interferentie op 5GHz. Daar komt nog eens bij dat het bereik van de WiFi router op de 5GHz kleiner is dan de 2,4GHz band, omdat de 5GHz signalen sterker gedempt worden door obstakels dan de 2,4GHz signalen. Dit lijkt in eerste instantie wellicht een nadeel maar dit betekent dus ook dat de signalen van de buren moeilijker binnen komen en er dus minder interferentie optreedt. Dus waarom niet meteen volledig overstappen naar 5Ghz? Veel fabrikanten van apparatuur besparen op de chip van Wi-Fi clients door alleen een 2,4GHz ontvanger in te bouwen. Dit zie/zag je bijvoorbeeld bij draagbare spelcomputers en een heleboel smartphones. Inmiddels wordt in vrijwel alle nieuwe apparatuur wel beide banden ondersteund, maar er zijn nog een heleboel Wi-Fi clients in gebruik die alleen een 2,4Ghz radio hebben. Een voorbeeld hiervan is de iPhone 4s van Apple, die nog steeds verkocht wordt. Het advies is dan ook om zo veel mogelijk van de ruimte op de 5GHz band gebruik te maken. Geef de Wi-Fi netwerken op de 2,4 en de 5 band ieder een andere naam en verbind de Wi-Fi clients met 5GHz ondersteuning alleen met het 5 GHz netwerk. Pagina 7 N.B. Zorg ervoor dat u niet tevens het wachtwoord voor het 2,4GHz netwerk invoert. De kans bestaat dan dat het apparaat verbinding maakt met het verstoorde 2,4GHz netwerk terwijl er voldoende vrije ruimte op 5GHz beschikbaar is waar geen gebruik van wordt gemaakt. Op apparaten die alleen 2,4GHz ondersteunen, zult u het 5GHz netwerk niet terugvinden en deze dient u dan alsnog aan te sluiten op het 2,4GHz netwerk. 2.3.4 Kies een andere frequentie Als u uw apparaten al zo optimaal mogelijk heeft verdeeld over de 2.4GHz en 5GHz banden is de volgende stap het optimaal kiezen van de kanalen binnen de beide banden. Als de buurman toevallig op hetzelfde kanaal zit, ontstaan storingen en dat betekent lagere snelheden. Wijzigen van kanaal gaat vrij makkelijk via de web interface van de router. Lees hiervoor de handleiding. Het minst drukke kanaal wordt automatisch als standaardtoegang ingesteld op de dag dat de modem-router wordt geïnstalleerd en elke keer als hij uit- en weer aangezet wordt. Als dat alweer een tijd geleden is, kan de situatie inmiddels behoorlijk zijn veranderd. Het kantoor op de hoek of de buren kunnen bijvoorbeeld nieuwe routers hebben. Opeens kan het verkeer op dat voorheen lege kanaal erg zijn toegenomen, terwijl andere kanalen ongemoeid worden gelaten. Vaak is dit al voldoende om de netwerkkwaliteit sterk te verbeteren. Bij het kiezen van het een kanaal gebruikt de modem-router standaard alleen de kanalen 1, 6 & 11 in de 2,4GHz band. Omdat de 5GHz band lang niet zo druk bezet is, laten we deze even buiten beschouwing. Het komt echter voor dat de 2,4GHz band zo druk is, dat de kanalen 1, 6 en 11 allemaal vol zitten. Het vinden van een vrij kanaal is daardoor onmogelijk. De eerder genoemde programma’s kunt u gebruiken om te zien welke netwerkkanalen in gebruik zijn. In de vorige figuur is duidelijk te zien dat de 3 standaard kanalen allemaal meermalen bezet zijn. Het enige alternatief is dan het gebruiken van een ‘zo vrij mogelijk kanaal’. De kanalen 3, 4, 8 of 9 zijn dan de beste optie. In dit geval is de meeste ruimte op kanalen 8 en 9. Er komt dan nog steeds storing binnen van de netwerken op de kanalen 6 en 11 maar op kanaal 8 is de sterkte van deze stoorsignalen wel wat zwakker en dus de kwaliteit van het eigen netwerk iets beter. N.B. De verbetering die u mag verwachten door niet 1, 6 of 11 te kiezen zal in de praktijk beperkt zijn. 2.3.5 WifiSpots van Ziggo Omdat het WifiSpots signaal via dezelfde antenne uitgezonden wordt als uw eigen Wi-Fi netwerk, is het niet mogelijk dat dit interfereert op uw eigen Wi-Fi signaal. Het opnieuw opstarten van de modem-router zorgt ervoor dat er opnieuw gezocht wordt naar het minst drukke kanaal. 