Levenslang na ontvoering?

Levenslang na
ontvoering?
De Amerikaanse vrouwen die jarenlang gevangen werden gehouden in het huis van een
plaatsgenoot, de Nederlandse journaliste die in Jemen werd ontvoerd – ze zijn weer vrij,
maar gaat het ook goed met ze? En hoe zal het verdergaan met de vermiste Nigeriaanse
meisjes? Over de langdurige invloed van ontvoering. Tekst: Mens je Melchior foto: canstock
E
r waren nogal wat geruchtmaken­
de ontvoeringszaken de laatste
tijd. Zoals de zaak van de ruim
tweehonderd schoolmeisjes die in april
in Nigeria werden ontvoerd door de
­radicaal islamitische organisatie Boko
Haram. Vorig jaar werden de Neder­
landse journaliste ­Judith Spiegel en
haar partner een halfjaar lang vastge­
houden door Jemenitische ‘piraten’. En
in de VS was de schok groot toen naar
buiten kwam dat buschauffeur Ariel
Castro jarenlang drie vrouwen had
vastgehouden en misbruikt in zijn huis.
Alexander, directeur van het Schotse
Aberdeen Centre for Trauma Research,
in een overzichtsartikel dat slachtoffers
van ontvoeringen na afloop onder
meer melding maken van verwardheid,
gevoelens van hulpeloosheid, gespan­
nenheid, schuldgevoelens en boosheid
– op de daders, maar ook op zichzelf en
de autoriteiten. Andere onderzoeken
laten zien dat door een ontvoering zelfs
iemands persoonlijkheid kan verande­
ren: slachtoffers worden wantrouwig
en teruggetrokken en voelen een con­
stante dreiging.
Krijgen ontvoerden na afloop altijd
psychische problemen?
Wat doet zo’n ontvoering met mensen?
De psychologische impact van een
ontvoering kan groot zijn. Veel ont­
voeringsslachtoffers kampen na hun
­bevrijding met een posttraumatische
stressstoornis (ptss) of depressie. Itali­
aanse onderzoekers namen de geestelij­
ke gezondheid van 24 slachtoffers van
ontvoeringen op Sardinië onder de
loep: bijna de helft van hen had ptss, en
negen van de 24 waren ernstig depres­
sief, soms in combinatie met ptss.
Daarnaast meldt psychiater David
28
psychologie magazine SEPTEMBER 2014
‘Beslist niet,’ zegt psychiater David
Alexander, die zelf al twintig jaar ont­
voeringsslachtoffers behandelt. ‘Veel
hangt af van de omstandigheden tij­
dens de ontvoering. Amerikaanse sol­
daten die in Irak ontvoerd werden,
hadden een kans van één op vier om ge­
dood te worden. Daarvan waren ze
zich goed bewust, dus tijdens hun ont­
voering verkeerden ze voortdurend in
doodsangst. Soms jarenlang. Dat heeft
een grote invloed op iemands psychi­
sche functioneren nadat hij vrijkomt.
Maar mensen die voor losgeld worden
vastgehouden door Somalische piraten,
weten dat ze handelswaar zijn. Voor
hen is de situatie meestal minder be­
angstigend. Zij hebben na afloop door­
gaans minder ernstige klachten.’
De Nederlandse journaliste Judith
Spiegel kan hierover meepraten: zij en
haar partner werden in 2013 een half­
jaar lang vastgehouden in Jemen. ‘Een
uur nadat we waren ontvoerd stond er
al een uitgebreide lunch klaar,’ vertelt
ze. ‘De ontvoerders wilden ons in leven
en gezond houden. Bang zijn we dus
Gijzelaars komen er beter uit
wanneer ze kleine dingen kunnen
doen, zoals hun cel schoonhouden
of zich elke dag wassen
Bronnen o.a.: A. Favaro e.a., The effects of trauma among kidnap victims in Sardinia, Italy, Psychological Medicine, 2000 / D.A.
