innovation for life Gezond Leven Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist TNO-rapport www.tno,nl TNO 2014 R10280 Meerjaren Speunruerkprogram ma 201 1 -20 1 4 Voortgangsrapportage 2013 VP Human Health RM Nano (P206) Thema High Tech Systems & Materials Datum 26 februari 2014 Auteu(s) Prof. Dr. lr. P.M. Bongers Dr. lr. E.L.J.P, ïielemans m.m.v. Drs. D. van Putten, D. Fi¡en-Roemer Exemplaamummer Oplage Aantal pagina's Aantal bijlagen Regievoerder Projectnaam Projectnummers 1 17 Géén Topsector HTSM VP Human Health RM Nano (P206) 051.02984, Q51 .0127 1, 051.02 1 66, 051 .01 91 1, 051.0'l 664 Autorisatie Functie Handtekening Alle rechten voorbehouden. van druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wfize dan ook, zonder voorafgaande toestemming van TNO. lndien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor opdrachten aan TNO, dan wel de betreffende tezake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven ven het TNO+apport aan direct belang-hebbenden is toegestaan. o 2014 TNO T F +31 88 866 60 00 +31 88 866 87 28 [email protected] TNO-rapport I TNO 2014 R10280 2t17 3t17 TNO-rapport I TNO 2014 R'l0280 I 1 nhoudsopgave Inleiding Vraaggestuurd Programma Human Health RM Nano (lnnovatiedirecteur: Paulien Bongerc).... """""""""""5 " " """"""5 1.2 1.3 iaar.....'..'..'. Samenwerking................ Samenhang 2 Vraaggestuurd Programma Human Health RM Nano (Business Line Manager: 1.1 Ontwikkelingen in het afgelopen Erik 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 3 Tielemans)............... 2013....... """"'5 """'-""""""""""5 """""7 """""'7 Highlights uit Korte inleiding op Vraaggestuurd Programma Human Health RM Nano ..................8 """""""""8 Uitvoering in 2013 Resultaten Output en kennisoverdracht......... lnnovatie Programma's """"11 """"""" 11 """"' 15 17 TNO-rapport ITNO 2014 R'10280 4t17 5t17 TNO-rapport ITNO 20r4 R10280 lnleiding Vraaggestuurd Programma Human Health RM Nano (lnnovatiedirecteur: Paulien Bongers) 1.1 Ontwikkelingen in het afgelopen jaar Het innovatiegebied Arbeid levert, vanuit haar propositie innovaties voor gezond en veilig werken, bijdragen aan de agenda van de topsector HTSM. Deze bijdrage is vooral gericht op het verantwoord omgaan met mogeltjke risico's van nanomaterialen. Dit onderwerp sluit ook aan bij doelstellingen van het Ministerie SãÂ/ op het gebied van gezond en veilig werken. Op nationaal en internationaal niveau zien we een tendens van deregulering. Het mandaat voor gezond en veilig werken komt steeds meer te liggen bij het bedrijfsleven. Er is spraken van doelvoorschriften vanuit de overheid waarbinnen het bedrijfsleven eigen verantwoordelijkheid heeft. De huidige (inter)nationale situatie vraagt om instrumenten om het bedrijfsleven te ondersteunen bij deze, deels nieuwe, verantwoordelijkheid rond veilig omgaan met stoffen waaronder ook nanomaterialen. Binnen het NanoNextNL programma wordt veel aandacht besteed aan geaccepteerde benaderingen voor evaluatie en beheersing van nieuwe risico's rond nanomaterialen. Dit programma is nu op stoom en de mid{erm review laat zien dat het programma een goede koers vaart. 1.2 Samenwerking Over de hoofdlijnen van het programma heeft goede afstemming plaatsgevonden tussen TNO en de direct betrokken departementen. De bijdrage aan het topsectorenbeleid en de relatie met het maatschappelijk thema arbeid en gezondheid is afgestemd in overleg tussen het ministerie van EZ, het ministerie van SZÂ/ en TNO. Wat betreft de uitvoering van het 2013 programma geldt dat stakeholders op verschillende wijze betrokken zijn bij de ontwikkeling van het programma: via netwerken, webinars en communities, Door middel van periodieke bijeenkomsten zijn stakeholders geïnformeerd en betrokken bij de ondezoeksprogrammering, en eventuele bijstellingen. D¡t gebeurt in nauwe wisselwerking met het maatschappelijk thema Arbeid & Gezondheid. Een belangrijk platform voor informatiedeling en afstemming met het veld is de landelijke stoffendag. Ruim 400 mensen hebben de Stotfendag bezocht op 1 oktober bezocht. Een ander voorbeeld is de opzet van 'nanocentre.nl' voor MKB bedrijven dat als vraagbaak op het gebied van risicoproblemen dienst doet. Voor alle onderdelen binnen het programma geldt dat bedrijfsleven betrokken is via een publiek private samenwerking dan wel onderdeel z¡n van communities waarin experimenten worden uitgevoerd en resultaten worden getoetst. Alle activiteiten zijn internationaal verankerd doormiddel van samenwerkingsverbanden met partners tussentijdse uitkomsten binnen het Europese Nano Safety Cluster, 1.3 Samenhang Een belangrijk deel van de activiteiten van dit VP vallen binnen het onderzoeksprogramma NanoNextNl en meer specifiek binnen het thema RATA TNO-rapport I TNO 2014 R10280 8t17 (Risk Assessment & Technology Assessment). Dit VP wordt in nauwe samenhang uitgevoerd met de andere onderdelen van de propositie innovaties voor gezond en veilig werken. Daarnaast vindt afstemming plaats met de projecten die zijn opgenomen in het programma van de Aanvullende Rijksbijdrage van de directie Gezond en Veilig Werken van het ministerie van SZW. Er is met name interactie met het onderzoek en implementatie rond de Stoffenmanager en meer specifiek de nano module. De Thema directeur Gezond Leven verleent hiermee goedkeuring aan rapportage 2013. Dr. N.J, Snoeij Managing Director Thema Gezond Leven de 7 TNO-rapport I TNO 2014 R10280 2 I't7 Vraaggestuurd Programma Human Health RM Nano (Business Line Manager: Erik Tielemans) 2.1 Highlights uit 2013 NanoNextNL: Blootstelling aan nanodeeltjes op de werkplek ln Nederland worden enkele duizenden werknemers blootgesteld aan nanodeeltjes op de werkplek. Dit is één van de resultaten uit het landelijk ondezoek dat TNO uitvoerde in 2011. Hoewel nog weinig bekend is over de gevolgen voor de gezondheid, zijn er meerdere aanwijzingen blootstelling aan nanodeeltjes dat risico's met zich mee kan brengen. Om een onderbouwde schatting te maken van de potentiële gezondheidsrisico's is het van belang om een goed beeld te krijgen van de daadwerkelijke blootstellingniveaus I de aan deze deeltjes op werkplekken waar gewerkt wordt met nanodeeltjes of producten die nanodeeltjes bevatten. TNO heeft in 2013 een grootschalig ondezoek uitgevoerd naar het blootstellingsniveau aan synthetische nanodeeltjes in het Nederlandse bedrijfsleven. Dit ondezoek maakt deel uit van NanoNextNL (www.nanonextnl.nl) en is hiermee de eerste meetstudie waarbij op landelijk niveau wordt gekeken naar de blootstelling van werknemers aan nanodeel$es. De praktijk, waar in Nederland worden werknemers blootgesteld? ln totaal z¡n er 41 blootstellingmetingen verricht binnen 20 bedrijven verdeeld over een breed scala aan sectoren in Nederland. De metingen laten zien dat blootstelling aan nanodeeltjes voornamelijk plaatsvindt bij schilders/coaters, in de verf- en drukinkt industrie, de autoschadeherstel en de bouw. Activiteiten die binnen deze sectoren de hoogste blootstelling veroorzaken zin het verspuiten van producten waarin nanodeeltjes zijn verwerkt, Hierbij kan gedacht worden aan het aanbrengen van een krasbestendige lakken voor auto's, coatings die de binnenkant van vrachtwagen- en scheepstanken beschermen tegen chemische middelen of het aanbrengen van betonmortel met nanodeeltjes. Daarnaast worden hoge bloostellingsconcentraties gevonden tijdens het storten van nanopoeders tijdens bijvoorbeeld de productie van verf/coatings, drukinkt, toners en betonmortel. Sì m ulere n va n blootstelli ngsifuafles De metingen bij bedrijven zijn aangevuld met experimentele metingen waarbij een blootstellingsituatie uit de praktijk wordt nagebootst in een gecontroleerde (experimentele) omgeving, Met deze experimentele metingen wordt gekeken wat de invloed is van verschillende factoren op de blootstelling. Denk hierbij aan de 8l TNO-rapport I TNO 2014 R10280 17 invloed van ventilatie, kracht waarmee een poeder gestort wordt of de afstand van de werknemer tot de bron van blootstelling. Als voorbeeld, in 2013 is tijdens een experiment gekeken naar het effect van een deeltjes-coating aan de bu¡tenkant van nanodeeltjes op de blootstelling. De resultaten van dit experiment laten zien dat deeltjes met een coaiing meer kans hebben om vrij te komen in de lucht dan de ongecoate deeltjes. Dit betekent dat de activiteiten met gecoate deeltjes een hogere blootstelling kunnen veroorzaken en daarom mogelijk een groter gezondheidsrisico vormen. Het inschatten en beheersen van risico's De blootstellingsmetingen uit de praktijk en gesimuleerde blootstellingssituaties, die ook nog in 2014 plaats zullen vinden, worden uiteindelijk gebruikt voor het onderbouwen van risicomodellen zoals Stoffenmanager Nano. Deze modellen kunnen bedrijven helpen bij het inschatten van de risico's, prioriteren van de activiteiten met de grootste risico's en toepassen van beheersmaatregels om de blootstellingen te minimaliseren. 