3. Uw Wi-Fi oplossing uitbreiden Soms is het probleem dat het gewenste dekkingsgebied te groot is om met een enkele Wi-Fi router te dekken. Zoals al eerder uitgelegd, is versterken van het uitzendsignaal niet alleen illegaal maar ook zinloos, omdat hiermee het retoursignaal nog steeds niet opgevangen wordt. Er bestaat professionele Wi-Fi apparatuur waarmee wel grotere afstanden gehaald worden. Deze apparatuur maakt gebruik van actieve antenne technologie waardoor ook de ontvangstgevoeligheid verbeterd wordt. Deze apparatuur is echter een stuk duurder dan de gangbare ‘normale’ Wi-Fi apparatuur. Deze professionele apparatuur wordt door Pagina 8 Ziggo gebruikt in haar multi Wi-Fi product. In Hoofdstuk 4 wordt hier verder op ingegaan. In dit hoofdstuk richten we ons echter op de breed verkrijgbare ‘doe het zelf’ mogelijkheden om het netwerk uit te breiden. 3.1 Muren en obstakels Er zijn twee elementen waar Wi-Fi signalen zich maar moeilijk of niet doorheen worstelen, namelijk water en metaal. Metaal zorgt ervoor dat de elektromagnetische golven van Wi-Fi worden kortgesloten. Metaal zit op meer plaatsen dan je in eerste instantie zou denken. Het zit bijvoorbeeld in geïsoleerde muren waarin veelal steen- of glaswol dekens zijn verwerkt met een Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 aluminium vochtscherm. Maar denk ook aan de isolatielaag onder een laminaatvloer. Ook hierbij wordt veel gebruik gemaakt van een aluminium vochtscherm. Daarnaast zitten er metaalnetten in gewapend beton en wordt ook in HR dubbel glas gebruik gemaakt van een metaalfilm. Deze laatste is zo dun dat je er wel doorheen kan kijken, maar is desondanks een ondoordringbare barrière voor Wi-Fi. De enige optie om ook aan de andere kant van een ondoordringbare muur of vloer Wi-Fi dekking te realiseren is het gebruik van extra Wi-Fi routers. 3.2 Installeren van een steunzender In veel moderne, goed geïsoleerde panden is met name de ontvangst op de eerste of tweede verdieping vaak matig. Een extra Wi-Fi steunzender helpt het bereik te vergroten. Als u een steunzender installeert is het verstandig om er een te kiezen die ook de 5GHz band ondersteunt. Dit in verband met de eerder beschreven drukte op de 2,4GHz band. Tevens is het verstandig om de netwerknaam (SSID) op de steunzenders anders te kiezen dan de netwerknaam op de modem-router zodat kunt zien of u met welke u verbonden bent. Voorbeeld: ‘Ziggo014a56’ op de modemrouter en ‘Ziggo-boven’ op de steunzender. Het kan voorkomen dat u inlogt op het netwerk van de modem-router en van de ene naar een andere ruimte loopt. De kans bestaat dan dat u met een zwak signaal blijft ‘plakken’ op de modem-router terwijl u inmiddels een goede dekking heeft van de steunzender. Dit komt omdat het feitelijk losse netwerken zijn, die niet onderling intelligent gekoppeld zijn en dus niet van elkaars bestaan weten. Door de netwerknamen anders te kiezen lost u niet het probleem van het ‘plakken’ op maar kunt u wel eenvoudig zien waar u mee verbonden bent en eventueel handmatig het andere netwerk kiezen. Het toevoegen van een steunzender voor het Wi-Fi signaal is een goede oplossing voor het vergroten van de dekking, maar kan op zijn beurt weer interferentie problemen opleveren. Om volledige dekking te krijgen zal het signaal van de steunzender immers deels overlappen met het signaal van uw modem-router. Voor de oplossing van het interferentie risico volgt u de methode uit paragraaf 2.3. Het plaatsen van steunzenders kan op verschillende manieren. 3.2.1 Bekabeld access point De beste manier om een steunzender te plaatsen is om gebruik te maken van een bekabeld access point. Een access point Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 wordt met een UTP (8-aderige netwerk) kabel aangesloten op de modem-router. Dit kan een rechtstreekse verbinding op de switchpoorten van de modem-router zijn, maar als er te weinig poorten beschikbaar zijn kunt u hier nog een ethernet switch tussen plaatsen. Een wireless access point kunt op vele plaatsen kopen. U kunt ook een Wi-Fi router gebruiken en deze instellen als access point. De netwerkfuncties zoals DHCP worden dan door de modem-router gedaan zodat het een gezamenlijk IP-netwerk vormt waarbij alle apparaten met elkaar kunnen communiceren. Dit is belangrijk om bijvoorbeeld van een gezamenlijke printer gebruik te kunnen maken. Als u dus een tweede Wi-Fi router als steunzender wilt gebruiken, dan dient u deze als access point in te stellen en niet als router. 