Operatie aan de amandelen bij volwassenen

Operatie aan de
amandelen bij
volwassenen
operatie aan de amandelen bij
volwassenen
Deze folder geeft informatie over ontstekingen aan de
amandelen en de behandeling daarvan bij volwassenen.
De amandelen en hun functie
U heeft een uitgebreid systeem om infecties te bestrijden, het zogenoemde lymfkliersysteem. Ook in de
overgang van mond en neus naar de keel zit lymfklierweefsel. Het vangt binnendringende ziekteverwekkers
op en maakt ze onschadelijk. Het lymfklierweefsel zit in
dit gebied op drie plaatsen:
In de neus-keelholte
Dit is de ruimte achter de neus boven het zachte verhemelte. Het verdikte lymfklierweefsel in het dak van
de neus-keelholte heet de neusamandel (adenoïd). De
neusamandel is met name bij jonge kinderen aanwezig. Vanaf het achtste levensjaar neemt de grootte af.
Bij uitzondering kan de neusamandel op volwassen
leeftijd nog aanwezig zijn.
In de keel
De keelamandelen (tonsillen) zijn zichtbaar als knobbels links en rechts achter in de keel. De huig, het
aanhangsel van het zachte gehemelte, hangt in het
midden tussen de keelamandelen.
Achter op de tong
Dit deel wordt de tongamandel genoemd. Hij gaat aan
de zijkanten van de tong over in de keelamandelen. De
tongamandel geeft zelden klachten.
Een eventuele verwijdering van de amandelen heeft
geen merkbaar gevolg voor het bestrijden van infecties. De amandelen vormen slechts een klein onderdeel
van uw totale lymfkliersysteem. Bovendien zit in de
mond-keelholte ook lymfklierweefsel in het slijmvlies
van het zachte verhemelte en in de zij- en achterwand
van de keel. Na verwijdering van de amandelen blijft
dus voldoende afweerfunctie over.
Klachten van de amandelen
Wanneer u op volwassen leeftijd een neusamandel
heeft, kunnen verschillende klachten optreden, zoals
een verstopte neus, door de neus praten, regelmatige
verkoudheden, open mondademhaling en snurken. Bij
een acute ontsteking van de amandelen heeft u klachten als een korte periode van keelpijn met slikklachten,
koorts en algehele malaise. Na de derde dag zakt de
koorts meestal en verdwijnen de andere klachten langzaam. Dergelijke perioden kunnen zich meermalen per
jaar voordoen. De amandelen kunnen ook chronisch
ontstoken zijn. Dan treden klachten op zoals moeheid,
lusteloosheid, snurken, matige eetlust en een slechte
adem. Amandelen zwellen op wanneer ze ontstoken
raken. Hierbij kunnen ook de lymfklieren in de hals
zwellen en pijnlijk zijn. Bij uitzondering breidt de ontsteking van de keelamandel zich uit tot in het omliggende weefsel en hoopt etter op (peritonsillair abces).
Slikken is dan nauwelijks mogelijk, u heeft veel slijmvorming, u kunt uw mond moeilijk openen, de lymfklieren in de hals zijn gezwollen en u heeft hoge koorts.
Wanneer worden de keelamandelen verwijderd?
De beslissing om de amandelen te verwijderen is
afhankelijk van de ernst en de frequentie van de klachten. Wanneer de klachten onvoldoende met medicijnen
(pijnstillers en/of antibiotica) worden bestreden, of
als u te vaak medicijnen moet gebruiken, worden de
amandelen verwijderd.
Soms wordt de neusamandel ook verwijderd. Bij abcesvorming wordt meestal eerst het abces geopend. Direct
daarna of na een paar dagen kunnen de keelamandelen verwijderd worden. Dit kan ook zes tot acht weken
later gebeuren, als de keelamandelen tot rust zijn
gekomen. Het tijdstip van de operatie is dus afhankelijk van de mate van abcesvorming, de tijdsduur en de
ernst van de ziekte en het gebruik van bloedverdunnende medicijnen.
De operatie
Bij volwassenen (en kinderen ouder dan 10 jaar) worden de amandelen meestal verwijderd door ze stapsgewijs los te maken. Dit wordt ook wel ‘pellen’ genoemd.
Het gebeurt omdat de keelamandelen bij ouderen veel
vaster aan de onderliggende weefsellaag zitten. De
ingreep vindt gewoonlijk onder narcose plaats. Bij uitzondering wordt gekozen voor plaatselijke verdoving.
