Il isdätwesfßtesf

moerbuper
pcftteglowot
wrtorertòrood
cftfa
#
,. bit
tessiesdag
rommdkont
fotktmfc
hunery
grwktól
amipfe-cleur
açktericmt:
loirloup
vrwgspouk,
omwout
krtccrtfcont
trujlouwetv
dfttttlt,
malbou
Il isdätwesfßtesf
HE, IS DAT WESTFRIES?
UITGEVERIJ EN DRUKKERIJ 'WEST-FRIESLAND' TE HOORN
%LsdAtfries?
datW.4rwa7
STOLPHOEVEREEKS VII
Uitgegeven onder auspicien van het
Historisch Genootschap 'Oud West -Friesland'
De omslagtekening wend ontworpen door M . Oortwijn,
terwijl de illustraties in de tekst werden vervaardigd
door J. A . Pannekeet .
Een aantal f oto's uit West-Friesland werd door de
schrijver van onderschri f ten voorzien .
Instituut voor Dialectologie
Volkskunde en Naamkunde
Amsterdam-C .
'N MENS ZONDER BOEK 1S IEMAND
IN 'N HUTS ZONDER RAMS
Bai de verskoining, acht jaar lejen, van 't eerste
deel van de 'Stolphoeve-reeks', hadde we de
wens uitsproken, dat veul Westf rieze deuze
eersteling koupe zouwe. Nou, da's aardig uitkommen, want de bestellinge bai de drukkerai
vloge de deur uit en al gauw moste ze deer
'nei-verkoupe', want de hele oplaag was fort
en dat was voor de leste o f nemers bar nooslijk .
Wat nou? vroeg 't bestuur an meister Langedoik. Wai vroege ons o f o f de skroiver nag
zin en toil had om 'n tweide druk to beginners .
Da's makkeleker zoid as dein en meister vroeg
't bestuur wat geduld, want 't bleek dat
veul lezers allerhande uitdrukkinge miste in
deel 'ien' en die moste venzel f bai 'n tweide
verskoining toch opnome worre . Hai gong an 't werk en
iemerslesten kon ie 't bestuur meedele, dat-ie niet allien meer
uitdrukkinge opskooid had, maar dat-ie ok nag wat klugtige
verhaaltjes bai mekaar gaard had en verder zou dut nuwe boek
wat opvrolikt worre mit 'n stik o f wat prentjes uit 't gewest .
Langedoik was bloid dat-ie d'r 'n streep onder zette kon en zo
zal deuze zeumer de drukker zurge, dat deel 'twei' van de pens
komt . lk reid zowel lede van 't Genooskip as niet-lede an as de
kippe d'r bai to wezen, om dut nuwe eksemplaar to koupen .
Wai wense jolle veal plezier bai 't deurlezen en we zeggen de
skroiver hartelik dank voor 't veule werk, dat hieran weer is
be steed .
Breebaart,
Presedent van het Historisch Genootschap
'Oud West-Friesland'
Hoogwoud, april 1971
5
IS DAT WESTFRIES?
Ja, dit is West/ries en dat ook en dat ook! De schrijver, geboren
en getogen Westfries, kan het weten . In de vele jaren die _hij
voor de klas hee f t gestaan, moest hij extra tijd besteden om de
kinderen duidelijk to maken dat ze Westfries en Nederlands door
elkaar haspelden . Schri f tenvol voorbeelden, zoals hij ze om hem
heen hoorde gebruiken, hee f t 'Meester' Langedijk in-" de loop der
jaren verzameld . Een deel ervan is in dit boekje gedrukt! Niet
alleen de leerlingen van meester Langedijk, maar alle grote en
kleine West/riezen kunnen er flu hun voordeel mee doer . En nu
u weet hoe de schrijver aan zijn voorbeelden is gekomen, begrij pt
u ook waarom ze zo 'echt' aandoen .
Ook in andere provincies zijn boekjes verschenen die leren onderscheiden wat streektaal en wat Nederlands is, by . in Friesland
en in Limburg . VoOr een streektaal als het Westfries is het misschien nog noodzakelijker, omdat de verschillen met het Nederlands minder groot en de overeenkomsten veelvuldiger zijn . Het
valt dan minder gauw op als ze vermengd worden .
Dit boekje kan West f riezen helpen hun Nederlands to verbeteren,
maar ook hun Westfries zuiverder to houden . En aan vreemdelingen kan het een beter begrip geven voor de taal van de Westfries. Het aantal misverstanden kan erdoor verminderen, de onderlinge verstandhouding verbeteren . Maar vooral : het kan de
Westfries, die Nederlands moet spreken, helpen zijn onzekerheid to overwinnen . Wie niet dur f t spreken omdat hij bang is
f outer to maken spreekt slecht en zonder overtuigingskracht .
Zonder spreken en schrijver kunnen we niet samenleven en
samenwerken . In de tegenwoordige tijd moet men een goed gebruik van de taal niet onderschatten .
Ook buiten West-Friesland kan het boekje diensten bewijzen .
Meet dan de hel f t van de woorden en uitdrukkingen is ook in
andere delen van Noord-Holland bekend o f bekend geweest .
Zaankanters, Waterlanders en Kennemerlanders zullen, al lezende, meet dan eens zeggen : ,,He, is dat ook West fries?"
Jo Daan.