2,2 Korte inleiding op Vraaggestuurd Programma Human Health RM Nano ln 2013 is de propositie'veilig omgaan met innovatieve stoffen en technologieën' samengevoegd met delen van de propositie 'gezond, vitaal en veilig werken', De nieuwe propositie 'innovaties voor gezond en veilig werken' richt zich op het beheersen van risico's als gevolg van blootstelling aan stoffen, verbetering van arbeidsveiligheid, monitoring en health impact assessment. Ook wordt aandacht besteed aan nieuwe risico's op de werkplek. De focus ligt hierbij vooral op nanotechnologie. Daarnaast is het ontwikkelen van instrumenten en informatievoorziening voor werknemers en werkgevers een belangrijk onderdeel van het programma. De doelstelling van de propositie is om de arbeidgerelateerde ziektelast in Nederland terug te dringen. Dit is hard nodig. Contact met gevaarlijke stoffen leidt tot forse ziektelast en voortijdige sterfgevallen (2000 I jaar) en werk gerelateerde klachten aan het bewegingsapparaat veroorzaakt nog veel verzuim. Bovendien krr.¡gt een aanzienlijk deel van de werknemers te maken met een ongeval (207.000 ongevallen in 2011). Het vraaggestuurd programma 'Human Health RM Nano' is onderdeel van deze propositie en richt zich exclusief op gezond en veilig omgaan met nanotechnologie. 2.3 Uitvoering in 2013 NanoNextNL Rlsk, ssessmenf Er is een concept Decision Support System geïntroduceerd dat moet helpen die engineered nanodeeltjes te identificeren die voorrang behoeven in de risicobeoordeling. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van reeds beschikbare kennis, vocabulairen (ontologien), kennisregels en logisch redeneren, die samen weer nieuwe kennis moeten genereren. Het concept is beschreven in het artikel "Exploring the development of a Decision Support System (DSS) to prioritize engineered nanoparticles for risk assessment" hetgeen is geaccepteerd door de Journal of Nanoparticle Research voor publicatie. 9l TNO-rapport ITNO 2014 R10280 17 Detection Devices Met de TU Delft is de voortgang besproken in de ontwikkeling van een apparaat dat de mate van agglomeratie van nano-aerosolen kan bepalen. Zodra dit apparaat functioneel is, kan TNO ondersteunde werkzaamheden starten door het genereren van aerosolen van nanopoeders (dustiness tests). Deze werkzaamheden zijn voozien in2014. Predictive modelling of human exposure ln 2013 zijn metingen uitgevoerd naarde blootstelling aan nanodeeltjes om inzicht blootstelling tijdens verschillende fases in de levenscyclus. Met deze werkplekmetingen en het uitvoeren van metingen onder gecontroleerde (experimentele) omstandigheden, willen we inzicht krijgen in de determinanten van blootstelling aan nanodeeltjes. De informatie die hieruit voortvloeit, zal in 2014 gebruikt worden als input voor het verbeteren van de huidige te krijgen in de niveaus van blootstelling aan nanodeeltjes (zoals Stoffenmanager Nano) en geeft daarmee bedr'ljven en arbeidshygiënisten een modellen voor het schatten van handvat om blootstelling aan nanodeeltjes in kaart te brengen. De blootstellingsmetingen zijn herhaald uitgevoerd om in de eerste plaats een beeld te krijgen van de blootstellingsniveaus in verschillende sectoren, maar ook een beter beeld te krijgen van de variatie in blootstelling tussen verschillende bedrijven in dezelfde sector, tussen verschillende werknemers en tussen verschillende werkdagen. Door het uitvoeren van metingen onder gecontroleerde (experimentele) omstandigheden, willen we daarnaast inzicht kr¡gen in de determinanten van blootstelling aan