3.2.2 Powerline adaptors met geïntegreerde Wi-Fi Als het niet mogelijk is om gebruik van UTP kabels te maken, kunt u ook gebruik maken van powerline adaptors. Deze systemen werken net zo als de eerder beschreven bekabelde access points met het verschil dat de datacommunicatie tussen de steunzender en de modem-router niet via een aparte netwerkkabel gaat, maar over de bestaande stroomkabels. In dit geval maakt u gebruik van twee speciale kastjes. De eerste plaatst u in een stopcontact in de buurt van uw modemrouter en koppelt u met een korte UTP kabel aan dezelfde modem-router. Dit eerste kastje heeft geen Wi-Fi zender, maar zorgt ervoor dat de netwerkpoort van de modem-router aan het stroomnet wordt gekoppeld. Op de locatie waar u Wi-Fi dekking wilt hebben installeert u het tweede kastje. Deze communiceert met het eerste kastje, en daarmee de modem-router, via de stroomkabels. Dit tweede kastje is ook een Wi-Fi access point. Net als bij een bekabeld access point is het ook hierbij verstandig om de netwerken een andere naam te geven. De kwaliteit van een powerline adaptor is veelal minder goed dan een UTP verbonden access point. Ten eerste zijn de stroomkabels niet ontworpen voor de doorgifte van datasignalen en daarnaast zorgt de andere aangesloten elektrische apparatuur ook voor stoorsignalen op de stroomkabels. N.B. Als u een 3-fase* stroomnetwerk heeft, zal het signaal van een powerline adaptor extra gedempt worden als de beide kastjes ieder op een andere fase worden aangesloten. Kies er bij een dergelijke stroominstallatie voor Pagina 9 om de kastjes zo mogelijk op de zelfde fase aan te sluiten. heeft u (per band) twee vrije Wi-Fi kanalen nodig. *Sinds 1 juli 2011 is de 3-fase aansluiting van 3x25A bij nieuwe aansluitingen de nieuwe stroom standaard die energie maatschappijen leveren. Eerder was een 1-fase aansluiting van 1x40A de standaard. Bij een 1-fase aansluiting wordt eenmaal een 230Volt aansluiting geleverd. Bij een 3-fase aansluiting zijn dat 3 gescheiden 230Volt aansluitingen. Met deze aansluiting kunnen ook krachtstroom aansluitingen gemaakt worden. 1.Een kanaal voor communicatie tussen de modem-router en de Wi-Fi client 2.Een kanaal voor communicatie tussen de repeater en de Wi-Fi client. Dit zelfde kanaal wordt ook gebruikt voor communicatie tussen de modem-router en de repeater. In drukke gebieden met veel interferentie zal het vinden van voldoende vrije kanalen een uitdaging vormen. 3.2.3 Wi-Fi repeater De laatste en wellicht meest gebruikte maar minst goede oplossing voor een steunzender is een Wi-Fi repeater. Deze vangt het Wi-Fi signaal van de modem-router op en zendt deze opnieuw uit. Het grote voordeel hiervan is dat er geen kabels aan te pas komen. Het ontbreken van die kabels is echter tegelijkertijd ook het grootste nadeel van een repeater. Dit betekent immers dat de repeater via Wi-Fi moet communiceren met de modem-router. Als het signaal van de modem-router niet sterk genoeg is om door de muur of vloer te komen kan de repeater dit ook niet opvangen. Een repeater moet dus altijd ergens geplaatst worden waar de modem-router nog wel voldoende bereik heeft en dus overlappen de netwerken van beide apparaten elkaar. Om goed te kunnen werken met een repeater Het gebruik van een repeater heeft ook nog een tweede nadeel: de hoeveelheid data die kan worden verstuurd, ligt in veel gevallen op de helft van de oorspronkelijke snelheid. De data moet immers vanaf de Wi-Fi client eerst naar de repeater gestuurd worden en vervolgens weer doorgezet worden naar de modem-router. Elk data pakketje wordt dus tweemaal verwerkt. Indien u een Wi-Fi repeater wilt gebruiken adviseren we u om een dual-band repeater te kopen. Deze zijn iets duurder maar versterken ook het 5GHz signaal. Waarbij de goedkopere single-band repeaters alleen maar de drukke 2,4GHz band ondersteunen. 