6
Reeds jaren lopen we met het plan rond, een boekje samen to
stellen ter aanvulling van het onderwij s in de Nederlandse taal
voor Westfriezen . De hoofdzakelijke inhoud van het werkje zou
dan moeten zijn : specifiek Westfriese woorden, uitdrukkingen en
zegswijzen, die door de meeste Westfriezen niet als dialectisch
worden aangevoeld . Van dit plan vindt u in dit boekje de neerslag .
Bij het gebruik van het Nederlands door Westfriezen, hoort men
nog vele verholen Westf riesismen, zelf s van gestudeerden . (Men
leze de brief op biz . 11, geschreven door een Westfriese, die
stellig de bedoeling heef t gehad goed Nederlands to schrijven,
maar die toch een dertigtal Westf riesismen last insluipen .) In 'de
conversatie en correspondentie met mensen nit andere provincies geeft dit moeilijkheden . Als men zichzelf mistrouwt inzake
het juist gebruik van het Nederlands, ontstaat een zekere terughoudendheid, een spreek- en schrijfvrees . Een bewuste vergelijking van het dialect met het Nederlands lijkt ons daarom van
groot nut. Reeds in de lagere school kan hiermee een begin
worden gemaakt, -vooral in de hogere klassen . Hiervoor is een
boekje onmisbaar . Over stof en inkleding van een zodanig boekje
hebben we lang nagedacht en met belangstellenden van gedachten
gewisseld . Het was zeer moeilijk een keuze to doen uit de veelheid van stof, die we in de laatste jaren verzamelden . Immers,
minder gangbare, verouderde en alleen in zeer beperkte kring
gebruikelijke woorden en uitdrukkingen konden voor dit doel
geen dienst doen .
We besloten eindelijk tot het geven van het Westfriese woord,
de uitdrukking of zinsconstructie in een eenvoudige zin met de
'vertaling' of een bemerking erbij . We stelden niet de gehele zin
in dialect; het zou de aandacht to veel of leiden van het woord,
enz ., waar het om gaat . En het gaat slechts om de (dikwijls verholen) Westf riesismen .
Ondanks ons nauwkeurig wikken en wegen zult u in het boekje
waarschijnlijk verscheidene woorden, enz . missen, die u er wel in
verwacht had, terwijl u andere liever geschrapt zou zien . U bedenke dan, dat - zoals gemeld - de keuze zeer moeilijk was en
dat een leerleesboekje niet to veel mag uitdijen .
Vele woorden, uitdrukkingen en verschijnselen, die we vermel7
den, komen ook buiten West-Friesland voor, sours elders in
Noord-Holland, sours zelf s daarbuiten (liggen-leggen, kunnenkennen, tonen-tenen, enz .) .
Terwille van ongeschoolde gebruikers hebben we grammaticale
termen en moeilijke fonetische aanduidingen zo veel mogelijk
vermeden .
Om niet misverstaan to worden, vestigen wij er de aandacht op,
dat wij met dit werkje geenszins een poging-tot-moord op ons
Westf ries dialect bedoelen . Integendeel, het is onze moedertaal
en die is ons zeer dierbaar! Maar de Westf ries moet zich ook
buiten zijn gewest kunnen uitdrukken ; hij moet twee-talig zijn en
moet de verschillen tussen de beide talen kennen . Hieraan een
steentje bij to dragen - dat is het doel van ons pogen .
Het werkje lijkt ons, behalve voor Westf riezen van herkomst ook
van groot nut voor personen, die van elders in het gewest komen
wonen en het dialect moeten leren verstaan . We denken hierbij
aan geestelijken, medici, leraren, onderwijzers, verslaggevers op
vergaderingen, enz .
Bij behandeling in het hoogste leerjaar van de lagere school hebben wij ervaren, dat met vijf a zes nummers per week, slechts
ongeveer een kwartier gemoeid is . De gehele stof is dan gemakkelijk in een schooljaar door to nemen .
Opmerkingen, voorstellen tot wijziging of aanvulling van de zijde
van gebruikers of belangstellenden zullen door ons gaarne in
overweging worden genomen .
Misschien zullen enkelen, door kennisneming van de inhoud, geinspireerd worden tot een verdere, meer diepgaande speurtocht
in onze Westfriese taaltuin .
Aan alien, die ons bij de samenstelling van dienst zijn geweest
door het aandragen van een of meer bouwsteentjes of door hun
opbouwende kritiek, brengen wij hier onze oprechte dank . In dit
verband denken wij vooral aan Mw . Dr . Jo Daan, hoof d van de
of deling dialectologie van de Kon . Ned . Akademie van Wetenschappen to Amsterdam, die de moeite heef t willen nemen, het
handschrift van dit boekje als deskundige onder de loupe to
nemen en het een geleidewoord mee to geven . Door haar kanttekeningen verstrekte zij ons waardevolle wenken en gegevens .
Onder haar deskundigheid mogen samensteller en gebruikers zich
veilig gevoelen .
De belangstelling en bemoediging, die wij mochten ondervinden
8
van het bestuur van het Historisch Genootschap 'Oud WestFriesland', zijn voor ons een grote stimulans geweest . De voorzitter was zo welwillend, een inleidend woord aan dit boekje mee
to geven in 'passende' taal .