nanodeeltjes. ln 2013 zijn experimenten uitgevoerd (onder gecontroleerde omstandigheden) naar de invloed van deeltjes-coating aan de buitenkant van synthetische nanodeeltjes op de emissie potentie en stoffigheid van synthetische nanomaterialen. De binnen het NanoNextNL project ontwikkelde meetstrategieën voor het meten van blootstelling aan nanodeeltjes zijn in een concept publicatie veMerkt en zullen Tijdschrift voor Toegepaste Arbowetenschap (TtA) worden gepubliceerd, zodat bedrijven en arbeidshygiënisten een handvat hebben om zelf in 2014 in het blootstelling aan nanodeeltjes in kaart te brengen bij Nederlandse bedr[ven. Handelingen met vloeistoffen waarin zich engineered nanomaterials (ENM) bevinden komen veelvuldig voor, maar het meten van blootstelling aan ENM tijdens deze (veelal verspuitende) handelingen is gecompliceerd doordat er nog weinig bekend is over de chemische samenstelling van vloeistofaerosolen, hoe de ENM zich daarin mengen en hoe die zich verspreiden door de lucht. Om dat verder uit te zoeken heeft TNO in 2013 in samenwerking met EMPA (Zwitserland) en RIVM een concept artikel geschreven over de vorming van aerosolen tijdens spuitprocessen en hoe ENM zich daarin bevinden om op die manier een beter beeld te kr'tjgen van blootstelling aan ENM tijdens handelingen met vloeistoffen waarin zich ENM bevinden. ln aansluiting op de in 2011 en 2012 gestarte initiatieven voor een statistische aanpak voor het analyseren van nano meetdata, is ook in 2013 ondersteuning geboden in deze lastige statistische aanpak van de nano blootstellingsmeetdata. Dit heeft geresulteerd in een concept publicatie over het analyseren van deeltjesgrootteverdeli ng van nano-bloostellingsmetingen. de TNO-rapport I 10t17 TNO 2014 R10280 Toxicity assays for priorization of Risk Ássessment Zes verschillende metaaloxiden in nanovorm zijn geselecteerd op basis van oplosbaarheid, het berekende vermogen om oxidatieve stress op te wekken, en inductie van cytotoxiciteit in cellijnen (Computational Chemistry). Bij inhalatie is mucus een van de eerste biologische matrices (naast surfactant) waar de deeltjes mee in contact komen en dient als lokaal beschermingsmechanisme, samen met de die de mucuslaag voortdurend richting de mondholte beweegt. Doorbreking van het lokaal beschermingsmechanisme is een voorwaarde om lokale trilhaarslag toxiciteit te induceren. Mucus uit humane long lijkt agglomeratie van de nanometaaloxide deeltjes te versterken. Op basis van de resultaten zijn een aantal metaaloxiden geselecteerd getest in een 3D engineered human luchtwegmodel (MucilAifl, dat bedekt is met een bewegende mucus-trilhaarlaag. Het 3D model is blootgesteld aan de 6 deeltjes, via druppels. Daarnaast is het 3D model blootgesteld via de lucht aan 216 deeltjes. De responsen, cytotoxiciteit, de productie van ontstekingsmediatoren (cytokines) en oxidatieve stress en bepaling van de metalen in het 3D kweekmedium tonen grote verschillen tussen de verschillende metaaloxide deeltjes in vermogen om de cellen te bereiken en toxiciteit te induceren. Tevens blijkt er verschil tussen blootstelling via druppels en via lucht. De genexpressie van blootgestelde 3D cellen wordt op dit moment geanalyseerd. NanoReg Binnen NanoREG wordt er gewerkt aan een conceptueel model om eigenschappen van een nanodeeltje te koppelen aan de functionaliteit en de de gevaareigenschappen om Safe-by-Desing mogelijk te maken. NanoSTAIR Binnen het NanoStair-project is een tool ontwikkeld die voor research projecten kan worden gebruikt om de project resultaten te screenen op mogelijkheid tot standaardisatie. Daarnaast is veel aandacht besteed aan het 'voorlichten' van researchers en researchprojecten met betrekking tot standaardisatie middels presentaties op bijeenkomsten van de NanoSafetyCluster en congressen. Er is een overzicht gemaakt van project(-onderdelen) die in het kader van het NanoStair project voor standaardisatie in aanmerking komen. Voor een drietal projecten is het proces van standaardisatie verder begeleid door middel van contactlegging met de relevante Technical Committees van CEN en lSO. Verder is er een navraag gedaan onder stakeholders en