4. High-end Wi-Fi (multi Wi-Fi) Voor de zakelijke markt biedt Ziggo multi Wi-Fi aan. Dit is een high-end beheerde Wi-Fi dienst. Op een locatie worden 1 tot maximaal 5 Wi-Fi access points geplaatst. Deze access points zijn via uw eigen bekabelde netwerk en de Ziggo internetverbinding verbonden met een Wi-Fi controller-cluster in een datacenter van Ziggo. Het controller-cluster bevat de intelligentie die het mogelijk maakt om meerdere access points als een gezamenlijk groot Wi-Fi netwerk te laten functioneren. Iedere access point bestrijkt, inpandig, een gebied met een straal van ongeveer 30-50 meter afhankelijk van het type access point en interne obstakels voor radioverbindingen zoals muren. De plaats en het aantal access points wordt zodanig gekozen dat de signalen van de verschillende access points elkaar overlappen en zo zorgen voor een volledige dekking. Pagina 10 Omdat de access points via de controller met elkaar verbonden zijn ‘herkennen’ ze elkaar en werken samen in plaats dat ze elkaar storen zoals met losse ‘standalone’ access points en steunzenders het geval is. Ziggo multi Wi-Fi maakt gebruik van ‘bandsteering’. Dit is een techniek waarbij Wi-Fi clients die gebruik kunnen maken van de 5GHz, automatisch naar deze frequentie gestuurd worden zodat op de 2.4GHz frequentie ruimte vrijgemaakt wordt voor Wi-Fi clients die geen 5GHz ondersteuning hebben. Het is daarom beter om op beiden banden wel dezelfde netwerknamen (SSID’s) te kiezen. Daarnaast zoeken de access points continu naar minst drukke kanalen en passen zich aan de veranderende omstandigheden aan. Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 Ook maakt multi Wi-Fi gebruik van de ‘adaptive antenna technology’. Deze technologie zorgt ervoor dat de radioverbindingen automatisch geconcentreerd worden in de richting waar een gebruiker zich bevindt en deze ook blijft volgen. Dit in plaats van het standaard 360 graden rondstralen van en standaard access points. Door deze techniek wordt niet alleen het uitgezonden signaal richting de gebruiker versterkt, maar wordt tevens de ontvangstgevoeligheid voor het signaal vanaf de gebruiker vergroot. Desondanks blijft het maximale zendvermogen toch binnen de wettelijke grenzen. Het effectieve bereik van een multi Wi-Fi access point is hierdoor tot twee maal zo groot als een ‘standaard’ access point. N.B. Om de dekking te vergroten wordt bij veel andere oplossingen het uitzendend vermogen van een access point (illegaal) vergroot. Dit zorgt ervoor dat een gebruiker wel een sterker Wi-Fi signaal ziet, maar omdat het signaal van de Wi-Fi client gelijk blijft kan deze niet terug communiceren naar het access point. Het resultaat is dat gebruikers wel een sterk WiFi netwerk zien maar hier geen contact mee kunnen maken. Het gevolg hiervan is veelal onbegrip en frustratie bij de gebruikers. Door het gebruik van ‘adaptive antenna technology’ wordt ook de ontvangstgevoeligheid en ruis onderdrukking vergroot en neemt de dekking van het access point daadwerkelijk toe. 5. Het stappenplan 1.Zorg er voor dat uw modem-router op de best mogelijke plaats staat met zo weinig mogelijk obstakels (meubels, muren etc.) in de buurt. 5.U kunt niet op 5GHz werken? Zet dan het modem uit en weer aan zodat die het beste Wi-Fi kanaal kiest op de 2.4GHz band. 2.Ga naar de locatie waar u Wi-Fi wilt gebruiken. 6.Doe een speedtest (net als in stap 3). Hebt u een goede verbinding dan bent u klaar. Is de verbinding nog steeds niet goed, ga dan naar stap 7. 3.Kan uw smartphone/tablet op 5GHz werken? Zo nee, ga naar stap 5. Zo ja, controleer dan of het signaal op de 5GHz band sterk genoeg is. Gebruik hiervoor een speedtest (zie 2.2.1). Herhaal de speedtest enkele malen; de resultaten moeten telkens ongeveer hetzelfde zjin. Zijn de resultaten goed? U bent klaar! Zo niet, ga naar stap 4. 7.Controleer op de plaats waar u Wi-Fi wilt gebruiken met een app op uw smartphone of tablet of het minst drukke Wi-Fi kanaal is ingesteld op de 2.4GHz band van de modemrouter. Zo nee, verander handmatig het kanaal. 4.Plaats een steunzender (zie hoofdstuk 3) of ga naar stap 5 en probeer de 2.4GHz band. Handleiding Wi-Fi optimalisatie juli 2014 8.Herhaal stap 6. Nog steeds geen goede verbinding? Plaats dan een steunzender (zie hoofdstuk 3). Pagina 11 HL Wifi optimalisatie 01072014 Ziggo | Postbus 43048 | 3540 AA Utrecht | 0800 – 0620 | www.ziggo.nl/zakelijk
© Copyright 2024 ExpyDoc