De secretaris, de heer H . J . Avis en het bestuurslid, de heer
D. Nieuwpoort hebben ons voortdurend terzijde gestaan op de
voor ons onbekende weg 'van handschrif t tot boekwinkel-etalage' .
Voor hun vele reizen en trekken, corresponderen, corrigeren,
adviseren en besprekingen betuigen wij hun hier onze oprechte
dank . De illustrator Jan Pannekeet verluchtte het boekje met een
aantal pentekeningen .
Moge dit bescheiden werkje er toe bijdragen, dat onze Westf riezen zich juist (er) leren uitdrukken in het Nederlands, wanneer dit voor hen noodzakelijk of wenselijk zal zijn .
H . LANGEDIJK
Spierdijk, maart 1963 .
9
VOORBERICHT
voor de herziene uitgave .
Bijna acht jaar geleden verscheen, onder auspicien van het
Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland' en met medewerking van Mw . Dr . Jo Daan, hoof d van de of deling Dialectologie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen to Amsterdam, het boekje 'He, is dat Westf ries?' Tot
ons genoegen was de gehele oplage binnen enkele maanden
uitverkocht . Tientallen waarderende reacties en uitvoerige recensies van lezers werden ons toegestuurd . Alle inzenders
brengen-wij hiervoor onze oprechte dank . Omvangrijke bijdragen
voor een eventueel herziene uitgave werden ons toegezonden
door mevr . Ter Horst-Hoekstra to Zeist en de heren P . Kistemaker to Andijk, Drs . G . Kok to Alkmaar, F . J. Beemsterboer
to Hulsberg (L .) , M . Vlug to Zuid-Scharwoude, G . Paarlberg to
Uden en de thans 98-jarige P . Wijdenes to Amsterdam .
Een prettig schrijven van de destijds Minister van Onderwijs
a.i ., Mw . Dr . M. A . M . Klompe, wees op een gunstige ontvangst
'van hogerhand' .
Ook de gunstige beoordeling door de gewestelijke en de landelijke pers heeft ons geinspireerd tot verdere bestudering van het
Westf riese dialect en tot het bewerken van deze herziene en
sterk vermeerderde uitgave .
Van de zijde van het bestuur van het Historisch Genootschap
mochten we veel belangstelling en aanmoediging ondervinden .
De aangedragen stof hebben we nauwkeurig geselecteerd, omdat
veel ervan door de inzenders als Westf ries werd aangezien, maar
als Algemeen Nederlands gangbaar is . Wellicht zijn door de oplettende lezer nog enkele 'twijfelgevallen' in deze uitgave to signaleren .
Uit de binnengekomen brieven bleek, dat de oudere gebruikers
er prijs op zouden stellen, als we ook jets oudere, maar nog niet
geheel verouderde woorden en uitdrukkingen zouden opnemen .
Aan hun verlangens zijn we tegemoet gekomen, al moesten we
ons enige beperking opleggen, om het werk niet al to omvangrijk
(en to duur) to maken .
Enkele reproducties van f oto's uit West-Friesland-van-vroegeren-nu zijn, met onderschrift, opgenomen .
De Westfriese Schetsjes achterin het boek, waarin overwegend
10
historische personen optreden, zijn bijgewerkt in verband met
overlijden, verhuizing, enz . Enkele nieuwe opstellen zijn toegevoegd.
Het zal de lezer opvallen, dat de uitdrukking Algemeen Beschaa f d
Nederlands (A .B .N .) in het gehele boek niet voorkomt . Men zal
hiervoor in de plaats vinden 'Algemeen Nederlands' of alleen
'Nederlands' . A.B .N . suggereert naar mijn gevoel - en ik heb
hier Dr Jo Daan aan mijn zijde - dat de dialecten onbeschaafd
zouden zijn of zouden klinken . En deze mening mist m .i . elke
grond : beide lenen zich in gelijke mate tot beschaafd en onbeschaaf d gebruik .
Wat de spelling van het Westf ries betref t - hierin is bij de verschillende schrijvers nog veel willekeurigs . Als men de hete
spellingsstrijd overziet van rond 1890 tot heden, van Kollewijn
tot VWS (Vereneging voor Wetenschappeleke Spelling) betreff ende de spelling van het Algemeen Nederlands, dan is het niet
verwonderlijk, dat de eenheid van spelling in ons dialect nog ver
to zoeken is!
Welwillende op- en aanmerkingen van lezers zijn ons welkom .
We hopen dat deze herziene uitgave van de eerstgeborene in de
Stolphoevereeks zijn weg weer mag vinden bij de Westf riezen
die hun taal en land lief hebben .
H . LANGEDIJK
Spanbroek, lentemaand 1971 .
11
BRIEF VAN NEEL VAN HOOGWOUD AAN HAAR ZUSTER
AFIE IN KALVERDIJK
Beste A f ie,
M'n man is net even 't land uit . Ik dacht zo, nou kan ik
A f ie 'ns schrijven . Hij mocht van dokter eigenlijk nog wel
niet in buiten in de koud, maar evengoed ging-ie . Hij
hee f t pas de geling gehad en nou hee f t-ie weer een zware
verkouwenis . Maar ik zeg er maar niet veel van, want hij
is nog al een kortkop en daarom erger ik me maar overstil. Maar ja, al komt-ie straks thuis dan zal ik me wel
moeilijk stilhouden kunnen .
