Van mens tot stuk Voor en na de aankomst in het kamp : het proces van ontmenselijking [© Fort Breendonk] document 1 Fiche 8 Konvooi waarmee in mei 1942 vanuit het station van Willebroek 120 gevangenen naar Mauthausen gedeporteerd werden «Sint-Gilles, Huy, Vught, Sachsenhausen. Daar waren verscheidene Kommandos. Van ginder zijn we verder gegaan. Het was verschrikkelijk : verscheidene dagen in treinwagons omringd door prikkeldraad, zonder eten of drinken tot in Sachsenhausen (ten noorden van Berlijn, op meer dan 750 kilometer van Breendonk. nvdr). Bij onze aankomst bevonden er zich twee dode lichamen in de wagon.Ik had het geluk dicht bij een raampje te zitten. (…) Ik had een lepel en het regende. Op die manier kon ik een lepel regenwater drinken. Hiervoor werd zelfs gevochten. Op een gegeven werd onderweg de wagon geopend en ontvingen we een beetje water, waarna alles weer gesloten werd en we verdertrokken.» Jules BEERENS, gevangene n° 1986 - Breendonk, 03.04.1943 - 19.10.1943 «Per auto werden we naar Schaarbeek gebracht, waar we, in het station, elk vier Rode Kruis-pakjes ontvingen. Ondanks de hitte kregen we evenwel niets te drinken. We werden in beestenwagens geladen, 50 man in één wagen, en gedurende twee dagen en twee nachten zouden we rijden.» Karel VAN DAELE, gevangene n° 2070 - Breendonk, 08.1942 - 05.1944 [POLFLIET, M. (over Karel VAN DAELE) Zoo was het in Breendonk en Buchenwald ! Antwerpen, 1945, p. 34-35] 51 Van mens tot stuk document 2 «De ‘kennismaking’ had enkele ogenblikken later plaats, voor de poort van het fort van Breendonk. Eén van de SS’ers die ons begeleid had sinds de gevangenis van Sint-Gillis, groette : ‘Heil Hitler ! Vier Stück eingeliefert’. (Heil Hitler! Vier stukken afgeleverd) Want wij waren met vier.» [© USHMM • Washington] Paul LEVY, gevangene n° 19 - Breendonk, 29.11.1940 - 20.11.1941 [© USHMM • Washington] Nieuwe Buchenwaldgevangenen wachten op hun inschrijving Het scheren en desinfecteren van gevangenen in Buchenwald 52 [© Fort Breendonk] Van mens tot stuk Opmerking: Om 16.20 uur n°1859 terug op de Dienststelle [het Fort van Breendonk]. Gevangene n°105 (vrouw) om 17u00 uur vrijgelaten. Gevangene n°348 om 21u00 uur vrijgelaten Op 24.03.43 Gevangenen n° 1873, 1874, 1875, 1876, 1877, 1878, 1879, om 20 uur 1880, 1881, 1882, 1883, 1884, 1885, 1886, 1887, 1888, 1889, 1890, 1891 binnengebracht. Arrestant n°50 op 25.03 om 12u40 uur vrijgelaten. Uittreksel uit het wachtregister van Breendonk (25.03.1943) document 5 «Men heeft ons in kleine stukken gebroken. (…) Onze haren werden afgeschoren en we moesten belachelijke gestreepte kledij aantrekken en op slag waren we geen mensen meer. En vervolgens gaven wij ons elke dag rekenschap van het feit dat wij idioten waren, niet capabel ons bed te maken, onze gamel proper te maken en onze kast naar behoren te reinigen. En als we geleerd hadden om het te doen zoals het hoorde, dan begrepen we dat we niet voldoende recht stonden voor de SS, dat we een knop waren vergeten toe te doen en dat we als straf verplicht werden kniebuigingen uit te voeren. Het was een grappig zicht wanneer een universiteitsprofessor dit deed… Of wanneer men ons deed huppelen terwijl we kniebuigingen deden, zowel de ouderen als de jongeren, met de armen naar voren gericht. - Of wanneer men ons deed rollen, in de modder… We werden lederpoppen, maar om elke dag alles te verdragen, vergde het heroïsme. En rechtstaan tijdens het appel, in de regen, kaalgeschoren, elke dag… De volgende dag, nog vermoeid en voor ons nog een volledige dag, zonder einde en vol kwellingen. En ’s avonds, na het werk, blijven rechtstaan in wind en regen, gedurende een uur of anderhalf uur, vermoeid en uitgehongerd, dag na dag, het ene jaar na het andere. En geslaan en beledigd worden op de meest vulgaire manier door de kamer- of blockoversten. (…) Ze hebben mijn ‘Ik’ getransformeerd in een nummer, in een inventarisstuk dat elke dag meer in verval raakte tot het half vergaan was, brak, en uiteindelijk werd opgebrand… Ze lachten met ons en zeiden : ‘Jullie zijn niets, behalve str…, dat is wat jullie zijn’. - En wij voelden dat ze, op een zekere manier, gelijk hadden, want zij waren enkel brutaliteit en stommiteit en hun enige goed was hun pistool, zij verplichtten ons om datgene te zijn wat we niet waren… - Waarom gingen wij trots en in rechte houding hun kogels niet tegemoet ?» KUPFER-KOBERWITZ - Geciteerd in KOTEK, J. en RIGOULOT, P. Le siècle des camps. Parijs, 2000, p. 324 55 Van mens tot stuk document 6 [© Fort Breendonk] Paardenstal in het Fort van Breendonk document 7 OCHS, J. Breendonck. Bagnard et bourreaux. Brussel, 1947 BREZINA, een joodse gevangene, geschetst door zijn medegevangene Jacques OCHS 56
© Copyright 2024 ExpyDoc