gebruikers van normen met betrekking tot de wensen. Een document met aanbevelingen is in voorbereiding. Momenteel wordt onderzocht of en in welke vorm NanoStair een meer duurzaam platform kan vormen om de implementatie van research project resultaten naar standaardisatie te begeleiden. Het project wordt eind februari 2014 afgesloten. Marina ln het Marina projectonderdeel dat gericht is op de stabiliteit van agglomeraten, is de invloed van de relatieve vochtigheid op de mate van agglomeratie bepaald voor verschillend nanopoeders met behulp van stoffigheidstesten. Op basis van de deeltjesgrootteverdeling is het met name voor de gecoate deeltjes onwaarschijnlijk dat de relatieve luchtvochtigheid een grote invloed heeft op de agglomeratie. Enige invloed is waarneembaar voor hygroscopische ongecoate deeltjes. TNO-rapport I 11t17 TNO 2014 R10280 projectonderdeel dat zich richt op blootstelling, is een evaluatie gemaakt van de beschikbare exposure modellen die in de te ontwikkelen tieredapproach voor risk assessment gebruikt kunnen worden. ln samenwerking met het NANOVALID-project zal met behulp van een aantal datasets een beperkt aantal specifieke nano blootstellingsmodellen worden getest. Dit is voozien in Q1 van 2014. ln het Marina Resultaten 2.4 - NanoNextNl: Presentatie hazard assessment nanodeeltjes, inclusief DNEL afleíding en C&1. NanoNextNl: Concept model voor Decision Support System dat moet helpen engineered nanodeeltjes te identificeren die voorrang behoeven in de risicobeoordeling. Expert workshop met als doel kennisregels (expert rules) op te stellen die in het DSS zullen worden ingebouwd. NanoNextNl in vitro tests met 3D luchtwegmodel, testen van 5 nanodeeltjes. NanoReg: ldentificatie gevaarlijke ENM eigenschappen. NanoReg: Het ontwikkelen van een beslisboom voor het veilig ontwerpen van ENMs. NanoSTAlR: Kort overzicht van de wensen van de stakeholders en gebruikers voor standaardisatie. NanoSTAlR Data library met projecten en contact personen die beschrijft hoe deze wilien bijdragen aan de standaardisatie. NanoSTAlR semantische tool voor bepalen geschÍktheid van standaardisatie instelling. Marina: Bepalen van stabiliteit agglomeratie van nanodeeltjes onder invloed van de relatieve vochtigheid. Marina: workshop over tiered-approach risk assessment. Marina: Evaluatie van beschikbare meetstrateg¡eên- en protocollen. Gebruik van resultaten en kennisoverdracht ln de propositie is veel aandacht besteed aan het actief betrekken van stakeholders. Hiertoe zijn een aantal succesvolle bijeenkomsten en webinars georganiseerd en zijn websites ontwikkeld. Op 1 oktober 2013 organiseerde TNO de vierde interactieve landelijke stoffendag. Tijdens deze bijeenkomst troffen vertegenwoordigers van kleine en grote bedrijven, werkgevers- en werknemersorganisaties, de lnspectie SZÁ/, andere kennis- en adviesorganisaties en TNO elkaar om kennis en ervaring uit te wisselen op het gebied van stofproblematiek (waaronder nanodeeltjes) in Nederland. Daarnaast heeft TNO het 'Nanocentre' opgericht dat dienst doet als vraagbaak voor MKB bedrijven op het gebied van nano en risico's. 2.5 Output en kennisoverdracht Artikelen I nte rn atio - na al (pee r rev iewed) : Aranda, A.; Sequedo, L.; Tolosa, L.; Quintas, G.; Burello, E.; Castell, J'V'; Gombau, L.- 2013. Dichloro{ihydro-fluorescein diacetate (DCFH-DA) assay: A quantitative method for oxidative stress assessment of nanoparticle-treated cells / - (Toxicology in Vitro, 27 (2) pp. 954 - 963). TNO-rapport - - I 12t17 TNO 2014 R10280 Bekker, C.; Brouwer, D.H.; Tielemans, E.; Pronk, A. 2013 lndustrial Production and Professional Application of Manufactured Nanomaterials-Enabled End Products in Dutch lndustries: Potential for Exposure. Annals of Occupational Hygiene, 57 ( 3 ) pp. 314 - 327. Bekker, C.; Brouwer, D.H.; Van Duuren-Stuurman, B.; Tuinman, l.L.; Tromp, P., Fransman, W. 2014. Airborne manufactured nano-objects released from commercially available spray products: Temporal and spatial influences Journal of Exposure Science and Environmental Epidemiology, 24 ( 1 ) pp.74 - 81. Brouwer, D.H.; van Duuren-Stuurman, B.; Berges, M.; Bard, D.; Jankowska, E.; Moehlmann, C.; Pelzer, J,; Mark, D. (2013). Workplace air measurements and likelihood of exposure to manufactured Nano-objects, agglomerates, and aggregates J Nanopart Res (201 3) 1 5:2090 DOI - 1 0. 