Ons Tinie is vandaag bij Aaltje Ursem to werk en dan is ze
nog twee dagen in de week to help bij Guurtje van Klaas
Dam . Ze hebben 'r graag, want ze is reddig en slachtig .
Nou, ik stop met schrijven, want ik moet de aardappelen
overdoen . Vanochtend heb ik m'n hand nog verbrand .
Dat is lastig, maar je kunt niet overal over janken . 0 ja,
een zondag meende ik met de bus naar tante Marie Schilder in Spierdijk to gaan, maar laat onze klok nou tien
minuten op achter wezen! Ik liep nog hard, de appelen
voor tante Marie vlogen m'n tas uit, maar de bus was
weg. Een beunhaasje van de oudte van ons Kees had de
appelen opgezocht en hij gaf ze pittig terug .
M'n man was to voetballen . Dat-ie thuis kwam, zat ik dus
weer in 't hoekje . We hebben maar een f ris kopje gedaan .
1k hoorde van Dieuw van Diepen dat je een nieuwe mantel
hebt. Ik ben erg nieuwsgierig . Hoentje is 't? Je zult er wel
Nou schei 'k er toch
helemaal mee uit de kennis wezen .
uit, hoor!
Tot ziens,
Je zus Neel .
N .B . In bovenstaande brief gebruikt Neel - zoals in het voorbericht vermeld - een dertigtal Westfriesismen!
12
WOORDEN EN UITDRUKKINGEN
De lezer zal opmerken dat de meervouds-n van de zelf standige
naamwoorden en de buigings-n van de werkwoorden, alsook de
n van de onbepaalde wijs (infinitief), veelal wel afgedrukt
staan, terwijl ze niet altijd uitgesproken worden . We besloten
hiertoe omdat dit ook in het Algemeen Nederlands (in het vervolg afgekort tot Ned .) plaats vindt . In de West/riese Schetsjes
zijn deze n's geplaatst of weggelaten naar gewestelijk gebruik .
Bedoelde slot-n wordt in 't Westf ries uitgesproken :
I . Als to of (he) 't onmiddellijk aan de infinitief voorafgaat :
Die man zit to melken .
Je moete heen gaan to vragen.
Hai is an 't fietsen .
Het zingen gaat 'm niet best of .
2. In 't algemeen na 'n voorzetsel :
Van dichten en toneelspeulen heb ie glen keis eten, maar in
voetballen count ie uit .
Deur werken allien wor je niet gauw roik .
3. Als 't de n van een sterk voltooid deelwoord is, ook als dat
deelwoord wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord :
Hai is vertrokken, maar ik weet niet wanneer ie ankommen
is .
Ik had 't niet opmurken of : opmorken .
Weerom hewwe ze dat kind sloegen?
Ik heb nag glen geld vongen .
De vertrokken troin . De gezongen liedjes .
De versleipen toil . 't Gegraven slootje .
Het voegwoord 'en' wordt meestal uitgesproken als in, maar om
vergissingen met het voorzetsel 'in' to voorkomen, hebben we
het voegwoord 'en' niet 'vertaald' .
De of korting Wf r . wordt gebruikt voor Westf ries, Westf riese en
Westf riezen . W .F, staat voor West-Friesland .
Alvorens tot lezing van het hierna volgende over to gaan, verzuime men niet, kennis to nemen van de inhoud van het 'VOORBERICHT' bij de eerste uitgave .
13
1 . Als ik vroeger m'n meisje in de kamer zoende, dan zei m'n
moeder : Als er yolk bij is, heb ik 'n hekel aan die malabelighoid
(die vrijage, die lief doenerij in aanwezigheid van anderen) . We
moesten dus we!, zoals justus van Ef f en tweehonderd jaar geleden al zei : Wijs bij de lui en ma! our 'n hoekje!
2 . De baker (kraamverzorgster) haalde de podden ('t neusvuil) uit de news van 't kindje .
Opm. : Inplaats van baker gebruikte men vroeger ook de nog
vrouwelijker vorm baakster!
3 . De joos (kinderen) van Piet Snot hadden altijd 'n dorrel
(snot) aan hun news hangen . (Zie ook Snotbriebel) .
4 . Voor de zuigelingen komt de vroegere stiek weer in zwang
(de fopspeen) . In Vlaanderen is ie tot nu toe niet in onbruik
geweest .
5 . Lia is twee jaar, maar ze krijgt elke avond haar tent nog
mee naar bed ('n doekje dat de kleine kinderen in bed in de
handen hielden of tussen de tanden klemden, sours met enkele
rozijnen er in) .
Opm. : 'Teuten' is Ned . in de betekenis van 1 . Treuzelen, talmen .
2 . zeuren, kletsen, . vervelende, lijzige praat uitslaan .
6. De zuigeling lag lekker to titten (te zuigen aan de moederborst) .
Vgl . met het klankverwante Franse werkwoord 'teter', zuigen .
Bij dieren spreekt men van mammen .
Vg! . met 't Franse zelf standige naamwoord 'mamelle', borst of
uier .
Arie zat de hele avond in 't cafe to titteren (drinken, borrelen) .
7. Met die kleuter, die kleine snollebol (schat, snoes, lieveling)
kun je zo lekker snollen (knuffelen, lekker pakken en mee spelen) .
8.
M'n schoonzusj a zal in maart 'n po p pie kou pen (bevallen) .
9. De eerste drie jaar van haar huwelijk kreeg ze geen kinderen, maar ik denk dat ze nou sneiblind is (in verwachting) .
14
10 . Op de kermis ben ik even op step geweest met Maaike
Groot (ik heb er 'n potje mee gevrijd) .
11 . Die meid is zo'n malbol, zo'n mal-oor ('n vrijster-eersteklas, die wet overdreven lief en vleierig doet, en wet aanstellerig) .
12 . Klaas Klomp is 75 en gaat trouwen met Teuntje Ooievaar
van 74 . 't Was direct huisriemrond bekend (overal, wijd en
zijd) .
13 . Dat meisje mag hem wel lijden, maar ze neemt geen besluit,
ze hapt niet toe . Maar ze moet 'm niet onnodig lang aan de
linger houden (aan 't lijntje houden, aan zich binden) .
14 . In dat kleine huisje woont 'n echtpaar met tien jonge kinderen, die in dertien jaar tijds zijn geboren . Wat 'n kie f tengebroed (enigszins minachtend gezegd van 'n gezin, waarin in
betrekkelijk korte tijd veel kinderen geboren worden) .
Ze komen dear kat achter kat (korte tijd na elkaar) .
M'n schapen gingen kat achter kat flood aan leverbotziekte (de
een na de ander) .
15 . Oom Dorus en tante Af ie kwamen op bezoek, maar ik kon
ze niet hebben, want 't was harde wind bij ons in huffs, 't was
sturm en onweer, m'n vrouw stond op omwaaien (alle drie betekenen : m'n vrouw was in het beginstadium van bevallen) .
Oom Dorus zei : Als 't sturm en onweer is, gaan we nou weg en
we komen wel terug, als de wieg bevolkt is .
Ik had oom Dorus niet tijdig ofbericht (afzegging) kunnen sturen . 't Was wel to bot (jammer, spijtig), want tante Af ie en m'n
vrouw kunnen altijd zo houwelijk (onderhoudend, gezellig) met
elkaar praten . Oom Dorus is zo'n goedelijk manje (goedaardig
mannetje) . Laatst was ie voor tante Af ie aan 't kamer uitnemen
('n f linke opknapbeurt geven) .
Elk jaar eind juli gaan we semen near oom Dorus op verjaarsfeest, midden in de vuiltoid (de maanden juli en augustus met
de vele vliegen, muggen, wespen, beddepissers (pissebedden,
keldermotten) enz .) .
15
16 . Zondag is 't kermis. Heb je er wat koik op (vind je 't fijn
dat 't kermis words)?
Opm . : 'Kijk op jets hebben' is ook Ned ., maar o .m . in de betekenis van 'inzicht hebben', 'jets kunnen beoordelen', by . :
Hij heeft wel 'n goeie kijk op dat snort werk .
Als verkleinwoord 'koikie' gebruikt de Wf r . het in de betekenis
van 'tegenzin in', 'af keer van' :
Werken, daar heeft je 'n koikie op, je ziet 'm noojt bezweiten
(bezweet) .
Je moet'm niet aan schrijfwerk zetten, daar heeft ie'n koikie op
('n broertje aan dood, 'n hekel aan) .
In gunstige zin kan 't betekenen :
'n oogje op hebben, genegenheid voor voelen, by . :
Jan heeft'n koikie op Truus Koopman .
17 . Wat zouden ze daar buiten toch uitspouken (uithalen, uitvoeren), was is 't een lawaai?
0, er is dansen bij Entius . 't Zal wel van dat skitteljacht, van
dat vierduitsgoed wezen (jongens en meisjes van twaalf tot zestien jaar), zo van dat snort tussen pruimen en krenten (te klein
.
voor tafellaken en to groot voor serves)
18 . Ze is al dertig jaar bij ons in betrekking . Toen ze bij ons
kwam, lag 't volevlois er nog op ('veulenvlees', 't kenmerk van
frisse jeugd) .
Zie onder Spreekwoorden, enz . 'de kloine tand' en 'Kalf skleeuwen' .
19 . 't Was zaterdagavond . Ik had 't verskoondersgoed (de
verschoning, 't schone ondergoed) klaar gelegd . Toen alleman
klaar was, gingen we naar bed . Maar ons zieke kindje huilee de
hele nacht. We hadden er 'n rommelnacht van ('n gestoorde
nachtrust door) . Pas tegen de ochtend zakte ze o f (sliep ze in) .
Gelukkig was ze de volgende dag was vlugger (beter) .
20. Anneke werd zo door de andere kinderen geplaagd dat ze
begon to piepen (huilen) .
't Kindje in de wieg lag bijna de hele nacht to pieperen (lichtelijk
huilen, zeurende huilen) . Pas tegen de morgen zakte het o f
(sliep 'tin)
16
's Middags na het eten word ik altijd lui (slaperig), sours zak
ik o f (slaap ik in) in m'n stoel .
Hij raast en tiert nog, maar z'n boze bui zal wel o f zakken (bedaren) .
De wind zakt o f (neemt of, zwakt af) .
21 . Als 'n jongeman vroeger met 'n meisje naar 'n bruilof t of
'n ander feestje was geweest, vroeg ie, of ie veertien dagen na
't feest bij 't meisje mocht komen koff ie ophalen, d.w .z, op 'n
zondagavond haar nog 'ns bezoeken, our to bepalen of de kennismaking al of niet voortgezet zou worden.
22, 1k ben drie nachten to warskip geweest (te logeren) . We
krijgen vandaag twee warskippers (loges, logees) .
Volksrijmpje : Warskippers en vis
Bloiven maar drie dagen f ris .
23 . Dat kind lag lekker to spragen in de zon (koesteren, zonder bedekking met dekens) . Na 't middageten doer opa altijd
'n tukkie of : tokkie (middagdutje, middagslaapje, siesta) .
24. Wat ligt dat kindje lekker to
kinderen) .
loeren
(slapen, gezegd van
17
Opm.: 'Loeren' is wel Ned ., maar in zinnen als : De kat loert op
de muffs . Hij boert op 't baantje van inspecteur.
25. Kind, schiet op, sta om zo'n kleinigheidje niet 'n kwartier to dranzen (huilen, meestal zeurend en zanikend, om jets
of to dwingen) .
26. Jongens, niet zo klammen (ruzie maken) !
Twee klammers, twee schuld .
27. Moeder, zij wil m'n kammetje skuil douwen of : opskuileii
(verstoppen, verbergen) !
28. We hadden op Tweede Kerstdag wel twintig mensen in
huffs . Er was reuring genoeg (drukte, beweging, vertier) .
29. Voor 't gebruik 't f lesje goed skuddelen (Echudden, hutselen, husselen) .
30. Klaas, j e kunt j e opkna p pers pak of : o pgna p persgoed of
verkleiderspak vanavond niet aan ('t pak dat door de week
's avonds gedragen words), want je hebt 'n stikkenige moues
(kapotte) . Voor de zondag zullen we om ons huffs de boel wat
opgnappen (opknappen, netjes maken) .
31 . Hij is erg ziek geweest, maar nou zit ie weer in 't hoekie
(op z'n stoel) . Op z'n toid (van tijd tot tijd) bezoek ik 'm 'ns .
't Huist niet gezellig als moeder, om welke reden ook, niet in
't hoekie zit (in haar stoel) .
M'n man is niet thuis, je mag web in z'n hoekie gaan zitten (in
zijn stoel) .
Toe maar, ga maar gerust in de hoek zitten (in de stoel van de
man of de vrouw des huizes) .
32 . Je hebt van die moeders, die de hebe dag door lopen to
beren op hun kinderen (te keer gaan, snauwen, verbieden) .
Men moet er web 'ns een voor straf naar de days sturen (de
vroegere dorsvboer, waar flu de voertuigen geplaatst worden),
maar niet doorbopend beren .
18
33 . 1k ben op de zuikerstikken geweest (kraamvisite) . Wat
had m'n zus 'n pittig kloin purkie ('n lief klein kindje) in de
wieg . Toen de buurmeisjes twee jaar geleden bij haar waren
op de bruidstranen (in de bruidsdagen 'n glaasje kwamen drinken ten of scheid) , was ze al gelukkig, maar 't haalt niet bij 't geluk van nu.
34 . Hij leef de niet gerust ; hij wist maar al to goed dat ie z'n
moeder veel verdriet aangedaan had . Hij had neiweet (gewetenswroeging, berouw) .
35. Is ze met 'n Westfries getrouwd? Nee, met 'n buitenpoorter (hij komt van buiten dit gewest) .
36 . M'n zuster heef t 'n zoon die niet goed oppast . Wat heef t
ze daar 'n hartlast van (hartzeer, verdriet) .
37. De grocers (groteren, ouderen) in 'n gezin moeten de
klointjes (de kleineren, de jongeren) helpen .
38. De overledene staat nog over huffs (in huffs, is nog niet
begraven) .
IEij heef t z'n ouwe moeder over huffs (in z'n gezin, ze woont bi j
hem in) .
39 . Die man is nog bij ons in de permetasie (hij is van de
parentage, is 'n bloedverwant, 'n f amilielid) .
40.
De dragers namen de lijkkist op skoer (op de schouders) .
41 . Heb je nog jonge kinderen?
Ja, maar ik heb ook twee dochters al trouwreid (huwbaar) .
42 . Dat kind is nog maar tien maanden, maar 't loopt al as 'n
tiet (als 'n kieviet, uitstekend) .
Die motor loopt as 'n tiet (heel best) .
43 . Na de wagen van het bruidspaar kwam 'n hele zeelt volgauto's ('n hele ceel, 'n lange rij) .
19
44 . Wanneer gaan jullie trouwen?
Deer is nag gien zeg van (dat is nog niet to zeggen), we zoeken
nog naar 'n huffs .
45 . Dat is 'n gezin waar booi of : boos meester is (waar geen
.
orde is, waar 't recht van de sterkste gelds)
46 .
Dat kindje skreeuwt (huilt) bijna de hele dag .
47 . Als 't druk is in 't bedrijf, begint vader, 's morgens na
't stik-eten (brood-eten, boterham-eten) al to boizen en to
baaieren (jakkeren om iedereen aan 't werk to krijgen ; iedereen
words opgej aagd met onnodig druk-doen van vaders kant) .
48 . Was je vroegere knecht ijverig?