In beide gevallen worden de voor een operatie gebruikelijke voorzorgsmaatregelen in acht genomen. Wordt
u onder narcose behandeld, dan merkt u niets van de
ingreep, omdat u slaapt. Worden de amandelen verwijderd onder plaatselijke verdoving, dan wordt op een
paar plaatsen rond de amandel met een naald verdovingsvloeistof ingespoten. Nadat de verdoving goed is
ingewerkt, worden beide amandelen verwijderd. U kunt
het vrijkomende bloed in een bakje spuwen.
Complicaties
Iedere operatie heeft een zeker risico. Bij het verwijderen van de amandelen bestaat de kans op een
nabloeding. Een normale bloedstolling na de operatie is
van groot belang. U mag daarom voor de ingreep geen
bloedverdunnende middelen gebruiken. De middelen
zorgen ervoor dat uw bloed minder goed of niet stolt.
Het gaat met name om pijnstillers die acetylsalcylzuur
bevatten (Aspirine, Acetosal, Ascal, enzovoort). Wordt
u begeleid door de trombodedienst en gebruikt u dus
antistolling, meld dit dan beslist aan de behandelend
KNO-arts. Meld ook als er in uw familie aangeboren
bloedstollingstoornissen voorkomen.
De kans op een nabloeding is de eerste 12 uur na de
ingreep het grootst en bij volwassenen groter dan bij
kinderen. Daarom blijft u ook de dag na de ingreep
meestal in het ziekenhuis. Bij een nabloeding ontstaat
een bloeding onder het stolsel. Het is vaak voldoende
om onder plaatselijke verdoving het stolsel te verwij-
deren, zodat een nieuw en beter stolsel ontstaat. Bij
ongeveer 2% van de amandeloperaties is het nodig om
de nabloeding onder narcose te behandelen.
Na de operatie
Direct na de ingreep heeft u pijn in uw keel en moeite
met slikken. De pijn kan uitstralen naar de oren. U
kunt de verpleging om een pijnstillend middel vragen.
Het is belangrijk veel koud water te drinken. Dat kan
de pijn verlichten. Voorkom ook het schrapen van de
keel. Meestal komt er na de operatie wat vers bloed
uit de keel. Ook kunt u donker bloed braken. Dit is oud
bloed dat tijdens de operatie in de maag is terechtgekomen. Na het verwijderen van de neusamandel kunt
u ook wat bloedverlies uit de neus krijgen. Dit komt
doordat het beademingsbuisje waarmee u tijdens de
narcose in slaap werd gehouden. Het buisje is via de
neus ingebracht. De dag na de operatie mag u naar
huis, tenzij zich bijzonderheden voordoen. U mag op
eigen gelegenheid naar huis, maar u mag niet zelf een
auto besturen.
Weer thuis
Neemt u tegen de pijn een Paracetamol, bij voorkeur
in de vorm van een oplostablet of zetpil. Op de plaats
waar de amandelen zaten, vormt zich een grijswitte
korst, die meestal na zeven tot acht dagen loslaat en
verdwijnt spontaan. Uw adem kan hierdoor weeïg ruiken en u kunt een metaalachtige smaak hebben. De
verschijnselen verdwijnen vanzelf. Wij raden u aan de
eerste dagen zachte en koele voeding te gebruiken.
Verder kan bouillon een plezierige afwisseling zijn.
Melkproducten kunt u als plakkerig en vervelend ervaren en koolzuurhoudende dranken als te prikkelend.
Houdt u zich een week rustig. In principe bent u na
een ruime week weer hersteld en kunt u uw werkzaamheden hervatten.
Na vier tot zes weken komt u voor een laatste controle naar de KNO-arts. Mocht u onverhoopt een forse
nabloeding krijgen, zoek dan direct contact met uw
huisarts of het ziekenhuis.
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, stelt
u ze dan aan de KNO-arts. U kunt ook contact opnemen met de polikliniek KNO via telefoonnummer
(023) 545 3150.
www.kg.nl
Locatie noord
Vondelweg 999
Haarlem
Locatie zuid
Boerhaavelaan 22
Haarlem
Postadres
Postbus 417
2000 AK Haarlem
Telefoon: (023) 545 35 45
e-mail: [email protected]­­­
1021677-19-11-2014