Prestatie-indicator 4: De mate waarin het beroep op dure zorg voor jeugd afneemt De indicator meet de mate waarin minder een beroep wordt gedaan op door gemeenten vastgestelde dure zorg voor jeugd. De indicator heette voorheen: ‘De mate waarin de opbouw van de lokale zorg voor jeugd resulteert in minder vraag naar gespecialiseerde zorg’. Omdat bleek dat het onderscheid in lokale zorg tegenover specialistische zorg in de praktijk niet simpel is (niet alle lokale zorg is licht of goedkoop; niet alle specialistische zorg is zwaar of duur), is de indicator geherformuleerd. De nieuwe definiëring sluit beter aan bij het achterliggende doel van de indicator: het alsmaar toenemend beroep op dure jeugdzorg terugdringen, zodat álle zorg voor jeugd betaalbaar blijft. De indicator richt zich met de herformulering op de brede jeugdzorg: van het CJG tot en met de zorg via Bureau Jeugdzorg, de zorg van de jeugd-GGZ en de zorg voor jongeren met een licht verstandelijke beperking. De afname van het beroep op dure zorg voor jeugd is op twee manieren te meten: 1. Optie 1: Gemeenten bepalen de kosten van alle vormen van zorg en bepalen waar de grens tussen goedkope en dure zorg ligt. Vervolgens kan de gemeente meten hoeveel minder beroep wordt gedaan op de vastgestelde dure vormen van zorg ten opzichte van een nulmeting. 2. Optie 2: Gemeenten beginnen met het monitoren van het gebruik van zorgvormen waarvan op voorhand duidelijk is dat het om dure zorgvormen gaat. Na verloop van tijd bekijkt de gemeente of daarin een afname te zien is. Voorbeelden van diensten (brede jeugdzorg) Oudercursussen (Bijvoorbeeld Triple P),huisbezoekprogramma’s (bijvoorbeeld Stevig Ouderschap, VoorZorg), intensieve ambulante hulp, behandeling door psychiater, opname in kliniek. Operationalisering Een neutraal hulpmiddel op basis waarvan gemeenten kunnen vaststellen wat dure zorg is, is het berekenen van de totaalkosten per zorgvorm. De frequentie, duur en het uurtarief bepalen de totaalkosten van een zorgvorm. Hiermee wordt duidelijk wat de goedkoopste en wat de duurste zorg is. In het nieuwe jeugdstelsel is het aan gemeenten om te bepalen bij welke kosten een vorm van zorg goedkoop genoeg is om onder de vrij toegankelijke zorg te vallen dan wel zo duur (of ingrijpend) dat het als niet-vrij toegankelijke hulp is aan te merken: Totaalkosten zorgvorm Omvang Omvang hoog Omvang laag (lage frequentie contacten/kortdurend) Goedkoopste zorg Uurtarief Laag uurtarief (hoge frequentie contacten/langdurig) Hoog uurtarief Project basisset prestatie-indicatoren CJG – april 2014 Duurste zorg Hoe meten Optie 1 Optie 2 (voorlopig advies) Gemeenten verzamelen van alle zorgvormen de kosten en bepalen de grens goedkope/dure zorg. Vervolgens meet de gemeente of het beroep op vastgestelde dure zorg afneemt t.o.v. een nulmeting. Gemeenten beginnen met het monitoren van het gebruik van zorgvormen waarvan op voorhand duidelijk is dat het om dure zorgvormen gaat (bijv. daghulp, dagen-nacht hulp, intensief ambulante jeugd hulp, i.e. > 30 contacten; klinische opnames in jeugd-GGZ; opnames in orthopedagogische behandelcentra voor LVB jongeren). Na verloop van tijd bekijkt de gemeente of daarin een afname te zien is. Informant Alle zorgaanbieders. Zorgaanbieders die zorg voor jeugd bieden waarvan op voorhand duidelijk is dat deze relatief duur zijn. Benutting De informatie biedt mogelijkheden om objectief een afname in het beroep op door gemeente vastgestelde dure zorg te meten. De informatie biedt eerste inzicht in de afname van beroep op zorgvormen waarvan op voorhand duidelijk is dat deze relatief duur zijn. Opmerkingen Het maken van een berekening van totaalkosten per ondersteunings- of zorgvorm is in de praktijk niet eenvoudig, net zo min als het bepalen waar de grens tussen goedkope en dure zorg ligt. Deze optie levert sneller informatie op. Advies aan gemeenten is dan ook om op dit moment voor optie 2 te kiezen en tegelijkertijd van aanbieders verdere helderheid over totaalkosten van de belangrijkste ondersteuningsen zorgtrajecten te vragen (optie 1). Project basisset prestatie-indicatoren CJG – april 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc