O U 1(92.4. C6795 BIBLIOTHEEK Colofon BIBLIOTHEEK BOUWDIENST RIJKSWATERSTAAT Bouwdienst Rijkswaterstaat Postbus 20.000 3502 L A Utrecht NR L~.b3Q&££&A. Opdrachtgever Rijkswaterstaat directie Z u i d - H o l l a n d Projectleider opdrachtgever ir. E.H. Ebbens Opdrachtnemer Bouwdienst Rijkswaterstaat Projectleider opdrachtnemer drs. A . Stolp Auteurs C E A , Bureau voor communicatie en advies over energie en milieu B.V. ir. LS. Steenwinkel, ir. C C . Florschiitz M B A en drs. H . J . M . Leenders Eindredactie Bouwdienst Rijkswaterstaat drs. A . Stolp Kwaliteitstoets Bouwdienst Rijkswaterstaat drs. H. Sarink Fotografie M e e t k u n d i g e Dienst Rijkswaterstaat Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 3 Rijksweg 13 (Doenkade) Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 4 Voorwoord Dit verkennend belevingsonderzoek is uitgevoerd in het kader van de Trajectnota/MER A16/13 TerbregsepleinKleinpolderplein. Het verkennend belevingsonderzoek heeft informatie opgeleverd over de manier waarop lokale betrokkenen de omgeving in het studiegebied waarderen en hoe zij aankijken tegen de verkeersproblematiek, met name ten gevolge van de filevorming op de A20 en de belasting van het onderliggend wegennet, in het gebied. Tevens zijn in het kader van dit belevingsonderzoek reacties van lokale betrokkenen geinventariseerd op de oplossingsvarianten die Rijkswaterstaat nog in studie heeft. Hieruit zijn beoordelingscriteria vanuit het aspect beleving afgeleid waarmee de concept-planalternatieven kunnen worden beoordeeld. Deze beoordelingscriteria zijn de criteria die lokale belanghebbenden hanteren bij het beoordelen van de verschillende oplossingsvarianten voor de verkeersproblematiek op de A20. Een woord van dank Dit rapport is tot stand gekomen in samenwerking met een groot aantal personen die hun medewerking hebben gegeven aan een interview. Zonder hun bijdragen had dit onderzoek niet kunnen plaatsvinden. Mede namens het interviewteam en onze opdrachtgever dank ik hierbij alle mensen die door middel van een interview aan het onderzoek hebben bijgedragen. Ik hoop dat zij dit rapport met plezier, maar vooral met herkenning zullen lezen. Henk Leenders Projectleider CEA Verkennend Belevingsonderzoek Terbregseplein-Kleinpolderplein, Rotterdam. Terbregseplein Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 7 Project A16/13 Samenvatting Achtergrondinformatie Rijkswaterstaat Z u i d - H o l l a n d , de G e m e e n t e Rotterdam en Stadsregio Rotterdam werken aan een gezamenlijke studie o m de verkeersproblemen op de A 2 0 tussen het Terbregseplein en het Kleinpolderplein aan te p a k k e n . De verkeersproblemen zijn filevorming, de belasting van het onderliggend w e g e n n e t , de verkeersveiligheid en de leefbaarheid. De procedure die daarvoor gevolgd wordt, is de z o g e n a a m d e trace/m.e.r.-procedure. In detrace/m.e.r.-studie Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein w o r d e n de gevolgen v a n beoogde ingrepen onderzocht. Het gaat o m t w e e concept-planalternatieven: • de verruiming v a n d e A 2 0 in combinatie met de aanleg van een provinciale w e g tussen de A 1 6 en de A 1 3 ; • de aanleg van een directe verbinding tussen de A 1 6 en A 1 3 (aanleg A 1 6 / 1 3 ) in combinatie met aanpassingen aan de A 2 0 (Startnotitie, 1996). De planalternatieven die beide in studie zijn, worden aan de hand van onderzoek naar diverse aspecten met elkaar vergeleken. O o k de effecten op mensen, zoals de sociale aspecten, w o r d e n onderzocht. Sociale aspecten w o r d e n in deze trace/m.e.r-studie door middel van een belevingsonderzoek onderzocht. In een belevingsonderzoek gaat het o m de waarden van de o m g e v i n g en mogelijke effecten daarop, zoals die worden beoordeeld d o o r lokale betrokkenen (zogenaamde 'public judgements') en dus niet o m oordelen van deskundigen ('expert judgements'). Het belevingsonderzoek richt zich op de wijze w a a r o p belanghebbenden de betekenis van de huidige o m g e v i n g en (mogelijke) veranderingen daarin beleven en zelf v e r w o o r d e n . Dit onderzoek is slechts een klein onderdeel van de totale m.e.r. en krijgt een plaats naast de diverse deskundigenstudies. Het belevingsonderzoek bestaat uit drie fasen: de belangenanalyse (fase 1), het verkennende belevingsonderzoek (fase 2) en het toetsend belevingsonderzoek (fase 3). In dit rapport w o r d e n de resultaten van het verkennende belevingsonderzoek Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein (fase 2) gepresenteerd. Doel en opzet verkennend belevingsonderzoek Het belevingsonderzoek brengt in kaart w a t de betekenis is van de huidige situatie vanuit de beleving van lokale belanghebbenden en w a t de effecten zijn van veranderingen o p die beleving. O p basis daarvan w o r d e n criteria geformuleerd die gebruikt kunnen w o r d e n voor de beoordeling van de g e n o e m d e planalternatieven. O m d a t in een belevingsonderzoek de leefwereld van de betrokkenen c e n traal staat, wordt gewerkt met de methode van semi-gestructureerde interviews. Dit zijn interviews met open vragen en zonder een vooraf vastgestelde vragenlijst. De interviews zijn uitgevoerd aan de hand van een aantal Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 8 vooraf bepaalde gespreksthema's. Hoe deze thema's w o r d e n i n g e v u l d , is aan de respondenten overgelaten. Deze kwalitatieve aanpak biedt de respondenten veel ruimte o m zelf aan te geven w a t zij belangrijk v i n d e n . O p basis van de bevindingen in de belangenanalyse zijn vier categorieen respondenten onderscheiden: bewoners, recreanten, agrariers en natuurlief hebbers. Uit deze categorieen zijn totaal 5 0 respondenten geselecteerd die bij het onderzoek zijn betrokken. Er is gebruik gemaakt v a n een selecte steekproef onder deze categorieen respondenten in 3 vooraf onderscheiden gebieden: het gebied Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander (gebied 1), het gebied Overschie (gebied 2) en het gebied Kralingen-Crooswijk en N o o r d (gebied 3), zie bijlage 3. Gebied 1 (Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander) is gesitueerd ten noorden en noordoosten v a n Rotterdam. Het w o r d t ten zuiden begrensd door de A 2 0 , in het noordoosten d o o r de plaatsen Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs, in het westen d o o r de Verlengde M o l e n l a a n , de AAolenlaan en de Terbregseweg. De wijk Prins Alexander ligt ten oosten van de A 1 6 . Kenmerkend v o o r dit gebied is de "rijkere" buurt van de wijk Hillegersberg ten noordoosten van de M o l e n l a a n . O o k k e n m e r k e n d is het Lage en H o g e Bergse Bos dat intensief gebruikt w o r d t als recreatiegebied. Gebied 2 (Overschie) is een wijk ten noorden van Rotterdam. Het g e b i e d Overschie w o r d t begrensd d o o r de A 2 0 in het z u i d e n , de wijk Hillegersberg/Schiebroek in het oosten, de D o e n k a d e (N209) in het noorden en de M a t l i n g e w e g in het westen. De A 1 3 naar Den H a a g doorkruist het gebied Overschie. In het gebied ten noordoosten van de wijk Overschie ligt de luchthaven Rotterdam. In het westen wordt de wijk begrensd d o o r de industriegebieden Rotterdam N o o r d w e s t e n Spaanse Polder. Gebied 3 (de wijken Kralingen-Crooswijk en Noord) is gesitueerd direct ten zuiden van de A 2 0 . Kenmerkend voor dit gebied zijn de dichte b e b o u w i n g in N o o r d , dicht tegen de A 2 0 , en de open structuur van KralingenCrooswijk. Ten oosten van N o o r d ligt Kralingen met de Kralingse Plas en het Kralingse Bos met volop recreatiemogelijkheden. Het onderzoek is uitgevoerd in de maanden juni en juli van 1 9 9 7 . Er is g e i n terviewd d o o r drie interviewteams van elk twee interviewers, waarvan de een interviewde en de ander het verslag maakte. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 9 In het onderstaande kaartje zijn de grenzen v a n het studiegebied weergegeven. Figuur 1: Overzicht van het studiegebied Onderzoeksresultaten verkennend belevingsonderzoek In het verkennend belevingsonderzoek is de betekenis onderzocht v a n de huidige situatie en veranderingen die daarin hebben plaatsgevonden en de oordelen over de verkeersproblematiek. O o k zijn reacties gevraagd o p de oplossingen die bij Rijkswaterstaat in studie zijn o m op die manier inzicht te krijgen in de aard van mogelijke effecten die z o u d e n kunnen optreden. Verder is naar aandachtspunten gevraagd v o o r het o n t w e r p van het alternatief. Belevingswaarden van de huidige situatie en veranderingen Gebied 1: Schiebroek/Hillegersberg, Pr.Alexander/Ommoord, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs Belangrijke belevingswaarden in gebied 1 zijn met name de landelijke o m g e v i n g maar toch met een grote stad in de directe nabijheid, de rust, de ruimte en het vele groen. De wijken Schiebroek en Hillegersberg w o r d e n als sociaal veilig ervaren. De leegstand van huizen in de wijk O m m o o r d geeft een enkele respondent een gevoel van sociale onveiligheid. O o k de vele voorzieningen in de buurt in gebied 1 w o r d e n positief beleefd. Overlast d o o r sluipverkeer w o r d t in gebied 1 als negatief beleefd. O o k w o r d t overlast door vliegverkeer ervaren. H e t o p e n b a a r vervoer w o r d t als goed beoordeeld. Gebied 1 w o r d t voorts gekenmerkt d o o r haar vele recreatiemogelijkheden (wandelen, fietsen, zeilen, golfen, etc.) maar ook d o o r de a a n w e z i g h e i d van natuurwaarden in het Lage en H o g e Bergse Bos en het plattelandsgebied ten noorden van de N 2 0 9 . Sociale contacten zijn een positief element bij de recreatieve functie van het gebied. De matige bereikbaarheid van het recreatiegebied en de t o e n e m e n d e recreatiedruk w o r d e n g e n o e m d als negatieve belevingswaarde in dit g e b i e d . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 10 Gebied 2: Overschie De files en de geluidsoverlast van de snelwegen w o r d e n in gebied 2 als negatief beoordeeld evenals de fietspaden en -tunnels en het openbaar vervoer. In dit gebied w o r d t met n a m e g e w e z e n o p het dorpse karakter van de wijk, toch dichtbij de stad en met g o e d e voorzieningen in de buurt. In het gebied zijn beperkte recreatiemogelijkheden en dit w o r d t als negatief beoordeeld. W e l is er aan de zuidrand van dit gebied een aantal volkstuincomplexen en een jachthaven. De bereikbaarheid van het gebied voor watersporters w o r d t als belangrijk element g e n o e m d . Bovendien zijn er mogelijkheden tot w a n d e l e n in de nabijgelegen parken. De gebruikers v a n deze recreatiemogelijkheden zijn hier positief over, alhoewel de jachthaven wel veel geluidsoverlast o n d e r v i n d t van de A 2 0 . Gebied 3: Kleiwegkwartier, Noord en Blijdorp O o k in gebied 3 w o r d e n het w o n e n dichtbij de stad en de voorzieningen in de buurt g e n o e m d als belangrijke belevingswaarden. Het gebied w o r d t gekenmerkt d o o r drukke straten maar t o c h rustig w o n e n in straten die w a t verder van de A 2 0 gelegen zijn. M e t name ten noorden van de A 2 0 w o r d t g e w e z e n op het vele g r o e n . Bovendien kenmerkt gebied 3 zich door diverse recreatiemogelijkheden dichtbij huis in het Kralingse Bos (fietsen, w a n d e len, etc.) en op de Kralingse Plas (zeilen, m o t o r b o t e n , etc.). Deze recreatiemogelijkheden w o r d e n d o o r de respondenten zeer gewaardeerd. Overlast w o r d t ervaren v a n sluipverkeer en ook geluidsoverlast van de snelw e g en belangrijke w e g e n in het onderliggende w e g e n n e t . Tevens w o r d e n stank en g e z o n d h e i d s p r o b l e m e n g e n o e m d als negatieve aspecten van de snelweg. De bereikbaarheid van de nabijgelegen s n e l w e g w o r d t als positief element g e n o e m d in gebied 3, maar ook de m o e i z a m e ontsluiting van het verkeer d o o r de files op de A 2 0 . M e t betrekking tot de natuurwaarde van het gebied w o r d t de barrierewerking van de A 2 0 voor dieren a a n g e g e v e n . Ter hoogte van de Oude Bovendijk Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 11 In tabel 1 is een overzicht weergegeven v a n de verschillende belevingswaarden v o o r de huidige situatie. Tabel 1: Belangrijke belevingswaarden per gebied gebied 1 Schiebroek/Hillegersberg (S/H), Pr. Alexander (PA)/ Ommoord (O). Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs gebied 2 Overschie gebied 3 Kleiwegkwartjer, Noord en Blijdorp Verkeer - overlast sluipverkeer - goed openbaar vervoer (PA/0)Verkeer Verkeer - overlast van files bij gebruik v a n d e A 1 3 - vooruitgang fietsmogelijkheden door aanpassing en aanleg fietspaden, onveilige fiets tunnel overbodig geworden - OV-verbinding met centrum van de stad onvoldoende Verkeer - overlast sluipverkeer - goede bereikbaarheid door nabij gelegen snelweg - ontsluiting verkeer uit de wijken slecht door files op A20 Recreatle/natuur - natuurlijk en landelijk karakter door aanwezigheid van veel groen en natuurgebieden - "buiten zijn" en sociale contacten op volkstuincomplexen - veel recreatie-mogelijkheden binnen gebied Recreatle/natuur Recreatie/natuur - beperkte recreatie- veel recreatiemogelijkheden in de mogelijkheden in de wijk wijk, o.a. wandelen, - sociale contacten op fietsen, watersport volkstuincomplexen en - rust en groen in in jachthaven recreatiegebieden, - wandelmogelijkheden in niet het gevoel dat nabijgelegen parken je dichtbij de stad zit - watersportgebieden Beleving verkeersproblematiek Lokaal betrokkenen zijn g o e d op de hoogte van de verkeersproblematiek maar een aantal betrokkenen ziet dit minder als een probleem omdat zij de files w e t e n te vermijden. Als men afhankelijk is van het gebruik van de w e g , w o r d e n de files als zeer problematisch ervaren. Vaak wordt dan een sluiproute g e n o m e n . V o o r een aantal wijken zijn de files problematisch v a n w e g e de belasting d o o r de verkeersdrukte en de problematische ontsluiting van de wijken. In het dorp Berkel en Rodenrijs is het sluipverkeer d o o r de files g o e d merkbaar en problematisch. S o m m i g e locaties op de A 2 0 w o r d e n als gevaarlijk b e s c h o u w d , zoals bijvoorbeeld de korte invoegstroken. M i n d e r dan de helft van de respondenten weet dat Rijkswaterstaat bezig is met de oplossing voor de verkeersproblemen. M e n vindt dit een goede zaak v a n w e g e de economische betekenis v a n de w e g e n , maar men twijfelt o o k soms aan de ' o p e n h e i d ' van de besluitvorming. Sommige respondenten zien Never dat andere oplossingen voor het fileprobleem worden bedacht, zoals beter openbaar vervoer en fiscale maatregelen. Reacties op concept-planaiternatieven O n d a n k s het feit dat de planalternatieven n o g niet definitief vastliggen, zijn de concept-plannen toch aan de respondenten voorgelegd. Het doel hierv a n is niet o m mensen een oordeel te laten vellen over deze planalternatiev e n in ontwikkeling, maar o m n o g specifieker inzicht te krijgen in w a t m e n sen waarderen in hun leefomgeving. D o o r concreet over mogelijke veranderingen te praten, wordt de respondent de mogelijkheid g e b o d e n o m n o g specifieker te verwoorden welke zaken hij in zijn leefomgeving Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 12 waardeert. Dit brengt niet alleen meer aspecten van beleving boven tafel maar verifieert tevens de al eerder g e v o n d e n aspecten. Daarnaast kan dit gespreksonderwerp ook informatie opleveren die nuttig kan zijn bij het detailleren van de verschillende planalternatieven. A a n de respondenten in gebied 1 zijn de concept-plannen v o o r d e a a n l e g van de A 1 6 / 1 3 v o o r g e l e g d . In de gebieden 2 en 3 zijn aan de respondenten de concept-plannen voor de verruiming van de A 2 0 g e t o o n d . Bij de presentatie van de c o n c e p t - p l a n n e n is uitgegaan van de informatie uit de startnotitie. Dit heeft tot g e v o l g g e h a d dat de aanleg van een regionale v e r b i n d i n g tussen het Terbregseplein en de N 2 0 9 , onderdeel van de c o n c e p t - p l a n n e n v o o r d e verruiming v a n de A 2 0 , niet tijdens de interviews is besproken. O m d a t de mogelijke aanleg van een w e g o p die plaats wel besproken is bij het tonen van de c o n c e p t - p l a n n e n voor de A 1 6 / 1 3 , heeft dit voor de uitkomsten van dit verkennende belevingsonderzoek geen significante g e v o l gen g e h a d . Gebied 1: Schiebroek/Hillegersberg, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs Pr.Alexander/Ommoord, Tijdens de aanleg van de A 1 6 / 1 3 verwacht men dat er geluidsoverlast en visuele hinder in het gebied zal ontstaan. Tevens verwacht men een t o e n a me van luchtverontreiniging met de daarbij behorende stankoverlast. Trillingen w o r d e n verwacht bij de aanleg van de rijksweg ondergronds en tenslotte w o r d t ook het verlies van landbouwgrond g e n o e m d als belangrijk probleem. Tijdens de aanleg verwacht men tevens verkeersstremmingen. N a de aanleg van de A 1 6 / 1 3 wordt een toenemende drukte o p de aanvoerw e g e n in gebied 1 verwacht, maar ook een betere ontsluiting van dit gebied (met name het plattelandsgebied). Tevens voorziet men het ontstaan van visuele hinder en geluidsoverlast als de w e g er eenmaal ligt. Bovendien verwacht men dat de A 1 6 / 1 3 een barriere zal v o r m e n voor mens en dier, hetgeen onder andere zal leiden tot een versnippering van het gebied. In het algemeen verwacht men hinder voor de natuur en het milieu. O o k een afname van de recreatiemogelijkheden in gebied 1 en de aantasting van natuurwaarden w o r d e n g e n o e m d . Tabel 2: Reacties op het concept-planaltematief Aanleg A16/13 AanlegA16/13 Wonen - ontstaan geluidsoverlast - ontstaan visuele hinder - toename luchtverontreiniging - ontstaan stankoverlast - ontstaan trillingen bij aanleg ondergronds Werken - verlies landbouwgrond Verkeer - toenemende drukte op aanvoerwegen - betere ontsluiting - optreden verkeersstremmingen tijdens aanlegfase Recreatle/natuur - ontstaan visuele hinder - ontstaan geluidsoverlast - versnippering gebied - afsluiting gebied en barrierewerking - hinder voor natuur en milieu - afname of verdwijnen recreatiemogelijkheden Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 13 Gebied 2 en 3: Overschie, Kleiwegkwartier, Noord en Blijdorp D o o r de verruiming van de A 2 0 zal het, volgens b e t r o k k e n e n , minder druk zijn en er zal minder geluidsoverlast zijn d o o r de rijksweg. M a a r bij het Kleinpolderplein verwacht men meer geluidsoverlast. O o k v e r w a c h t m e n minder sluipverkeer, wat minder overlast betekent v o o r het o n d e r l i g g e n d wegennet. M i n d e r files en een vlotte doorstroming van het verkeer w o r d e n v e r w a c h t bij de uitbreiding van de A 2 0 , maar ook een verkeersaantrekkende w e r k i n g en een verschuiving van het fileprobleem naar andere plaatsen o p de rijksw e g e n . M e n neemt aan dat tijdens de aanlegfase verkeersstremmingen z u l len optreden en noemt als aandachtspunt de sociale veiligheid van fietstunnels. V o o r de recreatieve functie verwacht men bij de verruiming van de A 2 0 minder geluidsoverlast. In gebied 2 verwachten de volkstuinbezitters en de eigenaren van een boot dat er d o o r o n d e r t u n n e l i n g van de A 2 0 veel minder geluidsoverlast zal zijn. D e watersporters vragen zich wel bezorgd af of de verruiming van de A 2 0 z o n d e r gevolgen zal zijn v o o r de watersport, m e n is b a n g dat de bereikbaarheid van andere watersportgebieden in gevaar komt. Andere effecten o p de volkstuinen, behalve a f n a m e van de geluidsoverlast, zijn niet g e n o e m d . Tabel 3 geeft een overzicht van de reacties op het concept-planalternatief Verruiming A 2 0 . Tabel 3: Reacties op concept-plan ,, verruiming A 2 0 Verruiming . . A20 Wonen minder drukte bovengronds minder geluidsoverlast meer geluidsoverlast Kleinpolderplein, omdat verkeer hier weer boven komt uit de tunnel vermlndering sluipverkeer Verkeer minder files, vlottere doorstroming verkeersaantrekkende werking verschuiven van het fileprobleem optreden verkeersstremmingen tijdens aanlegfase sociale veiligheid fietstunnels Recreatle/natuur minder geluidsoverlast afname van bereikbaarheid voor watersporters Beoordelingscriteria O p basis van de belevingswaarden die g e v o n d e n zijn v o o r de huidige leefo m g e v i n g en de reacties o p de c o n c e p t - p l a n n e n v o o r de verruiming v a n de A 2 0 en de aanleg van de A 1 6 / 1 3 , zijn beoordelingscriteria g e f o r m u l e e r d . Deze beoordelingscriteria kunnen w o r d e n gebruikt bij het beoordelen van de planalternatieven. Een overzicht van deze beoordelingscriteria per d e e l gebied is weergegeven in tabel 4. Deze criteria zijn geformuleerd o p basis van een beperkt aantal interviews en hebben o m die reden n o g geen definitieve status. In het vervolgonderzoek, het toetsende belevingsonderzoek, zal de juistheid en volledigheid van de hier gepresenteerde beoordelingscriteria worden geverifieerd onder een representatieve steekproef uit de bevolking. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 14 Tabel 8: Overzicht beoordelingscriteria Gebied 1 Gebied 2 Kwaliteit woon- en leefmilieu voorkomen van (extra) geluidsoverlast, zo mogelijk verminderen van geluidsoverlast voorkomen (extra) stankoverlast voorkomen trillingshinder bij aanleg van de weg * * • • 4 * * * 3. m • ••• •: • 4. • * 5. • 6. • • X X X X X X X X X X n.v.t X n.v.t. n.v.t X X X X X X X X X X X X n.v.t. n.v.t. X X X n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. X n.v.t. X n.v.t n.v.t X n.v.t. X n.v.t n.v.t. n.v.t X X Natuurwaarden voorkomen aantasting van natuur en milieu voorkomen barrierewerking en versnippering X X n.v.t n.v.t X X Sociale veiligheid aandacht voor veiligheid f ietstunnels X X n.v.t n.v.t. X X X Kwaliteit woonomgeving behoud landelijke, groene karakter behoud rustig wonen beperken visuele hinder verminderen van (overlast door) sluipverkeer behoud van (bereikbaarheid van) voorzieningen behoud/verbetering bereikbaarheid van het centrum van de stad 2. - Gebied 3 Recreatieve waarden behoud rust en groen behoud diversiteit recreatiemogelijkheden: • diverse recreatiemogelijkheden Lage Bergse Bos in stand houden: golfterrein, wandelen, fietsen, kanovaren, klimmuur, etc. • Kralingse Bos (o.a. wandelen en fietsen) en Kralingse Plas (watersport) • tweede huisjes en watersport op de Bergse Achterplas • fietsen en wandelen langs de Rotte behoud/verbetering bereikbaarheid recreatiegebieden voorkomen barrierewerking voor recreatievaart Verkeersafwikkeling/bereikbaarheid X ontlasting regionaal wegennet (afname sluipverkeer) beperken verkeersstremmingen tijdens aanleg X Gebied 1: Schiebroek/Hillegersberg, Gebied 2: Gebied 3: Berkel en Rodenrijs Overschie Kleiwegkwartier, Noord en Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 15 Pr.Alexander, Blijdorp X X X Bergschenhoek, 1 Inleiding 1.1 Achtergrond van de studie Rijksweg 16/13 Terbregseplein-Kleinpolderplein Files o p de A 2 0 tussen het Terbregseplein (A16) en het Kleinpolderplein (A13) leiden tot een t o e n e m e n d o p o n t h o u d voor het verkeer. Daardoor w o r d t de bereikbaarheid v a n Rotterdam en andere gebieden in de randstad meer en meer ondermijnd. Dit o p o n t h o u d is zeer kostbaar o m d a t de A 2 0 veel w o r d t gebruikt d o o r wegverkeer met een belangrijke functie voor de regionale en Nederlandse economie. Er spelen ook ander problemen die met het verkeersprobleem samenhangen. De verkeersveiligheid van de A 2 0 is o n v o l d o e n d e en er zijn ook problemen o p het gebied van de leefbaarheid langs de A 2 0 . Het onderliggend verkeerswegennet ondervindt problemen o m d a t het verkeer slecht w o r d t afgewikkeld. Hierdoor ontstaat er weer overlast voor o m w o n e n d e n . Samengevat gaat het dus o m vier hoofdproblemen: • de fileproblemen o p de A 2 0 tussen het Terbregseplein en het Kleinpolderplein; • de verkeersafwikkeling op het onderliggend w e g e n n e t ; • de verkeersveiligheid op het betreffende deel van de A 2 0 ; • de leefbaarheid en barrierewerking rond de A 2 0 en de A 1 3 . O m d a t de problemen o p de A 2 0 en het onderliggend wegennet invloed hebben o p elkaar, moeten mogelijke oplossingen op elkaar worden afges t e m d . D a a r o m w e r k e n Rijkswaterstaat Z u i d - H o l l a n d , de G e m e e n t e Rotterdam en Stadsregio Rotterdam gezamenlijke aan een studie o m b o v e n g e n o e m d e problemen aan te pakken. Dit is een zogenaamde tracestudie/milieu-effectrapportage. Deze trace/m.e.r.-procedure moet w o r d e n d o o r i o p e n o m tot oplossingen van de beschreven problemen te komen en daarbij een zorgvuldige besluitvorming mogelijk te m a k e n . 1.2 inhoud van het project Rijksweg 16/13 Terbregseplein- Kleinpolderplein De doelstellingen van het project Rijksweg 1 6 / 1 3 zijn: • het uitwerken van adequate, aanvaardbare en realiseerbare alternatieven voor de fileproblemen op de A 2 0 ; • het beoordelen van deze alternatieven op probleemoplossend v e r m o g e n met betrekking tot b o v e n g e n o e m d e hoofdproblemen, o p effecten op (onder meer) milieu, landschap, economie en ruimtelijke ordening en op de benodigde inspanning v o o r realisatie; keuze en besluitvorming volgens de trace/m.e.r.-procedure; via overleg in een o p e n planproces met belanghebbende instanties en burgers bij belangrijke mijlpalen; via een zorgvuldige en zo snel mogelijke a f w i k k e l i n g van de procedure. (Startnotitie Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein, 1996). Het resultaat van de studie is een trajectnota, waarin het M E R integraal zal worden opgenomen. • Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 16 1.3 Opzet van de trace/m.e.r.-studie Rijksweg 16/13 Terbregseplein-Kleinpolderplein De trace/m.e.r.-studie Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein is o p g e b o u w d uit een aantal fasen. Fase 1: Startnotitie De startnotitie v o r m t de formele start van de procedure en is stapsgewijs tot stand g e k o m e n . Daarbij is gewerkt volgens het z o g e n a a m d e open planproces. Dat betekent dat in een vroeg stadium overleg is gevoerd met diverse partijen. Dat zijn de betrokken overheden, overkoepelende belangenorganisaties, bewoners en bedrijven. Er zijn strategische werkconferenties m e t klankbordgroepen v a n overheden en belangenorganisaties g e h o u d e n . O o k zijn er informatie-bijeenkomsten v o o r lokale belanghebbenden belegd. D e p r o b l e e m v e r k e n n i n g en de oplossingsrichtingen zijn besproken en in verslagen vastgelegd. Het resultaat dat dit proces heeft opgeleverd is beschreven in de startnotitie Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein, die in december 1996 is gepubliceerd. In d e c e m b e r 1996 en januari 1997 heeft de inspraak plaatsgevonden. Fase 2: Trajectnota/MER In deze fase w o r d t de trace/m.e.r.-studie uitgevoerd. Dit houdt in dat de c o n c e p t - p l a n n e n die in de startnotie zijn gepresenteerd verder w o r d e n uitg e w e r k t tot definitieve planalternatieven en dat de effecten van deze planalternatieven in kaart w o r d e n gebracht. De resultaten van deze studie w o r d e n in de t r a j e c t n o t a / M E R gepresenteerd. N a publicatie van de trajectn o t a volgt een nieuwe ronde van voorlichting en inspraak. Fase 3: Ontwerp-tracebesluit De M i n i s t e r neemt, op basis van de t r a j e c t n o t a / M E R , adviezen van b e v o e g de instanties hierover en inspraakreacties, het ontwerp-tracebesluit. Dit besluit geeft aan welk planalternatief de voorkeur heeft van de Minister. Het ontwerp-tracebesluit w o r d t ter inzage gelegd w a a r n a opnieuw een inspraak- en adviesronde w o r d t georganiseerd. Fase 4: Tracebesluit In deze fase w o r d t het tracebesluit d o o r de minister vastgesteld. N a vaststelling is er n o g een mogelijkheid o m beroep tegen dit besluit aan te tekenen bij de Raad van State. Fase 5: Uitvoering en evaluatie De laatste fase is het uitvoeren van het besluit. Een evaluatie van de optredende milieu-effecten vindt plaats tijdens en na de uitvoering. 1.4 Overzicht van het studiegebied en conceptplanalternatieven De A 2 0 tussen het Terbregseplein en Kleinpolderplein maakt deel uit v a n de ruit o m Rotterdam, die w e e r deel uitmaakt van het landelijk h o o f d w e g e n net. Er sluiten enkele belangrijke verkeersaders aan op de ruit o m Rotterdam: de A 1 3 naar D e n H a a g , de A 1 5 , Nijmegen, de A 2 0 richting Utrecht en de A 1 6 richting Dordrecht en Breda. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 17 1.5 Het thema sociale aspecten binnen het project Rijksweg 16/13 Terbregseplein-Kleinpolderplein In de tracestudie/m.e.r. w o r d e n de gevolgen van de alternatieve o p l o s s i n gen onderzocht op diverse milieu-thema's. Deze thema's zijn: • verkeer en vervoer; • ruimtelijke ordening; • economie; • • milieukwaliteit; sociale aspecten; • • kosten; realiseringstermijn. Het belevingsonderzoek moet invulling geven aan het t h e m a sociale aspecten. V o o r ieder van de b o v e n g e n o e m d e thema's w o r d e n beoordelingscriteria opgesteld, waarmee de effecten van planalternatieven in kaart w o r d e n gebracht. Het belevingsonderzoek is dus een van de deelstudies van de trace/m.e.r.-studie. Het belevingsonderzoek brengt de effecten v a n planalternatieven in kaart voor het t h e m a 'sociale a s p e c t e n ' . V o o r het uiteindelijke eindoordeel over de planalternatieven w o r d e n alle effecten voor alle thema's per planalternatief op een rij gezet, hetgeen resulteert in een overzicht van voor- en nadelen. Dit overzicht dient mede als basis voor het kiezen van een van de alternatieven: het voorkeurstrace. Deze uiteindelijke keuze wordt gedaan d o o r de minister van Verkeer en Waterstaat. 1.6 Keuze onderzoeksaanpak voor het thema sociale aspecten Bij de sociale aspecten zijn in de startnotitie de volgende deelaspecten genoemd: • visuele hinder; • bereikbaarheid langzaam verkeer; • sociale veiligheid; • barrierewerking; • g e d w o n g e n vertrek; • bouwhinder. Het aspect ' g e d w o n g e n vertrek' is buiten dit onderzoek g e b l e v e n . D e z e gegevens worden onderzocht d o o r Rijkswaterstaat directie Z u i d - H o l l a n d . Het gaat hierbij o m strikte tellingen van personen. Deze informatie w o r d t uiteindelijk o p g e n o m e n in het M i l i e u Effect Rapport. Sociale aspecten kunnen via verschillende benaderingen o n d e r z o c h t w o r d e n . G r o f w e g kan er onderscheid gemaakt w o r d e n in kwantitatieve en kwalitatieve methoden. Kwantitatieve onderzoeksmethodes richten zich op datgene dat objectief meetbaar is. M e t behulp van de kwalitatieve m e t h o des wordt getracht de sociale realiteit zo n a u w k e u r i g mogelijk in kaart te brengen. Belevingsonderzoek b e h o o r t t o t d e laatste categorie. K e n m e r k e n d aan het belevingsonderzoek is dat niet de onderzoeker maar de mensen wiens w o o n - en leefmilieu het aangaat bepalen welke zaken relevant zijn o m in het effectenonderzoek mee te n e m e n . Het belevingsonderzoek richt zich op de wijze waarop belanghebbenden de betekenis van de huidige o m g e v i n g en (mogelijke) veranderingen daarin beleven en zelf verwoorden. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 18 1.7 Opzet belevingsonderzoek Het complete belevingsonderzoek dat in het kader v a n het project Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein w o r d t uitgevoerd, bestaat uit drie fasen. Fase 1: Belangenanalyse D o o r middel van telefonische enquetes zijn belangenorganisaties g e v r a a g d naar hun standpunten en belangen met betrekking tot dit o n d e r z o e k . Dit onderzoek is inmiddels uitgevoerd. Fase 2: Verkennend belevingsonderzoek Door middel van semi-gestructureerde diepte-interviews met verschillende lokale belanghebbenden w o r d t informatie v e r z a m e l d over hoe men de o m g e v i n g waardeert, hoe men tegen de verkeersproblematiek aankijkt en op basis van welke criteria men eventuele ingrepen in de o m g e v i n g b e o o r deelt. Deze fase is dus met name gericht o p de belevingswaarden van de huidige situatie en het opstellen van de essentiele beoordelingscriteria v a n uit die belevingswaarden. O p basis hiervan w o r d t een voorlopig beoordelingskader opgesteld v o o r het aspect Beleving. Fase 3: Toetsend belevingsonderzoek Tijdens dit onderzoek vindt een validering plaats v a n de beoordelingscriteria die tijdens het verkennende belevingsonderzoek zijn o p g e s t e l d . M e t andere w o o r d e n : er wordt d o o r middel van een enquete o n d e r een representatieve groep lokale betrokkenen onderzocht of het d o o r de onderzoekers o p g e stelde, voorlopig beoordelingskader compleet en juist is. O o k w o r d e n d o o r middel van de enquete de onderlinge g e w i c h t e n v a n de criteria vastgesteld. De volgende stap in het toetsend belevingsonderzoek is het bepalen van effecten van de concept-planalternatieven en een vergelijkende b e o o r d e ling van de concept-planalternatieven o p basis d a a r v a n . In dit rapport w o r d e n de resultaten van de t w e e d e fase, het v e r k e n n e n d e belevingsonderzoek, gepresenteerd. Het toetsend belevingsonderzoek voor het project Rijksweg 1 6 / 1 3 Terbregseplein-Kleinpolderplein zal in het v o o r jaar van 1998 w o r d e n uitgevoerd. 1.8 Doel van het verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 Het verkennende belevingsonderzoek brengt de kwaliteit v a n de l e e f o m g e v i n g in kaart zoals die beleefd w o r d t door mensen wiens l e e f o m g e v i n g het aangaat. Tevens w o r d t geinventariseerd hoe de v o o r g e n o m e n ingreep deze belevingswaarden kan bei'nvloeden. O p basis daarvan w o r d e n beoordelingscriteria geformuleerd die gebruikt k u n n e n w o r d e n v o o r de beoordeling van planalternatieven. In concreto betekent dit, dat de doelstellingen van dit v e r k e n n e n d belevingsonderzoek zijn: • een beschrijving van de huidige situatie en v e r a n d e r i n g e n ; • een voorlopig beoordelingskader; • het identificeren van aandachtspunten v o o r het detailontwerp v a n planalternatieven. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 19 In het onderstaand kaartje is het studiegebied weergegeven. Figuur 1: Overzicht van het studiegebied Er zijn t w e e planalternatieven in studie v o o r de oplossing van de verkeersp r o b l e m e n . Dat zijn de verruiming van de A 2 0 en de aanleg van een directe v e r b i n d i n g tussen de A 1 6 en A 1 3 (de A 1 6 / 1 3 ) . De verruiming van de A 2 0 houdt in dat tussen het Terbregseplein en het Kleinpolderplein de capaciteit w o r d t uitgebreid met in totaal 2x2 rijstroken. Per rijrichting zijn dan dus vijf rijstroken beschikbaar. Het verkeer dat bij de aansluitingen R o t t e r d a m - C e n t r u m en Crooswijk de w e g verlaat of de w e g op w i l , krijgt t w e e rijstroken, de overige drie zijn voor het doorgaande verkeer bestemd. V a n het Terbregseplein tot iets ten oosten van het veilingviaduct w o r d t de uitbreiding bovengronds gerealiseerd, van het veilingviaduct tot de N o o r d e r b o c h t via een tunnel. Het uit te breiden deel van de A 2 0 is bestemd v o o r het d o o r g a a n d e verkeer (met uitzondering van het vervoer van explosie gevaarlijke stoffen); het lokale verkeer maakt gebruik van de gereconstrueerde bestaande w e g . Bij de verruiming van de A 2 0 is er ook sprake van een aan te leggen regionale verbinding tussen het Terbregseplein en de N 2 0 9 . Tijdens dit belevingsonderzoek is deze regionale verbinding, in combinatie met de verruiming van de A 2 0 , niet aan de respondenten v o o r g e l e g d (zie ook paragraaf 2.6). De aanleg van een directe verbinding tussen de A 1 6 en de A 1 3 bevat de aanleg van 2x2 rijstroken. Een ruimte-reservering voor een eventuele t o e komstige extra strook w o r d t in het o n t w e r p o p g e n o m e n . Deze A 1 6 / 1 3 w o r d t z o d a n i g v o r m g e g e v e n dat het doorgaande verkeer zoveel mogelijk via deze w e g kan w o r d e n a f g e w i k k e l d . De A 2 0 zal bij dit planalternatief w o r d e n g e h a n d h a a f d in de bestaande v o r m maar o p een aantal kritische punten w o r d e n verbeterd o m de verkeersveiligheid te v e r h o g e n . In het onderstaand kaartje w o r d t de uitbreiding van de capaciteit van de A 2 0 weergegeven. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 20 Figuur 2: Overzicht uitbreiding capaci- Legenda teit A 2 0 tunnel — ^ regionale verbinding {indicarjef) verbreding Bij het alternatief A 1 6 / 1 3 zijn twee tracevarianten in beeld. Een van de varianten is grotendeels gesitueerd aan de buitenkant van het Bergse Bos op een hoogte van ongeveer drie meter b o v e n het niveau v a n de o m g e v i n g , waardoor verbindingen voor plaatselijk en langzaam verkeer onder de nieuwe rijksweg doorgevoerd k u n n e n w o r d e n . De tweede variant is getraceerd tussen het Lage Bergse Bos en de Noordoostelijke bebouwingsgrens van de wijk Hillegersberg. Deze variant zal ongeveer zes meter verdiept w o r d e n aangelegd en zal w o r d e n afgedekt met een ongeveer een meter dikke g r o n d l a a g , w a a r d o o r begroeiing m o g e lijk is. Vanaf de Verlengde M o l e n l a a n tot aan de A 1 3 verloopt de A 1 6 / 1 3 o n g e veer parallel met de D o e n k a d e (N209). De nieuwe rijksweg kan deels ten zuiden, deels ten noorden v a n de D o e n k a d e w o r d e n gesitueerd. O p pagina 22 zijn de mogelijke tracevarianten voor de A 1 6 / 1 3 weergegeven. 1.9 Opbouw van het rapport Hoofdstuk t w e e gaat in o p de opzet van het onderzoek en de uitvoering ervan. In hoofdstuk drie w o r d t beschreven hoe de respondenten hun leefo m g e v i n g waarderen; z o w e l de huidige situatie als veranderingen daarin. In hoofdstuk vier staan de m e n i n g e n van de respondenten over de huidige verkeersproblematiek op de A 2 0 en het o n d e r l i g g e n d w e g e n n e t centraal. Vervolgens w o r d t in hoofdstuk vijf een overzicht g e g e v e n v a n manieren waarop de v o o r g e n o m e n ingrepen in de beleving v a n respondenten effect zou kunnen hebben op de kwaliteit van het w o o n - en leefmilieu. Hoofdstuk zes geeft nogmaals een overzicht van de belangrijkste belevingswaarden. Vervolgens w o r d t het voorlopige beoordelingskader, dat is a f g e leid uit de hoofdstukken 3 , 4 en 5, gepresenteerd. Daarna v o l g e n in h o o f d stuk 7 de algemene conclusies en aanbevelingen v o o r verder onderzoek en aandachtspunten v o o r o n t w e r p . Bij het schrijven van het rapport is dankbaar gebruik g e m a a k t van teksten die zijn geschreven in eerder gepubliceerde rapporten (Stolp cs, 1996 en N a g e l c s , 1997). Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 21 N a g e l c s , 1997). Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 22 2. Opzet van het onderzoek 2.1 Onderzoeksmethode In het verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 1 6 / 1 3 TerbregsepleinKleinpolderplein staan de waardeoordelen van lokale belanghebbenden centraal. De onderzoeksresultaten van het belevingsonderzoek zijn d a a r o m geen feiten, maar een verzameling van subjectieve m e n i n g e n . Deze m e n i n gen zijn geinventariseerd tegen de achtergrond van de belevingswereld v a n de respondenten; een z o g e n a a m d e gebruikers-georienteerde o n d e r z o e k s methode. Indien respondenten w o r d t gevraagd hun m e n i n g te geven over een aantal d o o r de onderzoekers van te voren vastgelegde aspecten, vindt altijd in meer of mindere mate vertekening van de realiteit plaats. Bij dit verkennend belevingsonderzoek is de expliciete keuze gemaakt, de belevingswereld v a n lokale belanghebbenden zo nauwkeurig mogelijk te beschrijven. Daartoe is gewerkt met de methode van het semi-gestructureerde interview. Deze kwalitatieve aanpak biedt de respondenten veel ruimte o m zelf aan te geven w a t zij belangrijk v i n d e n . Het is uiteraard voor elk sociaal-wetenschappelijk onderzoek van groot belang dat de informatie o p een verantwoorde wijze verzameld wordt. M e t name v o o r kwalitatief onderzoek geldt dat aandacht moet w o r d e n besteed aan de betrouwbaarheid en validiteit van de verzamelde informatie in relatie tot het onderzoeksdoel. Dit verkennend belevingsonderzoek heeft niet als doel een representatieve steekproef onder de bevolking uit te v o e ren, maar o m een zo volledig mogelijk beeld (=volledige representatie) te schetsen van de manieren waarop de studiegebieden beleefd w o r d e n . Daartoe is gericht aandacht besteed aan de selectie van respondenten en de verslaglegging van de interviews. De resultaten uit het onderzoek zullen in een later stadium kwantitatief w o r d e n getoetst (gevalideerd). M e e r achtergrondinformatie over de o n d e r z o e k s m e t h o d e is beschreven in bijlage I. 2.2 Deelgebieden Het studiegebied voor dit belevingsonderzoek bestaat uit drie deelgebieden: • gebied 1: het gebied Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins A l e x a n d e r ; • gebied 2: het gebied Overschie; • gebied 3: het gebied Kralingen-Crooswijk en N o o r d . Deze deelgebieden zijn geselecteerd op basis van de twee concept-planalternatieven die d o o r Rijkswaterstaat zijn o n t w i k k e l d . Een planalternatief betreft de aanleg van de A 1 6 / 1 3 welke is gepland d o o r gebied 1. Het t w e e de alternatief betreft de verruiming van de A 2 0 . De A 2 0 loopt door gebied 3 en de uitbreiding heeft gevolgen voor gebied 2. In deze paragraaf w o r d e n deze drie deelgebieden kort beschreven. Gebied 1: Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs zijn gesitueerd ten noorden van Rotterdam. De wijken Hillegersberg en Schiebroek zijn gelegen in het noor- Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 23 den en Prins Alexander in het noord-oosten van Rotterdam. Het g e b i e d w o r d t ten zuiden gedeeltelijk begrensd d o o r de A 2 0 (Schieplein tot aan het Terbregseplein). Vanaf het Terbregseplein wordt de snelweg naar het z u i den de A 1 6 en ten oosten van deze w e g l i g t d e wijk Prins Alexander. In het noorden wordt het gebied begrensd door de plaatsen Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs, in het westen door de spoorlijn Rotterdam H o f p l e i n Den H a a g C S . Kenmerkend voor dit gebied is de "rijkere" buurt van de wijk Hillegersberg ten noordoosten van de M o l e n l a a n . O o k kenmerkend is het Lage en H o g e Bergse Bos in het noord-oosten dat intensief gebruikt w o r d t als recreatiegebied. Het is een j o n g gebied dat v o o r een deel is gelokaliseerd o p een v o o r malige stortplaats van puin waarop een bos is aangeplant. In het heuvelachtig gebied is een golfbaan aangelegd, een skiheuvel, een skeelerbaan en een klimheuvel. O o k w o r d t er veel g e w a n d e l d en gefietst. Verder bestaat het gebied voor een groot deel uit polderachtig platteland. Voorts zijn er in het gebied agrarische bedrijven gevestigd. Gebied 2: Overschie Overschie is een wijk in het noord-westen van Rotterdam. Het g e b i e d Overschie wordt begrensd door de A 2 0 in het z u i d e n , de wijk Hillegersberg/Schiebroek in het oosten, de D o e n k a d e ( N 2 0 9 ) in het noorden en de M a t l i n g e w e g in het westen. De A 1 3 naar Den H a a g doorkruist het gebied Overschie. In het gebied ten noordoosten van de wijk O v e r s c h i e ligt de luchthaven Rotterdam. In het westen w o r d t de wijk begrensd d o o r de industriegebieden Rotterdam Noordwest en Spaanse Polder. Gebied 3: Kralingen-Crooswijk en Noord De wijken Kralingen-Crooswijk en Noord zijn gesitueerd direct aan d e Zuidkant van de A 2 0 . De wijk N o o r d is dicht b e b o u w d en ligt dicht t e g e n de A 2 0 aan. Kralingen-Crooswijk daarentegen wordt juist g e k e n m e r k t d o o r een ruimere opzet. Ten oosten van de wijk Noord ligt Kralingen met daarin de Kralingse Plas. Deze plas en de daaromheen liggende bossen zijn b e l a n g rijke recreatiegebieden v o o r watersporters en wandelaars/fietsers. Het Kleiwegkwartier is aan dit gebied toegevoegd ondanks dat deze wijk e i g e n lijk in gebied 1 ligt. Hiervoor is bewust gekozen o m d a t de hier w o o n a c h t i g e respondenten overlast ondervinden van de A 2 0 en ook de g e v o l g e n zullen merken van de aanpassingen aan deze rijksweg. 2.3 Selectie respondenten Per deelgebied zijn drie categorieen respondenten geselecteerd: • bewoners; • • recreanten (bijv. watersporters, wandelaars, golfers en volkstuinders); agrariers; Daarnaast is voor het gehele gebied de categorie natuurliefhebbers t o e g e voegd. Deze categorieen zijn afgeleid van de belangenanalyse waarbij g e k e k e n is naar de specifieke belangenbehartiging die er in het gebied plaatsvindt en naar de gebiedsfuncties. Hieruit k w a m naar voren dat de belangrijkste f u n c ties v a n het gebied het w o n e n en het recreeren betrof en dat er in g e b i e d 1 agrarische activiteiten plaatsvonden. De categorie natuurliefhebbers is t o e g e v o e g d omdat het studiegebied ook natuurwaarden heeft w a a r m e n s e n o p a f k o m e n . Het rapport van de belangenanalyse is ook geraadpleegd ten behoeve van het selecteren van respondenten. In tabel 5 is een overzicht o p g e n o m e n van aantallen respondenten per Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 24 gebied naar soort. Tabel 5: Aantallen respondenten per gebied naar categorie Gebied Categorie respondent Aantal respondenten Totaal Gebied 1 - bewoners - recreanten - agrariers 10 10 5 25 Gebied 2 - bewoners - recreanten 5 5 10 Gebied 3 - bewoners - recreanten 5 5 - natuurliefhebbers 5 5 Totaal 50 Uit het totale gebied .;, 10 Het aantal respondenten per categorie is in de meeste gevallen 5. Dit aantal is, o p grond van ervaringen in dit type wetenschappelijk o n d e r z o e k , voldoende o m een betrouwbaar en valide beeld te krijgen v a n de belevingswaarden. Uit Coeteriers onderzoek (1987) is gebleken dat n a vijf respondenten in een bepaalde categorie er geen nieuwe informatie meer w o r d t verkregen over een bepaald gebied. In dit onderzoek is die grens van 5 respondenten per categorie a a n g e h o u d e n met uitzondering v a n gebied 1 omdat dit een zeer uitgestrekt en divers g e b i e d is. Hier zijn uit de categorieen bewoners en recreanten ieder 10 respondenten geselecteerd. Het studiegebied en de te interviewen categorieen respondenten zijn v o o r af gekozen op basis van de eerder uitgevoerde belangenanalyse. Binnen het gebied zijn vervolgens aselect respondenten geselecteerd. De respondenten zijn per categorie als volgt geselecteerd. • Bewoners zijn geselecteerd d o o r op de kaart v a n het g e b i e d enkele straten te selecteren en uit de C D - f o o n g i d s v a n PTT-telecom aselect een aantal namen te prikken. O o k zijn enkele w o o n b o t e n , die in het Noorderkanaal liggen, in het onderzoek betrokken. Als een b e w o n e r weigerde aan het onderzoek mee te w e r k e n of langdurig niet bereikbaar was (non-respons), werd de b u u r m a n / - v r o u w benaderd als respondent. Recreanten zijn geselecteerd door per recreatievorm belangengroepen of verenigingen (de g o l f b a a n , ruitersportverenigingen, wandelclubs, watersportverenigingen, volkstuinverenigingen, etc.te benaderen en te vragen naar ledenlijsten. D o o r d a t dit o n v o l d o e n d e respondenten opleverde zijn onderzoeksteams later naar de recreatiegebieden g e g a a n en h e b b e n ter plaatse recreanten aangesproken. Dit heeft n o g enkele recreanten uit het Lage Bergse Bos (wandelaar, sporter), volkstuinbezitters en wielrenners opgeleverd. • Gebied recreanten Lage en Hoge Bergse Bos golfers volkstuinders wielrenners wandelaars bootberitters volkstuinder bezitters tweede huisje Bergse Voor- en Achterplas bootbezitters Gebied 1 Gebied 2 Gebied 3 Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 25 • In eerste instantie is getracht agrariers te selecteren via de Gewestelijke L a n d - en Tuinbouw Organisatie ( G L T O ) . Dit heeft echter geen succes g e h a d . Agrariers zijn vervolgens met behulp van de G o u d e n Gids aselect geselecteerd. Dit resulteerde in agrarische bedrijven w a a r vaak o o k een loonbedrijf bij hoorde. De m e n i n g v a n de 'echte' agrarier is v o l d o e n d e aan b o d g e k o m e n o m d a t tijdens het interview met name over de agrarische bedrijfsvoering is gesproken. • Natuurliefhebbers zijn geselecteerd d o o r verenigingen v a n natuurliefhebbers te benaderen en te vragen naar ledenlijsten. In totaal zijn e r 5 0 interviews g e h o u d e n , 25 in gebied 1, 10 in gebied 2 , 1 0 in gebied 3 en n o g 5 uit alle g e b i e d e n . Van te voren is, voor zover mogelijk, een telefonische afspraak gemaakt en daaropvolgend is een bevestigingsbrief verstuurd. In bijlage III is een kaart v a n het gebied o p g e n o m e n waarop de respondenten (bewoners en agrariers) met kruisjes zijn a a n g e g e v e n . De recreanten en natuurliefhebbers zijn hierop niet aangegeven o m d a t zij niet altijd in dit gebied w o n e n . In totaal zijn dus 2 5 respondenten o p dit kaartje te lokaliseren. 2.4 Opzet van de interviews De interviews zijn uitgevoerd aan de hand van een aantal vaststaande gespreksthema's. D e wijze waarop tijdens de interviews invulling g e g e v e n werd aan deze thema's, w e r d grotendeels aan de gei'nterviewden zelf overgelaten. M e t deze ' o p e n ' o p z e t werd getracht een situatie te creeren waarin de respondenten informatie kwijt konden die zij relevant v o n d e n . Het interview startte d o o r een kaart voor te leggen van het gebied rond de rijkswegen 16, 2 0 en 1 3 . D e respondent werd gevraagd aan te geven w a a r hij/zij w o o n t , recreeert, etc. Duidelijk werd de t w e e d e l i n g in het interview uitgelegd; eerst een gesprek over de woon/leefsituatie en veranderingen daarin, dan een gesprek over het concept-planalternatief en de g e v o l g e n daarvan. De verschillende gespreksthema's die in de interviews aan de orde zijn gesteld, w o r d e n hieronder g e n o e m d en nader toegelicht. Relatie met de omgeving en beleving van de huidige situatie Dit gespreksthema heeft als doel informatie te verkrijgen over de b i n d i n g die de respondent heeft met de o m g e v i n g ( w o n e n , recreeren, werken) en de kwaliteit van die o m g e v i n g (de belevingswaarden). Veranderingen in de omgeving Bij dit gespreksthema w e r d ingegaan op de beleving van veranderingen in de loop der jaren. D e vraag die centraal stond was welke veranderingen de respondent waren opgevallen en welke gevolgen deze hebben gehad v o o r de persoonlijke leefsituatie. Dit gespreksthema biedt de respondent de mogelijkheid specifieker in te gaan o p veranderingen in de o m g e v i n g . De verkeersproblematiek Dit gespreksonderdeel was gericht op de m e n i n g van de respondent over de huidige verkeersproblematiek op en rond de A 2 0 . Dit gespreksthema biedt inzicht in hoe mensen het probleem zien en of men wel een probleem ervaart. O o k is g e v r a a g d w a a r d o o r men vindt dat dit wordt veroorzaakt en hoe men vindt dat het opgelost dient te w o r d e n . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 26 Reacties op de oplossingsrichtingen die Rijkswaterstaat bestudeerd In dit deel van het interview werd de respondent het concept-plan g e t o o n d dat directe gevolgen zou kunnen hebben v o o r de l e e f o m g e v i n g van de betreffende respondent. H e t doel hiervan is niet o m mensen een oordeel te laten vellen over deze planalternatieven in o n t w i k k e l i n g . Het gaat er hierbij o m n o g specifieker inzicht te krijgen in w a t mensen waarderen in hun leefo m g e v i n g en hoe deze o m g e v i n g s w a a r d e n beinvloed k u n n e n w o r d e n . D o o r concreet over mogelijke veranderingen te praten wordt de respondent de mogelijkheid g e b o d e n o m n o g specifieker te v e r w o o r d e n welke zaken hij in zijn l e e f o m g e v i n g waardeert. Dit brengt niet alleen meer aspecten van beleving b o v e n tafel maar verifieert tevens de al eerder g e v o n d e n aspecten. Daarnaast kan dit gespreksonderwerp ook informatie opleveren die nuttig kan zijn bij het detailleren van de verschillende planalternatieven. Het alternatief werd m o n d e l i n g toegelicht en geillustreerd aan de hand van de kaart v a n Rotterdam en o m g e v i n g en de detailkaart uit de startnotitie. De respondent w e r d eerst gevraagd o m een reactie te geven op het voorgestelde alternatief. Vervolgens werd gevraagd welke gevolgen het alternatief z o u hebben voor de persoonlijke leefsituatie en hoe problematisch die g e v o l g e n z o u d e n kunnen zijn. O o k werd ingegaan o p de inpassing van het alternatief in de o m g e v i n g . Tenslotte werd gevraagd naar aandachtspunten voor het o n t w e r p van het alternatief. 2.5 Uitvoering van het onderzoek Onderzoeksperiode De interviews zijn uitgevoerd in juni 1 9 9 7 . V e r w e r k i n g en rapportage h e b ben plaatsgevonden in de periode van juli 1997-januari 1 9 9 8 . Interviewteams Er is gebruik gemaakt van drie interviewteams van elk twee interviewers. V o o r d a t de interviews plaatsvonden hebben interviewers een interviewinstructie g e v o l g d die specifiek was gericht o p dit onderzoek. Een onderdeel daarvan was een o e f e n i n g in de v o r m van rollenspellen. D e bedoeling van deze instructie en o e f e n i n g was ondermeer het verhogen van de kwaliteit van het onderzoek o m d a t o p deze wijze interviewers op dezelfde wijze hebben k u n n e n w e r k e n . Tijdens de uitvoering van de interviews zijn de interviewteams tussentijds bij elkaar geweest v o o r overleg over de vorderingen van het onderzoek en de gehanteerde interviewmethode. O o k hebben de teams in wisselende samenstelling gewerkt o m onderlinge controle op de gevolgde methode mogelijk te m a k e n . De invloed v a n de interviewers o p de uitkomsten van de interviews is door deze werkwijze geminimaliseerd. Tijdens het interview w e r d een verslag gemaakt dat ter controle werd verstuurd naar de respondent. De gecorrigeerde verslagen werden gebruikt voor de analyse van de resultaten en het eindrapport. De bij het onderzoek betrokken onderzoekers zijn vermeld in bijlage II. Non-respons V o o r het belevingsonderzoek bleek het niet altijd mogelijk o m met een geselecteerde respondent daadwerkelijk een interview af te nemen. In totaal hebben 51 mensen geweigerd aan een interview mee te werken, een respondent heeft afgebeld na het maken van een afspraak en een respondent was tijdens een afspraak a f w e z i g . Deze non-respons wijkt niet af van de non-respons bij ander, vergelijkbaar, onderzoek. De meeste weigeringen (49) zijn afkomstig van bewoners, in het bijzonder van b e w o n e r s uit gebied 1 (32). De voornaamste o p g e g e v e n redenen Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 27 waren: • geen interesse (13); • acht zichzelf niet in staat o m aan het onderzoek mee te w e r k e n d o o r ziekte of o u d e r d o m (9); • tijdgebrek (8). Uiteindelijk is het wel gelukt o m verspreid over het hele studiegebied de eerder genoemde categorieen van respondenten te bereiken, z o d a t gesteld kan w o r d e n dat het onderzoek een redelijk compleet en betrouwbaar beeld geeft van de meningen van belanghebbenden. 2.6 Kanttekeningen bij het onderzoek In de gebieden 2 en 3 zijn aan de respondenten de c o n c e p t - p l a n n e n v o o r de verruiming van de A 2 0 g e t o o n d . Bij de presentatie van de c o n c e p t - p l a n nen is uitgegaan van de informatie uit de startnotitie. Dit heeft tot g e v o l g g e h a d dat de aanleg van een regionale verbinding tussen het Terbregseplein en de N 2 0 9 , onderdeel van de concept-plannen v o o r de verruiming van de A 2 0 , niet tijdens de interviews is besproken. O m d a t d e mogelijke aanleg van een w e g op die plaats wel besproken is bij het t o n e n van de concept-plannen v o o r d e A 1 6 / 1 3 heeft dit v o o r d e uitkomsten v a n dit verkennende belevingsonderzoek geen significante gevolgen g e h a d . "Hoekse Park" Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 28 3 Beleving van de huidige situatie en veranderingen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de waarde-oordelen van de respondenten o v e r hun o m g e v i n g gepresenteerd. Het gaat hier o m de betekenis van de huidige situatie en de betekenis van veranderingen daarin. Het hoofdstuk is als volgt o p g e b o u w d . Paragraaf 3.2 geeft een beschrijving van de belevingswaarden in het gebied Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins A l e x a n d e r (gebied 1). Hetzelfde wordt g e d a a n in d e paragrafen 3.3 en 3.4 voor achtereenvolgens de gebieden O v e r s c h i e (gebied 2) en Kralingen-Crooswijk, Noord (gebied 3). Ter illustratie zijn de beschrijvingen aangevuid met citaten uit de interviews. Iedere paragraaf wordt afgesloten met een conclusie. In paragraaf 3.5 w o r d t een beschrijv i n g gegeven van overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende gebieden. In paragraaf 3.6 w o r d e n tenslotte algemene conclusies uit dit hoofdstuk beschreven. 3.2 Gebied 1: Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg-Schiebroek en Prins Alexander Het gebied wordt gekenmerkt door diversiteit: het bestaat uit t w e e verschillende wijken, namelijk Schiebroek-Hillegersberg en Prins A l e x a n d e r en uit de twee dorpen Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek. O m m o o r d n e e m t binnen de wijk Prins A l e x a n d e r een aparte plaats in: het ligt ten n o o r d e n van de A 2 0 , terwijl de rest van de wijk ten zuiden v a n deze w e g ligt. V o o r zover er duidelijke verschillen tussen de deelgebieden zijn, w o r d t hier bij de presentatie van de resultaten onderscheid tussen g e m a a k t . 3.2.1 Beleving van de huidige situatie Woonsituatie De respondenten in de wijk Schiebroek-Hillegersberg hebben alien h u n huis in e i g e n d o m . Beide respondenten in Hillegersberg h e b b e n h u n huis zelf g e b o u w d . De meesten w o n e n er al 10 jaar of langer. Er bestaat vaak een duidelijke binding met de wijk. "Prioriteit nummer 7 is hier blijven wonen." "Ik ga hier nooit meer weg, tenzij horizontaal." R e d e n e n o m er te gaan w o n e n waren de rust en veiligheid, "een omgeving waar kinderen goed kunnen opgroeien", maar soms ook als c o m p r o m i s : "Mijn man is een stadsmens, ikben een dorpsmens." Schiebroek biedt beide a s p e c t e n . O o k het dichterbij het werk w o n e n is v o o r sommigen een aanleiding g e w e e s t o m v o o r de wijk te kiezen. Geen van de respondenten werkt in de wijk. De respondenten in O m m o o r d w o n e n alien in een huurhuis. De redenen o m er te gaan w o n e n waren wisselend: o m d a t de lucht er zuiverder is, omdat de huizen groot zijn of o m d a t er tuinen bij de huizen zijn. H o e w e l de respondenten klagen over het grote verloop onder huurders en leegstand, w o n e n ze al veertien jaar of langer in de wijk. De respondent in Het Lage Land heeft een k o o p w o n i n g en heeft met name v o o r het huis (een drive-in woning) g e k o z e n en niet speciaal v o o r deze wijk. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 29 G e e n van de respondenten w e r k e n , zij h e b b e n een werkende partner of zijn met pensioen. In de dorpen Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek w o n e n alle r e s p o n d e n ten op een na in een w o n i n g in e i g e n d o m . De meesten van hen w o n e n al lang, vaak hun hele leven, in het d o r p en hebben er een sterke binding mee. De agrariers die in deze d o r p e n w e r d e n geinterviewd hebben alien een loon-bedrijf in grondverzet, al dan niet gecombineerd met een veehouderij, a k k e r b o u w - of tuinbouwbedrijf. Allen w o n e n op het bedrijf. De h o e v e e l heid land die bij de bedrijven hoort is sterk wisselend: van minder dan 1 tot ca. 5 0 ha. De respondenten hebben hun bedrijven zelf opgericht of overgen o m e n van hun ouders. Toch is v o o r een deel van de agrariers de binding m e t de grond minder dan z o u w o r d e n verwacht. " W e zitten niet aan Berkel en Rodenrijs vast." Dit blijkt door bedrijfsmatige motieven te w o r d e n ingegeven. Een o n d e r n e m e r wiens bedrijfsterrein is bestemd v o o r w o n i n g b o u w merkt hierover o p : "Mijn zoons beginnen wel weer op een nieuwe locatie, bijv. op een industrieterrein." Wellicht hangt dit ook samen met de wijze waarop de agrariers zijn geselecteerd. Agrariers z o n d e r loonbedrijf hebben wellicht meer binding met de g r o n d . Woonomgeving Schiebroek-Hillegersberg De wijk Schiebroek-Hillegersberg w o r d t d o o r de bewoners hogelijk g e w a a r deerd o m zijn rust, ruimte en groen. "We wonen in een heel rustige straat, waar de kinderen prima kunnen spelen." De landelijke ligging van de wijk w o r d t als een belangrijk voordeel g e n o e m d , terwijl ook de nabijheid van het stadscentrum als pluspunt w o r d t gezien. "Het leuke van deze woonomgeving is dat het iets van een dorp weg heeft. Maar met de tram ben je ook weer in no time in het centrum, dus je hebt de voordelen van beide." De respondenten v i n d e n h u n wijk veilig. "Je kent hier de mensen, eris sociale controle." H e t contact met buurtbewoners is wisselend. M e t name gezinnen met jonge kinderen lijken elkaar o p te z o e k e n . O o k de w e r k s i t u atie speelt een rol: tweeverdieners hebben minder tijd o m intensieve c o n tacten te o n d e r h o u d e n . Een respondent vindt dat zijn deel van de wijk a c h teruit is gegaan o m d a t de huizen d o o r de economische situatie binnen het bereik van mensen "zonder goede achtergrond" kwam. De wijk kenmerkt zich d o o r de vele goede voorzieningen. B o o d s c h a p p e n w o r d e n d o o r de respondenten grotendeels in de wijk gedaan. Jonge kinderen zitten op basisscholen in de wijk. O o k voor sport w o r d t gebruik gemaakt van v o o r z i e n i n g e n en verenigingen in of vlakbij de wijk. Slechts een respondent g e e f t aan bewust v o o r een golfbaan in Vlaardingen te kiezen, o m d a t deze prive is. De respondenten w e r k e n alien buiten de wijk. De manier van d e e l n e m e n aan het verkeer is wisselend. De een maakt altijd gebruik van de auto "omdat we allebei werken is dat wel makkelijk" en "Mijn vrouw doet altijd met de auto boodschappen. Dat is lokaal en erzijn voldoende mogelijkheden om te parkeren." De ander gaat juist lopend of met de fiets, o m d a t hij g e e n auto heeft of deze alleen voor familiebezoek in Gelderland of Brabant gebruikt. V o o r vervoer naar het stadscentrum w o r d t het openbaar vervoer of de auto gebruikt. V o o r recreatie gaan de meeste respondenten niet ver van huis. Gebruik w o r d t gemaakt van het Schiebroekse Park, het Lage Bergse Bos, de Bergse Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 30 Plas en het sportpark bij Zestienhoven. Hier w o r d t g e w a n d e l d en gefietst. A a n de n o o r d w e s t k a n t v a n de wijk ligt het Schiebroekse Park, aan de noordoostzijde het Lage Bergse Bos (gemeente Bergschenhoek). De a a n w e zigheid van veel groen speelt een duidelijke rol in de beleving v a n de respondenten. "Zodra je de straat uitloopt zit je in het groen. " "Ik hou van een bosachtige omgeving. Die vind ik onder andere in het Schiebroekse Park." Een e n k e l i n g n o e m t ook de (onverwachte) n a t u u r w a a r d e n in de vorm van wezels die hij bij het vliegveld heeft gezien. 1 Het geluid van de M o l e n l a a n is aan de rand van de Bergse Voorplas hoorbaar. De nabijheid v a n het vliegveld Zestienhoven wordt door de bewoners v a n Schiebroek-Hillegersberg heel verschillend beleefd. Terwijl de een zegt geen last te h e b b e n v a n het vliegveld, noemt de ander onmiddellijk het lawaai en de stank van de vliegtuigen. "Mensen hebben het altijd over het lawaai, maar de kerosine ruikt je ook heel duidelijk." Toch k o m t het vliegveld in bijna alle gevallen bij de nadelen naar voren. In Schiebroek is er een bewonersvereniging, " B e w o n e r s Tegen Vliegtuiglawaai." Prins A l e x a n d e r / O m m o o r d O o k de wijk Prins A l e x a n d e r / O m m o o r d w o r d t d o o r zijn bewoners geprezen o m de rust en de ruimte. Het w o n e n aan de rand van de stad geeft "het idee dat je buiten woont." In Prins A l e x a n d e r / O m m o o r d zijn veel voorzieningen dicht in de buurt. De b o o d s c h a p p e n w o r d e n grotendeels in de wijk g e d a a n . O o k scholen zijn in de wijk te v i n d e n . De v e r b i n d i n g met het stadscentrum is g o e d d o o r de aanwezigheid van verschillende v o r m e n van openbaar vervoer. Deelname aan het verkeer gebeurt met de fiets, het openbaar vervoer of l o p e n d . De auto neemt een minder prominente plaats in dan in Schiebroek-Hillegersberg. Een respondent zegt hierover: "We wonen hier eigenlijk heel erg centraal en we hoeven niet zoveel te reizen met de auto." Deze respondent heeft de auto dan ook w e g g e d a a n . V o o r sport en recreatie zijn v o l d o e n d e mogelijkheden in de buurt. De Rotte, het H o g e en Lage Bergse Bos en het Kralingse Bos w o r d e n gebruikt o m te w a n d e l e n of te fietsen. D o o r de aanwezigheid van een brug over de Rotte is de v e r b i n d i n g tussen O m m o o r d en het Bergse Bos g o e d . "Je kan hier in een keer dooriopen of -fietsen naar het Bergse Bos. Zelfs als we een bezoek afleggen in Berkel of Bergschenhoek, fietsen we via het Bergse Bos." De fietspaden in de wijk zijn g o e d . Het contact met de buurtbewoners is over het algemeen matig. De respondent in Het Lage Land merkt op: "Er wonen hier veel oudere mensen die zich vaak ergeren aan spelende kinderen. Ik kan nou niet zeggen goh wat een gezellige buurt is dit." Een respondent die zegt g o e d contact met de buurtbewoners te h e b b e n v o e g t daaraan toe dat er w e l veel veranderingen van bewoners zijn. Als negatieve kant van het w o n e n in O m m o o r d w o r d t het grote verloop onder de huurders en de leegstand in de wijk g e n o e m d . Dit z o u te maken hebben met de huurprijs, die zo h o o g is dat mensen v o o r die prijs Never k o p e n . Dit heeft g e v o l g e n v o o r de veiligheid: "Ik woon nu tussen twee lege huizen in en dat geeft je geen veilig gevoel." Een ander negatief aspect, dat d o o r enkele respondenten w o r d t g e n o e m d , is de opslag van licht vervuilde grond bij het zandlichaam v o o r verlenging Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 31 van de A 1 6 bij het Terbregseplein. Dit leidt tot hinder van stof en z a n d en tot klachten aan de l u c h t w e g e n . "Het vuil kan in het afvalwater komen en bij de afvalbergen kunnen kinderen gaan spelen. Ze zijn zo vindingrijk dat ze wel over die hekken kunnen klimmen." De respondent in Het Lage Land noemt als nadeel de aanwezigheid van de snelweg, 100 meter verderop. "Buiten hoor je het lawaai van het verkeer goed. De tuinstoelen en de was worden vuil: het lijkt wel op roet." Er is in deze wijk ook overlast van verkeer van en naar de tennisbaan die langs de snelweg ligt. Dit verkeer rijdt erg hard, waardoor het onveilig is v o o r de k i n deren. In O m m o o r d is het verkeerslawaai van de A 1 6 en het Terbregseplein soms hoorbaar als de w i n d uit het zuiden komt. "Dit is nog niet ondraaglijk. Het lawaai heeft geen directe invloed op ons leven. " O o k het verkeer v a n de President Rooseveltweg is in de wijk goed te horen, maar "het is een soort achtergrondgeluid. Je went er aan." In Prins Alexander valt het geluid van de A 1 6 mee, volgens een respondent. Hieraan z o u d e n de geluidswallen bijdragen. Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek Het w o n e n in de dorpen w o r d t door de respondenten als positief ervaren. M e t name de landelijke o m g e v i n g met de bijbehorende vrijheid, de ruimte en het omringende groen zijn belangrijk. "Ik hou van het buitenleven." "Ik zou voor geen goud willen ruilen met mensen die in de stad op een flatje wonen." M a a r ook de nabijheid van de stad wordt gewaardeerd. "Het is een landelijke omgeving, maar je zit toch overal dichtbij." De boodschappen w o r d e n d o o r d e respondenten lang niet altijd in hun directe o m g e v i n g g e d a a n . M e t name de agrariers, die toch al buiten het centrum w o n e n , gaan net z o makkelijk met de auto naar Pijnacker of Schiebroek-Hillegersberg als naar Berkel of Bergschenhoek. O o k een b e w o ner van Bergschenhoek, die geen auto heeft, doet met de fiets de boodschappen in Berkel o m d a t daar "normaie" winkels zitten. Dezelfde bewoner gaat niet met de fiets naar Rotterdam. "Dat is te gevaarlijk." De frequentie waarmee het stadscentrum van Rotterdam d o o r de respondenten wordt bezocht verschilt sterk. De een komt er "eigenlijk alleen maar om eens een kroegje te pakken", de ander gaat 2 a 3 keer per m a a n d : "Dat vind ik belangrijk." Berkel en Rodenrijs heeft tal van voorzieningen. "Er is hier onder andere een zwembad, een voetbalveld, een sportzaal en een speeltuin." De contacten met buurtbewoners worden in het algemeen als goed ervaren. In een enkel geval is dit minder g e w o r d e n , doordat er meer m e n sen van buiten het dorp zijn k o m e n w o n e n . "Vroegerkende ik iedereen aan de Rotte. Nu loop ik wel eens de bond uit te laten en dan denk ik als ik een mevrouw zie: waar zou die wonen?" Een andere respondent uit Bergschenhoek betreurt het dat "de oudere kern hierzo ontzettend vastgeroest blijft aan oude principes." Verschillende respondenten maken opmerkingen over gevaarlijke verkeerssituaties. In Bergschenhoek rijden auto's vaak hard door de wijk en over de Rottebandreef. V o o r een respondent in Berkel is juist een v o o r de kinderen onveilige situatie verholpen. "Er is een fietstunnel onder de Klapwijkseweg aangelegd. Ik hoef nu niet meer met de kinderen mee te fietsen als ze naar school gaan." In het loonwerk is een verschuiving gaande van de agrarische sector naar de bouwsector. O o r z a a k hiervan is dat "de boeren opraken" in het g e b i e d . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 32 Deze verschuiving heeft tot g e v o l g dat de regio waarin de bedrijven h u n w e r k z a a m h e d e n uitvoeren, groter wordt. Daardoor maken ze meer gebruik van de grote w e g e n in de o m g e v i n g . Het voortbestaan van het loonbedrijf van een v a n de respondenten is onzeker: over het terrein k o m t mogelijk een w e g rond een n i e u w b o u w w i j k . Nadelen van het w o n e n in de dorpen zijn het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden v o o r het agrarisch bedrijf, de t o e n a m e van n i e u w b o u w w i j k e n en vertragingen v o o r het werkverkeer, o.a. o p de A 2 0 . Bij dit laatste w o r d t echter opgemerkt dat het vervoer over de A 2 0 altijd n o g sneller gaat d a n door de stad. Een bewoner/agrarier uit Bergschenhoek heeft last van het lawaai v a n de Brienenoordbrug. Bij een ongunstige w i n d is het geluid van de b a n d e n o v e r het asfalt te horen bij het huis op de dijk langs de Rotte. De plaatsen w a a r w o r d t gerecreeerd verschillen. Een inwoner van Bergschenhoek wandelt met de hond in de directe o m g e v i n g van zijn bedrijf, langs de Rotte. Een bewoner van Berkel maakt gebruik van v o o r z i e ningen in Berkel zelf, maar fietst ook wel naar Zestienhoven. Een b e w o n e r van Bergschenhoek recreeert, als actief lid, vooral bij de voetbalvereniging in Berkel. Een ondernemer uit Berkel recreeert vooral richting Delft. Recreatiemogelijkheden In gebied 1 zijn verschillende recreatiemogelijkheden: het H o g e en Lage Bergse Bos en het Schiebroekse Park. Er zijn meerdere v o l k s t u i n c o m p l e x e n en langs de D o e n k a d e ligt een wielercircuit. Verder stroomt de Rotte langs de wijk Schiebroek-Hillegersberg en door de gemeente Bergschenhoek. H o g e en Lage Bergse Bos In het Bergse Bos zijn verschillende sportvoorzieningen gelokaliseerd. Er is o.a. een golfbaan en een rolskibaan. Een recreant zegt hierover: "Hier raak je ontspannen door op een andere manier bezig te zijn: kanovaren, klimmen, skiheuvel, skeeleren en fietsen. Het gebied is gericht op totaal-actief zijn." De landelijke o m g e v i n g dicht bij de stad speelt een belangrijke rol in de beleving van de recreanten. "Zo landelijk, je hoortgeen verkeer, alleen maar het geruis van de wind door de bomen. Je zit 7 minuten van de stad en dan nog is het rustig." Een ander noemt het Bergse Bos, onder andere d o o r de vele soorten sport die er w o r d e n b e o e f e n d , "gezellig druk." In vergelijking tot het Kralingse Bos noemt een recreant het Lage Bergse Bos "een geweldige speeltuin, die je het gevoel geeft datje in een bos bent." H e t feit dat de paden niet zijn aangesloten op w e g e n is gunstig v o o r het uitlaten van de h o n d . De golfbaan w o r d t d o o r de gebruikers "echt uniek" g e n o e m d . De baan is aangelegd op een voormalige stortplaats, w a a r d o o r "het er lijkt op een Zwitsers gebergte. In Nederland liggen veel banen in een vlak land. Deze golfbaan krijgt door de bergen een natuurlijke uitstraling." O o k de golfvereniging spreekt tot de verbeelding: "Het is een typisch Rotterdamse vereniging: recht voor z'n raap en bekakt is het zeker niet." O o k de natuurwaarde van het gebied wordt als belangrijk kenmerk g e n o e m d , h o e wel de meningen hierover verschillen. Een respondent constateert dat er teveel dezelfde b o m e n zijn geplant, waardoor er een monocultuur is o n t staan. Behalve d o o r recreanten die een sportvereniging b e z o e k e n , w o r d t het Bergse Bos ook d o o r veel anderen bezocht. Een respondent merkt hierover o p : "Het vervult een belangrijke recreatieve rol voor Rotterdammers die niet op vakantie kunnen. Moet je maar eens in sommige wijken in Zuid Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 33 rondlopen, dan wil je daar wel heen." De geTnterviewde recreanten k o m e n meerdere keren per week naar het Lage Bergse Bos. D e meesten speciaal v o o r hun sport, maar een enkeling ook n o g o m er te w a n d e l e n , hard te lopen of gebruik te maken van de a a n wezige restaurants. De recreanten k o m e n alien m e t d e auto. H o e w e l het gebied moeilijk bereikbaar is met het openbaar vervoer w o r d t de bereikbaarheid d o o r slechts een respondent negatief beoordeeld. Deze gaat v a a k ' s ochtends vroeg naar de golfbaan en wordt dan geconfronteerd m e t de verkeersdrukte o p de Kralingsezoom en de M o l e n l a a n . Dit kost h e m veel extra tijd. De aanwezigheid v a n Schotse Hooglanders w o r d t wisselend ervaren. De een vindt dit positief: "Het lijkt haast de Schotse Hooglanden", de ander negatief: "Ze lopen op de paden, dit is als je aan het hardlopen bent erg onhandig. Ook kun je hierdoor niet overal met je hond terecht." Diezelfde hond zorgt soms v o o r problemen met recreanten, die b a n g zijn voor h o n d e n . "Het gebied is eigenlijk te klein voor alle recreanten." Verder zorgt een afsluiter bij de golfbaan soms v o o r stankoverlast. Schiebroekse Park en wielercircuit In het Schiebroekse Park w o r d t vooral d o o r o m w o n e n d e n gerecreeerd. In het park grazen een aantal Schotse Hooglanders. Daar is niet iedereen positief over. O m d a t er nu een hek o m h e e n staat is de toegankelijkheid v e r m i n derd. Langs de D o e n k a d e , vlakbij het Schiebroekse Park, ligt het wielercircuit D o e n k a d e . Behalve de wielerclub A h o y m a k e n ook een h o n d e n - en een cartclub gebruik van het terrein, dat dan ook bijna elke avond bezet is. In het clubhuis w o r d e n regelmatig activiteiten als klaverjassen en bingo georganiseerd. Het circuit ligt volgens een respondent "leuk tussen de bomen." Bovendien vindt hij het "redelijk uniek" dat de wielerclub in het d i c h t b e volkte Rotterdam n o g een plekje heeft g e k r e g e n . O p het terrein w o r d e n de trainingen van de wielerclub g e h o u d e n . Daarnaast dient het ook als uitvalsbasis voor lange tochten in de o m g e v i n g . Nadeel van het terrein is dat het nogal afgelegen is en niet bereikbaar m e t het openbaar vervoer. D a a r o m is het "moeilijk bekend te maken." De respondent komt met de auto of met de fiets naar het terrein toe. Volkstuincomplexen In het Schiebroekse Park ligt het volkstuincomplex ' L u s t h o f . Dit c o m p l e x maakt deel uit van het openbaar w a n d e l g e b i e d . "Het complex is voor veel meer mensen van belang dan alleen volkstuinbezitters." De rust speelt een belangrijke rol in de beleving van een tuinder. "Ik woon in het centrum en daar is het 24 uur per dag drukte. Tijdens je werk ook druk en herrie. Als ik dan hier ben voel ik me helemaal happy." Behalve als er vliegtuigen o v e r k o m e n : "als de wind ongunstig is dan kun je elkaar als er grote vliegtuigen overkomen niet verstaan." V a n de D o e n k a d e , 5 0 0 meter verderop, ondervindt de tuinder geen last. De sociale contacten onderling in het volkstuincomplex zijn belangrijk. O m deze te stimuleren zijn d o o r de vereniging klusgroepen ingesteld die elk jaar rouleren, zodat je telkens andere mensen leert k e n n e n . "Het uitwisselen van ideeen en contacten is heel belangrijk. Anders gaan mensen met de auto naar detuin en weer naar huis." De bereikbaarheid van het c o m p l e x w o r d t positief ervaren. Het tekort aan parkeerplaatsen daarentegen is negatief: "Als ik met de auto ga dan sta ik soms in de rij tot aan de Kastanjesingel." De geTnterviewde tuinder w o o n t in het centrum van Rotterdam. De volkstuin is niet meer zoals vroeger v o o r minder draagkrach- Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 34 tigen. "Mensen zeggen wel eens: "Zijn we hierop een volkstuincomplex of zijn we hier in een bungalowpark?" Er zijn echter ook mensen bij die alles aan hun volkstuin besteden en dat vergeten ze dan weer." Vlakbij het Terbregseplein, in het g e b i e d tussen de A 2 0 en de Rotte, ligt het volkstuincomplex Terbregge. O o k hier zijn sociale contacten belangrijk. "Zo gauw je met pensioen gaat heb je hierdoor ook sociale contacten. Je drinkt met elkaar een kop koffie en je praat zo wat. Je hebt nog een beetje het leven wat je vroeger had op je werk." O o k het b e z i g zijn en blijven speelt een rol v o o r de geTnterviewde tuinder, die zes d a g e n per week o p het c o m plex a a n w e z i g is. "Het is mijn lust en leven. Ik woon op een bovenetage en als ik dit niet had kon ik achter de ramen gaan zitten." De geTnterviewde tuinder w o o n t in Capelle aan den IJssel. Een nadeel is de o p s l a g v a n vervuilde grond bij het Terbregseplein. O n d e r de tuinders heerst de m e n i n g dat een aantal gevallen van kanker op het complex aan deze o p s l a g te wijten is. O n d e r z o e k heeft echter geen verband kunnen a a n t o n e n . Rotte De Rotte w o r d t veel gebruikt v o o r de watersport. Vanaf het Noorderkanaal en de Kralingse Plas varen de watersporters over de Rotte naar de Rottemeren, maar o o k in de andere richting naar Delft. Natuur Er zijn in het gebied veel plaatsen die d o o r respondenten als natuurgebieden w o r d e n a a n g e d u i d . V o o r b e e l d e n van natuurlijke o m g e v i n g e n zijn de Schiebroeksepolder, het Lage en H o g e Bergse Bos, de Ackerdijkseplassen, de Schiepolder, het Kralingsebos, d e Zuid Polder maar ook plaatselijke gebieden als het Schiebroekse Park, de A l g e m e n e Begraafplaats Crooswijk en kleinere parkachtige gebieden m i d d e n in de b e b o u w i n g . De polders in de o m g e v i n g vervullen een belangrijke functie als natuurgebied. O v e r de polder Schieveen merkt een respondent op: "Die trekt talrijke weidevogels aan. In het gebied foerageren ook trekvogels als ze op trektocht zijn naar het zuiden." De Schiebroeksepolder w o r d t d o o r een respondent, een echte natuurliefhebber en lid van de natuurvereniging "Natuur- en v o g e l w a c h t R o t t a " , gezien als een ecologische zone die ervoor zorgt dat er migratie kan plaatsvinden tussen het Lage Bergse Bos en de Ackerdijkseplassen. O v e r de Schiebroeksepolder: "In de weilanden zie je kieviten, grutto's, lepelaars en dat is toch vrij bijzonder." M a a r ook: "De toenemende verkeersdrukte op de Doenkade legt een grote druk op de Schiebroeksepolder." Hij h o u d t zich met name b e z i g met vogelbescherming zoals het plaatsen van vogelkastjes, h e t t e l l e n van vogels, etc. O o k de natuurwaarden in de Zuid Polder w o r d e n g e n o e m d . Een respondent die in deze polder w o o n t , is lid van de vereniging N o o r d r a n d Natuur en M i l i e u . D e z e vereniging wil dat de Zuid Polder b e h o u d e n blijft als natuurgebied. De respondent houdt van de natuur "Het zit in de genen." Zij vindt de o m g e v i n g prettig maar niet o p t i m a a l : "Hier kan ik me echt uitleven en geniet ik van de bloemen, planten, knotwilgen, etc." M a a r o o k : "Het is hier veel te benauwd, nooit stil, nooit donker en dat komt allemaal doordeA13." O o k het Lage en H o g e Bergse Bos w o r d e n g e n o e m d o m de natuurwaarden. Een respondent is I V N - natuurgids en verzorgt excursies met groepen d o o r natuurgebieden. Het Lage Bergse Bos heeft volgens haar een hogere natuurwaarde: "Het is een van de weinige drassige gebieden in deze Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 35 omgeving." Een andere respondent komt eens per maand in het H o g e Bergse Bos: '"Vooral's morgens is het hier erg rustig en mooi." O o k de w a t kleinere en meer plaatselijke gebieden als het Schiebroekse Park, de A l g e m e n e Begraafplaats Crooswijk en kleinere parkachtige g e b i e den midden in de b e b o u w i n g , w o r d e n g e n o e m d o m hun natuurwaarden. Een respondent is een natuurliefhebber, lid van de natuurvereniging " N a t u u r - en vogelwacht R o t t a " en w o o n t al 45 jaar in Schiebroek. Destijds heeft zij bij het zoeken naar een huis al rekening gehouden met haar liefhebberij: "Het mooie groen in Schiebroek trok me wel." Ze w o o n t dus vlakbij de natuur en hoeft niet ver w e g o m vogels te bekijken. De respondent is veel bezig in haar o m g e v i n g : fietsen, wandelen in het park met haar kleinkind en vogels kijken. Volgens verschillende respondenten heeft het Schiebroekse Park een grote natuurwaarde: "Je ziet er watervleermuizen, de wielewaal, paddestoelen en prachtige bloemen." Een respondent is actief in een commissie die zich inzet voor het b e h o u d van het Schiebroekse Park. De gemeente wil hier volgens haar een steriel park van maken en de commissie wil dit t e g e n h o u d e n . Een respondent pleit v o o r verbinding van groene gebieden w a n t "dat laat de natuur intact." Vliegtuiglawaai, maar ook w o n i n g b o u w gooit vaak "roet in het eten van de natuur." O o k een andere respondent, die lid is van een milieuorganisatie die vecht v o o r het behoud van het Kralingse Bos, heeft een uitgesproken m e n i n g over natuurgebieden in de b e b o u w i n g : "De stad zou meer aan natuurbeheer moeten doen." Een respondent vindt de A 2 0 "een monster in de wijk, een verkeersriool." De A 2 0 v o r m t voor de natuur een grote barriere. V o o r vogels, vlinders, etc. w o r d t volgens haar de doorgang bemoeilijkt. " D e doorgang zit nu bij de Rotte en dat moet je daar zien te houden." 3.2.2 Beleving van veranderingen Er w o r d e n door de respondenten verschillende soorten veranderingen in hun o m g e v i n g w a a r g e n o m e n . Deze hebben betrekking op de verkeerssituatie, de o m g e v i n g , recreatie en de natuur. Verkeerssituatie D o o r veel respondenten w o r d t opgemerkt dat het drukker w o r d t . De meesten ervaren dat nu al. "Als ik naar Brabant rijd, kom ik zelfs buiten de spits files tegen. Als er maar iets gebeurt zit je zo een uur vast." Een enkeling merkt op dat het als g e v o l g van de toenemende verstedelijking (nog) drukker zal w o r d e n . In Berkel en Rodenrijs merken verschillende respondenten o p dat het als g e v o l g van de n i e u w b o u w steeds drukker wordt. Daar wordt aan t o e g e v o e g d dat de ontsluiting niet goed is geregeld. "Ze bouwen wel nieuwe huizen, maar de aanleg van nieuwe wegen vergeten ze." Dit heeft o o k gevolgen v o o r de verkeersveiligheid. Er is ook sluipverkeer, dat de files o p de A 1 3 probeertte vermijden. "Een voorbeeld hiervan is het sluipverkeer op de Doenkade en de Rodenrijseweg. Het kan zo zijn dat veel auto's naar Zoetermeer gaan, maar veel hoeven hier helemaal niet te zijn." O o k de respondenten in Bergschenhoek merken op dat het steeds drukker w o r d t . O p de Rottebandreef rijdt, behalve verkeer van recreanten, ook veel sluipverkeer dat de files o p de M o l e n l a a n probeert te vermijden. D o o r d a t er verkeersdrempels zijn aangelegd gebeuren er de laatste tijd minder o n g e lukken. In het dorp zelf is het ook "onnoemelijk druk", met name d o o r verkeer van en naar Rotterdam. Deze respondent geeft aan dat het v o o r kin- Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 36 deren steeds gevaarlijker w o r d t in het dorp. Problemen met sluipverkeer zijn ook g e n o e m d d o o r enkele respondenten uit Schiebroek en O m m o o r d . In Schiebroek rijden soms vrachtauto's vanaf het industrieterrein d o o r de wijk. Dit is officieel niet toegestaan. Een b e w o ner van O m m o o r d ziet dat veel automobilisten uit Z e v e n k a m p door de wijk rijden. "Dit verkeer rijdt via Ommoord om de A20 te vermijden." Probleem is vooral dat het sluipverkeer vrij hard rijdt. Toekomstige o n t w i k k e l i n g e n Een enkele respondent n o e m t het doortrekken van de A 1 6 in noordelijke richting als mogelijke toekomstige o n t w i k k e l i n g . Een b e w o n e r van O m m o o r d heeft hier in het verleden tegen geprotesteerd. De overige respondenten die dit punt n o e m d e n staan vrij neutraal tegenover deze plannen. Slechts een respondent, uit Berkel en Rodenrijs, n o e m t de plannen v o o r aanleg v a n de s n e l w e g S W 5 3 . Deze respondent ziet dit als een goede a a n sluiting naar R o t t e r d a m , die de drukte in het dorp zal verminderen. Omgeving De meest g e n o e m d e verandering is de n i e u w b o u w . M e t name in Schiebroek, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek w o r d t dit opvallend vaak g e n o e m d . In Schiebroek w o r d t op kleine schaal n i e u w b o u w g e p l e e g d . Dit w o r d t als een aanslag o p de groenvoorzieningen gezien. "Langzaam moet het groen van de plantsoenen wijken voor nieuwbouw." "Ze knabbelen graag aan het groen." O o k de b o u w p l a n n e n in het Zestienhovense Park tussen Schiebroek en O v e r s c h i e w o r d e n door verschillende respondenten in Schiebroek g e n o e m d . Een b e w o n e r vindt dit jammer, want "groen is toch de longen van de stad." De dorpen Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek zijn a a n g e w e z e n als V I N E X - l o c a t i e . Dit is duidelijk merkbaar v o o r de bewoners en agrariers in het g e b i e d . "Het is een echte bouwlocatie, het wordt hier helemaal dichtgebouwd." "Eigenlijk ben je al geen dorp meer; het landelijk gebied gaat verdwijnen." V o o r een enkele respondent is deze verstedelijking bedreigend. "Een dorp mag best groot worden, maar we moeten ook weer niet opgeslokt worden. Als alles hier gaat veranderen, is het gewoon te veel." Een ander ziet de voordelen er wel v a n in. "Je ziet de dorpen hier naar elkaar toegroeien. Het is ook wel gezellig, tijdens het fietsen rijd je beschut, want het scheelt in de wind." Een g e v o l g van de n i e u w b o u w is, zoals d o o r verschillende respondenten w o r d t o p g e m e r k t , dat "de boeren worden opgeruimd." O o k de loonbedrijven van enkele respondenten moeten in de toekomst mogelijk wijken v o o r n i e u w b o u w . De ondernemers reageren over het algemeen vrij opportunistisch o p de b o u w a c t i v i t e i t e n : zij zien mogelijkheden v o o r werk. Langs de Rotte in Bergschenhoek is de n i e u w b o u w minder ingrijpend. "Nieuwe woningen in de buurt zijn vooral villa's voor mensen uit de stad. Dat geeft nog wel een beetje cachet aan de buurt." De respondent in het volkstuincomplex Terbregge denkt dat het complex zal verdwijnen o m d a t er b o u w p l a n n e n zijn v o o r w o n i n g e n in het gebied tussen de Rotte en A 2 0 . "Dat hebben ze van de gemeente al gezegd, hoewel ze er niet bij hebben gezegd wanneer. Ze zijn bij de gemeente veel te snel met dit soort mededelingen. De mensen gaan toch anders om met het onderhoud en ze investeren ook niet meer. Daardoor gaat het hier wel achteruit." V e r h u i z e n naar een ander complex is v o o r deze respondent geen optie. "Dat komt door mijn gezondheidsproblemen." Dezelfde respondent merkt o p dat er geluidsschermen w o r d e n geplaatst langs de A 2 0 . O o k de volkstuinder in de Lusthof vreest v o o r het voortbestaan van het Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 37 complex, omdat steeds vaker volkstuincomplexen w o r d e n opgeofferd v o o r plannen van de g e m e e n t e . Volkstuinen werden vroeger aangelegd o p stukjes grond die de gemeente over h a d , maar ze hebben steeds meer g r o n d nodig. Er k o m e n ook sociale veranderingen in de interviews naar v o r e n . Een respondent merkt o p dat "mensen zich niet meer verantwoordelijk voelen voor hun omgeving." M e n s e n kunnen ook zelf initiatieven n e m e n als hen iets in de buurt niet bevalt. Toekomstige ontwikkelingen Plannen rond het vliegveld Zestienhoven worden vooral in Schiebroek g e n o e m d . Het vliegverkeer is volgens verschillende respondenten intensiever g e w o r d e n . Er zijn veel kleine vliegtuigen, die w o r d e n verhuurd. Toen enkele jaren geleden er plannen waren o m het vliegveld te verplaatsen en de landingsbaan te verlengen leidde dit er bij een respondent toe o m over verhuizen te d e n k e n . V o o r de wielerclub langs de Doenkade z o u uitbreiding van het vliegveld een rigoureuze verandering betekenen: het circuit z o u verdwijnen, volgens de respondent. Een bewoner van Bergschenhoek h o o r t o o k steeds meer vliegtuigen. "De vliegtuigen van Zestienhoven beginnen steeds meer hier overheen te vliegen, maar daar wen je wel aan." O o k de plannen rond de H o g e Snelheids Lijn (HSL) komen in de verhalen van verschillende respondenten terug. De ideeen over het trace verschillen. Een respondent merkt o p dat "het jammer is van het doorsnijden van een mooi gebied", waarbij hij de polder Schieveen bedoelt. Een andere respondent meent dat het spoor over de Hofpleinlijn zal gaan lopen. "Dat levert natuurlijk meer lawaai op dan het huidige stoptreintje op die lijn." Een bewoner van Bergschenhoek merkt op: "Dit is grote ellende. Deze trein komt er gewoon en moet je dan eens kijken wat er allemaal weg moet: huizen, het sportveld, hetzwembadEen ander vindt aanleg d o o r de polder onzinnig en w e g g e g o o i d geld. Een natuurliefhebber ziet de komst van de HSL niet zitten omdat deze d o o r de polder Schieveen gaat en daardoor een bedreiging van de natuur is. Een bewoner van Hillegersberg vindt dat er andere mensen in de wijk k o m e n w o n e n en dat er veel buitenlanders naar het Lage Bergse Bos k o m e n . In O m m o o r d zorgt de leegstand van huurhuizen voor een onveilig gevoel bij de bewoners. O p het volkstuincomplex Lusthof komen steeds meer jonge mensen die w e r k e n . Daardoor is het d o o r de week minder druk, en in het weekeinde veel drukker. Dit leidt tot geluidsoverlast. "Alle apparatuur komt dan tevoorschijn." Verandering van het rijgedrag, verruwing, wordt een aantal keren g e n o e m d . "Er komen jonge en agressievere mensen in het verkeer. De tolerantie wordt minder door het grote leeftijdsverschil." O o k w o r d t er veel te hard gereden. "Mensen hebben tegenwoordig de neiging tot jagen. Mijn vaderplacht te zeggen: Als je haast hebt, dan ben je te laat van huis gegaan." Een oudere respondent valt het vooral bij het oversteken o p dat het verkeer hard rijdt. Recreatie Doordat de toegankelijkheid van het Schiebroekse Park (als g e v o l g v a n de aanwezigheid van Schotse Hooglanders) minder is g e w o r d e n , verplaatst de recreatie zich volgens een respondent naar het terrein tussen een industrieterrein en een w o o n w i j k . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 38 De recreatiedruk in het Lage Bergse Bos neemt toe, onder andere als g e v o l g van het t o e n e m e n van de faciliteiten in het gebied. Dit wordt d o o r verschillende respondenten geconstateerd. De sportverenigingen moeten steeds meer afspraken maken over het gebruik van het gebied. Een e n k e l i n g bekijkt de t o e n e m e n d e drukte kritisch. "Het kan onze rust verstoren. Van mij mogen deze mensen best schreeuwen en herrie maken, ik ben best tolerant, maarik vind dat dom. Misschien vinden de mensen ons op de golfbaan elitair." Verschillende gebruikers van de golfbaan prijzen de o m g e v i n g . "Het is hier prachtig geworden, ook door allemaal allochtone mensen. Die zijn veel buiten in de omgeving. Het is een prachtige manier om via deze omgeving naar de golfbaan toe te gaan." Natuur Veranderingen in de o m g e v i n g hebben hoofdzakelijk betrekking o p verkeersdrukte, met name ook plaatselijk sluipverkeer d o o r natuurgebieden, en uitbreidende w e g e n . Een respondent zegt hierover: "Als de verkeerssituatie en de belasting van het onderliggend wegennet zo blijft, gaat dat ten koste van het milieu. Ook voor de mensen die hier willen recreeren gaat de natuurwaarde achteruit." M a a r ook de t o e n e m e n d e b e b o u w i n g baart zorgen in het kader van verlies van natuurwaarden. Bijvoorbeeld het o m h a k k e n v a n b o m e n in de natuur is v o o r een respondent heel belangrijk: "Er wordt veel gebouwd in de omgeving. Er is een nieuw wijkje bijgekomen en daarvoor is een mooi stukje bos weggehaald. In dat bos heb ik ooit 45 verschillende vogels geteld en dat is toch heel speciaal. Een mooi stukje natuur is verloren gegaan." Schiebroekse Polder Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 39 3.2.3 Conclusie Huidige situatie Woonsituatie In Schiebroek-Hillegersberg en de d o r p e n Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs zijn veel huizen in e i g e n d o m . De bewoners hebben een sterke binding met de wijk. In O m m o o r d staan vooral h u u r w o n i n g e n . De binding met de wijk is in O m m o o r d het minst sterk. O n d e r de agrariers in de dorpen is de binding met de grond wisselend. Woonomgeving V o o r het hele gebied geldt dat de rust en ruimte belangrijke belevingsaspecten voor de bewoners zijn. Veel bewoners geven de c o m b i natie van de landelijke o m g e v i n g en de nabijheid van de stad als groot voordeel van het gebied a a n . De nabijheid van veel groen w o r d t als positief ervaren. V o o r recreatie h o e v e n de bewoners van de wijken niet ver van huis, o m d a t er in de directe o m g e v i n g g e n o e g mogelijkheden zijn. De bewoners van de d o r p e n maken o o k gebruik van deze voorzieningen, maar kiezen ook voor andere recreatiegebieden. De contacten met buurtbewoners zijn wisselend. De bewoners van Schiebroek-Hillegersberg b e s c h o u w e n hun wijk als veilig, terwijl in O m m o o r d de leegstand van huurhuizen juist v o o r een onveilig gevoel zorgt. In de dorpen w o r d e n de gevaarlijke verkeerssituaties als negatieve aspecten g e n o e m d . De voorzieningen in de wijken zijn g o e d en w o r d e n volop gebruikt d o o r de bewoners. In de dorpen is dit minder het g e v a l , de bewoners m a k e n ook gebruik van voorzieningen in o m l i g g e n d e d o r p e n of de wijken binnen het gebied. In de deelname aan het verkeer speelt in de d o r p e n en in SchiebroekHillegersberg de auto een grotere rol dan in O m m o o r d . Deze laatste wijk heeft de beste openbaar v e r v o e r v o o r z i e n i n g e n . De nabijheid van het vliegveld Zestienhoven speelt vooral in de beleving van de bewoners van Schiebroek een negatieve rol. In O m m o o r d is voor s o m m i g e bewoners de a a n w e z i g h e i d van een opslagplaats voor licht verontreinigde g r o n d een negatief aspect. In Het Lage Land is de aanwezigheid v a n de A 1 6 een nadeel. Recreatie Het gebied kent een g r o o t aantal recreatiemogelijkheden, zoals w a n d e l e n , fietsen, golfen, skeeleren, v a r e n , k l i m m e n en (rol)skien. O o k zijn er verschillende volkstuincomplexen. Het Bergse Bos is het meest intensief in gebruik, dit d o o r de talloze sportfaciliteiten. Dit wordt d o o r de gebruikers als positief ervaren. De golfbaan in het Lage Bergse Bos w o r d t als bijzonder ervaren, onder andere door de hoogteverschillen die e r z i j n aangebracht. De recreanten k o m e n u i t d e wijde o m g e v i n g naar het Bergse Bos toe. In de meeste gevallen k o m e n zij met de auto. Het Schiebroekse Park w o r d t vooral d o o r o m w o n e n d e n gebruikt. Het in dit park gelegen volkstuincomplex is o p e n b a a r w a n d e l g e b i e d . De tuinders k o m e n ook van buiten de wijk en z o e k e n vooral de rust en de sociale c o n tacten. Datzelfde geldt v o o r de tuinders van het complex Terbregge. Andere recreatiemogelijkheden zijn het wielercircuit Doenkade en de Rotte. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 40 Natuur In het gebied w o r d e n veel plaatsen als natuurgebied a a n g e d u i d . Veel nadruk w o r d t gelegd o p het natuurlijke e n / o f landelijke karakter van die gebieden en o p de verstoringen, zoals vliegtuiglawaai, HSL, b e b o u w i n g en w e g e n , w a a r deze g e b i e d e n mee w o r d e n geconfronteerd. In combinatie met de n a t u u r w a a r d e n w o r d t ook de recreatiefunctie van de natuurgebieden g e n o e m d . Veranderingen Belangrijkste v e r a n d e r i n g in de verkeerssituatie is de t o e n e m e n d e drukte op de w e g en het d a a r m e e s a m e n g a a n d e sluipverkeer. A n d e r e veranderingen zijn de v e r r u w i n g v a n het rijgedrag en te hard rijden. Een grote v e r a n d e r i n g in d e o m g e v i n g is de n i e u w b o u w in Schiebroek, Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek. De twee dorpen zijn a a n g e w e z e n als V I N E X - l o c a t i e . Als g e v o l g v a n de n i e u w b o u w verdwijnen de boeren uit het gebied. In enkele gevallen v o r m t de n i e u w b o u w een bedreiging v o o r d e respondenten: enkele agrariers en een volkstuincomplex moeten mogelijk wijken. De recreatiedruk in het Lage Bergse Bos neemt toe, het gebied lijkt de g r e n zen van zijn capaciteit te bereiken. Het Schiebroekse Park is d o o r de a a n w e zigheid van grazers minder toegankelijk g e w o r d e n . 3.3 Gebied 2: Overschie Het gebied Overschie is te onderscheiden in twee deelgebieden ten w e s t e n en ten oosten v a n de A 1 3 . In beide deelgebieden k o m e n z o w e l grotere h u i zen met tuin als lage flats voor. De respondenten uit dit gebied zijn heel divers en o m die reden is het moeilijk een gemeenschappelijke noemer te vinden. 3.3.1 Beleving van de huidige situatie Woonsituatie De meeste respondenten w o n e n al geruime tijd in Overschie. S o m m i g e n zijn hier geboren en g e t o g e n . Niet iedereen heeft een speciale binding met Overschie. "Ik heb dit met geen enkele plaats in Nederland. Daarvoor ben ik te vaak verhuisd." Een deel van de respondenten heeft een huis met tuin in e i g e n d o m . Een ander deel w o o n t in recent gerenoveerde huurflats. O v e r hun w o n i n g zijn de bewoners alien tevreden. Een respondent geeft aan dat hij "op een schitterend hoekje woont in een mooi huis met een grote tuin." De grote tuin bij huis w o r d t d o o r meerdere mensen gewaardeerd. Woonomgeving De w o o n o m g e v i n g w o r d t d o o r de meesten positief g e w a a r d e e r d . Ze n o e men het dorpse karakter v a n Overschie en de nabijheid van de stad. "Ik heb toch een dorps gevoel en het is net buiten de stad." "Het doet een beetje dorps aan, z e kennen je in de winkels." "Je bent zo overal." O o k de grote variatie v a n huizen in de straat wordt als positief aangemerkt. Bovendien w o r d t de buurt d o o r de meeste bewoners als rustig ervaren. "Het is hier rustig wonen, je kunt hier een speld horen vallen." "Je woont hier echt wel mooi. " De snelweg die d w a r s d o o r Overschie loopt heeft nauwelijks invloed o p het w o o n g e n o t van de b e w o n e r s . Ze horen de snelweg w e l en s o m m i g e n k u n nen de auto's zelfs zien rijden vanuit hun raam, maar ervaren dit meestal niet als storend. Veel bewoners zijn inmiddels aan het geluid van de Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 41 s n e l w e g g e w e n d geraakt. D e s n e l w e g wordt nauwelijks g e n o e m d als negatief aspect van de w o o n o m g e v i n g . "Als het verkeer blijft zoals het is, dan blijven we hier wonen." Dit is ondanks het feit dat men zegt dat het hier de drukste snelweg van Nederland is. Slechts een bewoner ervaart de s n e l w e g langs het huis als negatief. "Je hoort het verkeer buiten goed." Bovendien voorziet deze bewoner nadelige gevolgen v o o r de g e z o n d h e i d . "Je weet dat je veel uitlaatgassen inademt, al merk je hier niets van." Iemand anders heeft ook last van stof van de snelweg. "Ik kan waar ik woon mijn schone was niet buiten hangen." De contacten in de buurt zijn g o e d , maar meestal niet erg intensief. Een van de gei'nterviewden heeft naar eigen zeggen een gezellige en sociale buurt. "Als je de hond uitlaat dan sta je hier en daar een babbeltje te maken. " De mensen in deze buurt voeren ook weleens gezamenlijk actie, bijvoorbeeld tegen de komst van een rouwcentrum in de straat. "We gaan met z'n alien naar de gemeente toe." Een ander doet regelmatig boodschappen v o o r zijn buurvrouw, maar "het moet geen verplichting worden." "Toen de kinderen nog thuis woonden ging het makkelijker", volgens weer een ander. D o o r de huidige leeftijdsverschillen in de buurt zijn de contacten van een van de gei'nterviewden minder dan vroeger. Tevens is de behoefte hieraan minder g e w o r d e n . In haar buurt zijn bovendien veel mensen verhuisd. Een iemand geeft zelfs aan dat ze het fijn vindt dat er w e i n i g sociale verplichtingen zijn naar de andere buurtbewoners toe. De voorzieningen in de buurt zijn g o e d . V o o r de dagelijkse b o o d s c h a p p e n richt men zich voornamelijk o p supermarkten in Overschie. Een enkeling gaat ook weleens naar Schiedam v o o r de dagelijkse b o o d s c h a p p e n . De boodschappen bij de supermarkt doet men meestal met de auto als het o m de wekelijkse b o o d s c h a p p e n gaat. Als het o m een enkele boodschap in de buurt gaat, wordt d o o r s o m m i g e n ook weleens gelopen. Een geTnterviewde neemt de fiets of rijdt met iemand anders mee. V o o r bijzondere i n k o p e n , zoals kleding, gaat men meestal naar het centrum van Rotterdam. Een enkeling gaat hiervoor ook wel naar het winkelcentrum O o s t e r h o f of Zuidplein. In het centrum van de stad komen de meesten niet z o frequent. Slechts een geTnterviewde komt hier regelmatig o m v o o r zijn plezier te winkelen. "Kijken of er nog leuke aanbiedingen zijn." Als ze g a a n , gaan de meeste met de auto naar het centrum. Het openbaar vervoer vindt men o n v o l d o e n d e . "De meeste bussen gaan hier via het Centraal Station. Dat is eigenlijk altijd een omweg." Een reden o m niet met de auto naar de stad te gaan zijn de parkeerproblemen in de stad. Een b e w o n e r die in zijn vrije tijd ook veel wandelt, loopt ook weleens van Overschie naar het centrum of hij neemt de bus. Recreatiemogelijkheden Overschie is niet bij uitstek een piek o m te recreeren, zoals de andere t w e e gebieden. De recreatiemogelijkheden in Overschie hebben met name betrekking op het w a n d e l e n in de parken in de buurt, zoals het park Zestienhoven. Verder biedt het gebied via de Schie doorgang aan pleziervaartuigen. Als specifieke v o r m e n van recreatie zijn ook een v o l k s t u i n c o m plex in de buurt en een jachthaven in het Noorderkanaal betrokken. Overschie biedt wandelmogelijkheden in de nabijgelegen parken. Een bewoonster geeft aan dat "zij de mogelijkheid heeft om in de buurt te wandelen, er is bijvoorbeeld een park met een hertenkamp." Iemand anders is een fervente wandelaar en heeft een wandelvereniging opgericht. Wekelijks wandelt hij met een club senioren in de buurt. Veelal zijn zij te vinden in het park Zestienhoven. Hij vindt de o m g e v i n g mooi en rustig: " Het is hier mooi om te wandelen. De natuur is mooi groen en je ziet hier Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 42 veel dieren." Het enige negatieve punt vindt hij dat veel w a n d e l p a d e n slecht w o r d e n o n d e r h o u d e n , waardoor het wandelplezier afneemt. Een andere v o r m van recreeren is een volkstuin. Volkstuinen krijgen steeds meer een recreatieve functie voor allerlei lagen uit de bevolking. Dit geldt ook v o o r het volkstuincomplex 'tot Nut en G e n o e g e n ' dat ten zuiden v a n de A 2 0 in de buurt van het Kleinpolderplein ligt. Het complex is een oase van rust in de drukte van de stad. "Ik zit hier heerlijk. Voor echte ontspanning is een tuin ideaal." "De rust is geweldig en heel belangrijk, vooral als je hier's ochtends binnenkomt. De natuur is hier schitterend. Veel vogels." De Schie die d o o r Overschie heen loopt is een belangrijke doorvoerroute voor jachten en zeilboten richting Delft. In het Noorderkanaal, n e t t e n z u i den van de A 2 0 ligt een jachthaven. M e n s e n die hier een boot hebben liggen zijn e n t h o u s i a s t o v e r de vereniging. "Het sociale aspect is erg belangrijk. " De jachthaven heeft een kantine waar regelmatig activiteiten plaatsvinden. De respondenten hebben gekozen v o o r deze jachthaven, o m d a t "het dichtbij huis en een goedkope ligplaats is." Bovendien is de locatie goed o m ergens heen te kunnen varen. "Je kan goed naar de Rottemeren varen en je kan ook gemakkelijk naar Delft gaan." Nadeel van de jachthaven is de nabijheid van de rijksweg. Een probleem van de snelweg is de geluidsoverlast. Volgens een bootbezitter ondervindt je hier de gehele d a g en nacht hinder v a n . "Tussen 15u en 21 u en van 4u tot 10u kun je merken dat het spits is, maar verder maakt het niet uit voor de geluidsoverlast. Je blijft het horen razen. Het is alleen een verschil in drukte." Een andere respondent die hier een boot heeft liggen vindt met name het stof een probleem. "De boot wordt hier snel vuil." "Het geluid hoor je hier al haast niet meer. Je raakt eraan gewend." 3.3.2 Beleving van veranderingen Verkeerssituatie Een verandering in de o m g e v i n g die door niemand o n o p g e m e r k t is geblev e n , is de renovatie van het Kleinpolderplein. De meningen over het resultaat zijn verdeeld. S o m m i g e n vinden het een hele verbetering nu al het verkeer op de rotonde v o o r r a n g heeft. Voorheen kreeg het verkeer van de snelweg v o o r r a n g . "Je merkt wel wat van de veranderingen als gevolg van de aanpassing van het Kleinpolderplein. Erzijn veel borden geplaatst en het is wel veiliger geworden." De fietspaden die zijn aangelegd op het verkeersplein w o r d e n gewaardeerd. "Eerst moest je via een eng tunneltje naar de andere kant van de snelweg en nu kan je via het Kleinpolderplein, wat een stuk veiliger is." "Mijn vrouw vond dit een enge en vieze tunnel en durfde hier niet alleen doorheen." De situatie op het Kleinpolderplein is volgens een respondent w e l onduidelijker g e w o r d e n : "Er staan heel veel verkeersborden, maar het is niet duidelijk wie voorrang heeft." Iemand anders vindt dat er gevaarlijke situaties ontstaan nu de fietsers ook gebruik maken van het verkeersplein. Dat de verkeerslichten zijn w e g g e h a a l d w o r d t ook niet door iedereen gewaardeerd. "Auto's die de A20 op willen komen er niet meer tussen." V o o r a l ' s avonds leidt dit volgens deze respondent tot problemen. Een lange rij auto's staat te wachten v o o r de snelweg. Een andere verandering die een keer wordt g e n o e m d is de toeritdosering naar de snelweg d o o r middel van stoplichten. "Belachelijk" vindt een respondent. "Die stoplichten staan er voor hun belang en niet voor het belang van de mensen." Hiermee doelt hij op de boetes die volgen als je door het rode licht rijdt. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 43 Een laatste verandering die is g e n o e m d m e t betrekking tot de verkeerssituatie in de wijk zijn verkeersdrempels op een w e g langs de Schie. Een respondent geeft aan dat ze al bij voorbaat negatief tegenover dit soort maatregelen staat: "Wat gaan ze nu weer doen?" Een b e w o n e r geeft aan dat "het raceprobleem door de drempels minder is geworden." Een bruggetje dat is a a n g e l e g d achter de Schiegevangenis vergemakkelijkt de doorgang naar het centrum van R o t t e r d a m . Toekomstige ontwikkelingen In de nabije toekomst zullen er geluidsschermen langs de A 2 0 w o r d e n geplaatst. Dit wordt d o o r een respondent positief g e v o n d e n , o m d a t hiermee de geluidsoverlast w o r d t t e g e n g e g a a n . D e z e respondent w o o n t zelf vlakbij de A 2 0 . Een andere respondent n o e m t de geluidsschermen o o k , maar geeft aan dat hij zelf geen last heeft v a n het verkeer. De aanleg van de HSL w o r d t ook een paar keer g e n o e m d als toekomstige ontwikkeling. Een respondent die dit n o e m t is geen voorstander van de HSL. "Als het maar niet vlakbij ons in de buurt is. Voor het volkstuincomplex zou de aanleg van de HSL betekenen dat er circa 15 tuinen moeten verdwijnen." Een andere, positieve o n t w i k k e l i n g is volgens een van de respondenten de aanleg van de A 4 richting Den H a a g , o m d a t het Kleinpolderplein dan m i n der druk wordt. Omgeving Er worden in Overschie verschillende flats gerenoveerd en gesloopt. O p een piek waar oude flats al zijn gesloopt, zijn nieuwe k o o p w o n i n g e n g e b o u w d . Uiteriijk is het hierdoor mooier g e w o r d e n vindt een respondent. O p een andere plaats w a a r de flats n o g moeten w o r d e n gesloopt, is n o g niet bekend wat hiervoor in de plaats zal k o m e n . "Maar", zegt een geTnterviewde: "veel si echter kan het niet. Het is positief dat ze weggaan." Toekomstige ontwikkelingen Er zullen in de toekomst n o g veel nieuwe huizen w o r d e n g e b o u w d in de omgeving. Recreatie Er zijn de laatste jaren extra fiets- en w a n d e l p a d e n aangelegd in Overschie. Er is bijvoorbeeld een fietspad langs de Schie g e k o m e n . D o o r een w a n d e laar in dit gebied wordt dit als positief ervaren. De veranderingen bij de jachthaven zijn beperkt. "Ze hebben er weleens bomen tussenuit gehaald (red. tussen de jachthaven en de snelweg), daardoor is het geluid alleen maar erger geworden." Het volkstuincomplex heeft in de loop der jaren een meer recreatieve f u n c tie gekregen. Sommige huisjes zijn nu heel luxe. "Vroeger werd het niet getolereerd als de dames in bikini lagen, maar dat is veranderd." Verder is er hier niets veranderd. 3.3.3 Conclusie De bewoners van Overschie zijn tevreden met h u n huis en de buurt waarin zij w o n e n . De snelweg ligt dwars d o o r O v e r s c h i e . Toch h e b b e n de meeste respondenten geen hinder van de s n e l w e g . M e n hoort de snelweg w e l , maar ervaart dit meestal niet als storend. Er treedt g e w e n n i n g o p . In de w o o n o m g e v i n g hebben verschillende veranderingen plaatsgevonden. De renovatie van het Kleinpolderplein is hiervan het meest ingrijpend Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 44 geweest. O v e r d e aanpassingen aan het plein zijn de meningen verdeeld. Enerzijds w o r d t er positief geoordeeld (betere fietsroute, v o o r r a n g verkeer van de snelweg), anderzijds negatief (langere wachttijden v o o r auto's die de snelweg op w i l l e n , onduidelijkheid over wie v o o r r a n g heeft, onveilige situaties met fietsers). Verder zijn er in de wijk veel flats gerenoveerd of w o r d e n gesloopt en zullen er in de toekomst veel nieuwe w o n i n g e n w o r d e n g e b o u w d . Dit levert over het algemeen een positiever beeld. Recreatie in Overschie beperkt zich voornamelijk tot het w a n d e l e n in de parken in de buurt. De jachthaven en het volkstuincomplex liggen aan de rand van Overschie en zijn specifieke v o r m e n van recreatie v o o r een bepaalde doelgroep. Pleziervaartuigen m a k e n wel gebruik van de Schie richting Delft. 3.4 Gebied 3: Kralingen-Crooswijk en Noord Het gebied bevindt zich ten noorden en ten zuiden van de A 2 0 . De respondenten in dit gebied w o n e n in N o o r d ( G o r d e l w e g e n nabije o m g e v i n g ) , Blijdorp en het Kleiwegkwartier. D e z e deelgebieden zijn hierna onderscheid e n . De belangrijkste recreatieplek in dit gebied is de Kralingse Plas. Een kanttekening is hier o p zijn plaats. D e respondenten uit het Kleiwegkwartier recreeren veel op de Bergse V o o r - en Achterplas en b e s c h o u w e n de Bergse plassen als onderdeel in hun directe l e e f o m g e v i n g . 3.4.1 Beleving van de huidige situatie Woonsituatie N o o r d en Blijdorp De meeste gei'nterviewden in dit deel w o n e n al lange tijd in het huis of de woonark waar ze nu w o n e n . Langer dan t w i n t i g jaar is geen uitzondering. Slechts een van de gei'nterviewden huurt sinds vier jaar een e t a g e w o n i n g in N o o r d . De anderen h e b b e n de w o n i n g in eigen bezit. Dit betekent overigens niet v o o r iedereen dat zij een binding hebben met de o m g e v i n g . Een van de respondenten verklaart dat hij in Rotterdam is k o m e n w o n e n v a n w e g e zijn werk. Dit was zijn enige b i n d i n g . N u hij geen werk meer heeft, voelt hij zich niet meer met Rotterdam v e r b o n d e n . Iemand anders w o o n t in een woonark waar hij erg aan gehecht is, maar een voorkeur voor de o m g e v i n g heeft hij naar eigen z e g g e n nooit g e h a d . De nabijheid van de s n e l w e g w o r d t d o o r de bewoners heel verschillend beleefd. Volgens s o m m i g e respondenten heeft de A 2 0 een negatieve invloed op het w o o n g e n o t in de wijken er o m h e e n . "Een negatief punt van het wonen op deze piek is de rijksweg die vlak voor mijn boot langs loopt Je hoort het verkeer hier goed." " Wanneer de wind uit het noord-westen komt heb ik last van het verkeer. Bij een zuidenwind is het lawaai acceptabel. " "'s Nachts tussen 2 en 5 uur is het stil en dan hoor je hoe rustig het kan zijn. De bomen en de plezierbootjes aan de kant vangen veel geluid op." Een andere respondent geeft aan dat hij vindt dat de A 2 0 een misstap is geweest: "Het is een te zware belasting voor de woonwijken." Er zijn respondenten die hun huis h e b b e n gei'soleerd o m de geluidsoverlast van het verkeer in huis te reduceren. Een respondent heeft zijn huis gerenoveerd mede o m het aantal decibellen te verminderen. Een andere respondent die direct langs de s n e l w e g w o o n t heeft extra dik glas o m het geluid buiten te h o u d e n . Een ander heeft echter helemaal geen last v a n de rijksweg. "Ik heb geen Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 45 last van de A20. De geluidsoverlast is alleen maar's nachts. Maar dat er hier wat langs komt's nachts vind ik ook wel prettig. Ik slaap heel erg slecht en dan kan ik's nachts een beetje rondkijken, ook in de winter. Ik vind het dan juist prettig om naar buiten te kijken. Ik heb absoluut geen hekel aan het geluid." De nabijheid van de snelweg wordt ook als positief ervaren v a n w e g e de goede bereikbaarheid. Kleiwegkwartier D e bewoners van het Kleiwegkwartier w o n e n alien aan de rand van deze wijk. Twee van hen w o n e n aan de Bergse Voor- en Achterplas, een ander w o o n t aan de Rotte vlakbij de snelweg. Twee respondenten w o n e n h i e r a l geruime tijd in een eigen w o n i n g . Een respondent w o o n t hier w a t korter in een n i e u w b o u w f l a t . Ze z o u w e l in de buurt willen verhuizen, maar geeft aan dat de huizen in de buurt veel te duur w o r d e n . Een van de respondenten w o o n d e hier al toen de A 2 0 in gebruik werd g e n o m e n . "In het begin stoorde de A20 niet, maar nu hoor je hem heel goed." De geluidsoverlast is v o o r deze respondenten n o g beperkt. D o o r de hogere huizen in de o m g e v i n g w o r d t n o g veel geluid o p g e v a n g e n , maar dichterbij de snelweg is het geluid veel erger. De s n e l w e g veroorzaakt behalve geluidsoverlast ook stankoverlast: "Ik heb een hele tijd op zolder geslapen en daar was de geluidsoverlast en stankoverlast gigantisch. Ik heb's ochtends echt de uitlaatgassen in mijn neus zitten." De recreatiemogelijkheden dichtbij huis w o r d e n geroemd: "Het is hier fantastisch om te recreeren. Om die reden zou ik al niet weg willen." "We fietsen heel vaak langs de Rotte en gaan regelmatig naar de Kralingse Plassen." O o k tijdens het wandelen en fietsen speelt geluidsoverlast een rol: "Wanneer je op het Prinsenmolenpad wandelt word je stapelgek van het geluid van de snelweg." Woonomgeving N o o r d en Blijdorp De respondenten hebben het allemaal naar hun zin waar ze w o n e n . De centrale ligging w o r d t het meest gewaardeerd in deze buurt: "Je zit dichtbij de stad." "Je woont lekker dichtbij het centrum en om precies te zijn ligt de Bijenkorfop 7 minuten fietsen." Bovendien w o o n je volgens een b e w o n e r van een w o o n a r k toch dichtbij de natuur: "Je woont midden in de stad in de natuur en dat is heel bijzonder." In de straten iets v a n de G o r d e l w e g af is het rustig w o n e n : "Het is een prettige, rustige buurt. Je hoort de auto's wel, maar dan als een soort zoevend achtergrondgeluid." "Je hebt hier niet de drukte van de stadse straten." O o k Blijdorp is een rustige buurt o m te w o n e n . M a a r er zijn ook nadelen: "Een nadeel is dat het in de straat sterft van de auto's, ze staan zelfs op de stoep." De behoefte aan contacten in de buurt is v o o r enkele respondenten beperkt: "Ik heb lievergeen mensen om me heen, ik ben iemand die liever alleen is." "Er worden gezamenlijke activiteiten gedaan in de buurt, maar ik doe hier meestal niet aan mee." De voorzieningen zijn allemaal in de buurt. Boodschappen worden d o o r de respondenten grotendeels in de wijk gedaan. Dit wordt lopend, met de fiets of met het openbaar vervoer gedaan. O o k komt men in het centrum van de stad o m te winkelen. Dit is vlakbij. "Alleen voor iets bijzonders ga ik naar de stad." D e g e n e n die w e r k e n , werken buiten de wijk en gaan hier met het Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 46 openbaar vervoer naar toe. De keuze voor een bepaald vervoermiddel is wisselend. Een groot deel v a n de bewoners heeft geen a u t o . D e g e n e met een auto gebruikt deze heel bewust alleen in de vrije tijd buiten de spits: "Anders kom ik in de file te staan." "Ik heb een mooie fiets en met het openbaar vervoer kan ik overal heen." V o o r recreatie gaan de meesten w a t verder van huis. Er zijn geen echte wandelmogelijkheden in de buurt. Er is een klein wandelgebiedje langs het Noorderkanaal: "Dat is nog de enige mogelijkheid om te kunnen lopen, zonder dat je al te veel auto's ziet. Het is niet echt een groot gebied maar een paadje." Dierentuin Blijdorp is in de buurt: "Als het minder weer is ga ik daar naar toe." Kleiwegkwartier Het w o n e n in deze buurt bevalt de respondenten g o e d . De rust en het vele groen "om de hoek" zijn de positieve aspecten van de buurt: "Het huis ligt in een rustig hoekje van Rotterdam." "Er ligt hier veel groen rondom de woning en dat maakt het aantrekkelijk." "Het uitzicht is mooi. "Bovendien is het middenin de stad en toch enigszins dorps." De snelweg ligt hoger dan het Kleiwegkwartier en levert daardoor veel overlast op voor de wijk. Het gaat hier o m geluids- en stankoverlast. De overlast is ook afhankelijk van de windrichting: "Bij noordenwind hebben wij nauwelijks last van de snelweg. Bij stil weer hebben we veel last van smog." "De weg is een monster voor de wijk." "Een verkeersriool." Een respondent benadrukt de gevaren voor de gezondheid van het w o n e n dichtbij een snelweg. Het spoor w o r d t ook g e n o e m d als bron van geluidsoverlast: "Met name's nachts is dit erg. Elk kwartier komt er een trein langs." Behalve het lawaai van het treinverkeer w o r d t ook het transport van gevaarlijke stoffen via het spoor g e n o e m d . Zestienhoven w o r d t een enkele keer als verstorend voor de w o o n o m g e v i n g g e n o e m d : "Op deze manier gaat de kwaliteit van het woon- en leefgebied naarbeneden." De contacten in de buurt w o r d e n omschreven als g o e d , maar niet intensief: "Het is een vriendelijke buurt. Jaarlijks is er een buurtfeest." Deelname aan de bewonersorganisatie en gezamenlijk strijden voor geluidsschermen heeft bij een van de respondenten gezorgd voor grotere betrokkenheid bij de buurt. Het verloop in de flat is groot, o m d a t het "startersflats" zijn. In de buurt zijn v o l d o e n d e mogelijkheden o m boodschappen te d o e n , zoals bijvoorbeeld op de K l e i w e g . Zo nu en dan komt men in het centrum van Rotterdam, bijvoorbeeld v o o r een concert in de Doelen. De bewoners nemen o p verschillende wijzen deel aan het verkeer. Ze h e b ben alien een auto, maar de een gebruikt die vaker dan de ander. D e g e n e n die werken gebruiken de auto v o o r het woon-werkverkeer. Een enkeling gebruikt de auto heel bewust alleen v o o r langere afstanden. Grote hoeveelheden boodschappen w o r d e n met de auto gehaald. De b o o d s c h a p p e n in de buurt met de fiets of l o p e n d . Recreatiemogelijkheden In dit gebied zijn v o l o p recreatiemogelijkheden. De belangrijkste gebieden zijn de Bergse Voorplas en de Bergse Achterplas en het Kralingse Bos met de Kralingse Plas. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 47 Bergse Voor- en Achterplas (Dit geldt met name v o o r de respondenten van het Kleiwegkwartier) De Bergse Voor- en Achterplas zijn gelegen ten n o o r d e n van de A 2 0 . In de Bergse Achterplas liggen eilandjes waarop vakantiehuisjes zijn gevestigd. De mensen m e t e e n eigen huisje zijn meestal Rotterdammers. M e n vindt het van belang o m dichtbij huis te recreeren. Ze w o n e n hier met name in de zomer. Permanente b e w o n i n g is overigens niet t o e g e s t a a n . De meeste respondenten komen hier al geruime tijd en z o u d e n hier niet meer w e g w i l len. Een enkeling k o m t hier pas twee jaar. Deze mensen v i n d e n het leuk o m aan hun huis te klussen en te tuinieren. Bovendien genieten ze v a n de natuur en de rust in het g e b i e d : "Het is daar mooi." "ie kan er heel leuk vogels kijken." M e n heeft niet meer het gevoel in de stad te zijn, terwijl die vlakbij is. "Als je er iemand geblinddoekt naar toe zou brengen en eerst twee uur zou rijden zou die niet weten dat hij in Rotterdam is." Behalve een vakantiehuisje h e b b e n de respondenten hier ook allemaal een of meerdere boten: roeiboot, zeilboot of m o t o r b o o t . M e t z o ' n bootje varen ze naar het eiland toe en bovendien varen ze hiermee in de o m g e v i n g . "Het is hier heerlijk de vrijheid te hebben. Als ik vroeger problemen had op mijn werk, was ik dat in mijn bootje zo weer kwijt." M e n hoort in dit gebied het verkeer: "Er hangt een zoem in de lucht die er niet hoort." Dit wordt als storend ervaren: " D e windrichting speelt vaak een rol maar negen van de tien keer staat de wind deze kant op." In de winter als de bomen geen blad hebben is de snelweg beter te horen volgens een respondent. Een andere recreant geeft echter aan dat hij w e l verkeer hoort, maar dat dit van de Straatweg komt en niet v a n de A 2 0 . Behalve geluid w o r d e n o o k het probleem van stof dat de s n e l w e g met zich meebrengt en de gezondheidsproblemen die hier een g e v o l g van k u n n e n zijn aangehaald. Een ander nadeel van de plas vindt men de boten die te snel varen: "Het is eigenlijk bedoeld als een dobberplasje.... en in het diepere gedeelte om te zwemmen." Kralingse Plas De Kralingse Plas ligt ten zuiden van de A 2 0 . De plas w o r d t veel gebruikt door watersporters. Bij de plas ligt het Kralingse Bos w a a r veel w o r d t gewandeld en hardgelopen. In het bos zijn ook bepaalde v o o r z i e n i n g e n , zoals o.a. een kinderboerderij. De respondenten beschikken alien over een (zeil)boot en zijn lid van een watersportvereniging. Positief aan de Kralingse Plas is de locatie. Het is midden in de stad en v o o r de watersporters die hier zitten dichtbij huis. Bovendien vindt men de afwisselende o m g e v i n g tijdens het varen o p de plas en het Noorderkanaal erg groot. De oevers zijn een m o o i g r o e n g e b i e d : "Het is een unicum dat je zoveel natuur midden in de stad hebt." De plas wordt tegenwoordig g o e d beheerd. Hiervoor is het Kralingse Plas O v e r l e g ( K P O ) in het leven g e r o e p e n , waar ook de zeilverenigingen aan d e e l n e m e n . Een van de respondenten zit ook in een commissie tegen het k a p p e n v a n 51 bomen voor een paardenconcours in het Kralingse Bos. In het Kralingse Bos zijn n o g zeldzame vogels te zien: "Er is hier nog wel eens een ooievaar gezien. Vanaf de boot is het niet moeilijk om vogels te zien." Nadeel volgens s o m m i g e n is echter dat de plas te klein is. Bovendien is er maar een ontsluitende v a a r w e g die gaat via de Boezem naar de Rotte of voor de M a a s verder via het Noorderkanaal, het Schiekanaal en de Schie. "Het nadeel is dat je steeds naar de sluis toe moet varen en dat het door de sluis heen varen veel tijd kost." "Het duurt wel twee uur voor je echt op de Maas bent. Je kunt niet meer overal naar toe varen, bijvoorbeeld niet naar het centrum. De gemeente moet zorgen dat je in Rotterdam rondjes kan varen. Dat kan nu niet." O o k de drukte van de stad in de directe o m g e v i n g Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 48 wordt als een nadeel gezien. De bruggen w a a r m e n o n d e r d o o r moet v a r e n , vormen een probleem. S o m m i g e plaatsen k u n n e n daardoor niet bereikt w o r d e n . "Ze hadden ook de bruggen hoger moeten maken, het zijn nu eigenlijk allemaal obstakels." "Afhankelijk van het peil van het water ben ik vaak te hoog voor bruggen. Ik vind dat jammer. " Niet alleen v o o r de boten, maar ook v o o r de auto's v o r m t dit een p r o b l e e m : "Soms wachten er bijvoorbeeld heel veel auto's voor een paar boten die onder de Irenebrug door willen varen. Dat is een vreemde situatie. " Volgens een van de respondenten levert de horeca aan de plas overlast op: "Ik vind die restaurants zo sterk ruiken, ik wil een bos ruiken en niet een Chinees restaurant. Dat stinkt. En als het lekker weer is, dan gaat iedereen op hetgras zitten. Het is dan net een indianenkamp, overal rookdampen e.d. Dan wordt het bos geweld aangedaan." De verschillende zeilverenigingen, een stuk of acht, die aan de plas zitten hechten aan hun zelfstandigheid en hebben al een lange traditie. M e n s e n zijn al lang lid en vaak gaat dit van ouder o p kind. D e K P O z o u willen dat de verenigingen fuseren: "Maar dat lukt nog niet zo best." 3.4.2 Beleving van veranderingen Woonomgeving Noord en Blijdorp Het steeds drukker w o r d e n d e verkeer, met name o p de G o r d e l w e g , is de voornaamste verandering in dit deelgebied. Verder w o r d t er een breed scala aan veranderingen g e n o e m d . Een v e r a n d e r i n g die een respondent heeft meegemaakt en die het meest tot de v e r b e e l d i n g spreekt is de o n t w i k k e l i n g van het Kleinpolderplein van o p h a a l b r u g tot het verkeersplein met fly-overs dat het nu is. "In die tijd reden er nog paard en wagens en richting Vlaardingen was het alleen maar polder met zo nu en dan een boerderij." O o k het centrum van Rotterdam heeft deze respondent natuurlijk sterk zien veranderen: "Er is zoveel veranderd de laatste jaren. Vroeger was Rotterdam mooier. Het oude centrum was gezelliger. Dat moderne vind ik te koud." O v e r i g e n s betekent dit niet dat d e z e respondent de modernisering niet interessant zou v i n d e n : "Een keer per week ging ik op de fiets naar de Maas om de bouw van de Erasmusbrug te volgen." De G o r d e l w e g is v o o r de bewoners van deze wijken dichtbij. Veel mensen w o n e n aan de G o r d e l w e g zelf of in een straat er net iets achter. O p die manier maakt de G o r d e l w e g onderdeel uit v a n hun w o o n o m g e v i n g . D e G o r d e l w e g is de laatste jaren steeds drukker g e w o r d e n en dit houdt rechtstreeks verband met de drukte op de A 2 0 . O m de files o p de A 2 0 te vermijd e n , wordt de G o r d e l w e g d o o r veel mensen g e k o z e n als sluiproute. " Veel meer auto's gaan via de Gordelweg, omdat ze de drukte op de A20 willen vermijden. Doordat er veel file is op de A20 gaan mensen een sluiproute nemen." "Het wordt merkbaar drukker, de hele wereld staat vol met dat blik." De drukte o p deze w e g houdt vervolgens het verkeer uit de a a n g r e n zende wijken t e g e n . De problemen zijn het grootst in de o c h t e n d - en avondspits: "Wanneer je rond zes uur weg wilt, is ergeen doorkomen aan en moet je hier dus rekening mee houden." Door een respondent w o r d t vliegveld Zestienhoven als (toekomstige) bron van overlast g e n o e m d . Bij schaalvergroting v a n het vliegveld verwacht deze respondent problemen en nu ervaart hij z o nu en d a n overlast: "Laatst kwamen er Russische vrachtvliegtuigen overvliegen en dat ging zo hard dat de woonboot en huizen in de buurt last hadden van trillingen." Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 49 Een respondent is ervan o p de hoogte dat de Hofpleinlijn onder de grond zal g a a n : "Dat is de trein die naar Zoetermeer en Den Haag gaat. Ik vind dat heerlijk, want die maakt namelijk wel redelijk veel herrie. " Er is ook het een en ander veranderd in de buurt. Soms gaat het hier o m positieve veranderingen zoals beter o n d e r h o u d van de huizen en het groen in de buurt of de a a n l e g v a n holering. M a a r er w o r d e n voornamelijk n e g a tieve veranderingen g e n o e m d . Drugrunners veroorzaken steeds meer overlast. Tot ergernis van een respondent zijn er bij hem in de buurt bomen o m g e k a p t , z o n d e r dat b e k e n d is w a a r o m . O o k w o r d t de veranderende mentaliteit aangehaald: " Vroeger zaten we gezellig met z'n alien op het pad en dat is nu niet meer." '"Vroeger was alles gemoedelijker." Bovendien vindt men dat het rijgedrag van mensen asocialer is g e w o r d e n . Er wordt hard gereden op w e g e n w a a r dit niet is toegestaan. Kleiwegkwartier D e (toekomstige) veranderingen in deze wijk hebben voornamelijk betrekk i n g o p de verkeerssituatie in de o m g e v i n g . Er w o r d e n m o m e n t e e l geluidsschermen langs de A 2 0 geplaatst. Het eerste stuk vanaf het Terbregseplein is af en het geluid is hierdoor al minder g e w o r d e n . De bewoners zijn hier erg positief over. De schermen z o u d e n in eerste instantie niet langs het Kleiwegkwartier k o m e n , maar na een jarenlange strijd van de bewonersorganisatie k o m e n deze er nu w e l . "Door het plaatsen van schermen naast de A20 zal de geluidsoverlast op de Straatweg afnemen. Je hoort hier het verkeer echt goed." Een respondent v e r w a c h t dat bij een nieuw o n t w e r p van de A 2 0 een nieuw e afrit gemaakt kan w o r d e n naar de Straatweg. Het verkeer dat nu uit de richting Utrecht komt, m o e t via het Schieplein rijden. Een respondent is er b a n g v o o r dat dit zal g e b e u r e n , omdat de drukte in de wijk hierdoor flink zal t o e n e m e n . "Gelukkig loopt er nog een spoorlijn en moet het station verplaatst worden willen ze daar een afrit aanleggen. Dit maakt de beslissing natuurlijk moeilijker." Verder wordt het veranderde rijgedrag g e n o e m d : "Vroeger was je blij als auto's opzij gingen, tegenwoordig wordt er gevloekt wanneer je niet snel opzij gaat met je fiets." De huizenprijzen in deze buurt zijn de laatste jaren fors gestegen. Een respondent vindt de huizen te duur g e w o r d e n : "Op deze manier wordt Rotterdam niet meer rendabel om te wonen. Ze werkt zichzelf zo uit de markt." Recreatiemogelijkheden Bergse V o o r - en Achterplas Er zijn plannen o m de Bergse Achterplas uit te gaan baggeren. De bagger is erg vervuild d o o r lozingen in vroeger tijden. O m die reden z o u het g o e d zijn als het gebeurde. A l jaren bestaat er de angst dat het gebied openbaar wandelgebied wordt. D e gemeente zou bruggen aan gaan leggen tussen de verschillende eiland e n , zodat recreanten vrij kunnen rondlopen. Hier is men geen voorstander v a n v a n w e g e angst v o o r inbraak en vemielingen. "Het is echt niet nodig dat het gebied verder wordt opengesteld voor recreanten." O o k plannen o m het gebied rond de Bergse Plassen vol te b o u w e n w o r d e n niet toegejuicht: "Er staat nu een hele hoge flat van 2 miljoen en die past niet in de omgeving." Een respondent is hier tegen, o m d a t de recreatiefunctie van het gebied verloren gaat. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 50 Kralingse Plas R o n d o m de Kralingse Plas wordt steeds meer g e b o u w d : "Vroeger lagen we echt aan de rand van de stad, maar nu liggen we er middenin." Langzaamaan w o r d t er elk jaar een stukje grond ingepikt. Een respondent is hier b a n g v o o r en noemt het "salamitechniek": "Dan blijft er voor de kinderen niets meer over." D e oevers van de plas zijn tot nu toe n o g gespaard gebleven, er is alleen een Indonesisch restaurant g e k o m e n . Er zijn n o g plannen met een l a n d t o n g die vlakbij het 'Kralingse Verlaat' (uitgang van de Kralingse Plas) ligt. Hier liggen ook de verenigingen. Er zou misschien een Van der Valk restaurant k o m e n . " O p een gegeven moment kan de gemeente zeggen: " We gaan zes hoog bouwen "." Deze plannen hangen volgens een respondent de verenigingen als een zwaard v a n Damocles boven het hoofd. Een respondent vindt dat het geluid van de A 2 0 en A 1 6 is t o e g e n o m e n . O o k zijn er in de buurt van de plas gevaarlijke verkeerssituaties volgens een respondent. "Daar zouden volgens de deelgemeente borden komen, maar dat werkt ook niet." Het Kralingse Bos is op een aantal punten aangepast. Het is wat meer een park g e w o r d e n . Er is bijvoorbeeld een nieuw w a n d e l p a d g e k o m e n . Volgens een respondent is dit geen verbetering: " Z e hebben een looppadgemaakt maar daar heeft niemand wat aan. De plas wordt zo steeds kleiner. Het zijn veranderingen maar geen verbeteringen. Ze moeten beter luisteren naar de belanghebbenden van de plas." Volgens iemand anders wordt geprobeerd de nadelen v o o r de watersport zoveel mogelijk te beperken. Het strandbad was vroeger bewaakt, dit is nu niet meer z o . Behalve r o n d o m de plas hebben zich ook o p het water een paar veranderingen v o o r g e d a a n . V o o r h e e n konden passanten d a g e n l a n g zwart liggen aan de oevers van de Kralingse Plas. "Nuzijn daar speciale passantensteigers voor gekomen en er kwam een passantenregeling waarin staat dat je er maximaal drie dagen mag liggen." Het aantal bemande sluizen is v e r m i n derd. "Als je hier in het centrum wat meer sluiswachters hebt, kun je ergens anders waar toch weinig mensen komen weer minder wachters neerzetten." Het sluizengeld is gelijk gebleven, maar er moet steeds meer aan de gemeente w o r d e n betaald voor v e r g u n n i n g e n . "Bij de Kralingse Plas en de Rotte zijn er bruggen bijgekomen." Positief is dat er een doorz w e m m o g e l i j k h e i d voor vissen is gerealiseerd. 3.4.3 Conclusie G e b i e d 3 valt uiteen in twee deelgebieden die onderling verschillen van karakter. De gebieden liggen iets ten zuiden van de A 2 0 (Noord en Blijdorp), en iets ten noorden ervan (Kleiwegkwartier). De bewoners van deze gebieden w o n e n hier naar hun zin. M e n w o o n t hier o v e r w e g e n d al langere tijd. Van de snelweg heeft men in beide deelgebieden behoorlijke geluidsoverlast en in mindere mate stankoverlast. De overlast in de wijken is niet overal even groot, maar vooral in de straten vlak langs de snelweg. D e straten hierachter worden als rustig bestempeld. De ligging dichtbij het centrum van de stad w o r d t als een belangrijk voordeel van N o o r d en Blijdorp gezien. Blijdorp is een rustige wijk o m te w o n e n . De G o r d e l w e g in Noord is een belangrijke straat v o o r het doorgaand verkeer. Deze straat is de laatste jaren steeds drukker g e w o r d e n . Verder hebben er vooral kleinere veranderingen in de buurt plaatsgevonden. De grootste voordelen v a n het w o n e n in het Kleiwegkwartier zijn het groen en de recreatiemogelijkheden in de o m g e v i n g (met name in gebied 1). De Straatweg loopt vlak langs deze wijk en is een belangrijke verbinding van de snelweg naar het noorden. Deze w e g veroorzaakt w e l geluidsoverlast. De verandering met de grootste impact zijn de geluidsschermen langs de A 2 0 . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 51 Hier is inmiddels mee begonnen en over een paar jaar zullen er o o k schermen k o m e n langs het Kleiwegkwartier. Recreatiemogelijkheden zijn er in dit gebied volop. De belangrijkste lokaties zijn de Voor- en Achter Bergse Plas en de Kralingseplas. In de A c h t e r Bergse Plas liggen eilandjes waarop vakantiehuisjes zijn gevestigd. D e z e plas en de V o o r Bergse Plas worden bovendien gebruikt v o o r d e watersport. D e eigenaren van de vakantiehuisjes hebben het in het gebied prima naar h u n z i n . Het gebied kenmerkt zich d o o r rust en bovendien w o r d t de natuur in het gebied gewaardeerd, terwijl het dichtbij de stad ligt. Het is heel geschikt o m dichtbij huis te recreeren. Erzijn plannen o m de plassen u i t t e gaan baggeren. Bovendien zijn er p l a n nen o m het gebied rond de Bergse Plassen te gaan b e b o u w e n . O p de Kralingse Plas zijn verschillende watersportverenigingen g e v e s t i g d . Deze verenigingen zitten hier al langere tijd en de leden zijn gehecht aan de locatie. Het is eveneens een mooi natuurgebied dichtbij de stad. Nadeel van de Kralingse Plas is vooral dat er maar een uitgang is o m in een ander gebied te k o m e n . De b e b o u w i n g rond de plas is de laatste jaren al t o e g e n o men en dit zou n o g meer kunnen worden in de toekomst. 3.5 Conclusies en overeenkomsten en verschillen tussen gebieden In de voorgaande paragrafen zijn per gebied conclusies geformuleerd. In deze slotconclusie zijn de drie gebieden, zoals die hiervoor zijn beschreven, met elkaar vergeleken. Hieruit zijn enkele overeenkomsten en verschillen gedestilleerd. Rustig wonen Alle drie de gebieden w o r d e n in meer of mindere mate gewaardeerd o m het rustige w o n e n . M e t name gebied 1, en daarbinnen de wijken Schiebroek en Hillegersberg, wordt als groen en rustig ervaren. O p v a l l e n d is dat ook gebied 2, ondanks de s n e l w e g die hier dwars doorheen loopt, d o o r b e w o ners vaak als rustig wordt aangemerkt. Slechts een enkele respondent ondervindt geluidsoverlast van de snelweg. G e b i e d 3 k e n t d r u k k e r e (met name de Gordelweg) en rustigere straten, die w a t verder van de s n e l w e g af liggen. In het gebied grenzend aan de snelweg ondervindt men w e l geluidsoverlast van de A 2 0 en in mindere mate stankoverlast. O o k het treinverkeer levert, met n a m e ' s nachts, in gebied 3 overlast. Natuur en recreatiemogelijkheden Gebied 1 kenmerkt zich d o o r de vele natuur- en groengebieden en e n o r m e recreatiemogelijkheden in met name het Lage en H o g e Bergse Bos (fietsen, w a n d e l e n , kanoen, golfen, klimmen en volkstuinen). Recreatiemogelijkheden zijn er ook in gebied 3 rond de Kralingse Plas (watersport, fietsen, wandelen). G e b i e d 2 leent zich het minst v o o r recreatie, alhoewel hier ook parken zijn waar w o r d t g e w a n d e l d . Bovendien loopt d o o r dit gebied de Schie die door watersporters als doorvaarroute w o r d t gebruikt. De recreatiegebieden kenmerken zich d o o r rust en groen en de stad lijkt hier ver w e g . Recreatieverenigingen, zoals een volkstuincomplex, een g o l f v e r e n i g i n g , een watersportvereniging, etc. worden voor een belangrijk deel gewaardeerd o m de sociale contacten met andere leden. Nabijheid van de stad en voorzieningen In alle gebieden geven respondenten aan dat zij de nabijheid van de stad als Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 52 positief ervaren. G e b i e d 1 en 2 w o r d e n getypeerd als 'dorps en toch dichtbij de stad'. G e b i e d 3 ligt het dichtst bij het centrum van Rotterdam en heeft het meest een stads karakter. De nabijheid van de stad wordt positief gewaardeerd. V o o r z i e n i n g e n als winkels zijn in alle drie de gebieden ruimschoots v o o r h a n d e n . Verkeersdrukte De drukte o p de A 2 0 en het onderliggende w e g e n n e t is de laatste jaren t o e g e n o m e n . Er is sprake v a n sluipverkeer op het onderliggende w e g e n n e t . Sluipverkeer is met name in gebied 3 een probleem op en rondom de Gordelweg. O o k de Straatweg in gebied 1 en 3 en de M o l e n l a a n in gebied 1 w o r d e n in dit verband g e n o e m d . Deze w e g e n zijn erg druk en vaak staan er in de spits files. Hierdoor is ook de ontsluiting van het verkeer uit de wijken onder druk k o m e n te staan. Openbaar vervoer Het openbaar vervoer is niet in alle gevallen in voldoende mate a a n w e z i g . De bereikbaarheid van de recreatiegebieden in gebied 1 (Lage en H o g e Bergse Bos) is o n v o l d o e n d e . De openbaar vervoermogelijkheden van de wijken naar de stad w o r d e n verschillend gewaardeerd. In gebied 1 en 3 zijn deze voorzieningen g o e d , terwijl de openbaarvervoerverbinding van gebied 2 met het centrum te w e n s e n over laat. De conclusies u i t d e paragrafen w o r d e n , in de vorm van belevingswaarden van de drie gebieden, in tabel 6 per gebied samengevat. Kaart van het gebied Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 53 Tabel 6: Belangrijke belevingswaarden per gebied gebied 1 Schiebroek/Hillegersberg (S/H), Pr. Alexander (PA)/ Ommoord (O), Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs gebied 2 Overschie gebied 3 Kleiwegkwartier, Noord en Blijdorp Wonen - landelijke omgeving in de nabijheid van de stad - rust, ruimte en groen - sociaal veilige wijk (S/H) - sociale onveiligheid door leegstand (O) - voorzieningen in de wijk (S/H, PA/O) - overlast vliegverkeer Wonen - dorps karakter - sociale contacten - binding met Overschie - dichtbij de stad - voorzieningen in de wijk - rustig wonen - snelweg is goed hoorbaar, maar levert slechts beperkt geluidsoverlast op Wonen - dichtbij de stad - recreatie dichtbij - voorzieningen in de wijk - drukke straten, maar rustig wonen in straten iets achteraf - veel groen in de buurt (m.n. ten noorden van de snelweg) - geluidsoveriast snelweg belangrijke wegen en onderliggend wegennet - geluidsoveriast treinverkeer ('s nachts) - stankoverlast en gezondheidsproblemen door snelweg Verkeer - overlast sluipverkeer - goed openbaar vervoer (PA/O) Verkeer Verkeer overlast van files bij gebruik - overlast sluipverkeer vandeA13 goede bereikbaarheid vooruitgang fietsmogelijkdoor nabij gelegen heden door aanpassing snelweg en aanleg fietspaden, ontsluiting verkeer onveilige fietstunnel uit de wijken slecht overbodig geworden door files op A 2 0 OV-verbinding met centrum van de stad onvoldoende Recreatie/natuur - natuurlijk en landelijk karakter door aanwezigheid van veel groen en natuurgebieden - "buiten zijn" en sociale contacten op volkstuincomplexen - veel recreatie-mogelijkheden binnen gebied - toenemende recreatiedruk Hofpleinlijn Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 54 Recreatie/natuur beperkte recreatiemogelijkheden in de wijk sociale contacten op volkstuincomplexen en in jachthaven wandelmogelijkheden in nabijgelegen parken watersportgebieden goed bereikbaar Recreatle/natuur - veel recreatiemogelijkheden in de wijk, o.a. wandelen, fietsen, watersport - rust en groen in recreatiegebieden, niet het gevoel dat je dichtbij de stad zit 4.De verkeersproblematiek op de A20 en het onderliggend wegennet 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk w o r d t de verkeersproblematiek o p de A 2 0 en het onderliggende w e g e n n e t beschreven vanuit het perspectief van lokale betrokkenen. Een onderscheid w o r d t gemaakt tussen het gebruik v a n de A 2 0 d o o r respondenten en de beleving van k n e l p u n t e n . De o p b o u w v a n het h o o f d stuk is als volgt. Paragraaf 4.2 geeft een beschrijving van het gebied Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander (gebied 1). Datzelfde gebeurt in de paragrafen 4 . 3 en 4 . 4 van achtereenvolgens de gebieden Overschie (gebied 2) en K r a l i n g e n C r o o s w i j k / N o o r d (gebied 3). Ter illustratie zijn de beschrijvingen a a n g e v u i d met citaten uit de interviews. Iedere paragraaf w o r d t afgesloten met een conclusie. In paragraaf 4.5 wordt een beschrijving g e g e v e n van o v e r e e n komsten en verschillen tussen de verschillende g e b i e d e n . In paragraaf 4 . 6 w o r d e n tenslotte algemene conclusies uit dit hoofdstuk beschreven. 4.2 Gebied 1: Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander 4.2.1 Het gebruik van de A20 en het onderliggend wegennet De meeste bewoners erkennen dat er verkeersproblemen zijn o p de A 2 0 . Velen van hen vinden dat deze problemen niet direct invloed o p henzelf hebben: ze m a k e n hetzij w e i n i g of geen gebruik v a n de s n e l w e g of ze weten de w e g , met name in de spits, te o n t w i j k e n . De meesten gebruiken de A 2 0 wel eens in het w e e k e n d , maar dan vallen de problemen mee. Een enkele keer gaat het mis: "We hebben er door een ongeluk wel eens ruim vier uur over gedaan vanuit Brabant. Dan zit je in een fuik gevangen." Routes die respondenten gebruiken zijn: • • • • • • • vanuit Schiebroek naar Bleiswijk via de D o e n k a d e of de Bergschenhoekseweg; vanuit het M o l e n l a a n Kwartier (Schiebroek-Hillegersberg) naar Krimpen aan den IJssel via de B o s z o o m ; vanuit Bergschenhoek naar V l a a r d i n g e n via de D o e n k a d e en pas na het Kleinpolderplein de A 2 0 op; vanuit Berkel en Rodenrijs via de D o e n k a d e en de M a t l i n g e w e g voor bij de A 1 3 richting Pernis en Botlek; vanuit Bergschenhoek naar Rotterdam via de M o l e n l a a n ; vanuit het centrum via de B o e z e m w e g en V i a d u c t Rozen naar Schiebroek; terug v i a de Rodenrijselaan en d e Zwartjansstraat; vanuit Prins A l e x a n d e r via de Terbregseweg naar het Lage Bergse Bos. 4.2.2 De beleving van knelpunten De file op de A 2 0 staat er vanaf half acht tot kwart over negen 's ochtends, volgens een respondent uit O m m o o r d . In de richting G o u d a zijn er in de loop van de m i d d a g , rond vier uur, veel o p s t o p p i n g e n , volgens een respondent uit het Molenlaankwartier. De bewoners h e b b e n naar eigen z e g g e n weinig last van de files, dit komt d o o r hun o n t w i j k g e d r a g . M e n is g o e d op de hoogte w a n n e e r de w e g vermeden m o e t w o r d e n . R e s p o n d e n t e n uit Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 55 Berkel en Rodenrijs: "Ik ga nooit in de spits de A20 op, dus na alleen 9.30 en voor 15.30 uur. Het is er altijd heel druk." en '"s Middags om 15.30 uur moet je niet weggaan richting Botlek." Een ander: "Ik let wel op wanneer ik de A20 op ga. Ik ga altijd na de spits." O o k v r o e g vertrekken, bijvoorbeeld o m 6 . 3 0 uur, zoals een respondent uit Berkel en Rodenrijs doet, helpt bij het vermijden van de files. En een respondent die vanuit het centrum naar Schiebroek rijdt zegt: "Je kunt beter dwars door de stad rijden dan via de snelweg." Een knelpunt is de invoegstrook bij het Sint Franciscus Gasthuis, deze is extreem kort. Bij het in- en uitvoegen gebeuren hier volgens een respondent de meeste o n g e l u k k e n . R o n d vier uur begint het in de M o l e n l a a n in Schiebroek-Hillegersberg druk te w o r d e n , met name ter hoogte van de Burg. F.H. van Kempensingel. Stoplichten z o u d e n hier volgens een respondent o p zijn plaats zijn. Een andere respondent: "De Molenlaan is een complete lijdensweg. In de spits is dathopeloos." Een respondent uit Prins A l e x a n d e r ontwijkt de M o l e n l a a n d o o r via het Bergse Bos te rijden. In de wijk O m m o o r d staan veel files in de o c h t e n d , tussen 7.45 en 8.30 uur. Het is dan moeilijk o m de wijk uit te k o m e n , o m d a t het verkeer vast staat o p w e g n a a r d e A 2 0 e n de A 1 6 t o e . Een respondent uit Prins A l e x a n d e r geeft aan via O m m o o r d naar het Bergse Bos te rijden. Een respondent uit O m m o o r d zegt het een grote o n t w e r p f o u t te vinden dat de wijken in de buurt alleen maar met elkaar zijn v e r b o n d e n door de Irenebrug, waar de M o l e n l a a n over de Rotte gaat. "Erzijn alleen al in Ommoord iets van 28.000 woningen. Die Molenlaan zit daardoor altijd wel verstopt." O o k een respondent uit Bergschenhoek vindt het aantal mogelijkheden o m de Rotte over te steken te beperkt: "Dan hebben ze wel van die mooie voetgangersbruggetjes aangelegd, maar al het autoverkeer moet over die twee bruggen." V o o r de loonbedrijven in Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek betekenen de files o p de A 2 0 een kostenpost, want "de meter tikt door." "Het kost veel tijd en uiteindelijk geld. Als ik met mijn graafmachine om 8.00 uur afspreek en ik kom in de file te staan, dan staan er ergens anders 2 mensen op me te wachten die ook weer geld kosten." Dezelfde respondent voegt eraan toe dat files ook v o o r het milieu niet goed zijn. In Berkel en Rodenrijs staan d o o r het sluipverkeer's ochtends o m zeven uur al files, die ook een kostenpost betekenen. O n d e r andere de Rodenrijseweg richting Berkel w o r d t g e n o e m d . Deze w e g w o r d t d o o r sluipverkeer uit Pijnacker en Zoetermeer gebruikt o m de D o e n k a d e te vermijden. Daarnaast is er veel vrachtverkeer v a n w e g e de bouwactiviteiten. Slechts een klein deel van de respondenten weet dat Rijkswaterstaat de verkeersproblemen o p de A 2 0 wil gaan a a n p a k k e n . Zij zijn o p de hoogte van de aanleg van een doelgroepenstrook of hebben iets gelezen in een plaatselijke krant of h u i s - a a n - h u i s - b l a d . Bijna de helft van de respondenten vindt het z o n d e r meer een goede zaak dat de problemen w o r d e n aangepakt. Een deel van de respondenten staat er neutraal tegenover. Enkelen denken er w a t genuanceerder over, zoals de b e w o n e r v a n Schiebroek: "Het is wel belangrijk voor de mensen die er elke dag gebruik van moeten maken. Maar ik sta er niet op te wachten. Het is toch weer een weg dichtbij huis." Een andere respondent vindt dat er geen sprake is v a n een groot probleem: "Ik snap erniet veel van datze de capaciteit van die snelweg gaan uitbreiden." Een respondent vindt dat Nederland niet alleen de verkeersproblemen kan oplossen: "Alsze in andere landen door blijven blazen met 160, 170, wat Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 56 moeten wij dan met onze 30 of 60 kilometer per uur?" En een ander spreekt van een tijdelijke oplossing: "Ik zou het zelf zoeken in de vermindering van het autoverkeer. Elke meter extra asfalt trekt extra verkeer aan. Nu heeft de Gordelweg last, maarstraks hebben andere wijken misschien last." 4.2.3 Conclusies De bewoners en gebruikers v a n het gebied zijn g o e d op de hoogte van de verkeersproblematiek op de A 2 0 . De meesten b e s c h o u w e n dit echter niet als hun eigen probleem, o m d a t ze w e t e n hoe ze de w e g moeten vermijden. In enkele gevallen zijn de gevolgen van de verkeersproblemen ook v o o r de bewoners voelbaar. Dit geldt voor O m m o o r d , w a a r het verkeer naar de A 2 0 toe al in de wijk vaststaat. En v o o r Berkel en Rodenrijs, waar tijdens de o c h tendspits files staan door het sluipverkeer. V o o r de ondernemers daar betekenen de files een extra kostenpost. Een klein deel van de respondenten weet dat er plannen zijn o m de verkeersproblemen o p de A 2 0 aan te p a k k e n . H o e w e l bijna de helft van de respondenten hier positief tegenover staat, zijn er ook kritischer geluiden. 4.3 Gebied 2: Overschie 4.3.1 Het gebruik van de A20 en het onderliggend wegennet De w e g w o r d t regelmatig gebruikt d o o r de bewoners. Zij gebruiken die met name in hun vrije tijd en niet in de spits. Een respondent zit v o o r zijn werk regelmatig op de w e g . Het verkeer op de snelweg is druk, daar zijn de geTnterviewde bewoners van Overschie het over eens. Doordat er de laatste tijd aan de w e g w o r d t gewerkt, zijn er vaker files. Een respondent die de A 2 0 z o u kunnen gebruiken o m v a n huis naar de jachthaven te rijden, doet dit niet: "De route via de A20 is natuurlijk wel veel korter, maar je hebt gewoon het let niet om daar tussen te komen vanwege de drukte." Dit geldt volgens deze respondent v o o r elk m o m e n t van de d a g . Ze gaat nu via het Kralingse Bos en de G o r d e l w e g . Een respondent k o m t hier ook v o o r zijn werk. Als er files staan op de w e g vermijdt hij deze d o o r binnendoor te rijden. Als hij toch in een file terecht komt, ondergaat hij deze gelaten. Een andere respondent kiest ook een sluiproute als zij bijvoorbeeld naar Delft gaat. V o o r a l ' s ochtends zijn er volgens haar files rond het Terbregseplein e n ' s avonds rond het Schieplein: "Richting Den Haag en Hoek van Holland staat er altijd een file." Een andere respondent probeert ook zoveel mogelijk de spits te vermijden, o m d a t hij anders "mensen zit te hinderen die wel in de spits moeten rijden, bijvoorbeeld voor hun werk." 4.3.2 De beleving van knelpunten De drukte en de files op de A 2 0 w o r d e n niet als een persoonlijk probleem ervaren d o o r de bewoners. Ze hebben weleens met de drukte te m a k e n , maar proberen dan de file te vermijden d o o r een route binnendoor te kiezen of ze leggen zich erbij neer. "Natuurlijk maak je het weleens mee dat je in de file komt en dan is het zonde van je tijd. Maar op het moment dat je in de file staat, moet je je erbij neerleggen." "Het is weleens druk, maar ik zou niet weten waarover ik moet mopperen." Bovendien vindt hij dat hij niet m a g m o p p e r e n , o m d a t hij zelf ook medeveroorzaker van de file is. S o m m i g e n vinden het gevaarlijk o m de w e g te gebruiken: "Het is een drukke weg. Dat raast maar door, dit zou echt niets voor mij zijn." De bewoners van Overschie maken zichzelf weleens "schuldig" aan sluiproutes, maar zelf ondervinden ze er in de buurt geen hinder v a n . De Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 57 respondent die een volkstuin bezit ten zuiden van de A 2 0 heeft hier overigens wel last van: "Sluipverkeer hebben we hierzat. De Statenweg is ook zo'n mooie sluiproute." Hij vindt een groot percentage van de automobilisten "onbeschofte rijders, die zich niet interesseren voor fietsers." V o l g e n s deze respondent is dit de laatste jaren erger g e w o r d e n . M e n vindt het een goede zaak dat Rijkswaterstaat iets aan de problematiek gaat d o e n : "De wegen staan zo vol dat er iets aan gedaan moet worden. " "Ik vind het goed als ze het fileprobleem aanpakken. Dat is voor iedereen beter." Verschillende respondenten doelen h i e r o p het e c o n o m i s c h b e l a n g v a n de snelweg. Het kan hierbij gaan om hun eigen belang (een eigen zaak) dan wel het algemene belang: "Het kost tijd en geld dat iedereen zo lang stil staat." De bewoners en recreanten van Overschie waren niet op de hoogte v a n de plannen voor de A 2 0 . Sommigen denken dat het o m de doelgroepenstrook gaat die momenteel wordt aangelegd. Ze vinden het wel een g o e d idee dat er een oplossing wordt gezocht. 4.3.3 Conclusie De bewoners van Overschie gebruiken de w e g regelmatig. D e A 2 0 w o r d t als (erg) druk ervaren. De respondenten zijn veelal in de gelegenheid de spits te vermijden en d o e n dit dan ook heel bewust. In s o m m i g e gevallen leidt dit tot het kiezen van een sluiproute. In Overschie zelf ervaart m e n w e i n i g overlast van de snelweg. M e n hoort het verkeer w e l , maar vindt dit in de meeste gevallen niet hinderlijk. O o k van sluipverkeer heeft men g e e n last. A a n de rijksweg w o r d t een belangrijke economische betekenis t o e g e k e n d . En o m die reden vindt men de aanpak van het fileprobleem een g o e d e zaak, in veel mindere mate o m d a t men hier zelf in de buurt zoveel overlast v a n ondervindt. 4.4 Gebied 3: Kralingen-Crooswijk en Noord 4.4.1 Het gebruik van de A20 en het onderliggend wegennet Er w o r d t door de meeste respondenten niet zo frequent gebruik g e m a a k t van de A 2 0 . De w e g w o r d t voornamelijk gebruikt in de vrije tijd. S o m m i g e respondenten komen wel o p de A 2 0 o m naar hun werk te reizen, maar meestal ook beperkt. "Ik hoor hem elke ochtend, maar meestal pak ik de A16en dan de A15 naar mijn werk in Spijkenisse. Een enkele keer over de A20 terug." Degenen die de w e g gebruiken o m naar hun werk te g a a n , staan weleens in de file: "Soms duurt het wel een half uur om op mijn werk hier te komen. Maar als ik geen file heb duurt het met de auto maar 8 minuten." "Als ik's avonds terugrijd van de Spaanse Polder naar Rotterdam Noord heb ik ook fileproblemen." De meesten zijn echter in de gelegenheid o m de spits te vermijden: "Ik heb daar niets te zoeken in de spits." "Die nauwe ader vermijd ik zoveel mogelijk." Ze zijn het er allemaal over eens dat de A 2 0 een drukke w e g is. Er w o r d t zelfs gezegd dat dit het drukste baanvak van Nederland is: "Het staat er altijd vast." "Met name's ochtends is het heel druk." "Het is mij te druk, maar ze zullen het wel nodig hebben voor de Botlek." "De weg zit vaak vol met verkeer en is vaak verstopt." "Er is een toename van het verkeer op de A20 en ook de snelheden gaan omhoog. Je merkt dat zo met de geluidsoverlast. Als banden geen goed profiel hebben dan hoor je ze nog meer." Een enkeling vindt dat het al wel iets verbeterd is, maar "het blijft Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 58 natuurlijk een overvol verhaal." In het onderliggende w e g e n n e t in dit gebied zijn verschillende w e g e n d o o r bewoners aangeduid als knelpunten. De G o r d e l w e g is een v a n die verkeersaders vlak langs de A 2 0 in R o t t e r d a m - N o o r d die p r o b l e m e n veroorzaakt "Om ongeveer vier uur staat het hier klem om op de oprit naar de A20 te komen." De G o r d e l w e g w o r d t ervaren als een drukke w e g en vaak gebruikt als sluiproute. De drukte is de laatste jaren t o e g e n o m e n : "Doordat er veel file is op de A20 gaan mensen een sluiproute nemen." " Veel meer auto's gaan via de Gordelweg, omdat ze de A20 willen vermijden." Het drukke verkeer op de G o r d e l w e g houdt vervolgens het verkeer uit de o m l i g g e n d e wijken weer tegen: "Wanneer je rond zes uur weg wilt, is er geen doorkomen aan. De KanaalweglGordelweg is verschrikkelijk, staat hartstikke vast, vooral 'savonds." O v e r i g e n s beperkt het sluipverkeer in deze wijk zich niet alleen tot de G o r d e l w e g : "Sluipverkeer hebben we hierzat. De Statenweg is ook zo'n mooie sluiproute." In de buurt van de Kralingse Plas staat het verkeer vaak vast o p de Boezemlaan en o p de Kralingseplaslaan. De Straatweg is een d o o r l o p e n d e w e g in het Kleiwegkwartier. Het is een sluiproute voor het verkeer dat richting het n o o r d e n gaat: "Deze weg is ontzettend druk." 4.4.2 De beleving van knelpunten Er s t a a t ' s ochtends van 7 . 0 0 uur tot ± 9 . 0 0 uur een file richting Hoek van Holland, 's Avonds is het vooral druk de andere kant o p , maar men v i n d t het met n a m e ' s ochtends heel druk. Een respondent moet v o o r zijn werk weleens naar H o e k v a n Holland of Zeeland en komt dan op de A 2 0 . Vanaf het Schieplein vindt hij het moeilijk o m de richting Hoek van Holland te v o l g e n : "Je moet op een kort stukje twee rijstroken over en dat is vaak een vervelende situatie." Het Schieplein veroorzaakt ook p r o b l e m e n , o m d a t hier verschillende w e g e n bij elkaar komen. Er wordt ook geklaagd over de korte invoegstroken v a n de A 2 0 . Dit speelt op verschillende plaatsen. In de richting Utrecht v a n a f het Schieplein vindt men de invoegstroken te kort: "Je moet voor de brug al ingevoegd zijn, anders zit je in de problemen." O o k op het Giessenplein zijn er problemen m e t t e korte invoegstroken. Een ander gevaarlijk punt vindt een enkeling de aansluiting v a n de A 1 6 o p de A 2 0 . Daar komen de t w e e banen van de fly over bij t w e e banen van de A 2 0 . Samen wordt de A 2 0 dan driebaans en de linker i n v o e g e n d e baan houdt daar o p . "Dat is best gevaarlijk als je honderd rijdt." V o o r de respondenten zelf v o r m e n de files meestal geen g r o o t p r o b l e e m : "Je weet dat het meer tijd kost en daar houd je rekening mee." "Je moet accepteren dat je je daar hebt ingestort. Dat doe je tenslotte vrijwillig." "Natuurlijk zou je het minder willen, maar het is geen groot probleem." "Ik vind het geen probleem, maar ik ben er niet blij mee. Het is allemaal doodzonde van de tijd, als je zo lang in de file staat, dat is toch twee weken vakantie per jaar. " "Ik heb een idee hoe de verkeersdrukte er uitziet en dan ben ik blij dat ik geen gebruik meer hoef te maken van de snelweg." Doorgaans is men er niet van op de hoogte dat Rijkswaterstaat de problemen wil gaan a a n p a k k e n . De toeritdosering naar d e s n e l w e g w o r d t in dit verband wel g e n o e m d . Een enkeling heeft hier w e l v a n g e h o o r d of in de krant gelezen. N a u w k e u r i g kent men de plannen echter niet. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 59 De respondenten zijn van m e n i n g dat het fileprobleem moet w o r d e n o p g e lost. Niet zozeer o m d a t ze er zelf last van h e b b e n , maar meer v a n w e g e het algemene belang. De files kosten veel geld: "De economie moet blijven draaien. We zijn een vrachtvervoerderslandje, dus het moet blijven opschieten." Een ander vindt juist: "Vrachtwagens die elkaar inhalen dat is niets, dat houdt teveel op. Goederen moeten eigenlijk via het water of per trein." O o k de n i e u w e w o n i n g b o u w langs de A 2 0 wordt aangehaald: "Er komen boven de Kralingse Plas ook nog's 7.000 woningen, dus die hebben gelijk al een probleem met al die files, het moet opgelost worden." "De A20 is een overvolle weg, er ontstaat snel een file, er moet iets gebeuren. Een auto is nu eenmaal niet zomaar weg te denken." O v e r de wijze w a a r o p de files aangepakt z o u d e n moeten w o r d e n , zijn de meningen verdeeld. Een respondent denkt dat het moeilijk zal zijn o m m e n sen uit de auto te krijgen en o p die manier de file op te lossen: "Mensen zitten liever langer in de auto dan in de bus of tram." Een andere respondent suggereert als oplossing v o o r het fileprobleem: "Het is hier's nachts doodstil, dan is er ineens ruimte zat op de A20. Het beste is om gewoon een 24-uurs economie te starten." Een oplossing v a n het fileprobleem z o u volgens een andere respondent ook een bijdrage m o e ten leveren aan het verminderen van het sluipverkeer in de wijk. Iemand anders is v a n m e n i n g dat de files liggen aan het rijgedrag van mensen. D o o r zelfdiscipline zijn de files volgens hem op te lossen: "Als iedereen beheerst rijdt, kunnen we met een rijbaan minder." A a n het rijgedrag van a u t o m o b i listen w o r d t vaker g e m e m o r e e r d . Een groot percentage van de automobilisten zijn onbeschofte rijders, die zich niet interesseren voor fietsers: "Op de fiets moet je je ogen en oren goed de kost geven." O v e r i g e n s is niet iedereen er voorstander v a n dat de files moeten w o r d e n opgelost d o o r een uitbreiding van de w e g e n . Een enkeling vraagt zich w e l af: " Waar is het eind? Het houdt een keer op om meer asfalt aan te leggen." Een ander vindt dat de files moeten blijven: "Ik zie bij mezelf dat ik steeds vaker voor het openbaar vervoer kies, omdat er files staan en er vaak geen parkeermogelijkheden in de stad zijn." De overheid zou het openbaar vervoer meer moeten stimuleren volgens deze respondent. Uitbreiding van de w e g zal volgens sommigen een verkeersaantrekkende w e r k i n g h e b b e n , w a a r d o o r de w e g na een paar jaar weer vol staat. 4.4.3 Conclusies De respondenten uit dit g e b i e d maken niet zo vaak gebruik van de w e g . De spits w o r d t zoveel mogelijk v e r m e d e n . M e n s e n die voor hun werk de A 2 0 w e l g e b r u i k e n , staan hier ook wel in de file. M e t n a m e ' s ochtends tussen 7 en 9 uur vindt men de w e g druk. Ze beschouwen de file niet als een persoonlijk probleem. Er zijn wel verschillende punten op de A 2 0 die als gevaarlijk w o r d e n b e s c h o u w d , zoals de korte invoegstroken, het voorsorteren vanaf het Schieplein richting Hoek van Holland en de aansluiting v a n de A 1 6 o p d e A20. M e n is er niet v a n o p de hoogte dat Rijkswaterstaat de problemen wil gaan a a n p a k k e n , maar acht het w e l van belang dat de files w o r d e n opgelost. M e t name in verband met de economie. Een aantal respondenten ziet e c h ter niets in een uitbreiding van w e g e n v o o r de oplossing van het fileprobleem. Zij denken meer aan flankerende maatregelen, zoals verbetering van het openbaar vervoer of fiscale maatregelen. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 60 4.5 Conclusies en overeenkomsten en verschillen tussen gebieden De verkeersproblemen op de A 2 0 worden d o o r de respondenten in alle drie de gebieden o n d e r k e n d . O p v a l l e n d is echter dat de meeste respondenten de w e g vooral buiten de spits of in hun vrije tijd gebruiken en daardoor de files kunnen vermijden. Zij b e s c h o u w e n de verkeersproblematiek daardoor niet als hun eigen probleem. V o o r de agrariers uit gebied 1 en enkele andere bedrijven v o r m e n de files een duidelijke kostenpost v a n w e g e de extra tijd die het gebruik v a n de A 2 0 ze kost. G e b i e d 1 en 3 hebben vooral te maken met sluipverkeer op het onderliggende w e g e n n e t . Beruchte sluipwegen zijn de G o r d e l w e g en de Straatweg in gebied 3 en de M o l e n l a a n en Rodenrijseweg in gebied 1. In gebied 2 speelt het probleem van het sluipverkeer niet. Alle drie de gebieden hebben 's ochtends en 's avonds te maken met files van auto's die de wijken uit of in willen. Deze files h o u d e n rechtstreeks verband met de files o p de snelweg (A20en A13). Slechts een klein deel van de respondenten w e e t dat er plannen zijn o m de verkeersproblemen o p de A 2 0 aan te pakken. De meesten vinden de plannen positief. Daarbij is echter niet de oplossing van persoonlijke problemen een belangrijke o v e r w e g i n g , maar vooral de economische betekenis die aan de w e g w o r d t t o e g e k e n d . M e t name in gebied 1 en 3 laten enkele respondenten zich kritisch uit over het uitbreiden van w e g e n als oplossing van het fileprobleem. Zij v e r w a c h ten meer v a n flankerende maatregelen. Verschillende punten op de A 2 0 w o r d e n als gevaarlijk aangeduid door respondenten uit gebied 3. Het gaat o m invoegstroken, het Schieplein en de aansluiting v a n de A 1 6 o p de A 2 0 . Rooseveltweg Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 61 5 Reacties op de planalternatieven die in studie zijn en aandachtspunten voorontwerp 5.1 Inleiding Dit hoofdstuk is een beschrijving van de reacties van lokale betrokkenen o p de oplossingsvarianten die Rijkswaterstaat in studie heeft. O n d a n k s het feit dat de planalternatieven n o g niet definitief vastliggen, zijn de c o n c e p t plannen toch aan de respondenten voorgelegd. Het doel hiervan is niet o m mensen een oordeel te laten vellen over deze planalternatieven in o n t w i k keling, maar o m n o g specifieker inzicht te krijgen in wat mensen waarderen in hun leefomgeving. D o o r concreet over mogelijke veranderingen te praten w o r d t de respondent de mogelijkheid g e b o d e n o m n o g specifieker te v e r w o o r d e n welke zaken hij in zijn leefomgeving waardeert. Dit brengt niet alleen meer aspecten van beleving boven tafel maar verifieert tevens de al eerder g e v o n d e n aspecten. Daarnaast kan dit gespreksonderwerp ook informatie opleveren die nuttig kan zijn bij het detailleren van de verschillende planalternatieven. O o k w o r d e n in dit hoofdstuk aandachtspunten voor ontwerp beschreven die door respondenten zijn gegeven. M e t nadruk vermelden wij dat de getoonde oplossingsvarianten oplossingen zijn die Rijkswaterstaat n o g in studie heeft. Deze varianten zijn dus nog niet definitief. Het hoofdstuk is als volgt o p g e b o u w d . In Paragraaf 5.2 w o r d e n de concept- oplossingsvarianten, die aan de respondenten zijn v o o r g e l e g d , kort beschreven en in figuren weergegeven. Paragraaf 5.3 geeft een beschrijving van het gebied Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander (gebied 1). In de paragrafen 5.4 en 5.5 gebeurt dit van achtereenvolgens de gebieden Overschie (gebied 2) en K r a l i n g e n - C r o o s w i j k / N o o r d (gebied 3). De beschrijvingen zijn, ter illustratie, aangevuid met citaten uit de interviews. Iedere paragraaf w o r d t afgesloten met een conclusie. In paragraaf 5.6 wordt een beschrijv i n g gegeven van overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende gebieden. In paragraaf 5.7 worden tenslotte algemene conclusies uit dit hoofdstuk beschreven. 5.2 Planalternatieven in studie Er zijn twee concept-planalternatieven v o o r de oplossing van de verkeersproblemen. Dat zijn de verruiming van de A 2 0 en de aanleg v a n een directe verbinding tussen de A 1 6 en A 1 3 (de A 1 6 / 1 3 ) . De verruiming van de A 2 0 houdt in dat tussen het Terbregseplein en het Kleinpolderplein de capaciteit wordt uitgebreid met in totaal 2x2 rijstroken. Per rijrichting zijn er dan dus vijf rijstroken beschikbaar. Het verkeer dat bij de aansluitingen Rotterdam-Centrum en Crooswijk de w e g verlaat of de w e g op w i l , krijgt t w e e rijstroken, de overige drie zijn voor het d o o r g a a n d e verkeer bestemd. Tijdens dit belevingsonderzoek is de regionale v e r b i n d i n g tussen het Terbregseplein en de N 2 0 9 , conform de startnotitie, niet m e e g e n o m e n . In figuur 4 is deze uitbreiding weergegeven. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 62 Figuur 4: Overzicht uitbreiding capaciteit A 2 0 De aanleg van een directe verbinding tussen A 1 6 en A 1 3 bevat de a a n l e g van 2x2 rijstroken. Een ruimte-reservering voor een eventuele t o e k o m s t i g e extra strook wordt in het ontwerp o p g e n o m e n . Deze A 1 6 / 1 3 w o r d t z o d a nig vormgegeven dat het doorgaande verkeer zoveel mogelijk via deze w e g kan w o r d e n afgewikkeld. De A 2 0 zal bij dit planalternatief w o r d e n g e h a n d haafd in de bestaande v o r m maar op een aantal kritische punten w o r d e n verbeterd o m de verkeersveiligheid te verhogen. In figuur 5 is de aanleg van de A 1 6 / 1 3 en de tracevarianten w e e r g e g e v e n . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 63 5.3 Gebied 1: Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Hillegersberg, Schiebroek en Prins Alexander A a n de respondenten in g e b i e d 1 werd de v o l g e n d e oplossingsmogelijkheid voorgelegd: de v e r b i n d i n g v a n de A 1 6 m e t d e A 1 3 , d i e o m de wijk Schiebroek-Hillegersberg heen zal lopen. Er zijn twee varianten besproken. Bij de ene variant loopt de w e g ondergronds vlak langs het M o l e n l a a n Kwartier. Bij de andere variant w o r d t de w e g drie meter b o v e n het maaiveld o m het Lage Bergse Bos heen g e l e g d . 5.3.1 Meningen overde eventuele aansluiting A 1 6 / A 1 3 Schiebroek-Hillegersberg en Prins A l e x a n d e r De bewoners van Schiebroek-Hillegersberg en O m m o o r d reageren verschillend op de aansluiting A 1 6 / A 1 3 . De respondenten uit het M o l e n l a a n Kwartier (Schiebroek-Hillegersberg) geven beiden de v o o r k e u r aan een bovengrondse variant die o m het Bergse Bos heen loopt. Zo ver mogelijk van huis is daarbij het motief, want: "Een tunnel kun je nooit helemaal afdichten." V a n een ondertunnelde variant vlak langs de wijk v e r w a c h t deze respondent geluidsoverlast, meer dan v a n de bovengrondse variant o p afstand. Beide varianten zullen de belevingswaarden echter aantasten: "Noch de ene oplossing, noch de andere is prettig. Beide varianten limiteren ons in onze lusten." Deze respondent verwacht lastte krijgen v a n gedreun: "Je hoort het verkeer zelf niet zo, maarje voelthet." en : "Het gedreun veroorzaakt scheuren in je huis. Tegen die tijd zal ik dan ook juridisch laten vaststellen hoe mijn huis eruit ziet. Wij hebben hier de financiele mogelijkheden om bijvoorbeeld mr. Moscovitz in te huren en jarenlang te procederen met de gehele buurt. De waarde van de huizen is voor ons natuurlijk ook belangrijk." De bewoners van O m m o o r d kiezen juist v o o r de variant langs het M o l e n l a a n Kwartier. Ze h e b b e n hiervoor verschillende motieven. N a t u u r en milieu spelen een rol: "Neem voor natuur en milieu de minst kwalijke oplossing, dit betekent niet midden door een recreatiegebied en zoveel mogelijk ondergronds, liefst met een aquaduct onder de Rotte door." M a a r ook persoonlijke motieven w o r d e n erbij betrokken: "Voor mij persoonlijk is het beter dat deze weg de kortste bocht neemt door het Bergse Bos. Dat is voor mij het minst vervelend met betrekking tot uitlaatgassen en herrie." O o k de andere twee respondenten in O m m o o r d verwachten van de n i e u w e w e g geluids- en stankoverlast te zullen o n d e r v i n d e n . O o k in Schiebroek v e r w a c h t e n de respondenten geluidsoverlast van de nieuwe w e g te krijgen. Een respondent denkt dat het wel mee zal vallen d o o r de aanwezigheid v a n het Schiebroekse Park en o m d a t het huis is v o o r zien van dubbel glas, maar verwacht dat er "wel meer autogassen in onze longen zullen komen." Slechts een respondent uit Schiebroek heeft een duidelijke voorkeur v o o r het trace o m het Lage Bergse Bos heen, o m d a t de wijk anders helemaal ingesloten w o r d t tussen twee verkeersaders. H o e w e l de vraag hen niet w o r d t v o o r g e l e g d , geven verschillende respondenten aan voorkeur te h e b b e n v o o r het verbreden en ondertunnelen van de A 2 0 , niet alleen o m d a t de nieuwe w e g hun persoonlijke situatie aantast. "Het wordt alleen maar voller en niet mooier. We moeten het toch een beetje natuurlijk houden; voor zover je kunt spreken van natuurlijk dan. Je kan beter het verkeer concentreren op het bestaande stuk." Voordelen van de aansluiting A 1 6 / A 1 3 zien de bewoners van de wijken over het algemeen niet. Een respondent uit Prins A l e x a n d e r h o o p t dat het verkeer op de A 1 6 beter kan d o o r s t r o m e n , zodat er minder geluidsoverlast Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 64 is. De respondenten uit het M o l e n l a a n Kwartier merken op dat de wijk er w e l voordelen van zal h e b b e n o m d a t er nu sprake is van een beperkte ontsluiting. Tegelijkertijd zal het echter ook drukker w o r d e n in de wijk: "Om meerdere mensen de gelegenheid te geven om op de snelweg te kunnen zal men uiteraard bestaande wegen gebruiken om op de snelweg te komen." Andere nadelen v a n de a a n l e g die w o r d e n g e n o e m d zijn het verdwijnen van het landelijke v a n de o m g e v i n g en het lelijke uitzicht bij de verhoogde variant: "Er zal een bult komen die niet mooi ge'integreerd is met het landschap. " O o k v o o r de recreatie zal dit gevolgen h e b b e n : "Het Lage Bergse Bos is zo'n mooi plekje in Rotterdam, dat zou zonde zijn." V o o r een respondent uit O m m o o r d zal de aanleg van de w e g aanleiding zijn o m te verhuizen, v a n w e g e de geluidsoverlast en luchtverontreiniging: "Je kan ook niet meer prettig in je tuintje zitten." Een andere respondent uit O m m o o r d ziet ook een directe invloed op de persoonlijke woonsituatie: "We moeten, wanneer die snelweg hier toch komt, de slaapkamer naar de voorzijde verplaatsen. Het geluid zal dan erg worden." Aanlegfase Van de overlast tijdens de aanlegfase hebben de meeste bewoners een w e i nig concreet idee: "Cerij metvrachtauto's", "een heelgedoe" en "hetzal tijdelijk een zootje worden" zijn illustratieve uitspraken. Vooral het werkverkeer k o m t v e e l v u l d i g t e r u g in de interviews: "We worden momenteel soms al wakker van de kiepauto's die's ochtends aan het werk gaan op en bij de dijk. Je hoort het klappen van die kleppen. Dat wordt bij de aanleg natuurlijk nog erger, maarja, je kan een timmerman ook niet een doekje om zijn hamer laten binden." O o k stremming van het verkeer komt naar voren: "Dan komen er vast ook stoplichten waardoor je maar een rijbaan van de weg kunt gebruiken. " Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek In de dorpen is m e n minder negatief over de aansluiting A 1 6 / A 1 3 . Enkele agrariers juichen de aanleg zelfs toe, o m d a t het makkelijker w o r d t o m Rotterdam heen te rijden en het dorp Berkel en Rodenrijs beter toegankelijk zal w o r d e n . Een respondent merkt o p : "Het is wel zonde van zo'n groen gebied, maar als het toch op de schop moet, dan ook maar goed." Enkele ondernemers h o p e n bij de w e r k z a a m h e d e n te w o r d e n betrokken: "Ik heb er de machines voor, dus waarom niet." De bewoners v a n de d o r p e n zijn w a t minder positief. Zij vrezen t o e n a m e van de drukte: "Ik ben bang dat het probleem in Rotterdam verschoven wordt naar omliggende dorpen." "Eigenlijk wil ik dat de A20 breder wordt, je wilt het natuurlijk niet in je eigen omgeving. Je woont hier toch om rust te hebben. " V o o r zover er een v o o r k e u r v o o r een variant w o r d t uitgesproken, is dit v o o r het verdiepte trace langs het M o l e n l a a n Kwartier. De motieven verschillen. Beter v o o r de natuur of een esthetisch motief: "Lelijk gezicht zo'n ding langs zo'n mooi bos. " Een ander heeft meer persoonlijke redenen o m de verhoogde variant af te w i j z e n . Deze zou namelijk over zijn land gaan. Voor een agrarier met land tussen de Rodenrijseweg en de D o e n k a d e is de tracekeuze rond de D o e n k a d e van groot belang. K o m t de n i e u w e w e g aan de zuidzijde, d a n heeft dit w e i n i g invloed. M a a r k o m t de w e g aan de noordzijde v a n de D o e n k a d e , dan heeft dit grote gevolgen v o o r de bedrijfsvoering: " Voor de boerderij is het negatief omdat je land nodig hebt om te kunnen boeren. Ik vrees dat het voortbestaan van de boerderij wordt bedreigd." Eerder in het interview heeft de ondernemer het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden in d e o m g e v i n g als negatief punt g e n o e m d . Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 65 Aanlegfase Tijdens de aanlegfase verwachten de respondenten w e i n i g overlast, o m d a t ze er ver vanaf w o n e n . A l l e e n op het bedrijf langs de D o e n k a d e kan het invloed hebben: "Door de verkeersdrukte, maar ook omdat de beesten niet meer naar buiten kunnen of dat er niet geoogst kan worden." Recreanten De gebruikers van de golfbaan kiezen eensgezind v o o r de ondertunnelde variant langs het M o l e n l a a n Kwartier. De v e r h o o g d e variant is lelijk v o o r het landschap: "Je haalt op deze manier een uniek stukje Rotterdam weg. " "Het haalt het hele effect weg van de baan. De rust, de schoonheid en de natuurbeleving. Het mooie van in een parklandschap lopen, tussen fazanten e.d. Mijn genoegen weg, de charme is verdwenen." Rust is belangrijk bij het golfen, o m d a t het "meer ontspanning is dan sport." De respondenten v e r w a c h t e n naast visuele hinder ook geluidsoverlast. A n d e r e nadelen die w o r d e n g e n o e m d zijn de afsluiting van het gebied d o o r een "kring van snelwegen", de hinder v o o r natuur en milieu en het verlies van een aantal holes v o o r de golfbaan. Dat laatste z o u het einde zijn v a n de golfvereniging, o m d a t de baan niet meer volledig is en daardoor minder greenfield spelers zal aantrekken. Van deze greenfield spelers, die per r o n d je betalen, is de golfclub financieel afhankelijk. Een v a n de respondenten zegt dat als door de s n e l w e g de golfbaan niet meer de moeite waard is, hij o p zoek zal gaan naar een nieuwe baan. Een ander zegt: "Als de aanleg doorgaat zal ik bij de golfvereniging blijven maar met de pest erin." Over de noodzaak van de nieuwe w e g verschillen de meningen: "Onder de grond is een betere optie dan de verhoogde snelweg, alleen zie ik het nut van een nieuwe weg niet in." "Als ik kijk naar de ontwikkelingen voor mijn autootje, vind ik het prima, want een aantal knooppunten zullen er niet meer zijn." Slechts een respondent verwacht ook voordeel te h e b b e n van de nieuwe w e g : "Als het hier weer wat rustiger wordt door de uitbreiding van de snelwegen, dan kan ik mijn boodschappen in Hillegersberg doen. Dat is beter." De wielerclub langs de D o e n k a d e zou volgens het geTnterviewde verenigingslid moeten wijken voor de nieuwe w e g , "door de uitlaatgassen." Diezelfde respondent noemt het "doodzonde van dit gebied", waarmee hij het Lage Bergse Bos bedoelt. Een andere gebruiker van het Bergse Bos vindt met name de verhoogde variant een heel slechte oplossing: "Het verknipt een gebied, waar men nu net probeert een geheel recreatiegebied van te maken." O o k deze respondenten zien meer in de ondertunnelde variant: " D e z e oplossing sluit veel meer aan bij de grens woon- en recreatiegebied." De volkstuinder o p het complex Terbregge verwacht dat de w e g w e i n i g invloed zal hebben w a n t "voordat die weg er is zijn we hieral weg", daarmee doelend op de g e p l a n d e huizenbouw. V o o r het complex Lusthof hangt de invloed af van het g e k o z e n trace langs de D o e n k a d e . Komt de w e g ten zuiden van de D o e n k a d e , dan zal een deel van de tuinen moeten wijken wegens geluidsoverlast. Die zal overigens v o o r het hele complex g e l d e n . "Als je er maar kort bent, zal het je niet zo opvallen, maar als je hier de hele dag bent wordt je er wel knap nerveus van." Verder zal het volgens deze respondent drukker w o r d e n . Als mogelijke voordelen noemt hij een betere bereikbaarheid en het feit dat het elders rustiger zou kunnen w o r den. D o o r twee respondenten w o r d t opgemerkt dat de overheid eerst m o e t nagaan waar de mensen heen gaan en pas dan de capaciteit van de Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 66 bestaande w e g uitbreiden. "Ik weet niet of het hiermee wordt opgelost, stel dat veel mensen die gebruik maken van de A20 richting Hoek van Holland gaan, wat heeft zo'n oplossing dan voor zin. Heeft men hier wel onderzoek naar gedaan." Aanlegfase Tijdens de aanleg van de ondertunnelde variant w o r d t door de recreanten overlast verwacht. Hetzij v o o r de natuur, ("de aanleg zal vervelende gevolgen hebben voor de eenden, uilen, heel veel vogels en wilde katten"), of anders wel v o o r de golfbaan: "De toegang tot de golfbaan wordt bemoeilijkt. " O o k z o u d e n er tijdelijk twee holes buiten gebruik moeten w o r d e n gesteld. Natuurliefhebbers Enkele respondenten, leden van de natuurvereniging " N a t u u r - en vogelwacht R o t t a " , vinden dat de A 1 6 / 1 3 er helemaal niet moet k o m e n : "Er komen steeds nieuwe zaken bij waardoor het natuurgebied verloren gaat. Het wordt een cumulatief proces: vliegveld, HSL en de nieuwe weg." Een respondent vindt dat projecten meer integraal aangepakt z o u d e n m o e ten w o r d e n . O v e r de verschillende varianten van het planalternatief A 1 6 / 1 3 heeft hij een duidelijk oordeel. O m d a t alle varianten d o o r de e c o l o gische zone heengaan w e k t dit bij hem z o r g e n : "Er is al zoveel op ecologisch gebied verloren gegaan door huizenbouw en nog meer verlies moet worden voorkomen. Een ondertunnelde variant is acceptabel maar dan niet alleen door het Bergse Bos. En als ondertunneling niet haalbaar is dan moet de Doenkade worden verbreed. Bij deze verbreding is een aarden wai een voorwaarde, als rustplaats voorde vogels." Een v e r h o o g d e variant d o o r het Bergse Bos vindt respondent een aantasting van het park: "Er wordt min of meer een barriere gemaakt zodat je niet meer gemakkelijk van het ene gebied naar het ander gebied gaat. Dit is een landschappelijke aantasting." En: "De weg zorgt voor meer geluidsoverlast en meer C0 uitstoot." Een andere respondent vindt de variant van de A 1 6 / 1 3 die 3 meter b o v e n het maaiveld uitkomt slecht voor de natuur: "Op deze manier zullen alle vogels weggaan en het zou een verstoring van de natuur zijn." O n d e r t u n n e l i n g vindt zij een goede oplossing. Het feit dat deze w e g langs de Ackerwijkse Plassen gaat betekent een verstoring van dit gebied. Een respondent, lid van de vereniging Noordrand Natuur en M i l i e u , heeft geen bezwaar tegen de aanleg van de A 1 6 / 1 3 . Als dat het sluipverkeer kan terugdringen staat zij er volledig achter. Z o w e l v o o r de recreanten als de natuurliefhebber heeft dat voordelen. M a a r zij staat hierin t o c h vrij alleen. Een andere respondent, IVN-natuurgids, denkt dat het er v o o r de natuur somber uitziet als de A 1 6 wordt doorgetrokken: "Het Schiebroeksepark kun je wel vergeten. De vogeldiversiteitzal sterk afnemen. Dan houdt het op met de natuurwaarde." 2 Aanlegfase Een respondent verwacht dat de aanlegfase veel werkverkeer zal aantrekken. W e r k z a a m h e d e n moet daarom buiten het broedseizoen plaatsvinden. 5.3.2 Aandachtspunten voor ontwerp Bijna de helft van de respondenten vindt dat de nieuwe w e g zoveel m o g e lijk moet w o r d e n ondertunneld: "In een vol land moet maar ondertunneld worden." "Onder de grond zal de gunstigste oplossing zijn. Dat stood andere weggebruikers niet." "Steden als Rotterdam zijn gewoon rijp voor ondergronds bouwen. Daar is nog ruimte." O o k natuurliefhebbers zijn hierin eensgezind. Bij de aanleg van een tunnel moet aandacht g e g e v e n w o r - Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 67 den aan de flora en f a u n a . Zorgen voor d o o r g a n g e n die groene stukken met elkaar verbinden en dit liefst op meer plaatsen. En zoveel mogelijk ondertunnelen want: "Het groen moet gespaard blijven en er mogen geen bomen omgehakt worden. Bomen gaan nu eenmaal het broeikaseffect tegen." O v e r de b o m e n k a p : "Tevens zou er een herbeplantingsplicht moeten komen. Vooral langs snelwegen vangen bomen veel uitlaatgassen op." O o k w o r d t een verdieping van de rijksweg als a a n d a c h t s p u n t m e e g e g e v e n . Veiligheid wordt er ook bij betrokken "Een fietstunnel is gevaarlijk, zeker met betrekking tot criminal iteit. Je kan beter de auto's door een tunnel laten gaan dan de fietsers." Verschillende respondenten k o m e n met de suggestie v o o r een "aquaduct." "Vanaf het Terbregseplein tot voorbij het Bergse Bos, allemaal onder de grond. En dan ook onder het water door van de Rotte." "Ik zou het vervelend vinden als er een brug over de Rotte heengaat. Er moet eigenlijk een aquaduct komen, dat zou een mooiere oplossing zijn. Het uitzicht zal zo niet belemmerd worden, en dat mag ook eigenlijk niet want de Rotte heeft een landelijk karakter." Enkele respondenten stellen ook beperkingen aan het ondertunnelen. Z o vindt een respondent verdiept aanleggen langs de D o e n k a d e z o n d e van het g e l d : "Die stuk of vijf huizen die daar staan. Als we geld teveel hebben, leg hem daar dan maar verdiept aan." Een ander twijfelt of ondertunnelen, wegens de kosten, w e l haalbaar is: "Maar ik beset natuurlijk goed dat dit een onmogelijke, want zeer dure oplossing is." Als onzekerheid bij o n d e r tunnelen wordt de drassige grond in het Bergse Bos g e n o e m d . O o k hier speelt het kostenaspect een rol: "We praten wel overgemeenschapsgeld." Een ander relativeert dit kostenaspect juist: "Bovengronds is hier niet goed. Je zal nooit spijt krijgen van onder de grond, alleen misschien wegens een geldprobleem. Je gaat hier de longen van de stad aanpakken, door er een weg doorheen te laten lopen. Ondertunneling is dan het antwoord." Dezelfde respondent n o e m t n o g een ander voordeel van o n d e r t u n n e l e n : "In een tunnel kunnen de schadelijke uitlaatgassen worden weggezogen. Er kan eerst een soort van filtering plaatsvinden. In de vrije lucht, bovengronds, kan de lucht niet worden gepurificeerd. Dat is voor het milieu ook een betere oplossing." Geluidsschermen w o r d e n d o o r een tiental respondenten g e n o e m d . Dat deze mooi en groen moeten zijn, staat v o o r de meesten daarbij vast. De opmerkingen daarover varieren v a n "een beetje groen", via "veelgroen en bomen " tot "Maak het fraai met een aantal deskundigen. Eentje die mooier is dan al die anderen." En: "De schermen moeten natuurlijk wel in de omgeving passen." Een enkeling trekt de effectiviteit van groene schermen in twijfel. M a a r over andere schermen merkt z o ' n respondent op: "Het is een lelijkstuk visuele vervuiling." Dat de bestaande verbindingen e n functies zoveel mogelijk b e h o u d e n m o e ten blijven, komt uit verschillende interviews naar v o r e n . V o o r de watersport is het van b e l a n g dat de doorvaart over de Rotte b e h o u d e n blijft. Bruggen moeten h o o g g e n o e g zijn o m onder door te varen. Het d o o r snijden van een recreatiegebied m o e t w o r d e n v o o r k o m e n , de recreatieve functie van het gebied m a g niet w o r d e n aangetast. O o k het groen m o e t zoveel mogelijk gespaard w o r d e n : "Het is nu nog mooi groen, laten we het zo houden." Verschillende recreanten n o e m e n de nieuwe s n e l w e g "een barriere voor de omgeving." "Je sluit met zo 'n snelweg ook dat gebied enigszins af. Ik weet niet of een vogel daar nu zo snel overheen kan komen." De bestaande lokale w e g e n moeten intact blijven, in het belang v a n de lokale bewoners. De D o e n k a d e w o r d t hierbij als voorbeeld aangehaald. Een Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 68 respondent stelt de aanleg van "wildviaducten " v o o r de o n d e r g r o n d s e variant voor. Deze viaducten kunnen dan tevens gebruikt w o r d e n d o o r bewoners en recreanten. O v e r viaducten merkt een andere respondent o p dat deze in een o p e n weiland horizonvervuilend zijn, maar o p de g o l f b a a n zou een verhoogde w e g geen probleem hoeven zijn: "Erzijn viaducten die er niet uitzien, maar erzijn er ook die er qua vormgeving wel goed uitzien. Die passen in het landschap." Extra opritten naar de nieuwe snelweg worden d o o r een achttal r e s p o n d e n ten g e n o e m d , o m de bereikbaarheid vanuit de eigen woonsituatie te vergroten. Slechts een respondent geeft hier een nadere invulling a a n : "Met een oprit tussen Berkel en Bergschenhoek wordt de Molenlaan ontlast en krijgen de Grindweg en de provinciale weg aansluiting op de rijksweg. En er ontstaat een extra mogelijkheid om de Rotte over te steken." Andere suggesties die v o o r het o n t w e r p worden gedaan zijn de v o l g e n d e . • "Een aparte baan voor het vrachtverkeer, vanwege het oponthoud als een vrachtwagen gaat inhalen en een maximumsnelheid voor vrachtwagens." • Verbeteren van het openbaar vervoer: "Er zitten te veel alleen in een auto, dat moet veranderen." • "Als er nou toch iets moet, doe het dan zo dicht mogelijk langs bestaande spoorlijnen. Je moet namelijk rekening houden met de gevolgen voor de leefomgeving." • Verlichting: "zo gericht mogelijk boven toe." • "Als er gekozen wordt voor een ondergronds gedeelte voor doorgaand verkeer en een bovengronds voor het bestemmings verkeer, dan tol heffen op het ondergrondse deel en dit verplicht laten gebruiken door vrachtwagens." • "Er staan nooit aan twee kanten files, daarom zijn misschien wisselende rijstroken mogelijk." tegen te gaan Maatregelen tijdens aanleg: "Om geluidsproblemen moet een tijdelijke geluidswand worden neergezet tijdens de bouw. Het is misschien ook goed om een aparte weg aan te leggen voor al het bouwverkeer." • en niet te veel uitstraling • "Een goede opkoopregeling gaat." voor het landbouwland • "Langs de snelweg bomen en struiken planten filterende werking hebben." dat mensen naar verloren omdat deze een • En: "geen werkverkeer tijdens het broedseizoen." Een respondent heeft geen aandachtspunten o m d a t hij tegen de a a n l e g v a n de w e g is: "Dit stukje recreatie wil ik gewaarborgd zien en ik heb dan ook geen suggesties voor aanleg." En "Files oplossen met meer asfalt is geen oplossing voor het probleem." 5.3.3 Conclusies In de wijken Schiebroek-Hillegersberg en Prins A l e x a n d e r / O m m o o r d is w e i nig enthousiasme v o o r d e aansluiting van de A 1 6 / A 1 3 . Ze v e r w a c h t e n hier geluidsoverlast en visuele hinder v a n . Andere nadelen die w o r d e n g e n o e m d zijn luchtverontreiniging, toenemende drukte o p de a a n v o e r w e g e n en trillingen. Tijdens de aanlegfase wordt vooral geluidsoverlast en verkeersstremmingen verwacht. In het M o l e n l a a n Kwartier h e b b e n respondenten de voorkeur v o o r de verhoogde variant o m het Bergse Bos, o m d a t ze van de ondertunnelde variant vlak langs de wijk meer geluidsoverlast verwachten. In de wijk O m m o o r d gaat de voorkeur uit naar de verdiepte Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 69 variant langs het M o l e n l a a n Kwartier. Hiervoor bestaan verschillende motieven. V o o r natuur en milieu vinden respondenten de ondergrondse variant de beste o p l o s s i n g . Bovendien verwachten bewoners van O m m o o r d meer geluidsoverlast van de bovengrondse variant o m het Bergse Bos h e e n . In de dorpen Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs zijn de meningen meer verdeeld. Een deel is b a n g v o o r t o e n e m e n d e drukte in de d o r p e n . V o o r enkele ondernemers is juist de t o e g e n o m e n toegankelijkheid van de d o r p e n en het makkelijker o m Rotterdam heen rijden een voordeel. V o o r zover een keuze w o r d t g e m a a k t , valt deze op het verdiepte trace. V o o r t w e e agrariers weegt de tracekeuze zwaar, o m d a t een v a n de varianten over hun land zal lopen. Overlast van de a a n l e g verwachten ze in de dorpen, v a n w e g e d e afstand, n i e t t e h e b b e n . De recreanten kiezen vrijwel allemaal v o o r het verdiepte trace. Ze v e r w a c h ten visuele en geluidshinder. Daarnaast w o r d t hinder v o o r de natuur g e n o e m d . Het v e r h o o g d e trace kan het verlies betekenen van enkele holes van de g o l f b a a n , w a a r d o o r deze niet meer de moeite waard is. Het wielercircuit langs de D o e n k a d e zal moeten wijken. Een volkstuincomplex verliest mogelijk een deel v a n de t u i n e n . Slechts een enkele respondent ziet ook voordelen van de nieuwe w e g . Belangrijkste aandachtspunten bij het o n t w e r p zijn zo veel mogelijk ondertunneling en het plaatsen v a n geluidsschermen. Daarnaast w o r d e n het handhaven van bestaande verbindingen en functies en het aanleggen v a n extra opritten naar de n i e u w e w e g herhaaldelijk g e n o e m d . 5.4 Gebied 2: Overschie 5.4.1 Meningen over de eventuele verbreding van de A20 De meeste bewoners v i n d e n de verbreding en ondertunneling van de A 2 0 een goede oplossing. "Je bent een hoop verkeer kwijt wat dan onder de grond rijdt" Deze respondent vindt w e l dat deze manier veel geld kost o m het fileprobleem o p te lossen, maar dat is het hem ook wel weer waard: "Het gevolg is dat ik niet meer in de file kom en dat vind ik een prettig idee." Hij heeft bovendien het volste v e r t r o u w e n in Rijkswaterstaat: "Ze weten echt wel waar ze mee bezig zijn." Een respondent die nu rekening houdt met de files en o m die reden weleens een sluiproute kiest, ziet als enige voordeel dat ze dan geen rekening meer hoeft te houden met de files. Volgens een ander is het een g o e d zaak dat Rijkswaterstaat naar een oplossing zoekt. Hij gelooft er echter niet in dat het probleem w o r d t opgelost, "omdat er toch steeds meer auto's komen." De oplossing lijkt h e m v o o r zichzelf ideaal: "Je bent vlotter weg." "Ze mogen er wat mij betreft morgen nog wel aan beginnen." Een bootbezitter: "De A20 kan niet breder, want dan komt de watersport in gevaar". De bezitter van een volkstuin verwacht dat de oplossing alleen g e v o l g e n zal hebben v o o r het geluid: "Je hoort het verkeer denderen. Dan wordt het rustiger met de weg onder de grond. " Een ander zegt ook: "Het verkeer zal rustiger worden." Iemand v a n de jachthaven in het Noorderkanaal denkt ook dat de tunnel positief zal uitwerken o p de geluidsoverlast. "Ik zie al dat verkeer al op het Kleinpolderplein af komen. Op deze manier komt er teveel verkeer door de bewoonde wereld heen en dat moeten ze juist voorkomen. Nog meer bochten, fly-overs, etc..." Deze respondent ziet alleen maar nadelen bij deze oplossing. "Het verkeer komt voor het Kleinpolderplein naar boven wat veel geluidsoverlast zal veroorzaken." Zij vindt het voordeel dat het verkeer in betere banen wordt geleid niet o p w e - Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 70 gen tegen de g e n o e m d e b e z w a r e n . De w a n d e l m o g e l i j k h e d e n w o r d e n volgens een recreant niet aangetast d o o r deze oplossing. O o k een volkstuinder is van m e n i n g dat de gevolgen positief zullen zijn, namelijk minder geluidsoverlast. De oplossing roept veel vragen op over de consequenties v o o r een jachthaven in het N o o r d e r k a n a a l : "Waar komt de tunnel links of rechts van de A20? gaan z e dan het kanaal dempen ?" "Als het kanaal gedempt wordt, ben ik fel tegen. Ook als de helft gedempt wordt, betekent dit toch het einde van de vereniging. Als ze hier willen ondertunnelen, het is nog maar een klein stuk grond, zullen we te alien tijde weg moeten." Er z o u d e n , v o l gens deze respondent, veel watersporters gedupeerd w o r d e n d o o r deze oplossing, o m d a t er meerdere verenigingen in het Noorderkanaal zitten. "Waar moet je met je boot heen, een andere ligplaats is moeilijk te vinden." De tunnel kan volgens een bootbezitter beter aan de andere kant van de s n e l w e g w o r d e n a a n g e l e g d , o m d a t daar alleen maar sportvelden liggen en er volgens haar d a n minder mensen gedupeerd w o r d e n : "En als er voor een tunnel gekozen zou worden, kunnen wij dan terug op onze piek? Zijn de bruggen dan hoog genoeg om onder door te varen ? Of is er voor ons een andere ligplaats aan te wijzen?" "Je moet het misschien ergens anders gaan opbouwen. Dat is ook een groot bezwaar. Je verliest zo langzamerhand je sociale contacten en die zijn erg belangrijk voor mij." O o k de d o o r v o e r m o g e l i j k h e d e n naar andere gebieden zijn van belang: " D e voorwaarden voor mij zijn dat ik door kan varen naar de Rottemeren." Gevolgen van de aanlegfase De meeste b e w o n e r s en recreanten uit Overschie voorzien geen problemen bij de aanleg of k u n n e n die g e v o l g e n moeilijk overzien. "Wij hebben ook geen last gehad bij de renovatie van het Kleinpolderplein." "Je zult best eens meer last hebben van files als ze aan het werk zijn, maar dat moet je dan maar voor lief nemen." Een bootbezitter: "Waarschijnlijk zal erwel overlast bij de bouw zijn, maar dat hou je nou eenmaal." Iemand die deze oplossing niet ziet zitten, verwacht veel overlast te ondervinden tijdens de a a n l e g v a n de w e g : "Het werkverkeer brengt drukte met zich mee en zorgt voor opstoppingen. Door de werkzaamheden wordt het verkeer gestremd." 5.4.2 Aandachtspunten voor ontwerp Er w o r d e n d o o r b e w o n e r s en recreanten uit Overschie verschillende suggesties g e d a a n w a a r m e e volgens hen bij het o n t w e r p van de w e g rekening moet w o r d e n g e h o u d e n . Deze suggesties hebben met name betrekking op de verkeerssituatie o p de A 2 0 en het v o o r k o m e n van geluidshinder. Een respondent suggereert o m het Kleinpolderplein ook te ondertunnelen. Bovendien z o u d e n er ook langs de A 1 3 en langs de A 2 0 ter hoogte van de jachthaven in het Noorderkanaal geluidsschermen moeten k o m e n . Deze laatste z o u d e n er ook moeten k o m e n als de w e g w o r d t ondertunneld. Er moet rekening w o r d e n g e h o u d e n met fietsers en wandelaars. Als er tunnels w o r d e n a a n g e l e g d v o o r fietsers en wandelaars moet er rekening w o r d e n g e h o u d e n m e t d e veiligheid. Fietspaden moeten volgens een respondent niet w o r d e n aangetast. Een respondent merkt op dat hij vindt dat de w o o n boten in het N o o r d e r k a n a a l b e h o u d e n moeten blijven, o m d a t deze "sfeervol zijn." 5.4.3 Conclusies Van het feit dat Rijkswaterstaat iets aan de problematiek o p en r o n d o m de A 2 0 wil gaan d o e n , is men niet op de hoogte. O v e r het algemeen vindt Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 71 men het w e l een goede zaak dat er iets gaat gebeuren. O v e r de verbreding en ondertunneling van de A 2 0 wordt met name positief gedacht. De verw a c h t i n g is dat de oplossing zal leiden tot minder files. Dit vindt men in verband met het gebruik van de w e g positief. Van de aanlegfase van de w e g verwacht men in Overschie w e i n i g overlast. De meeste overlast die m e n verwacht zijn verkeersopstoppingen. Bewoners en recreanten hebben een aantal suggesties gedaan v o o r het o n t w e r p van de w e g . De suggesties hebben met name betrekking op het beperken van de geluidshinder. 5.5 Gebied 3: Kralingen-Crooswijk en Noord 5.5.1 Meningen over de eventuele verbreding van de A20 De respondenten in dit gebied vinden de verbreding en ondertunneling van de A 2 0 een goede oplossing: "Uiteraard vind ik het een goede oplossing dat ze er iets aan gaan doen." "Op deze manier wordt de A20 ontlast. " "Het merendeel is doorgaand verkeer en als je die onder de grond kunt stoppen, dan kunnen die vlotter weg." "Het zal wel nodig zijn. Ik sta weleens te kijken op het viaduct. Het is enorm wat daar voorbij komt." Deze respondent vraagt zich w e l af hoe de ondertunneling zich verhoudt tot d e uitbreiding van de metro die vanaf CS onder het kanaal en de S t a t e n w e g d o o r zal gaan lopen. Een aantal respondenten geeft wel aan dat de fileproblematiek op de A 2 0 met de verbreding van de w e g wordt opgelost, maar dat er tegelijkertijd ergens anders een probleem zal ontstaan. De bottleneck wordt verschoven. Een ander nadeel dat men ziet is dat de oplossing uiteindelijk een verkeersaantrekkende w e r k i n g zal h e b b e n . Door de wegcapaciteit uit te breiden neemt de verkeersdrukte alleen maar toe. De overheid zou beter maatregelen kunnen nemen o m het autogebruik te verminderen, zoals het o p e n b a a r vervoer verbeteren, fiscale maatregelen, etc. D o o r verschillende respondenten wordt aangegeven dat het lawaai zal afnemen d o o r v o o r deze oplossing te kiezen. "Het voordeel is dat het rustiger wordt wat betreft het verkeer. Dit zou dan minder herrie op moeten gaan leveren." " Wanneer de aanleg gerealiseerd is zal het rustiger worden met de verkeersdrukte. Het verkeer zal zeker met de helft afnemen wat meer rust zal geven." De verkeersveiligheid zal volgens een respondent ook w o r d e n verbeterd. Een respondent die het overigens wel een goed idee vindt, vraagt zich w e l af "waar ze de ruimte vandaan halen." Recreanten spreken hun bezorgdheid uit over het feit of de aanpassing w e l mogelijk is zonder gevolgen voor de watersport: "Ik kan me nauwelijks voorstellen dat ze dat zonder hinder voor de watersport kunnen doen. Het Noorderkanaal is nu al ergsmal. Ze willen er ook niet allemaal bruggen bij, omdat die de doorvaart bemoeilijken." Volgens een respondent, die denkt dat de m e n i n g van o m w o n e n d e n helemaal geen rol speelt in de besluitvorming en dat er allang een beslissing is g e n o m e n , is verbreden en ondertunnelen nadelig v o o r het milieu. "Maar het milieu stelt tegenwoordig ook geen pokken meer voor." Deze respondent verwacht ook meer stank- en geluidsoverlast. Gevolgen van de aanlegfase Van de aanlegfase verwacht men wel behoorlijk w a t hinder te zullen ondervinden. Hier hebben alle respondenten wel een uitgesproken m e n i n g over. "Ik vind het prima, alleen de aanleg lijkt me niet prettig. Het zal een hoop Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 72 troep geven, dat geeft nog meer heme dan het normaie verkeer. De aanleg zal voor meer overlast zorgen dan het moment dat het allemaal klaar is." "Er worden bouwputten aangelegd en dat veroorzaakt geluidsoverlast. " En het uitzicht zal er volgens een enkeling niet o p vooruitgaan: b o u w p u t t e n en bergen zand langs de snelweg. Een respondent verwacht bij de aanleg "een onvoorstelbare puinhoop", maar gevolgen v o o r de esthetische waarde ziet hij niet: "Qua aantrekkelijkheid valt er op het stuk op het Noorderkanaal nauwelijks iets te verpesten. Het is nu al een lelijk stuk, het wordt alleen maar een tijdje nog lelijker." "Dat boren zal ook veel herrie geven." S o m m i g e n vinden het moeilijk inschatten of ze er geluidsoverlast van zullen ondervinden: "Misschien merk ik hier wel helemaal niets van. Het zou schelen als ze de tunnel kunnen boren." "De periode dat het open gaat zal lastig zijn, maar ik vind het knap wat ze allemaal doen. Ik kijk er wel naar uit, vind het interessant." Bovendien is bij s o m m i g e n de verwachting dat het verkeer op de o m l i g g e n de w e g e n drukker zal w o r d e n , omdat het verkeer zal worden o m g e l e i d : "Het zou een ramp kunnen zijn, opritten e.d. die geblokkeerd zijn, hopen zand voor de deur. Als het hier te vol wordt, ga ik verhuizen." " Voor heel Rotterdam wordt het een probleem wanneer we geen gebruik kunnen maken van de A20. De drukte op de onderliggende wegen zal toenemen." Deze drukte op de omliggende wegen zal tijdelijk meer geiuidhinder met zich m e e b r e n g e n . Bovendien komt volgens een enkeling de verkeersveiligheid in de wijken hierdoor in gevaar. Niet iedereen v e r w a c h t problemen met de aanleg: " W e hebben hier wel vaker een stremming, maar dan kan je daar rekening mee houden. Maar ik moet de weg natuurlijk nog wel kunnen kruisen." De doorvaarbaarheid van het Noorderkanaal is v o o r de watersporters gedurende de aanleg van belang. M e n verwacht geen problemen tijdens de aanleg, maar geven wel aan dat "het natuurlijk wel doorvaarbaar moet blijven." V o o r de w o o n b o t e n in het kanaal wordt wel gevreesd: "Er moet in elk geval een vrije doorgang voor de vaart vanaf de Kralingse Plas worden gegeven." 5.5.2 A a n d a c h t s p u n t e n v o o r ontwerp Er moet volgens de bewoners vooral aandacht k o m e n v o o r geluidswerende maatregelen: "Ik wil geluidsschermen langs de A20, die hadden ernu al moeten zijn." "Als Rijkswaterstaat de weg gaat verbreden moeten er goede geluidsmaatregelen worden genomen. Dit is in het belang van de omwonenden en de recreanten. Wanneer dit niet gebeurt zal een prachtig stukje van Rotterdam verloren gaan." Een paar respondenten n o e m e n een begroeide geluidswal, o m d a t deze het geluid niet weerkaatst maar absorbeert. Bomen en struiken langs de snelweg w o r d e n d o o r een enkeling g e n o e m d als middel o m het geluid op te vangen en v a n w e g e de filterende werking. Inwoners van het Kleiwegkwartier zijn van m e n i n g dat er geen extra o p - of afritten moeten k o m e n in het Kleiwegkwartier, o m d a t hier de druk o p de wijk enorm zal t o e n e m e n . Een respondent zou het de beste oplossing vinden als de gehele w e g w o r d t ondertunneld, maar geeft hierbij zelf ook aan dat dit misschien niet realistisch is v a n w e g e de hoge kosten. Overschie z o u volgens deze respondent ook ontlast moeten w o r d e n d o o r de tunnel verder d o o r te trekken. De tunnel zou volgens dezelfde respondent alleen een goede oplossing zijn als er een luchtzuiveringsinstallatie in de tunnel w o r d t geplaatst. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 73 W a t betreft de recreatie z o u bij het o n t w e r p van de w e g rekening moeten w o r d e n gehouden m e t e e n klein wandelgebiedje langs het Noorderkanaal. Dit is de enige wandelmogelijkheid in de buurt van de G o r d e l w e g . Verder zou er in de nieuwe situatie een fietspad onder de snelweg doorgetrokken moeten worden die de Zwaanshals in N o o r d verbindt m e t d e Bergse Rechter Rottekade. En er moet volgens b e w o n e r s en recreanten rekening w o r d e n g e h o u d e n met de scheepvaart en w o o n b o t e n o p het Noorderkanaal. Bruggen m o e t e n h o o g g e n o e g blijven o m hier onder d o o r te varen. 5.5.3 Conclusies De verbreding en ondertunneling vinden de respondenten uit dit gebied een goede oplossing. Ze v e r w a c h t e n hiervan positieve effecten, zoals m i n der drukte en minder geluidsoverlast. M e n vindt het belangrijk dat de oplossing ook een bijdrage zal leveren aan vermindering van de drukte o p de w e g e n in de omliggende wijken, zoals bijvoorbeeld de G o r d e l w e g . Overigens w o r d t d o o r een aantal mensen ook opgemerkt dat het fileprobleem zal worden v e r s c h o v e n naar een andere plaats als het op de A 2 0 tussen het Terbregseplein en het Kleinpolderplein w o r d t opgelost. De watersporters zijn bezorgd of de oplossing mogelijk zal zijn zonder gevolgen v o o r de watersport. Van de aanleg verwacht m e n veel hinder te zullen ondervinden. Ze d o e l e n hierbij met name op geluidsoverlast en de b o u w p u t t e n die zullen ontstaan. Daarnaast verwacht men dat de aanleg zal betekenen dat de drukte op het omliggende w e g e n n e t tijdelijk zal t o e n e m e n . Belangrijkste aandachtspunt voor het o n t w e r p zijn geluidswerende maatregelen. Hiervoor w o r d e n behalve geluidswallen ook b o m e n en struiken genoemd. 5.6 Conclusies en overeenkomsten en verschillen tussen gebieden A a n de respondenten in g e b i e d 1 is een andere oplossing voorgelegd d a n aan de respondenten in de gebieden 2 en 3. O m d a t het in gebied 1 gaat o m de aanleg van een nieuwe w e g , zijn de reacties daar veel negatiever dan in gebied 2 en 3, waar een bestaande w e g w o r d t verbeterd. A a n g e t e k e n d dient te w o r d e n dat bij het alternatief 'verruiming A 2 0 ' de aanleg van de regionale verbinding tussen het Terbregseplei n en de N 2 0 9 , niet is m e e g e nomen. De respondenten in gebied 1 zijn over het algemeen negatief over de a a n leg van de aansluiting tussen de A 1 6 en A 1 3 . Zij verwachten negatieve effecten, zoals het ontstaan van geluidsoverlast en visuele hinder. De meeste respondenten kiezen v o o r de verdiepte variant langs het M o l e n l a a n Kwartier. Alleen de b e w o n e r s van deze wijk kiezen voor de v e r h o o g d e variant o m het Lage Bergse Bos heen. V o o r de dorpen in gebied 1 kan de n i e u w e w e g een betere bereikbaarheid betekenen, maar ook een grotere drukte. De recreatiemogelijkheden in het gebied zullen door de w e g w o r d e n verminderd. H o e ingrijpend deze vermindering zal zijn hangt af v a n de tracekeuze, de inpassing van de w e g in de o m g e v i n g en of de w e g verdiept of v e r h o o g d w o r d t aangelegd. De tracekeuze speelt ook een belangrijke rol voor de agrariers met land in het gebied. Aandachtspunten bij het o n t w e r p zijn vooral ondertunneling, het plaatsen Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 74 van geluidsschermen, h a n d h a v i n g van bestaande functies en nieuwe opritten. De belangrijkste reacties o p het concept-planalternatief A a n l e g A 1 6 / 1 3 zijn samengevat in tabel 7. Tabel 7: Reacties op het conceptplanalternatief Aanleg A16/13 Aanleg A 1 6 / 1 3 Wonen ontstaan geluidsoverlast ontstaan visuele hinder toename luchtverontreiniging ontstaan stankoverlast ontstaan trillingen bij aanleg ondergronds verlies landbouwgrond Verkeer toenemende drukte op aanvoerwegen betere ontsluiting optreden verkeersstremmingen tijdens aanlegfase Recreatie/natuur ontstaan visuele hinder in het Bergse Bos bij aanleg verhoogde variant ontstaan geluidsoverlast versnippering gebied afsluiting gebied en barrierewerking hinder voor natuur en milieu door aanleg extra snelweg afname of verdwijnen recreatiemogelijkheden (bijv. als weg over golfterrein in het Bergse Bos komt te liggen, minder prettig om te wandelen of fietsen in de buurt van een snelweg, etc.) afname natuurwaarden door snelweg dichtbij Bergse Bos en door polders ten noorden van Rotterdam De respondenten in gebied 2 en 3 staan over het algemeen positief t e g e n over de verbreding en o n d e r t u n n e l i n g van de A 2 0 . M e n verwacht hiervan positieve effecten, zoals v e r m i n d e r i n g van files, v a n verkeersdrukte in de wijken en van geluidsoverlast. Verondersteld m a g worden dat de gevolgen van de aanleg van de regionale v e r b i n d i n g , vanuit het aspect beleving, soortgelijke g e v o l g e n heeft v o o r respondenten in gebied 1 als de aanleg van de A 1 6 / 1 3 . A l l e e n het aspect 'trillingen bij aanleg ondergronds' en 'verlies van l a n d b o u w g r o n d ' is hier niet aan de orde. De regionale v e r b i n ding wordt immers niet ondergronds aangelegd en loopt ook niet verder dan de N 2 0 9 , w a a r d o o r g e e n l a n d b o u w g r o n d w o r d t doorsneden. A a n d a c h t s p u n t e n bij het o n t w e r p hebben in beide gebieden vooral betrekking op de beperking van geluidshinder. V o o r de watersporters is van belang dat de doorvaart o p het Noorderkanaal mogelijk blijft. In de aanlegfase verwacht men vooral in gebied 3 last te h e b b e n , in de vorm van geluidsoverlast, b o u w p u t t e n en drukte op het o m l i g g e n d e wegennet. De belangrijkste reacties o p het concept-planalternatief Verruiming A 2 0 zijn samengevat in tabel 8. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 75 Tabel 8: Reacties op het conceptplanalternatief Verruiming A20 Verruiming A 2 0 Wonen minder drukte bovengronds (bij tunnel) minder geluidsoverlast meer geluidsoveriast Kleinpolderplein, omdat verkeer hier weer boven komt uit de tunnel vermindering sluipverkeer Verkeer minder files, vlottere doorstroming verkeersaantrekkende werking verschuiven van het fileprobleem optreden verkeersstremmingen tijdens aanlegfase sociale veiligheid fietstunnels Recreatle/natuur minder geluidsoverlast barrierewerking voor de recreatievaart behoud enige wandelmogelijkheid langs Noorderkanaal Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 76 6. Beoordelingskader 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk vat samen hoe de huidige situatie en mogelijke ingrepen daarin beoordeeld w o r d e n vanuit het aspect beleving. Dit gebeurt op twee manieren. Allereerst wordt in paragraaf 6.2 een o v e r zicht gegeven v a n w a t respondenten belangrijk v i n d e n : de belevingswaarden van de huidige situatie en hun reacties op de concept-planalternatiev e n . Dit is te zien als een samenvatting van de hoofdstukken 3 en 4. In paragraaf 6.3 w o r d e n de belevingswaarden in verband gebracht met de in de startnotitie g e n o e m d e sociale deelaspecten visuele hinder, bereikbaarheid langzaam verkeer, sociale veiligheid, barrierewerking en bouwhinder. O p basis van de belevingswaarden en de reacties van respondenten o p de concept-planalternatieven zijn een aantal beoordelingscriteria geformuleerd voor het bepalen van mogelijke effecten van planalternatiev e n . Deze w o r d e n in paragraaf 6.4 gepresenteerd. 