Jaarverslag 2013 FPC Dr. S. van Mesdag

Jaarverslag 2013
UITGANGSPUNTEN VAN DE VERSLAGGEVING
∙ EN ISO 9001
Auteur
Directiesecretaris
Vastgesteld RvB
12-05-2014
Goedgekeurd RvT
12-05-2014
Naam verslagleggende rechtspersoon
Stichting FPC Dr. S. van Mesdag
Bezoekadres
Helperlinie 2, 9722 AZ GRONINGEN
Postadres
Postbus 30.002, 9700 RC GRONINGEN
Telefoonnummer
050 5221 221
Faxnummer
050 5261 474
Nummer Kamer van Koophandel
02100277
Fiscaal nummer
818385418
Emailadres
[email protected]
Internetpagina
www.vanmesdag.nl
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
In het Jaarverslag 2013 van de Mesdag wordt verslag gedaan van de
activiteiten over de periode 1 januari tot en met 31 december 2013. De
Mesdag vervult als maatschappelijke organisatie op het snijvlak van de twee
publieke domeinen ‘zorg’ en ‘veiligheid’ een belangrijke rol in de samenleving.
Het behandelen van patiënten met een tbs-maatregel gericht op het
verminderen van recidiverisico en waar mogelijk resocialisatie in de
maatschappij, weet zich immer verzekerd van aandacht door politiek, media
en maatschappij. Middels dit verslag legt de Mesdag verantwoording af met
betrekking tot het werk dat wij het afgelopen jaar hebben verricht, de
prestaties die we hebben behaald en de meerwaarde die dat heeft voor de
veiligheid in de samenleving en het individuele welzijn van onze patiënten die
wij in zorg hebben (gehad).
De Jaarrekening 2013 inclusief accountantsverklaring en de
kwantitatieve gegevens zijn aangeleverd via de webenquête DigiMV. Het
geheel aan verantwoordingsgegevens is openbaar en te raadplegen via
www.jaarverslagenzorg.nl
pagina 2 van 46
VOORWOORD DIRECTIE EN RAAD VAN BESTUUR
De directie en de Raad van Bestuur bieden u het Jaarverslag 2013 aan. In een
In 2013 is het Masterplan DJI 2013 – 2018 verschenen en zijn er meerjaren
veranderende wereld heeft de Mesdag haar positie in het forensische veld
afspraken gemaakt tussen DForZo en het forensische veld. Concentratie van
versterkt. Daar zijn we trots op; er staat een gezonde organisatie die goede
hoog beveiligde en hoogintensieve zorg in minder instellingen verschaft de
zorg verleent.
FPC’s de benodigde omvang om kwaliteit te kunnen blijven leveren. Dat
maakt niet alleen het stelsel robuust, ook is daarmee bewust gekozen voor
We weten ook dat we het afgelopen jaar veel van onszelf hebben gevraagd.
levensvatbare instellingen. Deze keuze heeft ons in 2013 verder gestimuleerd
Ingegeven door korting op de tarieven is de ervaren werkdruk hoog, wanneer
onze zorginhoudelijke en bedrijfsmatige expertise door te ontwikkelen en te
we met minder mensen hetzelfde (of meer) doen. De interne ontwikkelingen
verbreden naar onze ketenpartners. Dat continueren we in 2014. Zo is met de
binnen de Mesdag zijn soms ook taai gebleken. De implementatie van het
ontsluiting van de West3-vleugel de eigen transmurale capaciteit vergroot
EPD en het onderliggend concretiseren van de zorgpaden heeft veel energie
waarmee we de keten beter bedienen en biedt deze voorziening een
en tijd gekost en trekken we door naar 2014. We zijn in staat gebleken de
ontmoetingsplek voor de samenwerkende ambulante teams van de Mesdag,
actiepunten uit de veldbrede notitie ‘Manifest van Lunteren’ goed te
AFPN en VNN. Verdere toekomstige inspanningen van de Mesdag zullen
integreren. Dat geeft ons de nodige handvatten om de behandelduur verder
echter vooral gekleurd worden door de capaciteitsontwikkeling.
te verkorten zonder de veiligheid voor de samenleving uit het oog te
verliezen. Alle bouwactiviteiten gingen onverminderd door zodat we blijvend
De overwegend positieve resultaten op onze in het jaarplan geformuleerde
voldoen aan niet alleen de (brand)veiligheidsvoorschriften, maar ook aan de
doelstellingen maakt dat 2013 een geslaagd jaar is geweest. De waardering
eisen die we stellen aan efficiënte en doelmatige zorg- en dienstverlening.
van onze patiënten en partners in de keten voor onze adequate en
Nieuwe behandelmodules zijn geïmplementeerd en gewenste slagen ten
betrouwbare zorg- en dienstverlening sterkt ons in dit besef.
aanzien van de doorontwikkeling van de HKT (risicotaxatie) en de IFBE (ROM)
zijn gemaakt. Bovenal is met veel motivatie en gedrevenheid de best
mogelijke forensische behandeling geboden aan onze patiënten.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
Harry Beintema
Corstiaan Bruinsma
Gerard Koorman
Bert van der Hoek
directie
raad van bestuur
pagina 3 van 46
INHOUDSOPGAVE
Uitgangspunten van de verslaggeving
Voorwoord directie en Raad van Bestuur
Hoofdstuk 1. Kerngegevens
2
3
5
1.1
Kernactiviteiten en nadere typering
5
1.2
Productie, personeel en opbrengsten
7
1.3
(Keten)samenwerkingsrelaties
8
Hoofdstuk 3. Realisatie doelstellingen 2012
14
3.1
A3
14
3.2
Beknopte toelichting op onderdelen van de A3
16
3.3
Producten en eindresultaten
28
3.4
Balans en resultatenrekening
29
Hoofdstuk 4. Toekomstparagraaf
30
Bijlage 1; prestatie-indicatoren DForZo
32
Hoofdstuk 2. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering
10
Bijlage 2; prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie
33
2.1
Directie en raad van bestuur
10
Bijlage 3; forensische prestatie-indicatoren IGz
34
2.2
Raad van Toezicht
11
Bijlage 4; Wetenschappelijk onderzoek
36
2.3
Bedrijfsvoering en kansen / risico’s
13
Bijlage 5; Publicaties
45
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 4 van 46
1. KERNGEGEVENS
Kerngegevens tbs-plaatsen
Doel
Realisatie
Realisatie
Realisatie
2013
2013
2012
2011
100%
95,5%
93,4%
98%
26
14
18
29
1.1 Kernactiviteiten en nadere typering
Bezettingsgraad gemiddeld over verslagjaar
FPC Dr. S. van Mesdag is een groot forensisch psychiatrisch centrum te
Instroom, voldoen aan het aantal eerste opnames
Groningen. Overtuigd van nut en noodzaak van TBS, heeft zij de ambitie om
Doorstroom vervolgvoorziening
29
34
20
17
vooraanstaand in dit veld te zijn en heeft zij daartoe de kwaliteiten en
Uitstroom per vertrekcategorie
27
29
28
37
mogelijkheden. Door haar omvang en brede expertise kan FPC Dr. S. van
Aantal ontvluchtingen tbs-gestelden
0
0
0
0
Mesdag een op het individu georiënteerde en kleinschalig georganiseerde
Aantal overige onttrekkingen tbs-gestelden
<8
3
4
7
<7
0
0
4
<2
3
4
3
behandeling aanbieden; ook aan zeer moeilijke patiënten.
Waarvan: onttrekking vanaf terrein buiten de
externe beveiligingsring
Respect voor de patiënt met ernstige psychiatrische problemen is daarbij
Waarvan: onttrekking tijdens toegestaan verblijf
uitgangspunt. Centraal staat het streven de patiënt actief
buiten de kliniek
verantwoordelijkheid te laten nemen voor zijn daden en de betekenis daarvan
Bijzonder voorval
<8
10
8
13
voor het slachtoffer en voor zijn behandeling.
Aantal gegronde klachten patiënten
<15
9
12
11
Aantal geweldplegingen tussen patiënten
<8
1
1
6
Door intensieve samenwerking met andere instellingen binnen de zorgketen,
Waarvan: aantal fysieke geweldplegingen
<7
1
1
6
het justitiële veld en opleidings- en onderzoeksinstellingen, bevordert de
Waarvan: aantal dreigingen met fysiek geweld
<2
0
0
0
<10
6
8
7
Mesdag de doorstroom en bundelt en ontwikkelt de Mesdag voortdurend
Geweldplegingen tegen personeel
kennis en ervaring. Hierdoor blijft de organisatie zich ontwikkelen naar een
Waarvan: aantal fysieke geweldplegingen
<6
6
7
2
hoge professionele standaard.
Waarvan: aantal dreigingen met fysiek geweld
<5
0
1
5
Aantal recidive tijdens tbs
0
0
0
1
Gemiddelde behandelduur
n.t.b.
Vanuit een solide basis van veiligheid en resultaatgerichtheid vermindert zij
het delictrisico aanzienlijk. Daarmee neemt de Mesdag haar maatschappelijke
PI-I (behandelduur in maanden)
85
121
106
verantwoordelijkheid ten aanzien van zorg en bescherming, rechtshandhaving
PI-II (verblijfsduur longstay in maanden)
117
118
119
en veiligheid.
PI-II (verblijfsduur overig in maanden)
37
34
42
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 5 van 46
Toelichting op de (bed)bezetting
adviesgremia eindigend bij toestemming van de Staatssecretaris. Ook op de
Met de Directie Forensische Zorg (DForZo) is een productieafspraak
verlofdag zelf vinden opnieuw afwegingen plaats. Risico’s zijn gekend en
overeengekomen van 256 bedden in 2013. Wegens achterblijvende
beleid is geformuleerd om risico’s zoveel mogelijk uit te sluiten. Een risicovrije
capaciteitsvraag, bleef de instroom lager dan gewenst. Op basis van de
maatschappij bestaat niet en helaas komen onttrekkingen voor. De landelijke
gecorrigeerde verzorgingsdagen is een totaal cumulatief gemiddelde
aantallen onttrekkingen zijn marginaal - afgezet tegen de tienduizenden
productie voor 2013 gerealiseerd van 244,5 patiënten (95,5%). Deze
verlofbewegingen op jaarbasis. De historie leert ons dat er nauwelijks
genoemde productie is exclusief enkele patiënten waarvoor specifieke
strafbare feiten worden gepleegd tijdens de onttrekkingen. Verlof biedt de
afspraken zijn gemaakt (2,8 patiënten op jaarbasis) en de crisisopvang die is
patiënt kansen op o.a. opleiding, gezonde sociale relaties, werk en overige
verleend voor de reguliere ggz of forensische instellingen met een lager
steunende / beschermende factoren. Daarmee laat het Verlofbeleid tbs zien
beveiligingsniveau (gemiddelde bezetting op jaarbasis van 3,9 patiënten met
dat het leidt tot een veiliger samenleving.
forse gedragsproblematiek).
In 2013 zijn 26.776 verlofbewegingen geregistreerd. In 3 gevallen onttrok een
De Mesdag heeft 14 eerste opnames gerealiseerd in 2013. Daarnaast zijn 5
patiënt zich (tijdelijk) aan de behandeling. Dit betroffen twee patiënten met
patiënten opgenomen na ruiling met een ander FPC, vonden er 4 opnames uit
de onbegeleide verlofstatus die zich binnen enkele dagen weer meldden bij de
herselectie plaats, werden er 2 patiënten eenzijdig opgenomen na opheffen
kliniek. De derde patiënt (met transmuraal verlof) bevond zich op een andere
van de longstay-status en vonden er 7 eenzijdige opnames uit andere FPC’s
locatie dan was opgenomen in het verlofplan. Er zijn geen aanwijzingen dat zij
plaats. In meer of minder kortdurende mate zijn er in 2013 zeven patiënten
alle drie in de korte periode van ongeoorloofde afwezigheid incidenten
ter crisis uit GGZ-instellingen opgenomen. Het totaal aantal opnames dat de
hebben veroorzaakt.
Mesdag onderhavige verslagjaar verricht heeft, komt daarmee op 39.
Toelichting op het aantal Meldingen Bijzonder voorval
Toelichting op het aantal onttrekkingen
De 10 meldingen Bijzonder Voorval betroffen een poging tot ontvluchting
Wanneer verantwoord geacht, vindt resocialisatie middels verlof plaats; één
(tijdig gesignaleerd), natuurlijk overlijden (2 keer), het aantreffen van grote
van de doelstellingen van de tbs-maatregel. De beslissing om een patiënt,
hoeveelheden geld en drugs bij een patiënt met transmuraal verlof in een
eerst beveiligd, vervolgens begeleid en onbegeleid, op verlof te sturen wordt
eigen woning en enkele incidenten zoals diefstal, een eenzijdig
verre van lichtzinnig genomen door de Mesdag. Voorafgaand vindt een lang
verkeersongeval en een patiënt die werd bedreigd door een netwerklid van
behandeltraject plaats evenals veelvuldige toetsing door interne en externe
zijn slachtoffer.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 6 van 46
Toelichting op het aantal geweldplegingen
Over 2013 is er ten aanzien van één patiënt een geweldpleging geconstateerd
1.2 Productie, personeel en opbrengsten
Kerngegeven
waarbij hij een medepatiënt fysiek aanviel. Er vonden zes geweldplegingen
plaats door patiënten tegen een personeelslid; in 1 geval betrof dit een
Patiënten
patiënt zonder tbs-maatregel die als crisis in de Mesdag is geplaatst. De
Aantal patiënten in zorg op 31 december
Aantal/bedrag
Aantal/bedrag
2013
2012
250
240
256
256
Mesdag is één van de drie FPC’s in Nederland die Risico Interventie patiënten
(RI patiënten) huisvest die extreem beheers- en/of vluchtgevaarlijk zijn. Vijf
Capaciteit
fysieke incidenten vonden plaats op een afdeling voor Very Intensive Care
Aantal beschikbare tbs-bedden op 31 december
(VIC) waar deze specifieke doelgroep wordt behandeld.
Productie
Toelichting op de gemiddelde behandelduur
Gemiddelde bedbezetting geheel verslagjaar
244,52
239,10
De gemiddelde behandelduur (PI-I) van de patiënten die vanuit intra- of
Gemiddelde productiepercentage
95,5%
93,4%
transmurale capaciteit in 2013 zijn uitgestroomd, bedroeg 85 maanden (7,05
Aantal verzorgingsdagen
89.249
87.511
jaren). Deze berekening gaat op voor het cohort 2013 (18 patiënten) die zijn
uitgestroomd met een nieuw Proefverlof (PV), Voorwaardelijke Beëindiging
Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s
314
281
(VB) of Onvoorwaardelijk Ontslag (OO), gerekend vanaf de opnamedag in een
Aantal in verslagjaar gesloten DBBC’s
307
274
behandelkliniek (hetzij de Mesdag, hetzij een ander FPC).
Personeel
De gemiddelde verblijfsduur van alle patiënten die op peildatum 01-09-2013
Aantal personeelsleden in loondienst op 31 december
502
498
langer dan 6 jaar tbs hadden (PI-II, longstay) bedraagt 117 maanden; de
Aantal FTE personeelsleden in loondienst op 31 dec.
445
451
€ 43.342.102,-
€ 45.697.226,-
gemiddelde verblijfsduur van patiënten die korter dan 6 jaar in behandeling
waren (PI-II, overig) bedraagt 37 maanden. Het voortschrijdende gemiddelde
Bedrijfsopbrengsten
van de verblijfsduur van alle patiënten is met een lichte stijging over 2013
Totaal bedrijfsopbrengsten in verslagjaar
(72 maanden / 5,98 jaren) nagenoeg gelijk aan voorgaande jaren (2012:
Waarvan subsidies
69 maanden, 2011: 70 maanden, 2010: 72 maanden).
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
€ 214.965,-
€ 258.958,-
€ 43.127.146,-
€ 45.438.268,-
pagina 7 van 46
1.3 (Keten)samenwerkingsrelaties
bestaat uit de organisatie eenheden FPA Zuidlaren en de Ambulante
Onderstaand een indeling van organisaties waarmee FPC Dr. S. van Mesdag
Forensische Psychiatrie Noord Nederland Groningen (AFPN). De
een specifieke relatie is aangegaan, bijvoorbeeld in de vorm van een
samenwerking kreeg het afgelopen jaar vorm door o.a. een gezamenlijk
overeenkomst, convenant of andere afspraken.
uitgewerkte positionering, waarbij de Mesdag, de forensische polikliniek i.s.m.
VNN, onze FPA, onze transmurale voorzieningen en de forensische bedden
De wetgever, tenuitvoerlegger, toezichthouder en financier
binnen Lindenhoek/Lentis en BW Beijum/Lentis als schakelstation fungeren
De doelstellingen en resultaten van de organisatie worden afgestemd op de
tussen de strafrechtelijke zorgketen en de reguliere ggz, verstandelijk
Directie Forensische Zorg (DForZo) van de Dienst Justitiële Inrichtingen/
gehandicaptenzorg, verslavingszorg en andere ketenpartners. Met deze
Ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze relatie wordt hoofdzakelijk
positionering is een verstevigde basis gelegd voor verdere geconcretiseerde
onderhouden door de directie, Raad van Bestuur en de afdeling Business
invulling van de procesmatige verbinding. Niet alleen door verdere
Control.
zorginhoudelijke samenhang te creëren, ook onderzoeken we in 2014 waar
we kunnen profiteren van elkaars expertise als het gaat om ondersteunende
De zorgketenpartners
diensten en concerntaken zoals HRM-beleid, wetenschappelijk onderzoek,
Al dan niet onder de regie van GGZ Nederland werken alle FPC’s samen in het
kwaliteitszorg en communicatie. In 2013 is aanvullend beleid geformuleerd
kader van beleidsvorming. De Mesdag is vertegenwoordigd en actief in het
dat sneller en toch veilig doorstromen in de keten waarborgt, waarbij invulling
Forensisch Netwerk (FN). De directie van de Mesdag leverde in 2013 de vice-
wordt gegeven aan de prestatie-indicatoren Doelmatigheid. Sinds het derde
voorzitter van het Onderlinge Directeuren Overleg (ODO) en voerde het
trimester 2013 zijn 6 van de 8 transmurale patiënten die naar een FPA werden
voorzitterschap en secretariaat van het Landelijk Beraad Hoogst Inhoudelijk
overgeplaatst, opgenomen in FPA Zuidlaren. Met het vergroten van de
Verantwoordelijken (LBHIV). Met diverse instellingen voor forensische zorg is
transmurale capaciteit in het monumentale pand van de Mesdag, is tevens
ervaring gedeeld ten aanzien van het werken met signaleringsplannen, de
weer een achterdeur gecreëerd met een lager beveiligingsniveau voor verdere
HKT-R (het vernieuwde risicotaxatie-instrument), de IFBE (de forensische ROM
doorstroom vanuit de FPA, dan wel dat patiënten vanuit de klinische FPC-
o.b.v. de HKT) en de verkorte versie van de FSNA (forensisch sociale netwerk
setting direct en soepel naar dit lagere beveiligingniveau kunnen
analyse).
doorstromen.
Sinds 2008 werkt de Mesdag nauw samen met de zorggroep Forint voor
Gaandeweg 2013 is een samenwerkingsproject met Verslavingszorg Noord
forensische en intensieve geestelijke gezondheidszorg van Lentis. Forint
Nederland (VNN) en de AFPN Groningen gestart, waarmee aanvang gemaakt
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 8 van 46
is met het gezamenlijk ontwikkelen en aanbieden van een ontschot,
(België), Molde en Oslo (beide Noorwegen), het Rob Giel Onderzoekscentrum
samenhangend programmatisch ketenaanbod van forensische ambulante
te Groningen en Lentis, alsook gespecialiseerde centra zoals het dr. Leo
zorg, dat leidt tot verbeterde doorstroom van patiënten met een
Kannerhuis voor autismebehandeling. Met het Expertisecentrum Forensische
strafrechtelijke titel in de keten, onder eenduidige behandelregie. We
Psychiatrie (EFP) is het afgelopen jaar meegewerkt aan de doorontwikkeling
omvatten daarmee het gehele spectrum, van toeleiding tot nazorg. Daarbij
van de landelijke forensische zorgprogramma’s, de forensische prestatie-
maken we verbeterd gebruik van de expliciet te onderscheiden
indicatoren en de landelijke databank risicotaxatie. Vanuit het programma KFZ
deskundigheden van betrokken partijen, waardoor we kwaliteitsverbetering
(Kwaliteit Forensische Zorg) is in 2013 onder leiding van een onderzoeker van
realiseren. Patiënten worden dan efficiënt en effectief van zorg voorzien.
de Mesdag een nauwgezette verkenning verricht naar de ‘state of the art’ van
Daarmee beogen we de behandelduur te verkorten. Dit project loopt door tot
sociotherapie in het forensische veld. Deze verkenning bestond uit
in 2014.
literatuuronderzoek en een praktijkverkenning. De bevindingen hebben geleid
tot het formuleren van vier Calls die richting kunnen geven aan de verdere
Het afgelopen jaar vond constructieve samenwerking plaats met diverse
ontwikkeling van sociotherapie.
woningbouwcoöperaties en de reclasseringsorganisaties inzake het
uitstromen van patiënten in de maatschappij. Patiënten van de Mesdag met
Samenwerking op het gebied van opleiding en scholing is gerealiseerd met
een transmurale verlofstatus zijn ondergebracht in voorzieningen van
Stenden University (lectoraat Social Work & Arts Therapies), universiteiten
integrale ggz-organisaties zoals Lentis, GGZ Noord Holland Noord, Yulius,
van Groningen en Tilburg (gastcollege’s), Hanzehogeschool Groningen
Altrecht, GGZ Westelijk Noord Brabant, Exodus Groningen, Exodus Drenthe,
(leergang HBO forensische psychiatrie) en Hogeschool Windesheim Zwolle
ParnassiaBavo Groep, GGZ Friesland en GGNet. Onderhavig verslagjaar heeft
(management development).
de Mesdag in het kader van de orde en veiligheid crisisopvang verleend voor
organisaties GGZ Friesland, Trajectum Hoeve Boschoord, GGZ Drenthe, Pro
Persona en Lentis.
De onderzoek- en opleidingssamenwerkingspartners
Partners in onderzoek van de tweede lijn zijn forensische collega-instellingen,
de vakgroepen psychiatrie, psychologie, sociologie en verplegingswetenschappen van de universiteiten van Groningen, Utrecht, Tilburg, Leuven
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
De bedrijfsmatige samenwerkingspartners
Het leidinggevende kader van de Mesdag en Forint / Lentis werkt samen op
enkele ondersteunende domeinen zoals huisvesting, HRM en inkoop.
Tezamen met Lentis, GGZ Noord Holland Noord en GGz Centraal vormt de
Mesdag het coöperatieve verband Phebe, gericht op efficiënte en effectieve
personeels- en salarisadministratie. Als lid van de Gebruikersvereniging User
(EPD) levert de Mesdag een actieve bijdrage.
pagina 9 van 46
2. BESTUUR, TOEZICHT EN BEDRIJFSVOERING
2.1 Directie en raad van bestuur
impact, grootte van het geheel etc. Vervolgens vindt een verdeling plaats van
Gegeven de praktische noodzaak, maar ook de besturingsfilosofie van de
beloning tussen beide rechtspersonen. Meer informatie m.b.t. de keuzes
Mesdag, wordt het instrument van mandaat benut om de verantwoordelijk-
hiertoe, is opgenomen in de jaarverslaggeving van Lentis. Conform de Wet
heid voor de operationele besluitvorming en de directievoering inclusief het
openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) is
zorgbeleid en risicomanagement van het forensisch psychiatrisch centrum van
de bezoldiging van de leden Raad van Bestuur terug te vinden in de
de stichting bij de directie te kunnen leggen. Daarmee worden belangrijke
Jaarrekening en in de DigiMV.
beheersbevoegdheden door de Raad van Bestuur overgedragen aan de
directie, vastgelegd in het directiereglement.
De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen
Naam
Bestuursfunctie Aandachtsgebieden
Drs. H.J.
van der
Hoek
Voorzitter
van de stichting, hetgeen onder meer inhoudt dat hij verantwoordelijk is voor
de realisatie van de doelstellingen van de stichting, de strategie, het beleid en
Financiën
Personeel
ICT
Marketing
Strategie
de daaruit voortvloeiende resultaatontwikkeling. De voorzitter van de Raad
Strafvordering. De Raad van Bestuur overlegt periodiek met de directie van de
-
van Bestuur bekleedt de functie van hoofd van de inrichting in de zin van de
Beginselenwet Verpleging Terbeschikking gestelden en het Wetboek van
Nevenfuncties
Drs. C.L.
Bruinsma
Lid
Patiëntenzorg
Verkoop
Innovatie
-
Mesdag over beleidsvoornemens en voortgang op de beoogde doelstellingen.
-
De leden van de Raad van Bestuur vormen tevens de Raad van Bestuur van
-
Lentis, instelling voor geestelijke gezondheidszorg.
-
Voorzitter Raad van Bestuur Lentis
Lid Raad van Commissarissen
Centramed
Lid Bestuur Stichting TopGGz
Lid Raad van Toezicht Stichting
Ambulancezorg Groningen
Lid Raad van Commissarissen
Woonborg
Lid Bestuur NVZD
Lid Raad van Bestuur Lentis
Vice-voorzitter Bestuur GGZ
Nederland
Lid bestuur Stichting Benchmark
GGZ
Lid Raad van Toezicht Stichting DBConderhoud
Lid bestuur Stichting Baasis
De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur is conform de richtlijnen
van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren (NVZD). In
aanvulling is de Code Beloning bestuurders in de Zorg (BBZ) van toepassing.
Bij de toepassing van deze code dienen de rechtspersonen Mesdag en Lentis
allereerst samen worden gezien, waarbij aandacht is voor de complexiteit,
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 10 van 46
2.2 Raad van Toezicht
Voorwoord RvT
De regeling Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) heeft weer onze aandacht
De FPC Dr. S. van Mesdag staat er goed voor. Dat illustreren de jaarcijfers. De
gehad. Het financiële risico is hoger gebleken dan voorzien bij de
patiëntenzorg is van kwalitatief goed niveau. Ketenpartners hebben
verzelfstandiging. Wij erkennen dit risico en er zijn passende maatregelen
vertrouwen in de zorgverlening en ook bedrijfsmatig zijn de zaken op orde. De
getroffen. Hoewel wij van mening zijn dat hier ook een verantwoordelijkheid
FPC Dr. S. van Mesdag is blijvend ‘in control’ in een veranderende omgeving,
van de overheid ligt, hebben we de discussie hierover afgerond. Voor de
zoals onze accountant het treffend verwoordt.
financiële risico’s van de FLO is een adequate voorziening getroffen.
Wij stellen met genoegen vast dat voortdurende aandacht voor verbetering
Geert Sanders
van de patiëntenzorg kenmerkend is voor de FPC Dr. S. van Mesdag. Ook
Voorzitter Raad van Toezicht
merken we dat de instelling vol vertrouwen in eigen kwaliteit inspeelt op de
________________________
veranderende omgeving. Wij hebben met de directie en met de Raad van
Bestuur uitvoerig aandacht besteed aan het zogeheten Masterplan. In een van
De Mesdag hanteert de Zorgbrede Governance Code en het beginsel van pas
onze vergaderingen hebben wij hierover intensief van gedachten gewisseld
toe of leg uit. Verder zijn de statuten, de verzelfstandiging-overeenkomst en
met de directeur Forensische Zorg. Directie en Raad van Bestuur hebben met
het hierop gebaseerde reglement richtsnoer voor het handelen van de Raad
onze steun ingezet op kwaliteit. Naar onze overtuiging is dat ook de reden
van Toezicht. In het reglement zijn de taken en verantwoordelijkheden van
waarom het Masterplan voor de FPC Dr. S. van Mesdag een prominente plaats
(de leden van) de Raad van Toezicht beschreven. Ook zijn hierin bepalingen
inneemt in de wereld van de forensische psychiatrie. Dat neemt niet weg dat
opgenomen over de onafhankelijkheid van de toezichthouders. De Raad van
er ook zorg bij ons is bij sommige ontwikkelingen. Wij vragen ons af in
Toezicht werkt met een vastgesteld profiel Raad van Toezicht. De Raad kent
hoeverre de door de overheid nagestreefde verkorting van de behandelduur
daardoor een samenstelling met daarin vertegenwoordigd de noodzakelijke
realistisch is. Ervaringen uit het verleden stemmen niet hoopvol. Ook
kennis en expertise van de uiteenlopende disciplines. Ieder lid Raad van
heersende maatschappelijke opvattingen zijn niet bevorderlijk voor een
Toezicht voldoet aan het profiel lid Raad van Toezicht en vertegenwoordigt
vermindering van de behandelduur. Het betekent een flinke opgave voor het
een van de aandachtsgebieden. De leden van de Raad van Toezicht
FPC Dr. S. van Mesdag om de behandelduur op een kwalitatief verantwoorde
functioneren onafhankelijk en zonder last en ruggespraak. De zittingsduur is 4
wijze te verkorten. We hebben vertrouwen in het onderzoek naar en het
jaar met een mogelijke verlenging met nog eens vier jaar. Voor de leden is een
toepassen van eHealth bij het verbeteren van doelmatigheid en efficiency.
rooster van aftreden opgesteld.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 11 van 46
Binnen het verzelfstandigingsproces in de jaren voor 2008 zijn er echter eisen
Naam
Aandachtsgebied/
profiel
Zittingstermijn
Rooster
van aftreden
Nevenfuncties
De heer prof.
dr. G.J.E.M.
Sanders
Voorzitter /
Wetenschap
2008 –
2015 (2e)
Juli 2015
-
door de Minister van Veiligheid en Justitie neergelegd die de mate van zijn
invloed hebben geregeld in het licht van de uitvoering van een bijzondere
publiekrechtelijke taak door een private instelling en de (politieke)
verantwoordelijkheid van de Minister. Deze condities komen terug in de
(toekomstige) Wet Forensische Zorg. De verschillen met de code welke op
-
basis van de geschiedenis als overheidsinstelling en de bijzondere relatie met
-
de Minister statutair zijn vastgelegd, zijn goed verklaarbaar en uitlegbaar via
de principes van pas toe of leg uit van de governance.
-
De verschillen spitsen zich met name toe op de positie van de Raad van
Toezicht. Deze is conform de code met uitzondering van de bevoegdheden
van de Minister:
-
De bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn op een aantal
Mevrouw Mr.
A.H.
Bronsvoort
De heer H.W.
van de Weijer
punten ingeperkt (vaststellen Reglement Raad van Toezicht en Raad
Lid op
voordracht
Ministerie
van Justitie
Vicevoorzitter /
Lid Financiën
2008 –
2016 (2e)
Sept.
2016
-
2008 2014 (2e)
Juli 2014
-
van Bestuur, beloning);
-
bindende voordracht);
-
-
Benoeming van leden Raad van Toezicht (Minister heeft voor één lid
De heer
Dr. P.C. Lerk
Invloed van de Minister op beslissingen van de Raad van Bestuur
Lid /
Gezondheidszorg
2012 –
2016 (1e)
Lid /
Openbaar
Bestuur
2012 –
2016
April
2016
-
(naast goedkeuring van Raad van Toezicht is voor bepaalde
handelingen ook goedkeuring van de Minister nodig);
-
Minister kan het Hoofd van de Inrichting een aanwijzing geven en
heeft invloed op benoemingsbeleid Raad van Bestuur.
De heer
Drs. L.P.
Middel
Okt. 2016 e
(1 )
-
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
Aantal
bezochte
vergaderingen
Hoogleraar Institutional 6/6
Advancement aan
Nyenrode Business
Universiteit
Bestuurslid Zorg
Innovatie Forum
Voorzitter Raad van
Toezicht Water
Laboratorium Noord
(WLN)
Voorzitter Raad van
Toezicht Lentis
Voorzitter
5/6
vertrouwenscommissie
Hockey Vereniging
Assen
Lid RvT Ambulancezorg 5/6
Groningen
Lid RvC Vos Groep B.V.
Lid RvC Noordelijke
Grondbezit B.V.
Lid RvC FC Groningen
Beheer B.V.
Lid kwaliteits visitatie5/6
commissie NVZA
Lid opleidingsvisitatiecommissie
NVZA (SRC)
Lid RvT Lentis
Lid RvT Hanze5/6
hogeschool Groningen
Voorzitter RvC FC
Groningen
Lid RvT Lentis
pagina 12 van 46
De Raad van Toezicht heeft in 2013 zes keer vergaderd (5 keer regulier, 1 keer
2.3 Bedrijfsvoering en kansen / risico’s
met de Raad van Toezicht Lentis een themabijeenkomst over governance).
Risico’s maken een onderdeel uit van de bedrijfsvoering van iedere
Intensief heeft zij de ontwikkelingen uit het Masterplan DJI gevolgd, met in
organisatie en incidenten zijn nooit volledig uit te sluiten. De Mesdag streeft
het bijzonder de onderhandelingen die hebben geleid tot de meerjaren-
er naar de bedrijfsrisico’s zo goed mogelijk te beheersen en is zich bewust van
afspraken FZ tussen DForZo en de branchevertegenwoordiging. Ze heeft
de impact van incidenten op haar bedrijfsvoering. Er wordt echter steeds
meermalen stilgestaan bij regelgeving zoals de Wet Forensische Zorg en de
gekeken naar de balans tussen effectieve risicobeheersing en het behouden
Wet Normering Topinkomens. Mede vanuit aandacht voor de exploitatie van
van ruimte voor flexibiliteit en positieve nieuwe ontwikkelingen, ergo het
de Mesdag zijn risico’s t.a.v. liquiditeitsontwikkeling besproken, is de
benutten van kansen. Echter ook ten opzichte van de innovaties en
Managementletter aan bod gekomen en zijn de interne ontwikkelingen inzake
ontwikkelrichtingen is er immer een focus op efficiëntie en effectiviteit. In lijn
de FLO/SBF gevolgd. Conform de statutair vastgelegde afspraak heeft de Raad
met deze goed ingebedde zienswijze, streven we continu naar het realiseren
van Toezicht medio 2013 het overleg gevoerd met de Minister van Veiligheid
van dezelfde of betere resultaten met minder middelen. De interne Planning
en Justitie, voor deze de Directeur Forensische Zorg.
& Control-cyclus is het belangrijkste instrument in het beheersen van de
bedrijfsvoering. In 2013 is periodiek de Maandrapportage besproken in het
De Raad heeft haar eigen functioneren geëvalueerd, wat heeft geleid tot
MT-overleg en elke vier maanden is de voortgang op de jaarplandoelstellingen
agendering van meerdere forensisch zorginhoudelijke thematiek in de
geëvalueerd. De mate van realisatie van de doelstellingen is tevens gevolgd in
vergadering en het uitspreken van de wens tot het hebben van meer direct
de managementgesprekscyclus tussen directie en het afdelingsmanagement.
contact met medewerkers van het centrum (naast de OR, ook leden van het
MT). In het voorjaar 2013 zijn functioneringsgesprekken gevoerd met de leden
De Mesdag heeft haar proces van registratie, validatie en facturatie van
Raad van Bestuur.
Diagnose Behandel en Beveiligings Combinaties (DBBC’s) binnen de kaders
van de regeling “AO/IC DB(B)C Forensische Zorg” op orde. Sinds 2012 wordt
In 2013 is de wervingsprocedure voor het nieuwe lid Financiën vastgesteld en
succesvol gefactureerd. In 2013 zijn gesloten DBBC’s in minder dagen
zijn de Jaarrekening 2012, Jaarverslag 2012 en begroting 2014 goedgekeurd.
gefactureerd. Het drempelbedrag van DForZo is tijdig gerealiseerd.