1 007/s1 1 051 -01 3-2090-7 . Brouwer Derk H., Göran Lidén, Christof Asbach, Markus Berges, Martie van Tongeren. Monitoring and Sampling Strategy for (Manufactured) Nano Objects and Aggregates (NOAA); Potential Added Value of the NANODEVICE Project. ln: Vogel, Savolainen, Wu, van Tongeren, Brouwer, and Berges (ed) Handbook of Nanosafety: Measurement, Exposure and Toxicology. Agglomerates - Elsevier,2014. Brouwer Derk H. Control/ risk banding tools. ln: Nanotechnology and human health: Scientific evidence and risk governance. Report of the WHO expert meeting 10-11 December 2012, Bonn, Germany. Copenhagen, WHO Regional Office for Europe, 2013. Burello, E. (2013). Profiling the biological activity of oxide Nanomaterials with mechanistic models. Computational Science and Discovery, 6 ( 1 ) , art. no. 014009. - - Marvin, Hans J.P., Hans Bouwmeester, Martine Bakker, E. Dinant Kroese, Dik van de Meent, Francois Bourgeois, Rob Lokers, Henk van der Ham, Lieke Verhelst. (20131Exploring the development of a decision support system (DSS) to prioritize engineered nanoparticles for risk assessment J Nanopart Res (2013) 15:1839 (13 pages), ln Press. Nowack B, Raymond M. David, Heinz Fissan, Howard Morris, Jo Anne Shatkin, Michael Stintz, Richard Zepp, Derk Brouwer (2013) Potential release scenarios for carbon nanotubes used in composites. Environment lnternational 59:1-11. Savolainen K, U, Backman, D Brouwer, B Fadeel, T Fernadez, T Kuhlbusch, R Landsiedel, I Lynch, L Pylkkänen. Nanosafety in Europe 2015-2020: Towards Safe and Sustainable Nanomaterials and Nanotechnology lnnovations. FIOH, 2013. Vogel, Ulla, Kai Savolainen, Qinglan Wu, Martie van Tongeren, Derk Brouwer, and Markes Berges eds. Handbook of Nanosafety: Measurement, Exposure and Toxicology. Elsevier, 20'14. Nationaal (peer reviewed): - Le Feber, Maaike. Nano in de schoonmaak - deel 1: Clean Totaal, augustus 2013. http://www.cleantotaal. nl/artikelen/N6N266/Artikelen/Nano-in-de-schoonmaakDeel-1. 13t17 TNO-rapport I TNO 2014 R10280 Vakpublicaties: - Nieuwsbrief Nanocentre, augustus 2013: htto://www. na nocentre. nl/index. asox?id=86 Zondervan, E.K. (2013). Hoe omgaan met de nieuwe risico's van nanotechnologie? Verbond van verzekeraars ledenportal. Conoresbiidraoen Congres presentaties: - ËarO Delphine, Garry Burdett, Markus Mattenklott, Peter C Tromp, Timo Tuomi, Tomi Kanerva, Johannes Pelze¡, Wiho Stöppelmann, Christian Schumacher' wouter Fransman, Derk Brouwer, lsmo Koponen, Arto Säämänen, olivier Witschger, Elzbieta Jankowska, Markus Berges. Proposed stlucture for information recording of electron microscopy analysis for the NECID database' 6th - lnternational Symposium during dumping silica powder; lntegrating Conference "Quality - on Nanotechnology' Occupational and Environrnental Health (NanOEH). 28-31 Oct 2013, Nagoya' Japan' Bekker, c., wouter Fransman, Rinke Klein Entink, Birgit van Duuren-stuurman, Erik Tielemans. The influence of different determinants on the release of MNO A in novel statistical approach. 2nd QNano Nanosafety assessment - driving best practice and innovation".2T Feb - 1 Mar 2013, Prague, Czech Republic. Bekker cindy, wouter Fransman, Roel Engel, Eelco Kuijpers. A broad-scale survey measuring exposure to MNO at different workplaces across the life cycle. 6th lnternational Symposium on Nanotechnology, Occupational and Environmental Health (NanOEH). 28-31 Oct2013, Nagoya, Japan' Berges, Markus G. M., WOuter Fransman, wiHo Stöppelmann, christian Schumacher, Derk Brouwer, lsmo Koponen, Delphine Bard, Olivier Witschger, Elzbieta Jankowska, Tomi Kanerva. Development of a Nano Exposure and Contextual lnformation Database (NECID). 6th lnternational Symposium on Nanotechnology, occupational and Environmental Health (NanoEH). 28-31 October 201 3, NagoYa, JaPan. - Brouwer Derk H, Harrie Buist, Eelco Kuijpers, wouter Fransman, Esther Zondervan. LCA- incorporated Human Health Risk Assessment A potentiat tool for evaluation of Nano-products. 