Nee, hij was was trekkerig, wat polig (beide betekenen : wat lui,
was langzaam, niet kwiek en actief) . Maar met m'n nieuwe
knecht heb ik 't getrof f en, 't is 'n weerwoest ('n wildeman, 'n
harde werker, iemand die van aanpakken weet) .
49 . Die vrouw is erg zels (ze houdt van gezelschap, ze is niet
graag alleen) .
50 . Ik houd niet van mensen, die lang lopen to koppen ('n kop
tonen, met 'n kop lopen, wrokken) .
Dat gekop moet je of leren, jongen .
51 . Pies Hoedjes was 'n poestig kereltje (driftig, oplopend,
kort aangebonden, onbeheerst) .
52 . Die vrouw is erg nauwnemend (vooral op godsdienstig gebied : ziekelijk conscientieus, scrupuleus, angstvallig, niet ruim
van opvatting) . In de dagelijkse omgang kan 't betekenen : al to
precies, to gevoelig, weinig kunnende tolereren .
53. Opa is 'n ouwe grommelpot (mopperaar, grompot, brompot) ; niemand kan 't met hem helen (vinden, niemand kan met
hem in goeie harmonie leven) .
54 . Dat kind is 'n trut (treuzel, ze heeft 'n langzaam werktempo) .
't Is geen reddig meisje (niet redzaam, handig, flink) .
20
55. Ken je z'n vrouw? Jawel, ze is wel wat 'n leukerd (zonderling, ietwat afwijkend) . Ze gedraagt zich sours zo leuk, zo aardig (zo vreemd, zo zonderling) .
56. Je kunt hem nooit geloven ; 't is 'n grote jokkebel, liegebel
(leugenaar, jokkebrok) .
Kinderrijmpje :
Jokkebel komt in de he!
Bij alle dooie skeipen
Deer moet ie vannacht bai sleipen .
57 .
Oom Tamis zit goed in de slappe was, maar hij is erg
kneertig (gierig, karig, krenterig) . Tante Aagt is ook
kont (klaagster, die veel zanikt en zeurt en afkeurt en
'n
kneert-
niet graag
geld uitgeef t) .
Toch heb ik oom Tamis liever dan z'n broer . Dat is 'n ruwaan
('n brutale, gevoelloze schoft, 'n rouwdouw) . Zo ruwanig ziet
men ze zelden! En hij loopt ook z'n hele leven to kneerten (kankeren) over 'n cent . Met dat snort mensen kun je onmogelijk
goeie buisies (goeie maatjes) blijven .
58 . Ik ben voortdurend lou f (moe, vermoeid) . Sours ben ik
voor de middag al louvig (lichtelijk vermoeid) . Ik ga maar 'ns
naar de dokter, want altijd maar die loufto (moeheid) is niet
goed . Ik ben dat baantje ook lou f (ik doe m'n werk met tegenzin) .
Vader is nooit lou f en hij zegt dan tegen mij : Louf kin lang an
(vermoeid zijnde kan men nog lang doorwerken) .
Er zijn wel mensen, die liever lui as lou f binne (liever voor lui
doorgaan dan dat ze zich door 't werken moe maken) .
59. Gister was vader jarig . We kregen veel visite. Moeder had
veel drukte . Vandaag is ze erg verreisd (moe, vermoeid) .
Opm.: in 't Ned . betekent het : de sporen vertonend van 'n vermoeiende refs .
Je kunt zien, dat ie gister naar de kermis is geweest ; wat ziet ie
er verhouwen uit (katterig, verlept, onf ris) .
Hij ziet er uit als 'n gijp (als 'n geest, bleek, verlept) .
60.
In de winter heb ik veel last van sprose lippen en handen
21
(ruw, sours gebarsten vel) . M'n vrouw spreekt dan van zore handen . Ook heeft ze 't wel over zoor weer (droog en koud, niet
groeizaam weer) .
61 . Is je vader ziek? Wat mekeert ie of : wat bekeert ie? (Wat
mankeert ie? Wat scheelt hem?)
62. Vorige week was moeder nog zwaar ziek ; nu is ze gelukkig heel wat beterder (beter) .
63 . Dat jongetje kan in z'n nieuwe klas niet de haal beet kroggen (op dreef komen, de slag ervan to pakken krijgen) .
64. Hansje is 'n kalm, rustig kind, maar Kesie is 'n woeg
ventje (druk, ongedurig, beweeglijk) .
65. Kleine Jantje had griep en mocht van de dokter niet met
't schoolreisje mee . 't Was wel nooslijk voor hem (spijtig, zielig) .
Ik kon niet met 't uitje van de Vrouwenbond mee : m'n man was
die dag j arig ; 't noosde m'n we!, toen ik al die vrouwen zag vertrekken (ik vond 't wel jammer, 't kostte me wel strijd) .
66. Hij heef t 'n skot in z'n reg ('t spit in de rug) . Daardoor kan
ie slecht roizen (moeilijk opstaan) .
Als Jan Gerritsen bij je op visite komt, ben je niet zomaar van
'm af, hij kan slecht roizen (moeilijk opstaan en weggaan, hij is
'n plakker) .
67. Onze dienstbode heef t ontslag gekregen ; moeder wil 't
nou maar redden (wil 't van nu of zonder dienstbode doen) .
68 . Heef t Siem al verkering? Hij heef t wel verbeelding van
Tinie van Jaap van der Molen (voelt zich aangetrokken tot) .