De auditcommissie van de Raad van Toezicht is in 2013 twee maal bijeen
Evenals voorgaande jaren, is er veelvuldig met DForZo gesproken over o.a. de
geweest. Tijdens die vergaderingen is stilgestaan bij de Jaarrekening 2012
kaders van de financiering. Dit betreft o.a. de gewijzigde verblijfsmatrix DBBC
inclusief accountantsverslag respectievelijk de conceptbegroting 2014.
en de afbouw van de voorfinanciering en de consequenties die dat heeft voor
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 13 van 46
onze liquiditeit. In 2013 heeft de Mesdag structureel en positief-kritisch
In 2013 is verstevigd de basis gelegd voor verdere operationalisering van het
meegedacht in oplossingsrichtingen; naast onze interne inspanningen om
primaire proces. De bewustwording is verhoogd dat een volgende slag in
efficiënter en maximaal doelmatig te werken, zijn solide condities voor een
standaardisatie van processen noodzakelijk is om slagkracht in de doorstroom
goede bedrijfsvoering noodzakelijk om de zorginhoud overeind te houden.
van patiënten te verhogen. Het implementatieproject EPD is hernieuwd en
Onze inspanningen / beheersmaatregelen hebben onder andere geresulteerd
met strakkere kaders weggezet in samenhang met de zorgpadontwikkeling.
in het liquiditeitsratio van 103%. Het solvabiliteitsratio op 31-12-2013 is 8,5%.
De doelstelling is om in 2014 onderliggende gestandaardiseerde
deelprocessen meer op detailniveau uitgewerkt te hebben, inclusief
Evenals vorige verslagjaren was er in 2013 sprake van een (landelijke)
genormeerde doorlooptijden voor verlof en behandelprognosestelling in
stagnatie van de capaciteitsbehoefte. Derhalve hebben we geen 100%
verlofaanvragen en verlengingsadviezen, waarbij de informatiestromen
productie kunnen behalen. In dit kader heeft de Mesdag gebruik gemaakt van
worden ingeregeld in het EPD. Met het ontsluiten van het EPD beogen we
de leegstandregeling van DForZo. Tevens wordt er gewerkt met tijdelijke
managementinformatie te genereren, waarmee gestuurd kan worden op
arbeidskrachten en forensisch ervaren nul-uren contractanten zodat bij
behandelduurverkorting, het zorgproces verder kan worden verbeterd en
dalende bedbezetting de personele inzet relatief snel in lijn kan worden
waardoor adequater verantwoord kan worden aan patiënt, financier en
gebracht. De veranderende wet- en regelgeving hieromtrent wordt
samenleving.
nauwlettend gevolgd.
Gezien de beschikbare huisvestingscapaciteit van de panden van de Mesdag,
3. REALISATIE DOELSTELLINGEN 2013
zijn wij in staat een rol van betekenis te spelen in de invulling van de gedachte
om forensische zorg te concentreren, zoals beschreven in het Masterplan DJI
3.1 A3
2013 – 2018 in het algemeen en de Meerjaren Afspraken FZ tussen DForZo en
De Mesdag heeft voor 2013 in haar jaarplan de doelstellingen volgens de A3-
de branchvertegenwoordigers in het bijzonder. Daarmee blijven we rendabel
systematiek uitgewerkt, met het INK-model als ordeningsprincipe. Met
en kunnen we de kwaliteit van de zorg waarborgen. In 2013 is de Mesdag
verschillende kleurstelling geven we op de volgende pagina aan in hoeverre
nadrukkelijk met DForZo in gesprek geweest omtrent overname van patiënten
de doelstellingen het afgelopen jaar zijn gerealiseerd:
uit sluitende FPC’s evenals dat rechtstreeks contact hierover onderhouden is
Groen: gerealiseerd;
met een betreffende instelling.
Geel:
gedeeltelijk gerealiseerd, nog lopende zaken;
Rood:
weinig tot geen vorderingen en daarmee doelstelling niet behaald.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 14 van 46
1. LEIDERSCHAP
3. MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS
Iedereen beschikt over
persoonlijk vakmanschap.
Daarom is er sprake van
ondeelbare persoonlijke
verantwoordelijkheid, welke
wordt genomen en waarover
verantwoording wordt afgelegd
Middels het principe van
prestatiesturing bewaken
leidinggevenden de grenzen van
de functiegebonden persoonlijke
verantwoordelijkheid en
scheppen de randvoorwaarden
zodat medewerkers binnen deze
grenzen gestimuleerd worden
vrijheid van handelen en
zelfsturendheid (persoonlijk
meesterschap) te betrachten
Organiseren van 4
themabijeenkomsten m.b.t.
leiderschap, leidend tot de
totstandkoming van een visiedocument op leiderschap
Afronden organisatorische
hoofdstructuur
Sturing op flexibiliteit in
personeelsplanning en formatie is
gerelateerd aan productie
Leidinggevenden creëren ruimte
voor visie op langere termijn
Leidinggevenden 4de echelon
fungeren als procesbegeleider /
projectleider van
(procesinnovatieve)
verbeterprojecten,
leidinggevenden 2de en 3de
echelon zijn actieve supporters
Digitaliseren van de gesprekscyclus
Uitvoering geven aan Opleidingsbeleid 2013, m.n. geprioriteerd
binnen de (kwaliteits)kaders van de zorgprogramma’s, het
programma Lerend Ontwikkelen en de uitgangspunten van Movisie
voor specifiek de sociotherapie
Sturen op verzuimbeperking (verzuim ≤ 4%, frequentie ≤ 1,2)
Organiseren van flexibiliteit (vermogen om op andere werkplekken
te werken) en mobiliteit (in- en externe job-rotation) en daarmee
anticiperen op veranderende arbeidsmarkt, vraagstelling
doelgroepen en/of productieomvang
HNW-beleid vastgesteld, ondersteunende ICT-toepassingen
toegekend
Doorontwikkelen gezondheidsbeleid
Tweede meting WerkVermogensMonitor
2. STRATEGIE & BELEID
Doorontwikkelen van beleid op het gebied van verslaving, (SG)LVG,
toepassing positief behandelmodel in een forensische setting
(zoals IRB, RNR en Good Lives)
Uitvoeren beleidslijnen Meerjaren Beleidsplan 2013-2016, o.a.
gericht op inhoudelijke kwaliteitsontwikkeling en veranderende
bedrijfsmatige kaders zoals financiering, capaciteit, opzeggen
verpleegovereenkomst, kostprijsonderzoek en invoering NHC
Doorontwikkeling strategisch HRM-beleid, gericht op mobiliteit,
flexibiliteit en het verhogen van het kennisniveau
Versterken van procesmanagement; het ontwikkelen van een
stimulerend prestatiesturing systeem
Invulling geven aan Informatiebeleidplan incl. informatiebeveiliging
Bij positieve besluitvorming 2012, gestage invoer LEAN
procesmanagement
4. MANAGEMENT VAN MIDDELEN
Verdere implementatie EPD en DBBC:
- Registratie declarabele tijd ≥ 80%
- autorisatie en 100% facturatie DBBC’s
- basis primair proces ingebed in EPD
Groei Eigen Vermogen ≥ 1% van de opbrengsten
Realiseren voorspelbare, gezonde liquiditeitspositie
Uitvoering Huisvestingsplan incl. verbouw kookvoorzieningen/
unitposten en afronden separeers
Afronden optimalisatie perimeterbeveiliging
Continue monitoring SBF-ontwikkeling en dotatie voorzieningen
Investering plegen o.b.v. uitrol Informatiebeleid incl.
informatiebeveiliging
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
5. MANAGEMENT VAN PROCESSEN
75% verweerschriften zijn afgewerkt binnen
2 weken na binnenkomst beklag- en
beroepszaken
Uitvoeren patiënttevredenheidsmeting op
geleide afspraken LBHIV
Optimalisatie klimaatbeheersing
Operationalisatie work flow primaire proces:
- De zorgprogrammering is bedrijfskundig
(middelen en logistiek) vertaald
- Deze planning is inzichtelijk voor onze
patiënten
- Behandelcyclus conform zorgpaden
- Doorlooptijden verlofaanvragen zijn
genormeerd
- Basis van het primaire proces in ingebed
in het faciliterende EPD
- Bij 90% van de MDB’s vindt effectmeting
van de behandeling plaats (ROM) middels
IFBE
- FSNA is ingebed in behandelproces
- Terugvalpreventieplan is geborgd
Middels meetbare prestatie-indicatoren
feedback geven aan teams / medewerkers
over de prestatie zodat indien nodig zelf
bijgestuurd kan worden
Doorontwikkeling hoofdstructuur: projectmatig invullen 2 patiëntenafdelingen,
oriëntatie op verdere organisatorische
kanteling o.b.v. zorgprogrammering, verdere
integratie sociotherapie en dagbesteding
Toename sturingsmogelijkheden
leidinggevenden door ontsluiting financiële
en personeelsgegevens en het verfijnen van
de managemenrapportages
Implementatie geplande maatregelen
meerjaren Informatiebeleidsplan incl.
informatiebeveiliging
Borgen AO/IC overige opbrengsten (nietDBBC)
Behouden ISO-certificaat
Verfijning DBBC-systematiek d.m.v.
procesoptimalisatie
Op geleide landelijke ontwikkelingen
verdere ontsluiting JustID; strafdossier en
recidivegegevens betrekken bij
risicomanagement
Onderzoeken of en in hoeverre ICTtoepassingen (o.a. eHealth) kunnen worden
(door)ontwikkled ten gunste van het
behandelproces
8. WAARDERING MEDEWERKERS
Medewerkers geven in gesprekscyclus 2013 aan dat
zij begin 2014 in relatie tot begin 2013 overwegend
gelijk of meer:
- betrokken zijn bij taak (functie), team en
organisatie
- productief en doelmatig zijn
- professioneel / zakelijk zijn
- positieve ervaring hebben in de omgang met hun
leidinggevende / collega’s
- ondersteund voelen door ICT toepassingen
- over ‘werkvermogen’ beschikken
6. WAARDERING PATIËNTEN
85% van de patiënten geeft eind 2013 aan inzicht te
hebben in de logistieke planning van zijn behandeling
Patiëntenraad uit zich positief over betrokkenheid bij
beleidsvoornemens
Kookvoorzieningen zijn verbouwd
Gemiddeld cijfer patiënttevredenheidsonderzoek
≥ 6, planning van verbeteracties is inzichtelijk en
betrouwbaar
7. WAARDERING
(KETEN)SAMENWERKINGSPARTNERS
Uitvoering geven aan acties Stakeholdersonderzoek
2012
Actualiseren productcatalogus crisisplaatsingen t.b.v.
reguliere GGZ
Op pragmatische wijze invulling geven aan
samenwerking met Forint/Lentis (patiëntenlogistiek,
ICT), DBC Onderhoud, NZa, Impuls, DForZo
IFBE en (verkorte) FSNA aanbieden in het veld
versterking / bestendiging van de positie binnen de
gebruikersvereniging en het netwerk rondom USER
9. WAARDERING MAATSCHAPPIJ
Aanbieden substantieel aantal stageplaatsen
Duurzaam ondernemen:
- Afname energiekosten t.o.v. 2010 conform
Energie Efficiency Plan
- Afname papierverbruik t.o.v. 2012
pagina 15 van 46
3.2 Beknopte toelichting en/of aanvulling op onderdelen uit de A3
waarvan het succes van deze projecten onderling ook nog eens afhankelijk is,
onderstreept de urgentie van helderheid over rolverwachting en –invulling
Leiderschap
van sleutelfiguren binnen o.a. het prestatie- en procesmanagement en het
We hebben ons ten doel gesteld onze verwachtingen ten aanzien van
creëren van een verbeterde faciliterende overlegstructuur. Het werken aan
leidinggeven te expliciteren in een visienota. Gaandeweg 2012 is er voor
verbeterde onderlinge afstemming in programmatisch en resultaatgericht
gekozen om bottum-up deze nota te realiseren, waarbij middels zogenaamde
werken krijgt in 2014 onverminderd aandacht.
‘kantine bijeenkomsten’ met medewerkers is gediscussieerd over o.a.
vakmanschap, professionele autonomie, het nemen van
Integriteitscode
verantwoordelijkheid, project- en procesmatig werken en de
Parallel aan de route van leiderschapsontwikkeling, liep in 2013 het project
kerncompetenties omgevingsbewustzijn, aanpassingvermogen en
dat leidde tot de totstandkoming van de Integriteitscode van de Mesdag - de
resultaatgerichtheid. In 2013 is hier voortgang aan gegeven middels
eerste Integriteitscode die speciaal voor en door de eigen forensische praktijk
inspirerende kliniekbrede sessies geleid door een externe gastheer, soms met
ontwikkeld is. Medewerkers uit alle geledingen evenals de Patiëntenraad
medewerking van prominente deskundigen zoals Matthieu Weggeman, Arend
hebben actief bijgedragen aan de inhoud van de code, door met elkaar
Ardon (beide 2013) en Wouter Hart (begin 2014). Het animo voor deelname
gestructureerd in gesprek te over (professionele) waarden, over
onder alle personeelsleden was erg hoog.
(beroeps)normen en over de kern van het leveren van zorg aan forensisch
psychiatrische patiënten onder soms moeilijke omstandigheden. De ontstane
Qua hiërarchisch management is in 2012 het besluit genomen het 3de
Integriteitscode beschrijft uitgangswaarden voor het handelen die de basis
echelons afdelingsmanagement steviger en meer kwalitatief te positioneren.
vormen van de code. Waarden zijn belangrijke grondslagen voor het
Dat legitimeerde een afname in de omvang van het aantal Algemeen
handelen. Verantwoordelijkheid is gekozen als de overkoepelende waarde,
Managers. Begin 2013 is deze transitie afgerond, waarbij een evenwichtige
daaronder scharen zorg dragen voor, integriteit, zorgvuldigheid en veiligheid.
verdeling van formatie en clustering van units aan de orde is. Deze beweging
De Integriteitscode kan medewerkers ondersteunen in de dagelijkse praktijk
geeft verdere sturingsruimte aan de MT-leden en de 4de echelons
bij het omgaan met (morele) dilemma’s door als leidraad voor het handelen
leidinggevenden (Behandel Coördinatoren en Unit Coördinatoren).
en de verantwoording ervan te fungeren. Het ondersteunt de professionals in
Logischerwijs is daarmee in 2013 de discussie gestart hoe verbeterd invulling
de organisatie om per individuele vraag zelf na te denken over de best
te geven aan voornoemde sturingsruimte. Juist nu er in de Mesdag veel
passende keuze bij een moeilijk probleem. Deze code beoogt transparantie in
kliniekbrede projecten / ontwikkelingen lopen met strategisch belang,
de hand te werken en bij te dragen aan de betrouwbaarheid van de Mesdag
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 16 van 46
ten opzichte van haar patiënten, medewerkers en de maatschappij. De
In 2013 is verder handen en voeten gegeven aan de mobiliteit en dus ook
levendige presentatie van de code vond in het najaar 2013 plaats, ingebed in
flexibiliteit van medewerkers. De aangekondigde bezuinigingen noopten ons
de structuur van de kliniekbrede leiderschapssessies en is met groot
om eind 2012, in de aanloop naar de begroting 2013, tijdelijke
enthousiasme ontvangen en omarmd door de medewerkers van de Mesdag.
arbeidscontracten niet zondermeer te verlengen. Met de bestaande formatie
De Integriteitscode mag vrijelijk gebruikt worden door andere organisaties
zijn de werkzaamheden opgevangen, al dan niet nadat eerst enkele processen
en/of openbaar worden gemaakt, en bij voorkeur in dialoog worden gebracht,
geoptimaliseerd werden zodat dergelijke taken ook door minder
mits het daardoor een bijdrage levert aan de behandeling van forensisch
medewerkers vervuld konden worden. Met de (capaciteits)ontwikkelingen in
psychiatrische patiënten en/of het denken daarover. De code is te raadplegen
het tbs-werkveld en de toegenomen bedbezetting binnen de Mesdag in 2013,
op de website van de Mesdag.
en daarmee de verhoogde vraag naar efficiënte personeelsinzet, is wederom
een appèl gedaan op de flexibiliteit en mobiliteit van bestaande medewerkers
en enkele nieuwe arbeidskrachten.
Strategie en beleid
Op basis van de doelstellingen uit het Meerjaren Beleidsplan 2009 – 2012, is
Informatiebeleid
zoals eerder beschreven op zowel beleidsmatig als op operationeel niveau de
In 2013 is verder invulling gegeven aan de implementatie van onderdelen van
ketensamenwerking programmatisch verder vormgegeven. De doorstroom
het meerjaren Informatiebeleid. Zo heeft PWC in september de afdeling I&A
naar FPA Zuidlaren is de tweede helft 2013 sterk op gang gekomen. Concrete
geaudit op de informatiebeveiliging, waarna de bevindingen de organisatie
aanzetten zijn gegeven in ambulante samenwerking met de forensische
verder hebben geholpen in het in toenemende mate voldoen aan de NEN
polikliniek van AFPN Groningen en de forensische polikliniek en
7510 normering. Vanwege de end of life van zowel Office 2003 als OS
reclasseringsafdeling van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN). Een
Windows XP is de Mesdag genoodzaakt beide omgevingen te vervangen. Er is
hernieuwd meerjarenkader 2014 – 2017 is bewust niet opgesteld, omdat
behoefte aan een totaalconcept waar kantoorautomatisering een onderdeel
eerst de richting van het Masterplan DJI en de meerjarenafspraken tussen
van is. Na een grondige leverancierselectie waarbij advies is ingewonnen bij
DForZo en GGZ Nederland alsmede overige ontwikkelingen in het forensische
Capgemini Consulting, is eind 2013 de strategische keuze gemaakt voor MS
veld zijn afgewacht. Gaandeweg 2014 zal dit verder opgepakt gaan worden, al
Office 365. Implementatie zal in 2014 plaatsvinden.
dan niet tezamen met het managementontwikkelingstraject, waarbinnen ook
de LEAN-aspecten hun plek krijgen.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 17 van 46
Management van Medewerkers
krijgen. De sluitende FPC’s zijn actief benaderd om medewerkers aldaar een
Binnen het Human Resource Management staat de inzetbaarheid van
kans te geven te solliciteren.
medewerkers centraal: de mate waarin een medewerker professioneel
zelfstandig in staat is zijn of haar functie uit te oefenen. Dit is in 2013 gemeten
Evenals in voorgaande jaren, is de professionaliteit van de medewerkers in
middels het uitvoeren van de WerkVermogensMonitor. Van alle medewerkers
2013 middels scholingsprogramma’s, supervisie, intervisie en overige vormen
van de Mesdag heeft 68% de webenquête ingevuld en hun individuele scores
van deskundigheidsbevordering op peil gehouden. Dit is gebaseerd op de visie
ontvangen. Zij zijn uitgenodigd om hun verbeterpunten in te bedden in de
dat de Mesdag een organisatie is die zich continu ontwikkelt. Collectieve en
individuele cyclus van functioneringsgesprekken.
individuele ontwikkeling is vastgelegd in het Opleidingsplan. Het
Opleidingsplan 2013 is grotendeels uitgevoerd. Binnen het opleiden is
Mede middels direct en frequent contact in de driehoek tussen medewerker,
bijzondere aandacht voor het leef- en werkmilieu. Het versterken van
leidinggevende en bedrijfsarts, is de organisatie goed in staat geweest te
vaardigheden op dit min of meer sociotherapeutische domein, en het borgen
sturen op verzuim: preventie, ziekteverzuimbegeleiding, frequent verzuim,
van condities daartoe, zal in 2014 zijn verdere beslag krijgen. In 2013 zijn
inzetbaarheid (reïntegratie/mobiliteit) en de kosten van verzuim. Deze
medewerkers o.a. opgeleid in de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB),
geprotocolleerde aandacht wordt actief onderhouden (o.a. verzuimtrainingen
vond kennisuitwisseling plaats met medewerkers van het project Homerun
management, evaluaties in Sociaal Medisch Team) en heeft in 2013 geleid tot
van Humanitas DMH inzake benadering van de SGLVG+ doelgroep. Ook zijn de
een verdere daling van het verzuimcijfer tot onder de doelstellingsnorm: 3,9%
contouren voor de pilot Moreel Beraad geschapen: op gestructureerde wijze
verzuim in 2013 met een gerealiseerde verzuimfrequentie van gemiddeld 1,1
intervisie bedrijven zodat medewerkers zorgvuldig weloverwogen beslissingen
ook licht onder de beoogde doelstelling (1,2). In vergelijking met een zevental
kunnen nemen.
andere FPC’s (benchmark verzuimpercentage t/m oktober 2013) scoort de
Mesdag veruit bovengemiddeld goed.
De opleidingsplaatsen voor GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, psychiater en
verpleegkundig specialist waren continu benut. In 2013 zijn net als
Opleiding en registratie
voorgaande jaren alle BIG-registraties van medewerkers gecontroleerd.
Voor de organisatie is het van belang dat functies tijdig ingevuld zijn met
Bijzondere aandacht is besteed aan de herregistratie van verpleegkundigen
vakbekwame medewerkers. De behandelstaf inclusief psychiaterformatie is
die voor 1 januari 2009 waren gediplomeerd. De Mesdag heeft ondersteund
geheel 2013 getalsmatig meer dan voldoende op orde geweest. Het afgelopen
in het op peil houden van de handelingsbekwaamheid. In 2013 is gestart met
jaar heeft de Mesdag geen moeilijkheden gekend om vacatures vervuld te
het vormgeven van een geïntegreerd plan van aanpak hoe het borgen van
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 18 van 46
bevoegd- en bekwaamheidseisen structureel meer handen en voeten te
gebruik gemaakt van Social Media (Twitter, Facebook en LinkedIn). Vanzelf-
geven. Dit beleid zal in 2014 worden vastgesteld.
sprekend is over de inzet van Social Media nagedacht en worden er bewuste
afwegingen gemaakt bij het gebruik van deze communicatiemiddelen. Een
In 2013 heeft Raet besloten het implementatieproces van de module
vastgesteld beleid voor de inzet van Social Media was er echter nog niet.
Medewerkerontwikkeling (RMO) stop te zetten wegens aanhoudende
Bezien vanuit de toegevoegde waarde voor zowel organisatie als consument is
knelpunten in een zorgvuldige uitrol. De RMO voorziet in de digitalisering van
medio 2013 voornoemde beleid vastgesteld, waarbij de inzet van Social
het gesprekscyclusformulier; de doelstelling voor de Mesdag om de weerslag
Media primair gericht is op het informeren over de Mesdag.
van de functioneringsgesprekken dan ook te digitaliseren in 2013 is niet
gehaald en doorgeschoven naar begin volgend jaar (februari 2014
gerealiseerd).
Management van middelen
De Mesdag is zich bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid
Doorlopend Sociaal Plan
om op een juiste wijze met haar middelen om te gaan. Evenals voorgaande
De Doorlopend Sociaal Plan (DSP) bevat maatregelen en voorzieningen om
jaar maken de externe (financiële) ontwikkelingen dat we in 2013 scherp zijn
eventuele nadelige consequenties van organisatieveranderingen voor
blijven kijken naar waar we meer kunnen doen met hetzelfde dan wel
medewerkers zoveel mogelijk op te vangen. Het DSP van de Mesdag liep in
hetzelfde kunnen blijven doen met minder, zonder de inhoudelijke kwaliteits-
mei 2013 af. Omdat de consequenties van het Masterplan DJI en de
en veiligheidsdoelstellingen uit het oog te verliezen.
meerjarenafspraken FZ voor de Mesdag die tijd nog niet voldoende in beeld
waren (vooral ten aanzien van capaciteit en financiering), is in goed overleg
We zijn kapitaalkrachtiger geworden door het eigen vermogen verder op te
met de betrokken vakbonden afgesproken het huidige DSP te verlengen tot
bouwen met meer dan de beoogde doelstelling van 1% van het totale budget.
2014. In het najaar van 2013 is een nieuw DSP vastgesteld voor een periode
van drie jaren, waarbij er een balans is tussen flexibiliteit van de organisatie
De overgang van een subsidierelatie naar een in- en verkooprelatie vereist
en zekerheid voor de medewerkers met daarbij een evenwichtige
een actieve blik op de wijze waarop we op een gezonde manier onze
verantwoordelijkheidsverdeling.
inspanningen en verrichtingen betaald krijgen. In 2013 hebben we de lijn
voortgezet door veelvuldig en succesvol met DForZo in gesprek te zijn over de
Beleid Social Media
maatregelen in de financiering van de forensische zorg. De liquiditeit is
Sinds het lanceren van de nieuwe website van de Mesdag in 2012 wordt actief
daarmee op geen enkele moment in gevaar geweest. De mate van
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 19 van 46
productiviteit / declarabiliteit van DBBC-registrerende behandelaren bleef
gedurende 2013 met gemiddeld 73% beneden de gestelde norm (80%). Het
verhogen van de productiviteit vraagt extra inspanning voor 2014.
Subsidie
verantwoording
Milieustraat
Separeervoorziening
Kookvoorzieningen
Verantwoording specifieke opbrengsten - kosten
Omtrekbeveiliging
Uitvoering van het Huisvestingsplan is in 2013 doorgezet. De renovatie van de
Totaal
Jaar van
oplevering
2011
2013
2013
2013
Subsidie
Uitgaven
Verschil
Terug te
betalen
€ 271.920
€ 508.043
€ -236.123
€0
€ 452.320
€ 559.340
€ -107.020
€0
€ 514.819
€ 500.426
€ 14.393
€ 14.393
€ 1.061.908
€ 1.102.992
€ -41.084
€0
€ 2.300.968
€ 2.670.801
€ -369.833
€ 14.393
perimeterbeveiliging is afgerond. Onder regie van de Rijksgebouwendienst
zijn het afgelopen jaar de hoofddraagconstructies aangepast. Met deze
afronding voldoet de Mesdag volledig aan de brandveiligheidseisen die DJI
Management van processen
stelt aan een FPC. Voor de begeleiding van deze werkzaamheden heeft de
In 2013 beoogde de Mesdag haar primaire proces geheel te operationaliseren.
Mesdag in 2010 een vergoeding van € 31.500 ontvangen. De werkzaamheden
Die ambitieuze doelstelling is niet haalbaar gebleken. Op geleide van de
zijn gestart in 2011 en afgerond in 2013. De totale uitgaven zijn € 46.792.
technische ontwikkeling is de projectgroep tegen enkele onmogelijkheden
opgelopen dan wel dat technische doorontwikkeling meer tijd vraagt. Ook in
Bouwportier
Inhuur beveiliging
Totaal
de behandelinhoudelijke kant is het standaardiseren en optimaliseren niet
2011
2012
2013
Totaal
€ 6.962
€ 510
€0
€ 7.472
€ 7.886
€ 7.452
€ 23.982
€ 39.320
besluitvormingskracht is in de tweede helft 2013 geïnventariseerd welke
€ 14.848
€ 7.962
€ 23.982
€ 46.792
processen er zijn binnen de behandeling, is de regelgeving rond die processen
eenvoudig gebleken. Met hernieuwd enthousiasme en verhoogde
geanalyseerd en is een normprocesbeschrijving vastgesteld; alles in het licht
In overleg met het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn de milieustraat,
van het verbeteren van de kwaliteit van de behandeling en hoe het EPD
separeervoorzieningen, kookvoorzieningen en de omtrekbeveiliging
daarin kan ondersteunen. De zorgpadontwikkeling is hierin meegenomen,
(gedeeltelijk) aangepast. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden is een
inclusief genormeerde doorlooptijden voor verlof en behandelprognose-
subsidie van in totaal € 2.300.968 ontvangen. De totale uitgaven van de
stelling in verlofaanvragen en verlengingsadviezen. De Mesdag beseft dat
inmiddels afgeronde projecten is € 2.670.801. De uitgaven van de
standaardisering van de processen voor de individuele medewerker in 2014
kookvoorziening zijn lager uitgevallen; een bedrag ter hoogte van € 14.393 zal
minder flexibiliteit in de wijze van werken inhoudt. Anderzijds betekent het
in 2014 worden teruggestort.
voor de organisatie juist meer flexibiliteit, efficiëntie en duidelijkheid
waardoor de Mesdag als organisatie slagvaardiger wordt. Een ander belangrijk
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 20 van 46
voordeel is dat de patiënten door deze eenduidige manier van werken beter
Nederland. Doel van de herziening was om de validiteit en bruikbaarheid
zicht krijgen op de planning en de voortgang van hun behandeling.
opnieuw te testen voor de huidige context en te verbeteren. Daartoe is een
grootschalig retrospectief validatieonderzoek gehouden onder het gehele
Het afgelopen jaar is daarmee de basis versterkt voor een nieuwe
landelijke cohort (347 tbs-patiënten) bij wie de maatregel in de periode
procesinrichting, de verdere invoering van het EPD en het continueren van
2004 – 2008 is opgeheven, gekoppeld aan de WODC recidivegegevens. Door
werken met de zorgpaden. Dat zal veel impact hebben voor een groot deel
te valideren op een recent cohort met landelijke dekking, is tegemoet
van de organisatie in 2014. Echter door het primaire proces verbeterd op orde
gekomen aan de huidige juridische praktijk en omgeving van het tbs-
te hebben waarbij informatiestromen zijn ingeregeld in het EPD, levert dit
werkveld; sinds 2004 is er immers veel veranderd wat van invloed is geweest
veel winst. Met het ontsluiten van datzelfde EPD beoogt de Mesdag
op het verlof- en vrijhedenbeleid (o.a. verplichte afname RT, instellen AVT,
managementinformatie te genereren waarmee gestuurd kan worden op
longstay afdelingen operationeel).
behandelduurverkorting, het zorgproces verder kan worden verbeterd en
waardoor adequater verantwoord kan worden aan patiënt, financier en
Vergeleken met bestaand nationaal en internationaal onderzoek naar
samenleving.
risicotaxatie-instrumenten, presteert de HKT-Revisie (HKT-R) bovengemiddeld
wat betreft de predictieve validiteit voor verschillende doelgroepen. De HKT-R
Voor 2013 had de Mesdag zich ten doelgesteld om meetbare prestatie-
is daarmee als doorontwikkeld top of the bill Nederlands risicotaxatie-
indicatoren te ontwikkelen die medewerkers over de belangrijkste
instrument verbeterd geschikt voor het ondersteunen van het gestructureerd
bovengenoemde processen van feedback zouden voorzien, zodat zelf
beargumenteren van het risico op gewelddadig recidive ten tijde van
bijgestuurd kan worden. Zoals gesteld is het verder inrichten van het EPD en
verlofaanvragen en verlengingsadviezen. Niet voor niets stelt de Minister de
het ontsluiten van User echter nog niet zover. Wel is periodiek management-
K-items van de HKT nog steeds verplicht in het format voor verlofaanvragen.
informatie verstrekt omtrent de registraties in het DBBC-proces.
De Handleiding HKT-R is in het najaar 2013 gratis in pdf-vorm beschikbaar
HKT-30 doorontwikkeld: HKT-R
gesteld voor het forensische veld. De kerngroep van onderzoekers van de
In 2013 heeft de landelijke werkgroep, onder leiding van het Hoofd
deelnemende instellingen is tegen kostprijs beschikbaar om trainingen in het
Onderzoek van de Mesdag, inhoudelijk verantwoording afgelegd over het
gebruik van de HKT-R te geven welke noodzakelijk is alvorens adequaat met
revisietraject van de Historisch Klinisch Toekomst-30 (HKT-30), het meest
de HKT-R te kunnen werken.
toegepaste risicotaxatie-instrument in de forensische psychiatrie in
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 21 van 46
In 2013 is bij 92% van de patiënten van wie de behandeling gedurende het
Middels het door de Mesdag ontwikkelde en gevalideerde Instrument voor
verslagjaar is afgesloten en het aantal patiënten dat gedurende het gehele
Forensische Behandel Evaluatie (IFBE) worden de vaardigheden en
verslagjaar in behandeling was, het risico getaxeerd middels de HKT-30. Voor
dynamische factoren van de betreffende patiënten op overzichtelijke en
een toelichting op dit cijfer wordt verwezen naar bijlage 2.
gestructureerde wijze in kaart gebracht. Multidisciplinair ingevulde
vragenlijsten worden daarbij door de stafafdeling Onderzoek verwerkt tot een
Forensische ROM (Routine Outcome Monitoring)
kort overzicht van het niveau van vaardigheden en dynamische risicofactoren
Daarnaast kunnen de klinische indicatoren in de HKT-R toegepast worden
van de patiënt (het onderscheidende forensische niveau dat de IFBE in zich
voor ROM, zodat de forensische behandelingen geëvalueerd kunnen worden.
draagt), de veranderingen hierin en de overeenstemming tussen de
Gevalideerde forensische ROM-instrumenten op basis van de HKT zijn de
beoordelaars. Op deze wijze is duidelijk zichtbaar welke vaardigheden hij al
DROS (voor de doelgroep met een verstandelijke beperking) en de IFBE
wel gebruikt en welke hij nog niet bezit (en misschien nog training in nodig
(algemeen), beide aanbevolen door de Expertgroep ROM FZ van GGZ
heeft).
Nederland. De IFBE bestaat uit de klinische items van de HKT-R en enkele
toegevoegde specifieke forensisch psychiatrische behandelitems die gescoord
In 2013 is een pilot gedraaid voor het toevoegen van een zelfrapportagelijst
worden op een 17-puntsschaal zodat de veranderbaarheid ook halfjaarlijks
voor patiënten. Deze wordt in 2014 geïmplementeerd.
meetbaar is.
Doordat het IFBE veranderingen op wetenschappelijk wijze kan aantonen en
In 2013 is de Mesdag doorgegaan op de ingeslagen weg van Routine Outcome
gebruik maakt van items die voor de forensische psychiatrische behandeling
Monitoring (ROM) door primair op individueel behandelniveau de voortgang
relevant zijn, is dit een goed instrument om de forensische behandeling te
op diverse items te meten met behulp van een speciaal ontwikkelde en
evalueren. Ten behoeve van de 442 Multi Disciplinaire Behandelbesprekingen
geteste statistische toets (N=1). Aan de hand van drie factoren ( bescher-
(MDB’s) in 2013, zijn er 320 volledige rapporten opgeleverd. Met deze 72%
mende factoren, probleemgedrag en resocialisatievaardigheden) worden de
ROM score middels de IFBE, is de interne doelstelling van 90% niet gehaald,
uitkomsten van de metingen gerapporteerd aan de behandelteams en de
hoewel landelijk gezien het een uitermate goede score betreft. Om de
patiënt. De uitkomsten zijn de basis voor aanpassingen van de
gestructureerde afname te bevorderen, wordt onderzocht in welke mate de
behandelinspanningen.
IFBE in 2014 geautomatiseerd kan worden afgenomen.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 22 van 46
Inzake de doorontwikkeling van de prestatie-indicatoren van DForZo, wordt
FSNA
ook het afnemen van de Health of Nation Outcome Scales (HoNOS) gescoord
Bij de meeste patiënten speelde het sociale netwerk een belangrijke rol in de
als generiek ROM instrument voor geestelijke gezondheidszorg. In 2013 nam
aanloop naar het delict (falen van de preventie). Bij de bestaande
de Mesdag de HoNOS af bij patiënten met psychotische kwetsbaarheid in het
risicotaxatie-instrumenten wordt de risicofactor ‘de invloed van het sociale
kader van het PHAMOUS-project (PHarmacotherapy Monitoring OUtcome
netwerk’ samengevat in enkele indicatoren waardoor de relevante informatie
Survey) van het Rob Giel Onderzoekcentrum (RGOc) in samenwerking met
(welk netwerklid is protectief of risicovol?) voor behandel- en risicomana-
GGZ Friesland, GGZ Drenthe, Lentis en het UMCG/UCP. Bij 35% van alle
gementdoeleinden verloren gaat. Middels de Forensisch Sociale Netwerk
patiënten van de Mesdag is daarmee in 2013 de HoNOS afgenomen.
Analyse (FSNA) wordt middels interviews met de patiënt en enkele van zijn
netwerkleden onderzocht welke netwerkpersonen en omstandigheden
In de landelijke discussie over routine outcome monitoring, worden
kunnen bijdragen aan de vermindering of de toename van het delictgevaar. In
vooralsnog zowel de HKT, de IFBE als de HoNOS als ROM geclassificeerd. Bij
2013 heeft de Mesdag een verkorte vragenlijst ontwikkeld wat de
verschillende patiënten worden verschillende instrumenten gebruikt, meestal
toepasbaarheid vergroot. Deze wordt in 2014 geïmplementeerd.
meerdere per patiënt. Tezamen bezien heeft 95,4% van de Mesdagpopulatie
in 2013 een ROM-meting gehad.
Kwaliteitscertificaat
Sinds 2010 voert de Mesdag het ISO-kwaliteitscertificaat i.p.v. HKZ omdat dit
Doelgroepspecifieke aanvullende risicotaxatie SGG
normenkader de beveiligingsprocessen die onderscheidend zijn voor de
In het najaar van 2013 is besloten de instrumenten STATIC99R en STABLE-
forensische psychiatrie beter ondersteunt. In februari 2013 vond de controle
2007 te gaan gebruiken bij de risicotaxatie van patiënten met seksueel
audit plaats. Er zijn geen deviaties of non-conformiteiten vastgesteld. Wel
grensoverschrijdend gedrag (SGG). De STATIC wordt dan eenmalig gescoord
waren er enkele aanbevelingen zoals het verbeterd aandacht hebben voor
op historische items en jaarlijks wordt de STABLE afgenomen, naast de
het documentbeheer binnen de ondersteunende diensten. Het ISO-certificaat
dynamische items van de SVR-20. Deze risicotaxatie wordt aanvullend en
toont aan dat het kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) van de Mesdag aan
doelgroepspecifiek gebruikt naast de HKT-R. In 2014 zullen enkele
de gestelde eisen voldoet. De auditoren waren positief over onze organisatie
beoordelaars worden getraind. Om de implementatie verder te versoepelen,
en vonden dat we onze processen voldoende op orde hadden. Ze noemden
is aangehaakt bij het promotie-onderzoek van een onderzoeker van de Van
als extra positieve punten de precisie van het Centraal PlanningsBureau en de
der Hoevenkliniek hieromtrent.
manier waarop hier heel veel processen met elkaar verbonden worden, het
hoge kennisniveau, de grote betrokkenheid en het enthousiasme van alle
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 23 van 46
medewerkers, de uitwisseling van kennis met andere instellingen binnen het
binnen de zorgprogramma’s, zodat de benodigde standaardisatie is
forensische veld en met de GGZ en de interne scholingsmogelijkheden, met
gerealiseerd in het kader van de toekomstige implementatie van User en de
specifiek de herhalingscursus medicatiedeling.
kwaliteitsbewaking. De patiënten zelf zijn daarmee van een meer helder
perspectief voorzien: ze hebben zicht op hun behandeltraject in de tijd.
Toepassen eHealth
In 2013 is de Mesdag gestart met het project TBS Whereabouts in het kader
Afname Patiënttevredenheidsonderzoek (PTO)
van eHealth-toepassingen. De reguliere verlofmonitoring van patiënten met
Het is een kwaliteitsdoelstelling om periodiek de tevredenheid van patiënten
onbegeleid verlof op lokatie elders in het land is een arbeidsintensief proces.
te meten en verbeteringen uit te zetten op de bevindingen. Er is een
Middels de inzet van een smartphone en GPS technologie beogen we een
veldbrede vragenlijst beschikbaar, echter deze wordt als te uitgebreid ervaren
meer efficiënte en minimaal even doelmatige wijze van toezicht te
en het genereert uitkomsten op instellingsniveau. De uitkomsten bieden het
ontwikkelen. Medio 2013 is begonnen met de ontwikkeling van zowel een
management onvoldoende handvatten voor concrete kwaliteitsverbetering.
applicatie voor medewerkers als een app voor op de smartphone. Na de
Daardoor is aanvullend onderzoek nodig om gericht verbeteringen door te
testfase start in februari 2014 de pilotfase met 12 cliënten. Naast deze
kunnen voeren waar de patiënt direct profijt van heeft en welke leiden tot
vernieuwende wijze van verlofmonitoring, wordt in de pilotfase nog steeds
hogere tevredenheid, op minimaal afdelingsniveau. In 2013 heeft de Mesdag
het reguliere verlofprotocol inclusief controleprocedures gehanteerd.
op verzoek van het LBHIV (het landelijke overleg van zorginhoudelijk
bestuurders van de FPC’s en FPK’s) regie gevoerd op het landelijk
geharmoniseerd uitvoeren van het meten van patiëntwaardering en het
Waardering door patiënten
trainen van medewerkers in de focusgroep-methodiek. Het PTO met
Middels de zorglogistieke vertaling van de programma’s richting zorgpaden,
‘Dagbesteding’ als centraal thema is eind 2013 uitgevoerd, de bevindingen
weten we in een eerder stadium welke modulen ongeveer op welk tijdstip
komen begin 2014 beschikbaar. Door te investeren in tevredenheid/
aangeboden gaan worden in de behandeling van de individuele patiënt. In
waardering beoogt de Mesdag meer betrokkenheid/ motivatie/compliance
afwachting van het verfijnen van de methodiek hiertoe in User, worden
van de patiënt bij de behandeling te activeren.
patiënten geïnformeerd over het verloop van hun behandeltraject door
gebruik te maken van behandelkaarten. Deze behandelkaarten zijn ook een
Landelijke dag Patiëntenraden
tastbaar resultaat bij de implementatie van de zorgprogrammering. De
Eind oktober 2013 organiseerde de Mesdag de landelijke Patiëntenraaddag.
behandelkaarten zijn conform een vastgestelde werkwijze geïmplementeerd
Patiënten uit de verschillende FPC’s wisselen informatie uit over de gang van
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 24 van 46
zaken in ‘hun’ forensisch psychiatrisch centrum. Zo werd er onder meer
Waardering door (keten)samenwerkingspartners
gediscussieerd over het beleid in de verschillende instellingen voor het
In 2013 is aandacht geschonken een de resterende acties die voortvloeiden
gebruik van internet, de mate van vrijheid en drugsgebruik. De directeur van
uit het stakeholderstevredenheidsonderzoek uit 2012. Deze verbeterpunten
DForZo was als gast aanwezig en werd onder meer bevraagd over het
betroffen de inhoud van de verlengingsadviezen en de inhoud en structuur
verlofbeleid en de behandelduur. De patiëntenraden kregen zodoende input
van de wettelijke aantekeningen. Het werd van belang geacht om in de
voor het gesprek dat ze voeren met hun eigen directie over het interne
verlengingsadviezen meer te focussen op de prognose en de planning van de
behandelbeleid.
behandeling in plaats van op alleen het behandelbeloop tot nu toe. Deze
wens is in november 2013 verbreed en omarmd in een landelijk symposium.
Verbeteren interne klimaat
De Mesdag heeft voornoemde prognosestelling reeds in de proces-
Begin 2013 is geconstateerd dat er een toegenomen doelgroep patiënten
optimalisatie opgenomen en implementatie vindt plaats in de verdere EPD-
binnen de instelling aanwezig is die zich in mindere mate leerbaar opstelt.
uitrol. Om de inhoud, vormgeving en de frequentie van de wettelijke
Ervaren werd dat zij slecht aanspreekbaar zijn op hun gedrag en dat zij o.a.
aantekeningen (WA’s) beter aan te laten sluiten bij de vraag van het
wijzigingen in de dagstructuur en het verslavingsbestrijdingsbeleid aangrepen
Openbaar Ministerie (OM) en de Rechtbank, is dit proces middels een LEAN-
om een ongewenste mate van regie zich toe te eigenen. Daarop is breed
pilot getracht te verbeteren. Om dit goed te laten slagen, is inbedding in het
ingegrepen door de Mesdag middels tijdelijke structuurwijzigingen in het
EPD noodzakelijk bevonden. Deze slag was in 2013 nog niet mogelijk en wordt
interne vrijhedenbeleid, is de harde kern geïdentificeerd en in beperkingen
nu voorzien voor 2014. Ook deze wens van het OM en de Rechtbank ten
geplaatst en is de sociotherapie ondersteund in het verbeterd objectiveren
aanzien van de WA’s is eind 2013 verbreed en omarmd in het landelijke
wanneer de patiënt de unit kan verlaten. Het strakker aanhalen van de regels
symposium. Beide acties zijn opgetekend in het gezamenlijke actieplan
heeft geleid tot het verbeteren van een veilige woon- en werkomgeving voor
‘Manifest van Lunteren’ van de FPC’s en DForZo.
patiënten en medewerkers. Eind 2013 was de situatie dusdanig
genormaliseerd dat enkele beheersmaatregelen weer zijn versoepeld. De
Congres ‘Daders & Slachtoffers’
patiënten hebben hun waardering voor het handelend optreden en de
Medio 2013 hield de Mesdag samen met het Opleidingsinstituut PPO
bereikte resultaten uitgesproken. Met name de patiënten met psychotische
(Postmaster Psy-Opleidingen) van de Rijksuniversiteit Groningen het congres
kwetsbaarheid geven aan zich (weer) veilig te voelen in de kliniek en laten zich
‘Daders en Slachtoffers’. Tijdens dit congres werden beide begrippen ter
in toenemende mate zien in de openbare ruimtes.
discussie gesteld - vaak worden deze partijen immers lijnrecht tegenover
elkaar geplaatst; in de maatschappij, binnen de rechtspraak en in de
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 25 van 46
hulpverlening. Tijdens dit congres werden de deelnemers uitgedaagd de
gedaald, wel wordt aangegeven dat het werktempo en de werkdruk is
tegenstelling te overstijgen. De stelling was dat een brede realistische kijk op
gestegen. De werktevredenheid is verbeterd t.o.v. de score uit 2010.
dader- en slachtofferschap de hulpverlening en behandeling verbetert.
Klachtencommissie
Bezoek Tweede Kamerleden
De Mesdag heeft een interne klachtenregeling voor medewerkers. De
In de zomer van 2013 bezochten Tjeerd van Dekken en Henk Nijboer de
Klachtencommissie adviseert de directie, de voorzitter is een onafhankelijke
Messdag, beide zijn lid van de Tweede Kamer voor de PvdA. Met hen werden
persoon die niet werkzaam is voor de organisatie. Onderhavig verslagjaar
actuele tbs-zaken besproken. Beide Kamerleden vonden het open en
heeft de Klachtencommissie een principiële klacht ontvangen m.b.t. een CAO-
indringende gesprekken met tbs-patiënten en bevlogen medewerkers.
interpretatieverschil over kortdurend zorgverlof. De medewerker is in het
gelijkgesteld.
Brandoefening
Eind 2013 vond een grote brandoefening plaats in de Mesdag met enkele
Vertrouwenspersoon
pelotons van de Brandweer, met als doel om beter voorbereid te zijn op de
De Mesdag voert beleid met betrekking tot preventieve maatregelen tegen
realiteit van een mogelijke calamiteit in deze bijzondere lokatie. De oefening
ongewenst gedrag van medewerkers onderling en organiseert opvang en
was een groot succes en de externe hulpverleners waren zeer te spreken over
begeleiding voor medewerkers die hiermee geconfronteerd worden. De
de professionaliteit en deskundigheid van de (BHV) organisatie.
uitvoering van dit beleid is in handen van de vertrouwenspersoon van de
Mesdag in samenwerking met de vertrouwenspersonen van Lentis. De
vertrouwenspersoon heeft in 2013 tien meldingen ontvangen (2012: 5
Waardering door medewerkers
meldingen, 2011: 11 meldingen). De meldingen betreffen zeven keer een
In 2013 is middels de de WerkVermogensMonitor onder 68% van de
melding over een lastige situatie tussen een medewerker en een
Mesdagmedewerkers de mate gemeten waarin zij professioneel zelfstandig in
leidinggevende en drie keer een lastige situatie tussen collega’s. In een
staat zijn hun functie uit te oefenen.Vergeleken met de meting 2010 is het
situatie werd de vertrouwenspersoon gevraagd ter ondersteuning mee te
een positief resultaat dat 89% van de respondenten goed scoort op
gaan naar een gesprek van medewerker met leidinggevende, in de overige
werkvermogen. Het aantal medewerkers met een slecht werkvermogen is
gevallen was een luisterend oor voldoende en zijn suggesties gegeven voor
afgenomen, enigszins ten koste van het aantal medewerkers dat ‘matig’ heeft
het in gesprek brengen van voornoemde kwesties.
gescoord. Het aantal medewerkers met een hoog risico op burn-out is
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 26 van 46
Op de stoel van een ander
onderdeel van de Groningse samenleving, vindt het belangrijk om in positieve
Begin 2013 deden zo’n 100 Mesdagmedewerkers mee aan het project ‘Op de
zin een bijdrage te leveren.
stoel van een ander’. Daarbij liepen ze een dag mee met een collega. Deze
kans om zich te oriënteren op de eigen loopbaan dan wel om kennis te nemen
Journalist over de vloer
van het werk(gebied) van een collega is goed gewaardeerd door de
Journalist Frank von Hebel van het Dagblad van het Noorden liep in 2013
medewerkers. Begin 2014 zal dit project zijn vervolg krijgen en worden
gedurende een halfjaar mee in de Mesdag. Geen enkele deur bleef gesloten
uitgebreid met de ketenpartners FPA Zuidlaren, AFPN Groningen, de
en geen enkel onderwerp was taboe. De journalist zat in de kerkbanken, nam
forensische polikliniek van VNN en de verslavingsreclassering van VNN.
een kijkje in de werkzalen, mocht mee op verlof en schoof aan bij de
maaltijden van de patiënten op de units. Hij leerde veel over de patiënten en
stelde zijn vooroordelen bij. Zijn artikelen in de krant (ook te lezen op de
Waardering door de maatschappij
website van de Mesdag en gebundeld in het boek ‘Mesdag. Het leven in een
In oktober 2013 opende de Mesdag haar deuren voor de samenleving in het
tbs-kliniek.’) zijn goed ontvangen en dragen bij aan een positiever beeld over
kader van de open dag die 6 FPC’s hielden onder de vlag van TBS Nederland.
de tbs.
De bijna 600 bezoekers waren uiterst tevreden met hun bezoek aan de
Mesdag. De doelstelling om een beeld te geven van de functie van de
Resultaten energie efficiency plan
organisatie in de huidige samenleving en van de geschiedenis van de Mesdag
Qua energiekosten is het moeilijk om aan te geven wat de besparing t.o.v.
vanaf 1884 tot heden was daarmee behaald. Uit de enquête onder de 6
2010 is geweest omdat in de tussenliggende periode ook de nieuwbouw
deelnemende instellingen kwam naar voren dat 81% van de bezoekers hun
Helperdiep in gebruik is genomen en er dus in absolute zin een toename in
beeld t.a.v. de tbs in positieve zin heeft bijgesteld (15% gelijkblijvend beeld,
het energieverbruik is geweest. Wel zijn in 2013 de warmwatervoorzieningen
4% negatiever).
geoptimaliseerd, zijn de cv-leidingen geïsoleerd en is verlichting vervangen
door energiezuiniger versies met bewegingsschakelaars. Ten opzichte van
Bijdrage voor Stichting Het Kopland
2012 is in 2013 het papierverbruik met ruim 36% gedaald door met name een
In 2013 is gestart door patiënten van de Mesdag met het fabriceren van
toename van digitaal werken.
meubels voor het nieuwe pand van stichting Het Kopland (voorheen: Huis &
Toevluchtsoord) in Groningen welke in 2015 haar deuren opent. Deze
stichting staat o.a. slachtoffers van huiselijk geweld bij. De Mesdag, als
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 27 van 46
3.3 Producten en eindresultaten
Productieafspraken (ondergrens, naar producttype)
Regulier vastgestelde capaciteit
Aantal plaatsen doorstroom
Aantal plaatsen verblijf
Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. IIIa
Doel
Resultaat
Resultaat
2013
2013
2012
181
105
76
181
105
76
181
116
65
0
0
8
De zorgverlening / productie van enkele patiënten is niet via de DBBCmethode afgehandeld met DForZo. Dit verantwoorden we apart van dit
jaarverslag op patiëntniveau naar DForZo. Juist gezien het casusniveau, is het
dergelijk overzicht niet in dit openbare document opgenomen om iedere
vorm van herleidbaarheid naar personen te vermijden.
Plaatsingsafspraken eerste opnamen
Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. III b
55
55
50,10
Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. IV
12
8,52
0
Resultaat
Resultaat
2013
2012
26
14
18
100%
100%
100%
-
-
-
Patiënten met een
persoonlijkheidsstoornis (MNPs)
pm
36%
11%
Patiënten met psychotische
kwetsbaarheid (MNPy)
pm
28%
6%
IQ<80
pm
36%
83%
Eerste opname
Man
Aantal plaatsen tijdelijke capaciteit (op jaarbasis) Cap. V
8
0
0
Vrouw
Totaal capaciteit (op jaarbasis)
256
244,52
239,10
93.696
89.249
87.511
Risico Interventie Patiënten
12
12
12
Plaatsen reservecapaciteit
0
0
24
pm
36,42
40,36
Totaal capaciteit op basis verzorgingsdagen
Aantal Forensisch Psychiatrisch Toezicht (gemiddeld)
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
Doel 2013
pagina 28 van 46
3.4 Balans- en resultatenrekening
BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na resultaatbestemming)
RESULTATENREKENING OVER 2013
31-dec-13
31-dec-12
2013
2012
€
€
€
€
39.949.155
35.793.202
ACTIVA
BEDRIJFSOPBRENGSTEN:
Vaste activa
Niet-gebudgetteerde zorgprestaties
Immateriële vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Totaal vaste activa
83.742
211.386
45.741.014
45.578.277
5.709
4.689
45.830.465
45.794.352
DBBC omzet
Subsidies
1.707.782
0
214.956
258.958
Overige bedrijfsopbrengsten
1.470.209
9.645.066
Som der bedrijfsopbrengsten
43.342.102
45.697.226
Personeelskosten
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste
activa
27.466.623
28.181.564
2.713.945
2.571.637
10.726.292
12.347.938
40.906.860
43.101.138
BEDRIJFSLASTEN:
Vlottende activa
Onderhanden werk DBBC’s
Vorderingen
Liquide middelen
Totaal vlottende activa
949.706
0
2.056.464
1.635.361
8.559.835
19.019.279
Overige bedrijfskosten
11.566.005
20.654.639
Som der bedrijfslasten
BEDRIJFSRESULTAAT
Totaal activa
57.396.471
66.448.991
Financiële baten en lasten
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING
PASSIVA
Eigen vermogen
Voorzieningen
31-dec-13
31-dec-12
€
€
4.869.205
4.348.686
Buitengewone baten en lasten
RESULTAAT BOEKJAAR
4.039.175
4.267.927
Langlopende schulden
37.226.660
38.779.995
RESULTAATBESTEMMING
Kortlopende schulden
11.261.431
19.052.383
Het resultaat is als volgt verdeeld:
Totaal passiva
57.396.471
66.448.991
jaarverslag 2013
2.596.088
-1.914.723
-1.911.988
520.519
684.100
0
0
520.519
684.100
2013
2012
€
€
520.519
684.100
Toevoeging:
Egalisatiereserve
FPC Dr. S. van Mesdag
2.435.242
pagina 29 van 46
4. TOEKOMSTPARAGRAAF
De komende jaren krijgen we onverkort te maken met de economische
over de landelijke capaciteitsontwikkelingen. Tevens blijven we waken voor
problematiek in het algemeen en binnen de forensische sector in het
ondermijnende aanpalende beleidsontwikkeling. Zo zal een al te smalle
bijzonder. Er worden verdere stappen gemaakt in de invoer van de prestatie-
definiëring van regionaal plaatsen leiden tot een desinvestering – en zeker
bekostiging en er zullen minder middelen beschikbaar zijn. In maart 2013 is
zouden we moeten voorkomen dat nieuw geïnvesteerd wordt elders.
het Masterplan DJI 2013 – 2018 verschenen, waarin het departement richting
geeft de wijze waarop bezuinigd gaat worden. Ook zijn er meerjarenafspraken
Het verkorten van de behandelduur in de tbs is een andere kernafspraak
gemaakt tussen DForZo en onze branchevertegenwoordiger GGZ Nederland,
tussen DForZo en het forensische veld. De Mesdag neemt zelf de handschoen
welke onlosmakelijk verbonden zijn met de inhoud van het Masterplan.
op vanuit de gedachte dat voorspoedige verlofverlening, uiteraard met
inachtneming van de nodige veiligheidswaarborgen, bijdraagt aan een kortere
In de Meerjarenovereenkomst Forensische Zorg is o.a. vastgelegd dat
behandelduur. De Mesdag realiseert zich immers dat zij opereert in een
concentratie van capaciteit nodig is. Immers, suboptimale benutting van de
forensische keten met meerdere zorgaanbieders en dat voor een productieve
beschikbare forensische capaciteit doet afbreuk aan de efficiency van de
en effectieve behandeling gericht op resocialisatie de patiënt dient te
sector. Met reden is gekozen voor gerichte afbouw van capaciteit en is niet
verblijven in een setting met een zorg- en beveiligingsniveau zo hoog als
gekozen voor de zogenaamde ‘kaasschaafmethode’, aangezien daardoor de
nodig, maar zo laag als mogelijk. De afgelopen jaren is veel energie gestoken
kwaliteit van de forensische zorg verder onder druk komt te staan. De intentie
in keten- en circuitvorming in Noord en Oost Nederland om de doorstroom te
van dit gestelde in het convenant ziet dan ook toe op borging van de
optimaliseren. Intern in de keten tussen de Mesdag en Forint / Lentis waarbij
expliciete keuze voor behoud van voldoende omvang voor de resterende
de voorhanden voorzieningen en behandelkwaliteit op de verschillende
FPC’s teneinde rendabel te zijn en de behandelkwaliteit overeind te kunnen
beveiligingsniveau’s soepel worden aangewend, extern tussen de Mesdag en
houden.
haar overige samenwerkingspartners.
Vanuit die zienswijze is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de Mesdag;
Met de veranderende wet- en regelgeving (o.a. Wet Forensische Zorg en Wet
niet alleen in kwaliteit van dienstverlening maar ook in gebouwen. Wij
Verplichte GGz) zullen de uitvoeringskaders van de tbs, de overige forensische
voldoen aan dit inmiddels in beleid vastgestelde profiel. In het verlengde
zorg en de niet-strafrechtelijke zorg aan patiënten met Ernstige Psychiatrische
hiervan blijft de Mesdag in gesprek met DForZo en onze collega-instellingen
Aandoeningen (EPA) in toenemende mate geharmoniseerd worden. Minder
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 30 van 46
belemmeringen door financieringschotten en aparte interne rechtsposities zal
helderheid over de wijze waarop DForZo/Plaatsing de verzorgingsgebieden
de keten efficiënt en effectief maken en daarmee komen we dichter bij de
definieert, op basis waarvan regionale plaatsing geschiedt. Zo kan een al te
bedoeling van onze collectieve ambitie: de patiënt op het juiste moment
enkelvoudige definitie grote risico’s met zich meebrengen voor de Mesdag als
behandelen op de juiste plaats. De Mesdag wil middels het benutten en
FPC in een dunbevolkt gebied met minder steden, waar statistisch gezien
verbreden van haar kwaliteiten de positie in de keten verder versterken.
minder tbs-waardige delicten worden gepleegd en waarbij van toeleiding dus
nauwelijks nog sprake zal zijn. Dat kan de continuïteit van de Mesdag onder
De afgelopen jaren heeft de Mesdag intern al pro-actief grote slagen gemaakt
druk zetten in de zin dat grote afname van omvang van de Mesdag zal leiden
in het creëren van een flexibele organisatie met hoge handelingssnelheid als
tot verlies aan kwaliteit van zorginhoud, bedrijfsvoering en (wetenschappelijk)
ons antwoord op de onvoorspelbare buitenwereld. Dat hadden we reeds in
onderzoek / innovatie en daar vanuit onze bijdragen aan het gehele
2009 geformuleerd in ons meerjaren beleidsplan. Juist nu zijn we blij met
forensische veld. Wanneer investeringen in niet alleen deze kwaliteiten maar
onze vorderingen om voldoende regelruimte op de werkvloer te organiseren –
ook in gebouwen / huisvesting tenietgedaan wordt, dan brengt dit hoge
daar waar het contact met onze klanten plaatsvindt; niet alleen met het
frictiekosten met zich mee.
Ministerie en onze patiënten, maar ook eigen werknemers die gebruik maken
van onze ondersteunende diensten. Ten aanzien van onze processen hebben
De Mesdag hanteert de visie dat de meerjarenafspraken tussen DForZo en de
we reeds grote kwaliteitsslagen gemaakt. Dat maakt dat we vertrouwen
instellingen voor forensische zorg leidend moeten zijn voor de huidige
hebben in ons eigen kunnen en de potentie aan verdere betekenisgeving voor
beleidskeuzes.
patiënten, ketensamenwerkingspartners en de maatschappij.
Vertrouwen in onszelf alleen is echter niet voldoende om zondermeer
vertrouwen te hebben in de toekomst. Op moment van schrijven is er geen
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 31 van 46
Bijlage 1; PRESTATIE-INDICATOREN DFORZO
Naamstelling prestatie-indicatoren
Doelst.
Resultaat
7
Bijzonder voorval
<8
10
1
Bezettingsgraad patiënten
100%
95,5%
a)
Natuurlijke dood
<2
2
a)
aantal patiënten op basis verzorgingsdagen
256
244,52
b)
Suïcide
0
0
2
Instroom, voldoen aan eerste opnames
26
14
c)
Overig onnatuurlijke dood
0
0
3
Doorstroom vervolgvoorziening
29
34
d)
0
0
a)
Aantal patiënten in transmuraal traject (eigen beheer)
12
17
e)
Alle overige geweldsincidenten niet zijnde 'geweldpleging'
Elk ander incident van ernstige, politiek/publiciteitsgevoelige
aard
<7
8
b)
Plaatsing in een GGz-voorziening (FPA, RIBW)
17
17
8
Aantal geweldplegingen tussen patiënten
<8
1
c)
Overige bestemming (kort casus+bestemming)
0
0
a)
Fysiek geweld
<6
1
4
Uitstroom per vertrekcategorie (e+f+g+j)
27
29
b)
Bedreiging fysiek geweld
<3
0
a)
Beëindiging TBS conform verlengingsadvies kliniek
1
7
b)
Beëindiging TBS contrair verlengingsadvies kliniek
2
8
c)
Voorwaardelijke beëindiging TBS
9
20
d)
Proefverloven die leidden tot (voorwaardelijk) einde TBS
6
25
e)
Saldo a, b en c minus d
6
10
f)
Overplaatsing naar andere TBS-kliniek
5
11
g)
Overplaatsing naar andere Justitie-voorziening
0
0
h)
Aantal proefverloven gestart tijdens verslagperiode
16
8
i)
Aantal proefverloven ingetrokken tijdens verslagperiode
0
0
j)
Saldo h minus i
16
8
5
Aantal ontvluchtingen Tbs-gestelden
0
0
6
Aantal overige onttrekkingen Tbs-gestelden
<8
3
Deze indicatoren komen overeen met de kerngegevens tbs-plaatsen (zie
a)
vanaf terrein/TMV huis/woning
<7
0
pagina 5), echter hier zijn enkele indicatoren meer uitgespitst. Een toelichting
b)
tijdens verlofsituatie
<2
3
is dan ook opgenomen op pagina 6 e.v.
No.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
9
Geweldpleging tegen personeel
<10
6
a)
Fysiek geweld
<6
6
b)
Bedreiging fysiek geweld
<5
0
10
Aantal recidive tijdens TBS
0
0
11
Gemiddelde behandelduur
n.t.b.
PI-I behandelduur uitstroomcohort 2013
85 mnd
PI-II (longstay), verblijfsduur peildatum 01-09 > 6 jaar tbs
117 mnd
PI-II (overig), verblijfsduur peildatum 01-09 < 6 jaar tbs
37 mnd
12
Financieel jaarresultaat inrichting
>0
521 K
13
Aantal gegronde klachten
<15
9
pagina 32 van 46
Bijlage 2; PRESTATIE-INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE / DForZo
Over verslagjaar 2012 heeft DForZo de ‘oude’ Zichtbare Zorg prestatie-
(vooralsnog) in de dataset van SBG is opgenomen: de IFBE en/of de HKT-30
indicatoren in zijn geheel uitgevraagd. Over 2013 is dit gesplitst gebeurd:
en/of de HoNOS, zodat op basis van beide metingen de verandering
DForZo vraagt een deel uit middels de dataportal van Enigmatry en de
inzichtelijk wordt. Dat is een percentage van 95,4%.
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz) vraagt een deel uit middels haar
eigen webportal. Hoewel de definitie van een teller of noemer soms
Toelichting afname delictrisico
hetzelfde luidt, kunnen getallen verschillen. Zo is het door ons gehanteerde
Over verslagjaar 2013 waren er op enig moment 260 patiënten in zorg bij de
cijfer ‘het totaal aantal patiënten van wie de behandeling gedurende het
Mesdag. Van deze doelgroep is bij 220 patiënten op enig moment de HKT-30
verslagjaar is afgesloten en het aantal patiënten dat gedurende het gehele
afgenomen in het kader van het taxeren van delictrisico. Dat is een
verslagjaar in behandeling was’ bij DForZo hoger dan het cijfer bij IGz. Dit
percentage 84,6%. Ten aanzien van het totaal aantal patiënten van wie de
omdat DForZo het uitvraagt inzake het meten van de verandering van de
behandeling gedurende het verslagjaar is afgesloten en het aantal patiënten
ernst van de problematiek (wat de Mesdag ook doet bij extern verblijvende
dat gedurende het gehele verslagjaar in behandeling was, komt het
patiënten), terwijl de context van IGz de somatische screening beslaat (dat
percentage op 92%.
gebeurt door de instelling waar de externe patiënten verblijven, niet door de
Mesdag zelf). Deze prestatie-indicatoren Forensische Psychiatrie / DForZo
Om al dan niet een verandering in delictrisico vast te kunnen stellen middels
gegevens zijn vrijgegeven via de webenquête DigiMV. Onze resultaten op de
voornoemde instrument, dan zijn minimaal twee metingen nodig. Ten aanzien
indicatoren zijn openbaar en te raadplegen via www.jaarverslagenzorg.nl.
van 197 patiënten gaat op dat er minimaal 2 metingen zijn verricht met de
HKT-30. Bij 140 van deze 197 patiënten is stabilisatie (71,1%) en bij 35
Toelichting verandering ernst van de problematiek
patiënten is een afname van het delictrisico vastgesteld (17,8%),
In 2013 waren er bij de Mesdag in totaal 238 patiënten in zorg, voor wie geldt
dat zij betreffende kalenderjaar langer dan 12 maanden opgenomen waren
Toelichting recidive
dan wel dat zij zijn uitgestroomd met een Onvoorwaardelijk Ontslag,
In 2013 heeft er geen recidive plaatsgevonden tijdens de strafrechtelijke titel.
Voorwaardelijke Beëindiging of Proefverlof. Van deze populatie is bij 227
In dergelijke gevallen ontvangt het FPC informatie hieromtrent vanuit o.a. de
patiënten zowel in 2013 als in 2012 gemeten middels een instrument dat
politie, de reclasseringsorganisaties, de patiënt zelf, zijn (sociale) netwerk
en/of het Veiligheidshuis.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 33 van 46
Bijlage 3; FORENSISCHE PRESTATIE-INDICATOREN / IGz
Over verslagjaar 2012 heeft DForZo de ‘oude’ Zichtbare Zorg prestatie-
Toelichting aantal separaties
indicatoren in zijn geheel uitgevraagd. Over 2013 is dit gesplitst gebeurd:
Binnen de forensische behandeling is het voorkomen van dwangmaatregelen
DForZo vraagt een deel uit middels de dataportal van Enigmatry en de
niet een doel op zich, maar eerder het laatste stadium in preventieve en
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz) vraagt een deel uit middels haar
deëscalerende behandelinterventies. Het doel van beveiligde zorg is primair
eigen webportal. Hoewel de definitie van een teller of noemer soms
om recidive dan wel (gewelddadige) incidenten te voorkomen. Om dit doel te
hetzelfde luidt, kunnen getallen verschillen. Zo is het door ons gehanteerde
bereiken kan het noodzakelijk zijn om de autonomie van de patiënt te
cijfer ‘het totaal aantal patiënten van wie de behandeling gedurende het
limiteren middels het opleggen van beperkende maatregelen, zoals
verslagjaar is afgesloten en het aantal patiënten dat gedurende het gehele
separeren, als de zorg en bescherming, rechtsorde en veiligheid in het geding
verslagjaar in behandeling was’ bij DForZo hoger dan het cijfer bij IGz. Dit
is. Het toepassen van beperkende maatregelen dient daarbij in verhouding te
omdat DForZo het uitvraagt inzake het meten van de verandering van de
staan tot het te bereiken doel en zal gebeuren met het minst ingrijpende
ernst van de problematiek (wat de Mesdag ook doet bij extern verblijvende
maar noodzakelijk geachte middel binnen de kader van de externe
patiënten), terwijl de context van IGz de somatische screening beslaat (dat
regelgeving.
gebeurt door de instelling waar de externe patiënten verblijven, niet door de
Mesdag zelf).Deze forensische prestatie-indicatoren / IGz zijn vrijgegeven via
De Mesdag volgt de gedachte van GGZ Nederland dat problemen kunnen
de webenquête DigiMV. Onze resultaten op de indicatoren zijn openbaar en
ontstaan wanneer ten onrechte dwang wordt toegepast, maar onderstreept
te raadplegen via www.jaarverslagenzorg.nl.
ook dat er problemen kunnen ontstaan als hulpverleners onterecht geen
dwang toepassen.
Toelichting medicatieveiligheid
De Mesdag beschikte in 2013 over een niet-elektronisch voorschrijfsysteem
In 2013 zijn 45 patiënten in totaal 116 keer gesepareerd geweest. De
(wel geautomatiseerd bewakingssysteem: Microhis). De doelstelling is om
gemiddelde duur van de separatie bedroeg 147 uren. Dat hoge gemiddelde
over te gaan naar een elektronisch voorschrijfsysteem.
wordt vooral veroorzaakt door 1 patiënt aan wie het gehele verslagjaar de
separatiestatus is toegerekend. Dat betekent niet dat hij alleen maar
ingesloten is geweest, maar deze patiënt verbleef ’s nachts in de separeer
voor zijn eigen veiligheid. De status is derhalve administratief niet veranderd.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 34 van 46
Ten aanzien van betreffende patiënt geldt een bijzonder veiligheidsvraagstuk
Alle nieuw opgenomen patiënten uit een Penitentiaire Inrichting dan wel uit
van de buitencategorie. Over hem is veelvuldig contact onderhouden met de
een ander FPC, zijn binnen 10 werkdagen na opname somatisch gescreend.
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGz), betrokken curatoren / wettelijk
vertegenwoordigers, in- en externe deskundigen in het forensische veld en
Patiënten die langer dan 1 jaar in zorg zijn worden niet structureel
het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). Zou de gemiddelde
opgeroepen voor een somatische screening. Dat is inhoudelijk niet
separatieduur gecorrigeerd worden op deze patiënt, dan bedraagt deze 72,5
noodzakelijk en in enkele gevallen zelfs gecontraïndiceerd i.v.m. hun
uren.
psychopathologie. Op individueel patiëntniveau wordt de afweging gemaakt
een patiënt somatisch wel of niet structureel te volgen naast alle
Toelichting somatische screening
mogelijkheden die er zijn om ad hoc in contact te komen met de Medische
Alle patiënten kunnen een appèl doen op de 24-uurs bezetting van de
Dienst. Van alle 182 patiënten die in 2012 in de kliniek hebben verbleven en
Medische Dienst van de Mesdag. Te allen tijde kan contact worden
langer dan 1 jaar een tbs-maatregel hebben (exclusief transmuraal), hebben
opgenomen met deze afdeling naast het structurele aanbod van het
er 175 een somatische screening ondergaan (96,2%).
verpleegkundigespreekuur, huisartsspreekuur en dagelijkse telefonische beluur.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 35 van 46
Bijlage 4; WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
1. Algemeen 2013
en ‘juiste’ leiden tot vragen over wat het goede en juiste is in deze specifieke
Alle onderzoekslijnen van de afdeling Onderzoek van FPC Dr. S. van Mesdag
situatie.
staan direct ten dienste van de kwaliteit van behandeling. In 2013 zijn de
Sinds 2010 wordt er in de Mesdag drie maal per jaar een themalunch
langlopende onderzoekslijnen bestendigd en uitgebreid. De onderzoekslijn
georganiseerd waarbij op een gestructureerde manier een moreel dilemma
naar het patiëntvolgsysteem (Routine Outcome Monitoring) is in 2013 een
uit de eigen praktijk wordt doorgesproken. Deze themalunches, moreel
nieuwe fase ingegaan door het testen van een zelfrapportage lijst voor
beraad (MB) bijeenkomsten, worden goed bezocht en gewaardeerd. Echter,
patiënten. Het doel van deze lijst is dat patiënten op een gestructureerde
de sociotherapie wordt daar nog onvoldoende mee bereikt. Er is vaak niet
manier hun behandelvoortgang kunnen evalueren. De vergelijking tussen de
voldoende personeel op de afdeling om van de afdeling af te gaan, ook is het
observatielijst IFBE ingevuld door het team en de zelfrapportagelijst IFBE-z
mogelijk dat er andere prioriteiten dan MB zijn voor sociotherapeuten.
kan gezien worden als input voor het afstemmen van ge:individualiseerde
Daarom is het idee ontstaan om binnen de sociotherapeutische teams, in
behandelingen. In 2013 is tevens de gereviseerde versie van het risicotaxatie
aanwezigheid van collega’s uit het multidisciplinaire behandelteam, iedere zes
instrument HKT-30, genaamd HKT-R, verschenen. FPC dr. S. van Mesdag is een
weken een moreel dilemma uit de eigen praktijk door te spreken. De vraag is
van de ontwikkelaars.
of bepaalde vormen van moreel beraad kunnen bijdragen aan een cultuur die
de motivatie van mensen om goede zorg te leveren onder moeilijke
2. Ethisch onderzoek: implementatie van moreel beraad en onderzoek naar
omstandigheden blijvend ondersteunt. En ook in hoeverre het in dialoog op
de effecten op de kwaliteit van de behandeling.
gestructureerde wijze met elkaar nadenken over morele dilemma’s bij kan
Onderwerp
dragen aan de verdere professionalisering van de discipline sociotherapie.
Werken in een FPC kan belastend zijn voor medewerkers. In de Mesdag komt
Effectieve teams zijn belangrijke pijlers van succesvolle organisaties, vooral
het vaak voor dat medewerkers zich geconfronteerd voelen met een moeilijke
voor degenen die werken in een dynamische omgeving.
beslissituatie. Ze vragen zich af wat zij behoren te doen wanneer zij ‘het
Naast de klinische noodzaak is er ook het wetenschappelijke belang om
1
goede’ en/of ‘het juiste’ beogen. Vragen die een beroep doen op ‘het goede’
1
Het ‘goede’ kan opgevat worden als een balans tussen verschillende
waarden en ‘het juiste’ als de uitkomst van toepassing van normen.
onderzoek te doen naar MB als methode om sociotherapeutische teams
verder te professionaliseren. Los van het belang van effectieve teams is er het
belang van empirisch onderzoek naar moreel beraad om te onderzoeken hoe
effectief MB is voor de verschillende doelen. Niet het onderzoek, maar
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 36 van 46
bruikbaarheid van het onderzoek en haar resultaten voor de praktijk en nut
thema. De themalunches worden binnen de kliniek goed bezocht, en positief
voor de belanghebbenden staan voorop. Dit promotieonderzoek gaat het
geëvalueerd. In 2013 zijn voorbereidingen getroffen voor het starten van een
implementatietraject zowel monitoren als faciliteren, en gaat hand in hand
promotieonderzoek naar de implementatie en effecten van MB op alle
met empirisch onderzoek naar de effecten van moreel beraad. Draagt moreel
sociotherapeutische afdelingen in FPC Dr. S. van Mesdag. In november 2013 is
beraad bij aan een weloverwogen afweging bij een moeilijk probleem én aan
de begeleidingscommissie gecompleteerd.
het behandelklimaat in de Mesdag? En als dit zo is, levert dit een verbetering
De werkgroep ethiek begeleidt ieder studiejaar een stagiaire wijsbegeerte. In
van de patiëntenzorg op?
2
2012-2013 wat dit Lotte koning die onderzoek deed naar de grens tussen ‘gek’
en ‘niet-gek’. Er is een themalunch plus een studiemiddag geweid aan dit
Partners
onderwerp. Harmke Visser (stagiaire wijsbegeerte 2013-2014) doet onderzoek
Vrije Universiteit, medisch centrum (VUmc) en Rijksuniversiteit Groningen
naar stigma en zal in 2014 bijdragen leveren aan zowel een themalunch als
studiemiddag
Onderzoekers
Swanny Kremer (Coördinator ethisch onderzoek, promovenda), prof. dr. Guy
3. Arousal meter (promotie-onderzoek)
Widdershoven (VUmc), Dr. Bert Molewijk (VUmc), prof. mr. dr. Anne Ruth
Onderwerp
Mackor (RUG), dr. Marinus Spreen en drs. Harry Beintema.
Het verminderen van drugsgerelateerd gedrag door middel van
neurofeedback.
Voortgang in 2013
In 2013 zijn er drie themalunches georganiseerd waarbij alle medewerkers
Verslaving wordt gezien als een tot chroniciteit neigende aandoening van
aan konden schuiven om mee te denken. De drie thema’s waren:
biopsychosociale aard, die de behandeling van TBS-gestelden ernstig kan
‘Seksualiteit’, ‘Autonomie, over de grens tussen ‘gek’ en ‘niet-gek’, en
verstoren. Tal van studies tonen aan dat middelenafhankelijkheid en -gebruik
‘Openheid: straffen of belonen.’ Ter plekke is met behulp van een
een van de belangrijkste risicofactoren is van recidive bij forensische
stappenplan een dilemma uitgewerkt met betrekking tot het betreffende
doelgroepen. Met de huidige stand van zaken doorlopen patiënten het TBStraject van instroom naar uitstroom, waarbij er specifieke zorgprogramma’s
2
Het effect op de patiëntenzorg wordt in kaart gebracht door middel van
patiënteninterviews.
worden gecombineerd met verslavingsbehandeling (integrated dual-diagnosis
treatment). Bij de behandeling van verslaving richt de focus zich voornamelijk
op cognitieve gedragstherapie, psycho-educatie en motiverende
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 37 van 46
gespreksvoering. Daadwerkelijk terugval in middelengebruik zorgt voor
gemeten wordt. De reacties op de plaatjes worden zowel voor als na de
onvoorspelbaarheid en op basis van handhaven van de orde en veiligheid
interventie gemeten. De verwachting is dat patiënten na de interventie
worden er beperkende maatregelen opgelegd. Echter wordt er tot heden nog
minder op de plaatjes zullen reageren. Ook worden scores op urinecontroles,
(te) weinig aandacht besteed aan de chronisch biologische component van
een aantal vragenlijsten en de IFBE bijgehouden gedurende de tijd van het
drugsverslaving. Tijdens de gangbare behandeling wordt er weinig rekening
onderzoek.
gehouden met het feit dat (neuro)fysiologische aspecten van verslaving en
Daarnaast zal er een controle groep zijn, die wel een EEG- en een ERP meting
daarmee gepaard gaande afwijkende hersenactiviteit, die niet door middel
krijgt, maar vervolgens geen neurofeedback-interventie.
van CGT behandeld kunnen worden. Deze afwijkende hersenfrequenties
liggen ten grondslag aan verslaving- georiënteerd gedrag (zoals het versneld
Voortgang 2013
reageren op verslavingsprikkels en craving).
In 2013 is het onderzoeksontwerp verder uitgewerkt. Door een samenwerking
Wanneer patiënten in de intramurale fase van hun behandeling zitten worden
met de UvT en het betrekken van Dr. Frank Donkers bij dit onderzoek is de
ze minder geconfronteerd met drugsprikkels. In verlofsituaties tijdens de
werktitel van dit onderzoek nu: Het verminderen van drugs-gerelateerd
resocialisatiefase is dit echter anders, en bestaat het gevaar dat patiënten
gedrag door middel van neurofeedback.
onvoldoende voorbereid zijn op de lichamelijke symptomen van verslaving
In 2013 heeft Drs. Sandra Fielenbach een 4-daagse cursus over neurofeedback
zoals craving. Deze symptomen kunnen ook na lange tijd van abstinentie nog
in Leuven, Belgie gevolgd. Ook heeft er een mini-stage in het babylab van de
optreden en tot terugval in middelengebruik kunnen leiden. Patiënten zijn
Uvt plaats gevonden.
zich hiervan echter vaak onvoldoende bewust.
In 2013 is er een aanvraag geschreven voor de Medisch Ethische
Toetsingscommissie te Brabant (verbonden aan de UvT). Dit is inmiddels aan
In deze studie wordt 30 patiënten met een as-1 diagnose
de commissie voorgelegd, en wordt er gewacht op een positieve beoordeling.
middelenafhankelijkheid een neurofeedback-interventie aangeboden. Door
middel van deze interventie worden hersenfrequenties, die door langdurig
Samenwerking FPC Veldzicht en FPC de Kijvelanden
drugsgebruik zijn veranderd, getraind, zodat deze weer gaan lijken op
De samenwerking met FPC Veldzicht heeft in 2013 plaats gevonden en is
hersenfrequenties van mensen die nooit verslaafd zijn geweest. Onderzocht
afgerond. In het kader van een opleiding tot klinisch psycholoog werd de
wordt of door middel van neurofeedback verslavingsgedrag kan afnemen.
arousal-meter gebruikt om de reactie van patiënten op alcohol-gerelateerde
Dit wordt getoetst door middel van een EEG-afname en een ERP-taak, waarbij
plaatjes te meten. De uitkomsten van deze studie liggen op dit moment nog
patiënten drugsgerelateerde plaatjes te zien krijgen en hun reactie hierop
ter analyse bij de betreffende onderzoekers. In 2013 is er een
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 38 van 46
samenwerkingsverband aangegaan met FPC De Kijvelanden. Bij een
Cultureel bepaalde persoonlijkheidskenmerken en gedragspatronen vormen
onvoldoende participatie van het aantal patiënten in de Mesdag, wordt de
een belangrijke factor in de behandeling in de geestelijke gezondheidszorg en
werving van patiënten vervolgd in FPC De Kijvelanden. worden.
in de forensische psychiatrie.
Diverse rapporten wijzen op de noodzaak om zorg op maat te bieden aan
Congressen & Publicaties
allochtonen (Raad voor Volksgezondheid en Zorg, 2000; Commissie Visser,
Er is een presentatie in de vorm van elevator-pitch gegeven op het Lentis
2006). Onderzoek is nodig om te bepalen wat daarvoor nodig is.
Research congres, oktober 2013.
Centrale vraag in deze onderzoekslijn is: welke rol spelen culturele factoren
tijdens de tenuitvoerlegging van de tbs-maatregel met dwangverpleging? In
Partners 2014
diagnostiek en risicotaxatie, behandeling en bejegening (= culturele
Universiteit van Tilburg /FPC De Kijvelanden
competenties van de instelling als geheel).
Onderzoekers
Voortgang 2013
drs Sandra Fielenbach (promovenda), prof. dr. Stefan Bogaerts, dr. Marinus
In 2013 zijn enkele FSNA’s afgenomen om de “interculturele sensitiviteit” van
Spreen en dr. Franc Donkers.
deze methode te bestuderen. Eind 2015 worden de resultaten verwacht.
Daarnaast is er een artikel ingediend bij het Maandblad Geestelijke
4. Interculturalisatie in de forensische zorg
volksgezondheid waarin de culturele sensitiviteit van risicotaxatie instrument
Het aantal allochtone patiënten binnen de Nederlandse Tbs-inrichtingen
onderwerp van analyse was. .
neemt steeds meer toe. Ook de FPC dr. S. van Mesdag staat voor de opgave
met een grotere culturele diversiteit van patiënten om te gaan. Bijna de helft
Partner(s)
van alle patiënten met psychotische kwetsbaarheid in onze kliniek geboren is
Het onderzoek is een intern onderzoek.
in het buitenland. Eind 2011 blijken de patiënten die in de kliniek verblijven
afkomstig te zijn uit 36 verschillende landen. Van alle patiënten is 48,5% van
Onderzoeker
allochtone afkomst. Hierbij is rekening gehouden met zowel eerste als tweede
Drs. M. van den Berg
generatie allochtonen. De grootst vertegenwoordigde, niet-westerse
allochtone groepen zijn afkomstig uit Suriname (10,8%) en Marokko (6,8%).
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 39 van 46
5. Onderzoekslijn patiëntvolgsysteem (Routine Outcome Monitoring)
vanwege de benodigde statistiek en methodologie maar heel langzaam tot
Doel onderzoekslijn
ontwikkeling terwijl er in principe een groot potentieel is. Een belangrijke
Het doel van deze onderzoekslijn is om per patiënt zijn individuele
onderzoekslijn is N=1-methodologie ontwikkelen: in individuele gevallen
behandeling op een gestandaardiseerde en formele wijze te evalueren.
kunnen aangeven of er vooruitgang is en of er duidelijke indicaties zijn voor
Hiertoe wordt het Instrument voor Forensische Behandelevaluatie (IFBE) om
een causale samenhang daarvan met de gegeven behandeling (interventies).
de zes maanden voor een Multidisciplinair Behandelbespreking (MDB) door
De ontwikkelde N=1 methodiek is toegepast in een patiënt volg systeem dat
het gehele team en de zelfrapportage lijst van de IFBE voor patiënten (IFBE-z)
bestaat uit een vragenlijst (Instrument voor Forensische Behandelevaluatie
door de patiënten ingevuld. Daarnaast vullen de netwerkleden van de patiënt
(IFBE)) die elke behandelbespreking door alle betrokken behandelaars
de netwerkrapportage lijst van de IFBE (FSNA/IFBE-n) op jaarlijkse basis in.
ingevuld wordt. Het doel van het PVS is het op gestructureerde wijze
Deze gemeenschappelijke informatie wordt gebruikt om de behandeling
evalueren van de behandeling op N=1 niveau, dit wordt ook wel routine
verder vorm te geven. De kern van de IFBE zijn de 14 K-items van het
outcome monitoring (ROM) genoemd. Met de verzamelde data zullen
risicotaxatie instrument HKT-R. Deze onderzoekslijn bestaat uit 3
vervolgens ook op groepsniveau behandelonderdelen en zorgprogramma’s
deelgebieden.
geevalueerd gaan worden.
Deelgebied 1: N=1 methodiek en het Patient Volg Systeem(PVS) (promotie
Partner
onderzoek)
Forensische psychologie, Universiteit van Tilburg.
Onderwerp
N=1 staat voor: het aantal onderzochte mensen (in onderzoekstermen: N) is
Onderzoekers
één. Dus het gaat over één persoon. De overgrote meerderheid van
Drs. Erwin Schuringa, Dr. Marinus Spreen, prof dr Stefan Bogaerts
behandelevaluatie-onderzoek gaat over groepsvergelijkingen (van wel
(Universiteit Tilburg)
behandelde met niet of anders behandelde mensen). Dat is uitermate belangrijk onderzoek, maar daarnaast blijft de vraag: of er in het individuele geval
Voortgang in 2013
een redelijke indicatie is te geven voor de werkzaamheid van een behandeling
In 2013 is een artikel over de betrouwbaarheid van de IFBE aangeboden aan
(causaal verband tussen behandeling en gebleken vooruitgang op
Journal of Forensic Psychology Practice en na een review aangepast en
bijvoorbeeld tests en inzake gedrag)? Daartoe is de zogenoemde N=1-
opnieuw ingestuurd en geaccepteerd. De publicatie wordt verwacht in 2014.
methodiek ontwikkeld. Deze bestaat in aanzet sinds de jaren ‘70, maar komt
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 40 van 46
In 2013 zijn er presentaties over de IFBE gegeven op twee internationale
Partners
congressen, te weten: IAFMHS congres te Maastricht en het IALMH te
Het betreft een promotieonderzoek in samenwerking met de Rijksuniversiteit
Amsterdam. Op nationaal niveau is er een presentatie gegeven op het HKT-R
Utrecht, Universiteit van Tilburg en Stenden Hogeschool Leeuwarden.
symposium te Eindhoven en op het Lentis Research symposium te Zuidlaren.