6th lnternational symposium on Nanotechnology, occupational and Environmental Health (NanoEH). 28-31 - October 201 3, NagoYa, JaPan. Brouwer Derk H. The NanoStair project: Need for researchers' involvement in Standardisation. N a nosafety C luster meeting, 26'02'201 3' P rag ue' Brouwer Derk H., WOUter Fransman, Anjoeka Pronk, Erik Tielemans Assessment of Exposure to (manufactured) Nano-objects, their agglomerates & aggregates (NOM). EPICOH, June, Utrecht 2013. Brouwer Derk H. Assessment of Exposure to (engineered) Nanoparticles. Workshop Multi-Functional textiles, COST action. Napels, September 2013' lnvited lecture, TNO-raoport I 14t17 TNO 2014 R10280 Brouwer Derk H. Assessment of Exposure to Nano-objects and their agglomerates and aggregates (NOAA) in workplaces: an overview. NIOH workshop on exposure assessment to nanoparticles, October 2 & 3, 2013 Johannesburg, RSA. lnvited lecture. Brouwer Derk H. Workplace measurement strategies. NIOH workshop on exposure assessment to nanoparticles, October 2 & 3,2013 Johannesburg, RSA. lnvited lecture. Brouwer Derk H. Nano Exposure & Contextual lnformation Database (NECID). NRCWE workshop on Control Banding, October 1Oth and 11th, Copenhagen, Denmark. Brouwer Derk H. TNO ambitions for NanoSafety research. NRCWE workshop on ControlBanding, October 1Orh and 11th, Copenhagen, Denmark. Fransman W, Nowack B, van Harmelen T, Buist H, Som C, Kuijpers E, Nofter D, Zondervan E, Hischier R, Ligthart T, Schneider G, van Horssen A, Brouwer D. LICARA: Life cycle approach and human rísk impact assessment, product stewardship and stakeholder risk/benefit communication of nanomaterials. 2nd QNano lntegrating Conference "Quality in nanosafety assessment - driving best practiceand innovation".2T Feb- 1Mar2013, Prague, Czech Republic. Fransman, W., Johannes Pelzer, Wiho Stöppelmann, Derk Brouwer, lsmo Koponen, Delphine Bard, Olivier Witschger, Agurtzane Zugasti, Elzbieta Jankowska, Arto Säämänen, Markus Berges. Development of the Nano Exposure and Contextual lnformation Database (NECID). 2nd QNano driving best lntegrating Conference "Quality in nanosafety assessment practice and innovation".2T Feb - 1 Mar 2013, Prague, Czech Republic. Fransman Wouter, Pim Duis, Cindy Bekker, Derk Brouwer. Potential release of manufactured nano-objects during sanding of surface coating. 6th lnternational Symposium on Nanotechnology, Occupational and Environmental Health (NanOEH). 28-31 October 2013, Nagoya, Japan. Fransman Wouter, Bernd Nowack, Toon van Harmelen, Harrie Buist, Claudia Som, Eelco Kuijpers, Dominic Notter, Esther Zondervan, Roland Hischier, Tom Lighthart, Gregor Schneider, Arjan van Horssen, Derk Brouwer. Life cycle approach and human risk impact assessment and risUbenefit communication of Nanomaterials. 6th lnternational Symposium on Nanotechnology, Occupational and Environmental Health (NanOEH). 28-3'1 October 2013, Nagoya, Japan. (Poster presentation). Pronk Anjoeka, Cindy Bekker, Eelco Kuipers, Wouter Fransman, Derk Brouwer. ldentification of study populations for epidemiological surveys of MNMs in the Netherlands. 6th lnternational Symposium on Nanotechnology, Occupational and Environmental Health (NanOEH). 28-31 October2013, Nagoya, Japan. Pronk Anjoeka, Christa Klaassen, MarcelAlblas, Mariska Gröllers-Mulderij, Eric - Schoen, Birgit van Duuren-Stuurman, Wouter Fransman, lngeborg Kooter. Toxic effects of nano- and micrometer sized fumed silica particles using two in vitro approaches. 6th lnternational Symposium on Nanotechnology, Occupational and Environmental Health (NanOEH). 28-31 Oct 2013, Nagoya, Japan. AöstracfVposfers: - Dijkman, A., Dijkstra, A. Abstract "Employees' risk perceptions of synthetic nanomaterials and needs for communication: preliminary survey results'. 