Alexander, S. Klein, Kidnapping and hostage-taking: a review of effects coping and resilience, Journal of the Royal Society of Medicine,
2009 / M. Namnyak e.a., “Stockholm syndrome”: psychiatric diagnosis or urban myth? Acta Psychiatrica Scandinavica, 2008 / L.C. Terr,
Chowchilla revisited: the effects of psychic trauma four years after a school bus kidnapping, The American Journal of Psychiatry, 1985
actueel
nooit geweest. Het vervelendst was dat
we geen idee hadden hoelang het zou
duren. Maar ik heb vanaf het moment
dat we vrijkwamen geen last meer ge­
had van de ontvoering.’
En hoe zit het met het bekende
Stockholmsyndroom?
Bij dit syndroom bouwt het slachtof­
fer tijdens een ontvoering een band op
met de dader. Dat kan gebeuren wanneer
slachtoffer en dader dezelfde ­– schrale –
omstandigheden delen, of wanneer het
slachtoffer voor de eerste levensbehoef­
ten afhankelijk is van de ontvoerder.
De Oostenrijkse Natascha Kampusch,
die als 10-jarige werd ontvoerd en pas
na acht jaar ontsnapte, rouwde over­
duidelijk om de dood van de man die
haar al die jaren had vastgehouden.
De laatste jaren zijn de meeste onder­
zoekers tot het inzicht gekomen dat het
Stockholmsyndroom in feite niet zo
paradoxaal is. Ze zien het nu als een,
meestal onbewuste, overlevingsstrate­
gie. David Alexander: ‘Een heel slimme
bovendien: door een band aan te gaan
­maken slachtoffers het voor de ont­
voerder lastiger om geweld te gebrui­
ken of hen te doden. Door die band
ontwikkelt de ontvoerder vaak ook
­gevoelens voor zijn slachtoffer, en
daardoor slaagt hij er minder goed in
diegene te ontmenselijken. Het nadeel
is wel dat mensen die een “Stockholm­
reactie” hadden tijdens een ontvoering
zich daar achteraf voor schamen. Vaak
houden ze een groot schuldgevoel.’
Wat bepaalt verder of iemand een
ontvoering te boven komt?
Onderzoekers hebben vastgesteld dat
een van de voorspellende factoren het
sociale netwerk van het slachtoffer is:
hoe beter dat is – en al was voor de
­ontvoering – hoe vaker zo iemand er­
bovenop komt. Ook telt mee of de ont­
voerde tijdens zijn gevangenschap de
kans heeft gekregen een beetje invloed
op zijn situatie uit te oefenen. Psychia­
ter Alexander: ‘Van mijn patiënten heb
ik geleerd dat gijzelaars er beter uit ko­
men wanneer ze kleine dingen kunnen
doen, zoals hun “cel” schoonhouden,
sportoefeningen doen of zich elke dag
wassen. Dat geeft hun het gevoel dat ze
enige controle weten te behouden.’
Ook leeftijd speelt een rol: bij jonge
slachtoffers is het effect van ontvoering
vaak zeer groot en kunnen de psychi­
sche problemen na verloop van tijd er­
ger worden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit
een onderzoek naar het welzijn van de
kinderen die in 1976 uit hun schoolbus
in het Amerikaanse Chowchilla wer­
den ontvoerd. De groep zat slechts kort
vast, maar wel in een zeer bedreigende
situatie, verstopt onder de grond. Vier
jaar na dato bleek dat de meeste kinde­
ren in de loop der tijd eerder meer dan
minder klachten hadden gekregen.
En de Nigeriaanse meisjes, hoe moeten die
na hun vrijlating worden opgevangen?
‘Ik hoop één ding,’ zegt trauma-­
expert Alexander: ‘Dat er geen batterij
psychologen klaarstaat als ze vrijko­
men. Wat elk kidnappingsslachtoffer
als eerste nodig heeft, zijn basale zaken
waarvan hij of zij verstoken is geweest.
Goed voedsel, medische hulp, een
warm bed, de liefde van mensen in de
omgeving. Pas als zo iemand lichame­
lijk weer een beetje is bijgekomen heeft
het zin om aan het psychische trauma
te gaan werken.’ n
psychologie magazine SEPTEMBER 2014
29