6.2 Belevingswaarden en reacties op conceptplanalternatieven Belevingswaarden Wonen Belangrijke belevingswaarden die betrekking hebben op het w o n e n in gebied 1 zijn met name de landelijke o m g e v i n g maar toch met een grote stad in de directe nabijheid, de rust, de ruimte en het vele groen en de daaraan gekoppelde recreatiemogelijkheden. Veiligheid wordt als belevingswaarde in gebied 1 ook g e n o e m d maar in verschillende betekenissen. In Schiebroek en Hillegersberg is dit een positief element maar in O m m o o r d heeft dit, d o o r de leegstand van w o n i n g e n , een negatieve betekenis. De vele voorzieningen in de buurt in gebied 1 worden ook positief beleefd. In gebied 2 w o r d t met name gewezen op het dorpse karakter v a n de wijk, toch dichtbij de stad en met goede voorzieningen in de buurt. O o k in gebied 3 w o r d t het w o n e n dichtbij de stad en de voorzieningen in de buurt g e n o e m d als belangrijke belevingswaarden. G e b i e d 3 w o r d t o o k gekenmerkt d o o r drukke straten maar toch rustig w o n e n in straten die w a t verder van de A 2 0 gelegen zijn. M e t name ten noorden van de A 2 0 wordt ook g e w e z e n op het vele groen en de daaraan gekoppelde recreatiemogelijkheden. Verkeer In gebied 1 w o r d t overlast d o o r sluipverkeer als negatief beleefd. O o k is er sprake van geluidsoverlast d o o r vliegverkeer. Het openbaar vervoer w o r d t d o o r de bewoners van gebied 1 als goed beoordeeld. De files en de geluidsoverlast van de snelwegen worden in gebied 2 g e m a tigd negatief beoordeeld. De fietspaden en -tunnels, evenals het o p e n b a a r w o r d t als negatief beoordeeld. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 77 In gebied 3 w o r d t overlast ervaren van sluipverkeer maar ook geluidsoverlast van de snelweg en belangrijke w e g e n in het onderliggend w e g e n n e t . M e t name 's nachts w o r d t ook geluidsoverlast ervaren van treinverkeer. Tevens worden stank en g e z o n d h e i d s p r o b l e m e n g e n o e m d als negatieve aspecten van de s n e l w e g . D e bereikbaarheid d o o r d e nabijgelegen s n e l w e g w o r d t als positief element g e n o e m d in g e b i e d 3, maar ook noemt men de moeizame ontsluiting v a n het verkeer uit de onderliggende wijken d o o r de files op de A 2 0 . Recreatie/natuur Gebied 1 wordt gekenmerkt door haar vele recreatiemogelijkheden maar ook door de aanwezigheid van veel groen. Bij de recreatieve functie v a n het gebied zijn sociale contacten eveneens een positief element. De matige bereikbaarheid van het Bergse Bos en de t o e n e m e n d e recreatiedruk w o r d e n g e n o e m d als negatieve belevingswaarde in dit g e b i e d . In gebied 2 zijn beperkte recreatiemogelijkheden. Erzijn wandelmogelijkheden in nabijgelegen parken en erzijn enkele volkstuincomplexen. De beperkte mogelijkheden w o r d e n negatief b e o o r d e e l d . D e bereikbaarheid van het gebied door watersporters w o r d t als belangrijk element g e n o e m d . Evenals in gebied 1 w o r d t ook gebied 3 g e k e n m e r k t d o o r diverse recreatiemogelijkheden dichtbij huis. Erzijn mogelijkheden v o o r watersport, e r z i j n vakantiewoningen (dit gaat voornamelijk o m respondenten uit het Kleikwartier die recreeren in gebied 1) en er zijn w a n d e l - en fietsmogelijkheden. De rust en het vele groen in de recreatiegebieden w o r d e n als belangrijke positieve belevingswaarden g e n o e m d . M e n heeft niet het gevoel zo dicht bij de stad te zitten in het g e b i e d . Reacties op concept-planalternatieven Wonen M e n verwacht dat het, bij de verruiming van de A 2 0 , minder druk zal zijn en dat er minder geluidsoverlast zal zijn d o o r de rijksweg. M a a r bij het Kleinpolderplein verwacht men meer geluidsoverlast. Hierbij dient te w o r den aangetekend d a t d e oplossingen bij het Kleinpolderplein n o g niet d u i delijk zijn en dat de respondenten uit zijn g e g a a n van een oplossing bovengronds. O o k verwacht men een v e r m i n d e r i n g van het sluipverkeer wat minder overlast betekent voor het onderliggend w e g e n n e t . Bij de aanleg van de A 1 6 / 1 3 verwacht men ontstaan v a n geluidsoverlast in het gebied en visuele hinder. O o k w o r d e n een t o e n a m e van luchtverontreiniging met daarbij behorende stankoverlast verwacht. Bij de rijksweg ondergronds verwacht men trillingen en tenslotte w o r d t tevens het verlies van landbouwgrond g e n o e m d als belangrijk aspect. Verkeer M i n d e r files en een vlotte doorstroming van het verkeer w o r d e n v e r w a c h t bij de verruiming van de A 2 0 , maar ook een verkeersaantrekkende w e r k i n g en een verschuiving van het fileprobleem naar andere plaatsen o p de rijkswegen. Als gevolg van de aanleg van de A 1 6 / 1 3 v e r w a c h t men een t o e n e m e n d e drukte op de a a n v o e r w e g e n in gebied 1 maar ook een betere ontsluiting van gebied 1 (met name het plattelandsgebied). Tijdens de aanleg neemt men aan dat verkeersstremmingen zullen zijn. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 78 Recreatie/natuur V o o r de recreatieve functie v e r w a c h t men het ontstaan van visuele hinder en geluidsoverlast, als de A 1 6 / 1 3 w o r d t gerealiseerd. O o k noemt men een versnippering en afsluiting v a n het gebied alsmede een barrierewerking v o o r dieren. In het a l g e m e e n verwacht m e n hinder v o o r de natuur en het milieu. Een afname van recreatiemogelijkheden in gebied 1 en een a f n a m e van intrinsieke natuurwaarden w o r d e n g e n o e m d . 6.3 Gevonden belevingswaarden en sociale deelaspecten uitde startnotitie In deze paragraaf w o r d e n de g e v o n d e n belevingswaarden in verband gebracht met de in de startnotitie g e n o e m d e sociale deelaspecten visuele hinder, bereikbaarheid langzaam verkeer, sociale veiligheid, barrierewerking en bouwhinder. Deze vergelijking w o r d t g e m a a k t o m d a t in de startnotitie staat vermeld dat aan deze sociale deelaspecten aandacht besteed zou w o r d e n . Hieronder w o r d t derhalve v e r a n t w o o r d hoe deze deelaspecten in het onderzoek aan de orde zijn g e k o m e n . A a n v u l l e n d zullen enkele andere sociale aspecten w o r d e n g e n o e m d die uit dit onderzoek naar voren zijn g e k o m e n , namelijk geluidsoverlast en stankoverlast. M e n dient te b e d e n ken dat in tegenstelling tot de technische geluidsstudie en de emissiebepaling van vervuilende stoffen in de lucht het hier gaat o m de subjectieve beleving van betrokkenen binnen de context van h u n specifieke w o o n - en leefmilieu. Visuele Visuele stelling variant leg van hinder hinder w o r d t met name a a n g e g e v e n naar aanleiding van de v o o r die veel respondenten hebben bij de aanleg van de v e r h o o g d e rond het Bergse Bos v a n de A 1 6 / 1 3 . Dit heeft te m a k e n met de a a n deze rijksweg dwars d o o r het recreatie- en natuurgebied. Bereikbaarheid langzaam verkeer D o o r d e respondenten in gebied 1 en gebied 3 zijn hier geen specifieke opmerkingen over gemaakt. In gebied 2 w o r d e n de fietspaden die zijn a a n gelegd op het Kleinpolderplein g e w a a r d e e r d . V o o r h e e n moest men hier d o o r een fietstunnel die als o n v e i l i g werd beleefd en dat hoeft nu niet meer. Er is ook een bruggetje a a n g e l e g d achter de Schiegevangenis w a t de doorg a n g naar het centrum v a n Rotterdam v o o r het langzame verkeer heeft vergemakkelijkt. Er zijn door de respondenten in het a l g e m e e n o p m e r k i n g e n gemaakt over het steeds drukker w o r d e n d e verkeer en hoe w e i n i g rekening er door a u t o mobilisten met fietsers w o r d t g e h o u d e n . Sociale veiligheid Sociale veiligheid w o r d t g e n o e m d in v e r b a n d met de w o o n f u n c t i e in gebied 1 waarbij dit in de buurten Schiebroek en Hillegersberg als een positief element wordt gezien, terwijl de leegstand v a n huizen in O m m o o r d in dit verband als negatief w o r d t gezien. De mogelijke a a n l e g van fietstunnels in gebied 1, bij de aanleg van de A 1 6 / 1 3 is in verband gebracht met sociale onveiligheid. Barrierewerking O v e r de barrierewerking v a n de A 2 0 w o r d t d o o r respondenten gesproken in verband met de recreatievaart: te lage bruggen o m onder d o o r te varen. Voorts w o r d t de o n d e r d o o r g a n g v a n de Rechter Bergse Rottekade (ten noorden van de A 2 0 ) naar de zuidkant v a n de A 2 0 als een knelpunt v o o r Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 79 fietsers a a n g e g e v e n . Het fietspad loopt hier niet door. In gebied 1 w o r d t de a a n l e g v a n de A 1 6 / 1 3 als barriere gezien v o o r recreanten en voor dieren. Bouwhinder Een aantal respondenten verwachten hinder te ondervinden in de aanlegfase van z o w e l de verruiming van de A 2 0 als de aanleg van de A 1 6 / 1 3 . Dit w o r d t o v e r w e g e n d niet als een groot probleem gezien. Geluidsoverlast Een aantal respondenten geven aan hinder te ondervinden van het geluid van de A 2 0 . M e n verwacht dat de geluidshinder minder zal worden d o o r de v e r m i n d e r i n g van het verkeer op de A 2 0 als g e v o l g van de oplossingen van Rijkswaterstaat. V o o r a l bij de aanleg van de A 1 6 / 1 3 maakt men zich zorgen over het ontstaan van geluidsoverlast. R o n d de A 1 3 ervaart men opvallend w e i n i g geluidsoverlast. Stankoverlast Een aantal respondenten geven aan hinder te ondervinden van neerslag van roet en daarmee gepaard gaande stankoverlast. Sommige respondenten d e n k e n dat de neerslag gevolgen heeft voor de gezondheid en s o m m i g e n melden met name het vies w o r d e n van de auto en de ramen. M e n verw a c h t dat de neerslag en stankhinder minder zal worden door de v e r m i n d e r i n g van het verkeer op de A 2 0 als g e v o l g van de oplossingen v a n Rijkswaterstaat. Bij de aanleg van de A 1 6 / 1 3 4 verwacht men stankoverlast. 6.4 Beoordelingscriteria Uit de belevingswaarden en reacties op de concept-planalternatieven, die in paragraaf 6.2 zijn g e n o e m d , kunnen beoordelingscriteria voor het aspect beleving w o r d e n afgeleid. Niet alle beoordelingscriteria zullen even relevant zijn v o o r deze m.e.r.-studie. Volledigheidshalve vermelden we toch alle g e v o n d e n criteria. In het eventuele toetsingsonderzoek zal worden g e k e k e n welke criteria in a a n m e r k i n g k o m e n . De beoordelingscriteria zijn geformuleerd v o o r de drie onderscheiden gebieden. 7. Kwaliteit woon- en leefmilieu Dit criterium is van toepassing op alle drie de gebieden. Belangrijke aandachtspunten binnen dit criterium zijn het v o o r k o m e n van (extra) geluids- en stankoverlast bij de aanleg van een nieuwe snelweg. Bij de b o u w w e r k z a a m h e d e n verwacht men bovendien trillingsoverlast te ondervinden. 2. Kwaliteit woonomgeving Het rustig w o n e n is g e n o e m d in alle drie de g e b i e d e n . In gebied 1 en 3 w o r d t bovendien het landelijke, groene karakter als belangrijk ervaren. Het terugdringen van sluipverkeer is in gebied 1 en 3 aan de orde. In gebied 1, w a a r de A 1 6 / 1 3 doorheen zal lopen is het beperken van visuele hinder v o o r de o m w o n e n d e n van belang. Het b e h o u d van voorzieningen in de buurt w o r d t in alle drie de gebieden van groot belang geacht. Het gaat dan o m de afstand tot en de feitelijke fysieke bereikbaarheid van voorzieningen als winkels, scholen, etc. Het w o n e n in de nabijheid van een stad is ook een belangrijk criterium dat met het vorige samenhangt. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 80 3. Recreatieve waarden Gebied 1 en 3 kenmerken zich door een grote diversiteit aan recreatiemogelijkheden. In gebied 1 ligt het recreatiegebied Lage en H o g e Bergse Bos. In dit gebied zijn veel mogelijkheden o m te recreeren. Er kan hier w o r d e n g e w a n d e l d en gefietst. In het gebied ligt verder een golfbaan, er is een klimmuur, er kan w o r d e n g e k a n o o d , etc. Bovendien loopt in gebied 1 de Rotte die kan w o r d e n bevaren en waarlangs volop kan worden gefietst en g e w a n d e l d . M e n vreest een verlies van recreatiemogelijkheden d o o r de a a n l e g v a n de A 1 6 / 1 3 . De A 1 6 / 1 3 zou bijvoorbeeld o v e r h e t g o l f t e r r e i n lopen waardoor een aantal holes z o u moeten verdwijnen. O p die manier is het geen volwaardige golfbaan meer. In gebied 3 liggen de Bergse Voor- en Achterplas. Deze plassen w o r d e n gebruikt v o o r watersport en in de Bergse Achterplas liggen eilandjes waaro p tweede huisjes zijn gevestigd. Bovendien zijn het Kralingse Bos en de Kralingse Plas in dit gebied te vinden. Verschillende watersportverenigingen zijn gevestigd aan de Kralingse Plas. En het Kralingse Bos wordt veel gebruikt o m te wandelen en te fietsen. Bovendien zijn er voorzieningen als een kinderboerderij, restaurantjes en een strandbad. Bij de verruiming van de A 2 0 wordt gevreesd voor de versmalling van het Noorderkanaal. Een belangrijk criterium v o o r watersporters is de doorvaarbaarheid van het kanaal, z o d a t zij een d o o r g a n g blijven houden naar a n d e re watersportgebieden. 4. Natuurwaarden M e t name in gebied 1 en in w a t mindere mate in gebied 3 hebben de hiervoor g e n o e m d e recreatiegebieden ook een grote natuurwaarde voor de o m g e v i n g . Deze gebieden w o r d e n als ook als natuurgebied als zeer w a a r devol b e s c h o u w d , zo dicht gelegen bij de stad. De bomen en ook de v o g e l soorten die er v o o r k o m e n w o r d e n van belang geacht. Bovendien liggen er in gebied 1 een aantal waardevolle parken en in het noorden van gebied 1 polders w a a r z e l d z a m e vogelsoorten v o o r k o m e n . Deze polders maken bovendien deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Het b e h o u d van de natuur in deze gebieden is een belangrijk criterium omdat hier bij de aanleg voor w o r d t gevreesd. De aanleg van de A 1 6 / 1 3 zou het Lage Bergse Bos en een aantal polders doorkruisen en hierdoor zou barrierewerking en versnippering optreden. De uitbreiding van de A 2 0 betekent geen aantasting van de natuur. O p de plaats waar de Rotte onder de A 2 0 doorloopt is nu al wel sprake van barrierewerking d o o r de snelweg voor de natuur. Hier zou bij w e r k z a a m h e d e n aan de snelweg een oplossing voor moeten worden gezocht. 5. Sociale veiligheid Sociale veiligheid is in dit onderzoek beperkt tot veiligheid van fietstunnels. Dit is als criterium g e n o e m d in gebied 1. Bij de aanleg van de A 1 6 / 1 3 w o r d t het van belang geacht dat er fietstunnels k o m e n onder de snelweg in verband met de bereikbaarheid van het gebied ten noorden van de aan te leggen snelweg. Deze tunnels moeten veilig zijn. In gebied 2 is de veiligheid v a n fietstunnels ook aan de orde g e k o m e n bij de verbeteringen aan het Kleinpolderplein. Hier werd een reeds uitgevoerde verbetering geprezen v a n w e g e het verdwijnen van een onveilige tunnel. 6. Verkeersafwikkeling/bereikbaarheid De verwachte bereikbaarheid van dorpen en wijken blijft minimaal gelijk of w o r d t verbeterd d o o r afname van files. Dit wordt van groot b e l a n g geacht waarbij men op een verbetering hoopt. Vermindering van het sluipverkeer is g e n o e m d in gebied 1 en 3 en w o r d t van belang geacht. In alle drie de gebieden verwacht men verkeersstremmingen bij de a a n l e g Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 81 v a n de w e g en wil m e n dit zoveel mogelijk b e p e r k e n . In tabel 9 is een overzicht g e g e v e n v a n de beoordelingscriteria uitgesplitst naar de onderscheiden g e b i e d e n . Tabel 9: Overzicht beoordelingscriteria Criteria Gebied 1 Gebied 2 Gebied 3 X X X X X n.v.t. X n.v.t. n.v.t. X X X n.v.t. X X X X X X X n.v.t. n.v.t. X X X n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. X n.v.t. X X n.v.t. n.v.t. n.v.t. X n.v.t. n.v.t. X n.v.t. n.v.t. X 1. Kwaliteit Wpon- £11 leefmilieu. • voorkomen van (extra) geluidsoverlast, zo mogelijk verminderen van geluidsoveriast • voorkomen (extra) stankoverlast • voorkomen trillingshinder bij aanleg van de weg 2* Kwaliteit woonomgeving • behoud landelijke, groene karakter • behoud rustig wonen • beperken visuele hinder • verminderen van (overlast door) sluipverkeer • behoud van (bereikbaarheid van) voorzieningen • behoud/verbetering bereikbaarheid van het centrum van de stad . . . . . . ; waarden behoud rust en groen behoud diversiteit recreatiemogelijkheden: • diverse recreatiemogelijkheden Lage Bergse Bos in stand houden: golfterrein, wandelen, fietsen, kanovaren, klimmuur, etc. • Kralingse Bos (o.a. wandelen en fietsen) ei1 Kralingse Plas (watersport) • tweede huisjes en watersport op de Bergse Achterplas • fietsen en wandelen langs de Rotte behoud/verbetering bereikbaarheid recreatiegebieden voorkomen barrierewerking voor recreatievaart n.v.t 4. Natuurwaarden • voorkomen aantasting van natuur en milieu • voorkomen barrierewerking en versnippering 5. Sociale veiligheid • aandacht voor veiligheid fietstunnels n.v.t. 6. Verkeersafwikkeling/bereikbaarheid • ontlasting regionaal wegennet (afname sluipverkeer) • beperken verkeersstremmingen tijdens aanleg Gebied 1: en Gebied 2: Overschie Gebied 3: Kleiwegkwartier, Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 n.v.t. X Schiebroek/Hillegersberg, Berkel 82 _.... „ . . . . Pr.Alexander, Rodenrijs Noord en Blijdorp Bergschenhoek, 7.Conclusies en aanbevelingen voor verder onderzoek 7.1 Inleiding Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek w o r d e n enkele conclusies getrokken met daaraan g e k o p p e l d enkele a a n b e v e l i n g e n . De aanbevelingen hebben betrekking o p de validatie v a n het v e r k e n n e n d e belevingsonderzoek en het c o m m u n i c e r e n met betrokkenen. In paragraaf 7.2 w o r d e n algemene conclusies en aanbevelingen v o o r verder onderzoek gepresenteerd. In paragraaf 7.3 w o r d e n de aandachtspunten voor ontwerp w e e r g e g e v e n . 7.2 Conclusies en aanbevelingen 7.2.1 1. Conclusies Het nu uitgevoerde verkennend belevingsonderzoek biedt een systematisch overzicht van o m g e v i n g s w a a r d e n en beoordelingscriteria voor de concept-planalternatieven vanuit het o o g p u n t v a n lokale betrokkenen. 2. In gebied 1 en 3 is het aspect barrierewerking o p verschillende manieren aan de orde g e k o m e n . In g e b i e d 2 is in de interviews n i e t d e ervaring van een barrierewerking v a n de A 1 3 naar v o r e n g e k o m e n . Toch is een v o r m v a n barrierewerking in dit gebied v o o r de hand liggend. Het feit dat de barrierewerking niet in de gesprekken werd g e n o e m d kan te m a k e n hebben met de plaats w a a r de respondenten w o n e n . O o k is het mogelijk dat de wijken aan weerszijde van de A 1 3 zich separaat hebben ontwikkeld w a a r d o o r er g e w e n n i n g is opgetreden. Bekend is wel dat er functionele relaties zijn tussen de oost- en westzijde v a n de A 1 3 door scholen en winkels. M o g e l i j k is dat de voorzieningen o m daar te k o m e n toch toereikend zijn of dat men g e w e n d is aan de situatie en het niet (meer) als een probleem ervaart. Respondenten hebben in de gesprekken, die in het kader van dit onderzoek zijn g e v o e r d , regelmatig a a n g e g e v e n dat ze geen invloed denken te hebben o p keuzeprocessen van de overheid. M e n heeft vaak het gevoel dat de overheid " h e t t o c h allemaal al besloten h e e f t " en dat economische afwegingen belangrijker zijn. Bovendien w o r d t soms getwijfeld aan de integrale a f w e g i n g v a n plannen voor de infrastructuur in een g e b i e d . Dat betekent dus concreet dat de geloofwaardigheid v a n de overheid hierbij vaak in het g e d i n g is. Respondenten kennen het project niet. 3. 4. 7.2.2 Aanbevelingen 1. De interviews zijn g e h o u d e n met een selecte steekproef van betrokkenen o m zoveel mogelijk verschillende o m g e v i n g s w a a r d e n in beeld te krijgen. O m na te gaan of dit beeld o o k daadwerkelijk volledig is, bevelen wij aan de resultaten uit dit onderzoek te valideren door middel van een statistisch representatieve, aselecte steekproef onder relevante betrokkenen. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 83 2. 3. 4. 5. In een toetsend belevingsonderzoek zou alsnog kunnen w o r d e n o n d e r z o c h t of er in gebied 2 sprake is van barrierewerking. Het is aan te bevelen specifieke en systematische aandacht te besteden aan de communicatie met lokale betrokkenen, nadat de resultaten v a n de trace/m.e.r.-studie bekend zijn. Er dient in de communicatiestrategie rekening mee te worden g e h o u d e n dat het project van Rijkswaterstaat niet of nauwelijks b e k e n d is bij de m e n s e n . H e t Kleiwegkwartier is in het verkennende belevingsonderzoek ingedeeld bij gebied 3. O p basis van de ervaring in dit onderzoek verdient het echter aanbeveling deze wijk bij gebied 1 in te delen. 7.3 Aandachtspunten voor ontwerp Tijdens de interviews is aan de respondenten gevraagd o m aandachtspunten te g e v e n v o o r het o n t w e r p . Er zijn een aantal aandachtspunten v o o r o n t w e r p g e g e v e n die we hieronder kort samenvatten. • Ondertunneling van d e A 1 6 / 1 3 . • • Zorgen voor d o o r g a n g e n die groene stukken met elkaar verbinden. Bij b o m e n k a p een herbeplantingsplicht regelen. • Fietspaden niet d o o r een tunnel leiden v a n w e g e de sociale onveiligheid. • A a n l e g van een aquaduct bij de Rotte in plaats van een brug over de Rotte. A a n d a c h t v o o r geluidswerende maatregelen als het plaatsen van geluidsschermen waarbij het uiteriijk mooi en liefst groen dient te zijn en het scherm zoveel mogelijk in de o m g e v i n g moet passen. Zorgdragen v o o r een goede doorvaartmogelijkheid voor de watersport in het Noorderkanaal en de Rotte. Te realiseren bruggen moeten h o o g g e n o e g zijn voor pleziervaartuigen. Zoveel mogelijk groen behouden langs nieuwe w e g e n en eventuele a a n l e g van wildviaducten. V o l d o e n d e opritten realiseren naar (nieuwe) snelwegen voor omwonenden. • • • • • • • • • • • • • • Een aparte baan v o o r het vrachtverkeer aanleggen bij nieuwe w e g e n . Verbeteren van het openbaar vervoer. N i e u w e w e g e n zo dicht mogelijk langs bijvoorbeeld spoorbanen I eiden. V o l d o e n d e verlichting aanbrengen. Eventueel tolheffen o p dure ondergrondse traces. Eventueel wisselende rijstroken gebruiken. Tijdens de aanleg een tijdelijke geluidswand neerzetten e n / o f een tijdelijke w e g voor bouwverkeer. Realiseren van een g o e d e opkoopregeling v o o r het landbouwland dat verloren gaat. Langs de s n e l w e g b o m e n en struiken planten omdat deze een filterende w e r k i n g h e b b e n . • • G e e n werkverkeer tijdens het broedseizoen. O n d e r t u n n e l e n van het Kleinpolderplein. • W o o n b o t e n in het Noorderkanaal b e h o u d e n , omdat deze sfeervol zijn. R e k e n i n g h o u d e n met een klein wandelgebiedje langs het Noorderkanaal o m d a t dit de enige wandelmogelijkheid is in de buurt v a n de G o r d e l w e g . Een fietspad aanleggen onder de snelweg die de Zwaanshals in Noord verbindt met de Bergse Rechter Rottekade. • • Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 84 Literatuurlijst Coeterier, J.F., De waarneming en waardering van landschappen, Proefschrift L a n d b o u w U n i v e r s i t e i t W a g e n i n g e n , 1 9 8 7 Startnotitie A16/13 Terbregseplein-Kleinpolderplein, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat Generaal Rijkswaterstaat, Directie Z u i d Holland, 1996 Duinhoven G . v a n en T. H o e k s e m a ; Belangenanalyse Project A16/13 Terbregseplein-Kleinpolderplein, V o o r l i c h t i n g s k u n d i g adviesbureau Wijzer, 1997 Stolp A . , van Vliet, J . , Brouwer. H. en O . C o x ; Verkennend belevingsonderzoek Tangenten Eindhoven; Bouwdienst Rijkswaterstaat, 1 9 9 6 Stolp A . en J. van Vliet; Belevingsonderzoek baggerspeciestortplaats IJmeergebied; Bouwdienst Rijkswaterstaat, 1 9 9 6 Nagel C . van der, de Vlieger W.J.F. en J . P . M . v a n Vliet; Verkennend belevingsonderzoek RW 2, Passage Maastricht, Bouwdienst Rijkswaterstaat, 1 9 9 7 W u i s m a n J . J . J . M . ; Het Half-gestructureerde interview, inleiding t.b.v. Het belevingsonderzoek "Tangenten Eindhoven"; V a k g r o e p bestuurskunde Rijksuniversiteit Leiden, 1 9 9 6 Wester F., Strategieen voor kwalitatief onderzoek; C o u t i n h o muiderberg, 1987 Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 85 Bijlage I: Achtergrondinformatie methode belevingsonderzoek De ontwikkeling en de achtergrond van de gehanteerde methode Dit belevingsonderzoek is uitgevoerd volgens een methode die bij de Bouwdienst van Rijkswaterstaat wordt o n t w i k k e l d . De Bouwdienst voert in opdracht van diverse Rijkswaterstaatsdiensten en andere organisaties vele m.e.r.'s uit. Een aantal evaluaties van m.e.r.'s wees uit, dat de inbreng van direct belanghebbenden in het proces van planvorm i n g en effectbeoordeling vaak beperkt is. Daarvoor worden drie oorzaken aangegeven: 1. De formele inspraakprocedure begint relatief laat (na de publicatie van de startnotitie), nadat de voorselectie van alternatieve oplossingen al heeft plaatsgevonden. Het brede publiek kan hier dus alleen achteraf o p reageren. 2. Een M E R beschrijft voorspelde effecten systematisch en zo objectief mogelijk. Daarbij m a k e n deskundigen de keuze welke aspecten onderzocht w o r d e n en hoe ze onderzocht w o r d e n . Subjectieve belevingsaspecten k o m e n daarbij niet aan de orde. 3. Een milieu-effect-rapportage richt zich doorgaans met name op het 'groene milieu'. Sociale effectstudies maken er meestal geen onderdeel van uit. Als er al een sociale effectstudie gedaan wordt, dan w o r d e n meestal de sociale effecten gemeten met behulp van een aantal standaard criteria, die in kwantitatief meetbare eenheden uit te drukken zijn. De beschrijvingen en waardeoordelen van direct belanghebbenden kunnen echter waardevolle aanvullende informatie opleveren bij de oordelen van de d e s k u n d i g e n . D o o r 'expert-judgements' aan te vullen met 'non-expert judgements' kan een completer en wellicht evenwichtiger beeld ontstaan van voor- en nadelen van alternatieve oplossingen. O p die manier zou de M E R een volwaardiger basis voor besluitvorming kunnen vormen. Tegen deze achtergrond is bij de Bouwdienst het project ' M e t h o d e - o n t w i k keling Belevingsonderzoek' opgezet. M e t onderzoeksgelden van de Hoofddirectie van Rijkswaterstaat wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een wetenschappelijk o n d e r b o u w d e 'gebruikers-georienteerde' methode. Wetenschappelijke positionering van de gehanteerde methode In de methode die bij dit belevingsonderzoek gehanteerd is, wordt veel aandacht besteed aan de validiteit van de verzamelde gegevens. Er w o r d t naar gestreefd een z o betrouwbaar en realistisch mogelijk beeld te schetsen van de betekenis van de o m g e v i n g en ingrepen daarin voor direct belanghebbenden. Een belangrijke keuze bij de aanpak van dit onderzoek is dan ook, dat belanghebbenden veel ruimte w o r d t gelaten de betekenis van het gebied te beschrijven in hun eigen w o o r d e n , op basis van hun eigen criteria en hun persoonlijke beleving. In veel onderzoek op het gebied van belevingswaarden en leefklimaat is de ruimte voor de eigen inbreng van belanghebbenden beperkt. Weliswaar gaat het in dergelijk onderzoek o m het oordeel van de belanghebbenden, Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 86 vaak bepalen echter de onderzoekers welke onderwerpen in vraaggesprekken aan de orde k o m e n . Veelal w o r d t in dergelijk onderzoek aan belanghebbenden gevraagd hun m e n i n g te geven o v e r e e n aantal van tevoren d o o r de onderzoekers vastgestelde gebiedskwaliteiten. In deze 'user-independent' methodes (Coeterier, 1 9 9 0 ; P e n n i n g - R o w s e l l , 1 9 7 3 , 1982) w o r d e n gebruiks- en gevoelsaspecten o f w e l verwaarloosd, o f w e l ondergeschikt gemaakt aan objectieve, meetbare gegevens. In het verkennende belevingsonderzoek A 1 6 / 1 3 TerbregsepleinKleinpolderplein is een fenomenologische onderzoeksmethode (Beekman en Mulderij, 1 9 7 7 ; Dijkstra, 1 9 9 2 ; van W e e g e n , 1980) gehanteerd. M e t een dergelijke methode w o r d t getracht de leefwereld van de onderzochte personen in tact te laten d o o r deze als het ware v o o r zichzelf te laten spreken en d o o r de verkregen gegevens zorgvuldig te analyseren en zo mogelijk te generaliseren. Het is een methode o m ander aspecten van de werkelijkheid aan het licht te brengen dan alleen de meetbare. Vandaar dat er gewerkt w o r d t met semi-gestructureerde interviews en niet met standaard vragenlijsten. Het gebruik van de f e n o m e n o l o g i e , van oorsprong een filosofische stroming in de sociale w e t e n s c h a p p e n , kan gezien worden als een reactie op het gebruik van natuurwetenschappelijke onderzoeksmethoden in sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Deze reactie is gebaseerd op de constatering dat de sociale werkelijkheid, die in sociaal-wetenschappelijk onderzoek centraal hoort te staan, d o o r de reductionistische natuurwetenschappelijke benadering onrecht w o r d t a a n g e d a a n . Het reduceren van de werkelijkheid tot een aantal kwantitatief meetbare eenheden leidt niet tot nauwkeurige beschrijvingen van de sociale context. Overigens kunnen de resultaten van fenomenologisch onderzoek in een kwantitatief onderzoek als hypothesen w o r d e n gebruikt. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 87 Bijlage II: Onderzoeksteam verkennend belevingsonderzoek Het onderzoek is uitgevoerd door C E A , bureau v o o r c o m m u n i c a t i e en advies over energie en milieu B.V. te Rotterdam. D e uitvoering is begeleid d o o r medewerkers van de Bouwdienst Rijkswaterstaat, afdeling Milieubouw. O n d e r z o e k s t e a m CEA: Projectleider. drs Henk Leenders Interviewers: ir Christa Florschutz M B A ir Ingeborg Steenwinkel drs Henk Leenders drs H u u b Veeneman ir M a r i o n Gerrits drs M a a r t e n Dullens ing. Therese Straatman drs M a r i a n n e de Groene (secretariaat) Auteurs rapport belevingsonderzoek: ir Christa Florschutz M B A ir Ingeborg Steenwinkel drs Henk Leenders ( M e t gebruikmaking van teksten van voorgaande vergelijkbare o n d e r z o e ken). B e g e l e i d i n g B o u w d i e n s t Rijkswaterstaat: drs Annelies Stolp drs W i l k o de Vlieger Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 88 Bijlage III: Overzichtskaart herkomst respondenten O p deze overzichtskaart is de herkomst v a n de respondenten met kruisjes aangegeven. De recreanten en natuurliefhebbers ontbreken o p deze kaart omdat zij niet altijd in dit gebied w o o n a c h t i g zijn. Er zijn o p deze kaart 2 5 respondenten te lokaliseren. Verkennend belevingsonderzoek Rijksweg 16/13 89
© Copyright 2024 ExpyDoc