Daarnaast betreft het een intern Mesdagonderzoek.
Daarnaast is er nog een voorlichtingsbijeenkomt op de FPA Zuidlaren gegeven.
Onderzoekers
Deelgebied 2: Forensische Sociale Netwerkanalyse (FSNA)
Dr. Marinus Spreen, drs. Marlies van de Berg, drs. Lydia Pomp (promovenda,
Onderwerp
Stenden Hogeschool), prof. dr. Stefan Bogaerts (Universiteit van Tilburg) en
Het sociale netwerk van een patiënt is een belangrijke forensische factor. Zo
prof dr Beate Völker (Universiteit Utrecht).
speelt het netwerk van een patiënt in de meerderheid van de gevallen een
belangrijke rol in de aanloop tot het delict (falen van de preventie). Daarnaast
Voortgang in 2013
speelt het netwerk een belangrijke rol in de resocialisatie en
In 2012 is een start gemaakt om de FSNA te implementeren in het
risicomanagement. Tot op heden komt de invloed van het sociale netwerk als
patiëntvolgsysteem (ROM). Doel is het integreren van de FSNA in het kader
factor in de bestaande risicotaxatie-instrumenten slechts beperkt aan de
van de sociale diagnostiek en het patientvolgsysteem. Het motto is: Uitstroom
orde. Dit deelgebied betreft het sociale netwerk van de patiënt binnen en
begint bij de instroom. Hiervoor wordt een vragenlijst door de patiënt en al
buiten de kliniek. Middels interviews met patiënten en enkele van hun net-
diens netwerkleden ingevuld. Door de netwerkleden herhaaldelijk tijdens de
werkleden wordt onderzocht welke netwerkpersonen en omstandigheden in
behandeling te vragen om over de voortgang van de patiënt te rapporteren,
het individuele geval bijdragen aan vermindering of toename van
wordt ook het netwerk van de patiënt betrokken bij de behandeling en de
delictgevaar. Een belangrijk aandachtspunt in dit onderzoek is het
ROM. In 2013 zijn ongeveer 20 FSNA’s afgenomen. De resultaten hiervan
ontwikkelen en evalueren van hierop gebaseerde
worden eind 2014 geanalyseerd.
risicomanagementinterventies. Interventies bestaan uit afspraken met patiënt
en netwerkleden over het toekomstig leven, eventueel in de vorm van
Voortgang promotieonderzoek in 2013
levensloopbegeleiding.
In 2013 is het artikel “The social networks of personality disordered forensic
psychiatric patients” geaccepteerd in het tijdschrift “Journal of Social Work”.
Het artikel wordt in 2014 gepubliceerd.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 41 van 46
Deelgebied 3: IFBE-Zelfrapportagelijst
Partner
Van de huidige versie van de IFBE is er in 2013 een zelfrapportagelijst
Alle FPC’s in Nederland
ontwikkelt, genoemd IFBE-Z. De IFBE-Z bevat ongeveer dezelfde items als de
IFBE, en geeft de patienten door middel van zelfrapportage de mogelijkheid
Onderzoekers
om hun visie op hun gedrag en behandeling te geven. De IFBE-Z zal de eigen
dr. Marinus Spreen, drs E. Schuringa, prof dr. S. Bogaerts
bijdrage van een MDB niet vervangen, maar geeft patienten de mogelijkheid
om op een gestructureerde manier hun eigen functioneren te evalueren.
Voortgang in 2013
De IFBE-Z is in 2013 door middel van een pilot-studie voorgelegd aan
In 2013 is het landelijke project HKT-revisie afgerond. Dit project is
ongeveer 60 patienten. De respons op de zelfrapportagelijst vanuit de
gefinancierd met behulp van een innovatiesubsidie van DJI waarin FPC dr. S.
patienten was zodanig hoog, dat er besloten is om de IFBE-Z verder te
van Mesdag penvoerder is (projectleider: dr. M. Spreen). Er zijn in totaal 347
ontwikkelen en te implementeren in het patienten volg systeem (PVS).
landelijke dossiers van ex-patiënten die in de jaren 2004- 2008 ontslag hebben
Statistische analyse heeft uitgewezen dat de zelfrapportagelijstlijst over
gekregen gescoord. In 2013 is de handleiding geschreven en de dataset
voldoende betrouwbaarheid en validiteit beschikt. Naar aanleiding van de
geanalyseerd. Het uiteindelijke instrument HKT-R is in 2013 geintroduceerd.
pilot zijn er een aantal wijzigingen gemaakt in de zelfrapportagelijstlijst,
waarna de lijst gepresenteerd is aan behandelaren en patiënten. In 2014
In 2013 is de handeleiding verschenen als pdf-file. In 2013 heeft dr. M. Spreen
wordt de IFBE-Z deel van het PVS en eind 2014 zal de IFBE-Z opnieuw
gastcolleges Risicotaxatie gegeven bij de Master Forensische Psychologie van
geëvalueerd worden
de Universiteit Tilburg, Klinische Psychologie aan de Rijksuniversiteit
Groningen, de opleiding tot Verpleegkundig Specialist en de master
6. Risicotaxatie onderzoek
Recherchekunde van de Politie Akademie. Daarnaast is een HKT-R cursus
Onderwerp
gegeven aan FPA De Grote Batelaar.
Risicotaxatie is een verplicht onderdeel van het vrijhedenbeleid en de
kwaliteit van de risicotaxaties is structureel onderwerp van onderzoek. In FPC
7. Riskmanagement in Forensic Mental Health Nursing / Vroegsignalering
dr. S. van Mesdag wordt gebruikt gemaakt van de HKT-30 als instrument voor
(promotie onderzoek)
geweldsdelinquenten en de SVR-20 voor zedendelinquenten.
Onderwerp
De Methode Vroegsignalering, vroegsignalering met behulp van
signaleringsplannen, stelt tot doel dat patienten en sociotherapie
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 42 van 46
samenwerken in het identificeren, beschrijven en evalueren van patiënt zijn
Onderzoekers
persoonsgebonden vroege waarschuwingssignalen van agresssie. Deze
Dr. Frans Fluttert, Dr. Berno van Meijel, Prof. Dr. Henk Nijman, Prof. Dr. Stal
methode is toegepast en bestudeerd bij de totale patienten populatie van de
Bjorkly (Noorwegen), Drs. Mirjam van Leeuwen en Prof. Dr. Mieke Grypdonck.
FPC Dr. S. Van Mesdag. Onderzoek is gedaan naar het effect van de methode
Voortgang in 2013
op het aantal separaties en de ernst van agressie bij incidenten in de kliniek.
De resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd op internationale
Daarnaast is op het niveau van sociotherapie bestudeerd wat de relatie is
seminars en congressen in Duitsland, België India, Nederland en Noorwegen.
tussen vroegsignalering en de mate van betrokkenheid versus afstandelijkheid
De promotie Van 2011 heeft geleid tot diverse aanvragen voor lezingen,
van medewerkers naar hun patienten. Tenslotte is een vroegsignaleringslijst
educatie activiteiten en (inter)nationaal samenwerking aanvragen en
3
(FESAI ) ontwikkeld die dient ter ondersteuning van het ontwerpen van een
internationaal is gepubliceerd in review tijdschriften en boeken.
signaleringsplan.Resultaten tonen aan dat Vroegsignalering significant
Mede dankzij dit promotieonderzoek heeft de Forensisch
bijdraagt aan het terugdringen van: het aantal separaties en de ernst van
Verplegingswetenschapper de volgende posities: (1) Research Supervisor bij
agressie tijdens incidenten. Toepassing van de FESAI heeft aangetoond dat
het Centre for Forensisc Psychiatry van de universiteit van Oslo en (2)
zowel observeerbare als niet-observeerbare gedragingen belangrijke vroege
Ass.Professor bij Molde University College (Noorwegen). Daarnaast is er
waarschuwingssignalen kunnen zijn in gedragsontregeling.
internationaal toenemende belangstelling voor samenwerking op het gebied
van training en onderzoek in het raamwerk van Early Recognition Method
Partner(s)
[ERM]. In de manual van de vernieuwde HCR-20-V3 staat de ERM vermeld als
Vervolgonderzoeken binnen het raamwerk (2013). Het onderzoek
evidence-based risk management methode. Binnen het raamwerk van
‘Vroegsignalering’ is in 2012 gestart in Noorse forensische instituten en in het
Vroegsignalering zijn vervolgonderzoeken verricht door studenten van de
gevangeniswezen in Oslo in samenwerking met Centre of Forensic Psychiatry
Hanzehogeschool, Saxion Hogeschool en de Hogskolen Stavanger,
van de Oslo University en Bredtveit Prison, Oslo en de gevangenis Hustad,
Noorwegen. .
Frana en de Molde University College, allen in Noorwegen.
8. Early Recognition Method, Norwegian Pilot Project Research
Onderwerp
3
FESAI = Forensic Early Signs of Aggression Inventory
De Early Recognition Method [ERM], zoals beschreven bij punt 1, wordt in een
Noorse forensische kliniek toegepast waarbij alle patienten (n=18) van de
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 43 van 46
‘secured wards’ individueel nauwgezet bestudeerd worden op hun gedrag
9. EViPRG eDelphi study ‘Coercion in European Psychiatry’
voor en tijdens ERM. Patienten die van de klinische behandeling overgaan
Onderwerp
naar de ambulante fase blijven in het onderzoek en worden gevolgd binnen
Binnen de European Violence in Psychiatry Research Group [EVIPRG] is een
de criteria van het ERM onderzoek. Tegelijk wordt bestudeerd wat de relatie
multi centre onderzoek gestart naar de toepassing van dwangmaatregelen in
is tussen ‘early warning signs’ en ‘criterion based signs’, zoals beschreven een
(forensisch) psychiatrische instellingen in Europa in 18 landen. De Forensisch
SAFE project van Prof. Dr. S. Bjorkly.
Verplegingswetenschapper is lid van de Board of Directors van de EVIPRG en
In 2013 is een Phd-traject gestart met ERM als onderzoeksonderwerp.
nadrukkelijk betrokken bij dit onderzoek.
Partners
Partners
Research Centre Ulleval Oslo University, Vestre Viken Hospital Trust en FPC
Het onderzoek staat onder leiding van Prof. dr. Cowman van het Royal College
Dr. S. Van Mesdag door betrokkenheid van Frans Fluttert.
of Surgeons, Dublin, Ierland en vindt plaats binnen de EVIPRG
onderzoeksgroep. Dr. Frans Fluttert is de co-onderzoeker en contactpersoon
namens Nederland.
Onderzoekers
Gunnar Eidhammer MSc, Dr. Frans Fluttert (co-promotor) en Prof.dr. Stal
Bjorkly (promotor).
Voortgang
De (electronische) eDelphi vragenlijst is vertaald en gevalideerd voor
toepassing in 18 Europese landen. Van deze landen zijn data verzameld dat
Voortgang in 2013
e
De pilotfase van het onderzoeksproject is verlengd, de 1 onderzoeker, G.
heeft geleid tot een respons van 2418 deelnemers. De data worden
Eidhammer, is als promovendus bij dit project aangesteld en de positie van
geanlyseerd en voorbereid voor internationale publicaties.
Frans Fluttert als lid van de stuurgroep en in de functie van ‘Research
supervisor’ is geformaliseerd.
Eidhammer en Fluttert hebben de volgende meetinstrumenten vertaald en
gevalideerd voor toepassing in het Noors: (1) EssenCES-NOR, voor het meten
van ‘teamclimate’, (2) FESAI-NO, beschrijving van 44 vroege
waarschuwingssignalen van agressie en (3) PCQ-NO, instrument voor het
meten van afstand-nabijheid van medewerkers tot patienten.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 44 van 46
Bijlage 5; PUBLICATIES
Bogaerts, S., Spreen, M., Horváth, Z., Polak, M.S., & Cima-Knijff, M.J. (2013).
Fluttert F.A.J. (2013). Strategia de Management a Riscului prin “Metoda
Career criminality, childhood experiences and adult personality among
Recunoasterii Precoce”, In: Agresi Vitatea. Adriana Mihai. Editura Risoprint,
forensic patients in the Netherlands. In J.B. Helfgott (Ed.), Criminal Psychology
Cluj Napoca, Romania.
(pp. 381-402). Westport: Praeger.
Fluttert, F. (2013) Risicobeheersing en zelfmanagement ‘Riskmanagement and
Brand E, Ter Horst P & Spreen, M. (2013). Behandelevaluatie met behulp van
selfmanagement’, Hoofdstuk 27 in: Werken in gedwongen kader [Methodiek
klinische risicotaxatie. Leefklimaat in de klinische forensische zorg. In: J. van
voor het forensisch sociaal werk]. Menger, Krechting & Bosker, Uitgeverij SWP
Vliet (red.) Leefklimaat in de klinische forensische zorg, Amsterdam: SWP;. 328
Amsterdam.
– 340.
Hakvoort, L., Bogaerts, S. Thaut, M., & Spreen, M (2013). Influence of music
Eidhammer, G., Fluttert, F., Knutzen, M. & Bjørkly S. (2013). Early Recognition
therapy on coping skills and anger management in forensic psychiatric
Method – ERM Pilotfase 2 – 2009-2013. Kompetansesenter for sikkerhets-,
patients: An exploratory study. International Journal of Offender Therapy and
fengsels- og rettspsykiatri Helseregion Sor-Ost.
Comparative Criminology , 1-27, DOI: 10.1177/0306624X1351678
Fluttert F., B. Van Meijel, S. Bjørkly, M. Van Leeuwen, H. Nijman, M.
Kamphuis, J., Dijk D.J., Spreen, M, Lancel, M (2013). The relation between
Grypdonck (2013). Early signs of inpatient aggression in forensic psychiatry: an
poor sleep, impulsivity and aggression in forensic psychiatric patients.
empirical investigation with the Forensic Early Signs of Aggression Inventory
Physiology & Behavior, 123, 168–173.
[FESAI].Journal of Clinical Nursing, Vol 22, 11-12, 1550-1558.
Koning, L. (2013), ‘Some philosophical thoughts on how psychopaths can
Fluttert FAJ, Eidhammer G., & S. Bjørkly (2013). The Blackbox of Aggression
harm without caring’. In ‘Filosofie in de psychiatrie’, GGzet wetenschappelijk,
unravelled by means of the Early Recognition Method. In: European Violence
jaargang 17, nummer 1, pp. 36-45.
Conference, Ghent
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 45 van 46
Kremer, S. (2013). ‘Pionieren met ethiek’, in Praktijken van normatieve
Kremer, S., Velde, van der W., en Wolf, H. (2013). ‘Erkenning in de forensische
professionalsering, onder redactie van Van Ewijk, H., en Kunneman, H.,
psychiatrie’, Journal of Humanistic Studies ‘Waardenwerk’, nummer 54-55,
Uitgeverij SWP, Amsterdam, pp. 97-115.
pp. 83-92.
Kremer, S. & Milders, F. (red.) (2013). ‘Filosofie in de psychiatrie’, GGzet
Matthijssen, S. (2013). ‘Symposium ‘Filosofie in de forensische psychiatrie’. In
wetenschappelijk, jaargang 17, nummer 1.
‘Filosofie in de psychiatrie’, GGzet wetenschappelijk, jaargang 17, nummer 1,
pp. 100-102
Kremer, S, Meijde van der, J., Winkel te, S., en Pomp, L. (2013). ‘Beschadigde
autonomie, (Hoe) valt autonomie te begrijpen in een forensisch psychiatrisch
Postma –van Sloten, C., Bootsma, M. & Spreen, M. (2013). Klinkende klanken.
centrum?’, Journal of Humanistic Studies ‘Waardenwerk’, nummer 52, pp. 89-
Een voorbeeld van een systemisch N=1 onderzoek naar behandelresultaten
98.
van muziektherapie. Tijdschrift voor vaktherapie, 3, 11-18.
Kremer, S. , Meijde van der, J., Winkel te, S. & Pomp, L. (2013). Beschadigde
Spreen, M. (2013). Gestapelde N=1 onderzoeken in de vaktherapie. Trending
autonomie. (Hoe) valt autonomie te begrijpen in een forensisch psychiatrisch
topic . Tijdschrift voor vaktherapie, 3, 19.
centrum? Ggzet Wetenschappelijk, 17, 1, 24-35.
Troquete, N. A. C. , van den Brink, R. H. S., Beintema, H. Mulder, T.,. van Os, T.
Kremer, S. & Pomp, L. (2013). Do we (have) to care, or just say ‘beware’?
W. D. P, Schoevers R. A. & Wiersma, D. (2013). Risk assessment and shared
Relational ethics and relational research in forensic psychiatry: two birds with
care planning in out-patient forensic psychiatry: cluster randomised
one stone? Ggzet Wetenschappelijk, 17, 1, 5-23.
controlled trial. The British Journal of Psychiatry, 202, 365–371.
Kremer, S., Stam, G., en Pomp, L. (2013). ‘Een systemische blik op een
Winkel, S. te (2013). ‘Free will, responsibility and forensic psychiatry. In
delictvrije toekomst? Sociale netwerkanalyse toegepast in een forensisch
‘Filosofie in de psychiatrie’, GGzet wetenschappelijk, jaargang 17, nummer 1,
psychiatrisch centrum’. Tijdschrift voor systeemtherapie, jaargang 25,
pp. 36-45.
nummer 4, pp. 211-224.
FPC Dr. S. van Mesdag
jaarverslag 2013
pagina 46 van 46