15t17 TNO-rapport I TNO 2014 R10280 Geaccepteerd voor mondelinge presentatie op de SRA-2013 conferentie (1719 juni 2013, Trondheim), Dijkman, A.J.; Anne M. Dijkstra. How experts regard and (re) shape responsible handling when dealing with synthet¡c nanomaterials in companies: Steps towards risk governance, Geaccepteerd voor mondelinge presentatie' S.NET 2013 conferentie (28-30 oktober 2013, Boston). Fransman, W., Bernd Nowack, Toon van Harmelen, Harrie Buist, Claudia Som' Eelco Kuijpers, Dominic Notter, Esther Zondervan, Roland Hischier, Tom Ligthart, Gregor Schneider, Arjan van Horssen, Derk Brouwer, LICARA: Life cycle approach and human risk impact assessment, product stewardship and stakeholder risUbenefit communication of Nanomaterials, Q-Nano, 27 February - 1 March 2013, Prague. Overiqe presentaties Overige presentaties: Terwoert, J. Handreiking "Veilig werken met synthetische Nanomaterialen" voor ondezoeksinstellingen. Presentatie SAAZ UNIE, 21 maart2013' Workshops: Brouwer, D., Frieke Kuper, Workshop ITS-NANO - "lntelligent Testing Strategies for Engineered Nanomaterials", Venice, 21-22 March 2013' 2.6 lnnovatle Programma's Om het programma van de propositie inhoudelijk te versterken en de impact te vergroten, is er voor gekozen deel te nemen aan een groot aantal open innovatienetwerken. ln Nederland is Stoffenmanager en de hieraan gekoppelde community portal een belangrijk samenwerkingsverband met Arbo Unie en Beco. Voor het bewerkstelligen van maximaal draagvlak worden nieuwe ontwikkelingen in nauw overleg met de inspectie SZ\Â/ gedaan. Verder is in Nederland het NanoNextNL programma nu ruim 1 jaar actief, waarin een substantieel bedrag is gereserveerd voor nano risico-ondezoek. Dit Human Health Risk programma wordt door TNO gecoÖrdineerd. lnternationaal heeft TNO vanuit de propositie aansluiting bij uiteenlopende consortia gericht op intelligent testing strategies, nanotechnologie, blootstellings-karakterisering. Ook wordt vanuit de propositie geparticipeerd in onderzoeksfondsen van de chemische industrie (CEFIC LRI). Een ovezicht van belangrijke netwerken/projecten van de propositie in de breedte staan weergegeven in tabel 2. Via het Nano Safety Cluster heeft TNO goede aansluiting bij EU discussies over invulling van nieuwe onderzoeksprogramma's. TNO heeft bilateraal de intentie uitgesproken om op het gebied van health impact assessment en blootstellingsmodellering gezamenlijk te programmeren met de Health & safety faboratory in Engeland. Ook met IOM (VK) en NRCWE zijn samenwerkingsverbanden aan gegaan. TNO-rapport I TNO 2014 R10280 't6 t 17 Tabel 2: Voorbeelden van PPS-en, EU projecten en andere consoftia waarbij de propositie betrokken is: Stoffenmanager Nano Min. SZW (nano. stoffenmanager. nl) Stoffenmanager Nano 1.0 is een eerste stap op weg naar een valide risicomanagement instrument voor synthetische nanodeeltjes. NanoNextNL (www.nanonextnl.nl) FES innovatiegelden Programma'Human Health Risks' richt zich op gezondheidsrisico's van nanodeeltjes, met o.a. aandacht voor blootstellingsondezoek, experimentele toxicologie en risicobeoordeling. Onderzoek gericht op karakterisering van determinanten van huidblootstelling en ontwikkeling modellen. NanoDevice (www.nanodevice.eu) Marina (unvw.marina-fp7.eu) NanoSafety Cluster (www. n anosafetycl uster.eu) EU zevende Ondezoek gericht op het ontwikkelen van kader valide en handzame meetinstrumenten voor programma het karakteriseren van nanodeeltjes. EU zevende kader lntegraal project gericht op de belangrijke stappen in risicomanagement van programma nanodeeltjes. EU Nano platform Platform voor integratie van FP7 projectresultaten op het gebied van nano risico's. LICARA EU zevende Life cycle approach and human health risk kader assessment, product stewardship and programma stakeholder risUbenefit communication of nanomaterials NanoSTAlR EU zevende Establishing a process and a platform to (www. nanostair. eu-vri. eu) kader support standardization for nanotechnology programma implementing the STAIR approach SUN EU zevende Onderzoeksprogramma gericht op holistische kader safety assessment van nanotechnologie programma GUlDEnano EU zevende kader Ondeaoeksprogramma gericht op innovatieve technologieën voor r¡sicomanagement programma Future Nano Needs EU zevende kader programma Ondezoeksprogramma gerichl op veiligheid van nieuwe generaties nanomaterialen TNO-rapport I TNO 2014 R10280 3 Ondertekening Zeist, Prof. dr. ir. P.M. Bongers Directeur innovatiegebied Arbeid 17t17
© Copyright 2024 ExpyDoc