Maar 't liep niet erg mee, want Jaap heef t 'm de deur uitjoegen
(uitgejaagd) . Siem praat er niet graag over . Ik hou me maar
stilt ik laat ze maar koekhakken (begaan, aan hun lot over, ik
bemoei me er niet mee) .
69. Oom Tinus gaat er krap langs, hij is erg benauwd, sjagroinig (gierig, krenterig) .
22
Opm. : 'Sjagrijnig' betekent in 't Ned . zuur, gemelijk, ontevreden .
Wat keek ie weer sjagrijnig!
70. M'n nieuwe bags is altijd even bobberig (nors, slecht gehumeurd, spreekt altijd tegen) . Hij is 'n echte bobberkop (bobbekop, bobber(d), nors, stug mens, dwarskop) .
71 . M'n zwager is 'n vreemde man . De ene dag is ie poeslief
en kun je alles van 'm gedaan krijgen, maar de andere dag is
ie dwars of houdt ie je voor de gek . l k hou niet van die rare
f ronten, van die jisten of van die iepkes (vreemde gedragingen,
zonderling gedoe) .
Opm. : 't Woord f ronten kan ook betekenen :
gebruiken, manieren, gewoonten, by.: Ik leef maar verder, zo
ik gewoon ben, ik hou niet van die nuwerwisse f ronten (moderne snuf jes) .
72 .
lk heb vannacht weinig geslapen : kleine Annie had poin(buikpijn) .
Opm. : Dit kan ook f iguurlijk gebruikt worden, by . Vader, nou
is Truus nog niet thuis van de toneelrepetitie, ik word onrustig
(ongerust) . Daar is nog geen reden voor moeder, de repetitie is
misschien wat uitgelopen . Daar moet je nog geen poin-in-'t-loi f
over hebben (zorg, ongerustheid) .
in-'t-loi f
73 . Op m'n verjaardag was 't van dat miezerige, slaggerige
weer (druilerig) . Op zo'n dag heb je graag, dat je kinderen
er 'n beetje knap of : gnap insteken (er wat verzorgd uitzien),
maar toe (toen) ze uit de school thuiskwamen, waren ze allemaal even smerig .
74 . Wat heeft dat dienstmeisje van tante Alie 'n uithoudingsvermogen! Je zou 't niet vermoeden, als je 'r skriebelige toet
ziet . Haar zusje ziet er ook zo miezerig, zo benepen, zo meeuwsk,
zo briek (ongezond, bleek, f lets) uit .
75 . Jongen, wat ben je daar toch aan 't hakkepielen (met 'n
heel bot mes snijen) .
Die broer van oom Hannes is 'n rare hakkepiel, 'n knoest (ruw,
lomp, onmanierlijk mens) .
23
76 .
('n
Die
die
Zij is getrouwd met 'n mieskerig manje, zo'n mieskertje
klein onooglijk mannetje) .
van Dieuw is 'n mietje, 'n kappenaaister, 'n miesker ('n man
graag vrouwenarbeid verricht, 'n j anhen, 'n keukenpiet) .
77 . Wat is die Kees van Zwarte Jan toch 'n deurrouker, 'n
luisnek (rakker, deugniet) .
78 . Door de verkouwenis (verkoudheid) heb ik 'n don hoof d
(ik voel 'n zware druk in m'n hoof d) . 't Komt misschien ook
wel van 'n steenpuist in m'n nek . Die Joint en tokkert en zangert (steekt bijna doorlopend) de hele avond al . Als ik eventjes
doedelig wordt (slaperig), maakt ie me weer wakker) .
79 .
Jij hebt 'n paar woortjes (wratten) op je hand en ik heb
m'n oog ('n zweertje, 'n strontje) .
'n stoig of : stoiger op
80.
Wat verbeeldt ie zich wel? Hij is nog maar 'n snotkukel of
(snotjongen, snotneus) . Hij loopt bijna nog met 'n
onder de news (taaie sliert onder de neus) .
snot kiekel
snotbriebel
81 . De man van Truus is ziek ; op 8 f ebruari kreeg ie de leg
(werd bedlegerig) . In 't begin van deze week was ie erg zuinig,
heel minnetjes (erg ziek) . Z'n vrouw kon wel in 'n luciverdosie
(zat erg in de benauwdheid, in angst en vrees) .
82 . Drijf geen handel met die vent ; 't is 'n slechte hunk (oneerlijk, onbetrouwbaar, gewetenloos persoon) . En hij is swuuphard
(heef t 'n olif antshuid, blijf t onbewogen als je hem uitkaf f ert) .
Hij genies als ie kan narren (sarren, plagen, beledigen) . Hij genies 't meest als ie iemand op redut, op de non kan krijgen
(woedend, over 't kwade heen) . Hij maakt 't vaak al to bordig
(al to bout, al to erg) . En hij does altijd 'n aanval op je poet of
punt (portemonnee) .
83 . Toen we met de kaartclub 'n uitstapje maakten, kon Siem
niet mee . Hij had griep . Wat had ie de damp in (wat had ie
't land, wat had ie de pest, de pee, de smoor in) . Hij had z'n
mond al gezet naar 't dineetje in Amsterdam . Hij kan zo lekker
buizen (smikkelen, schransen) . Maar hij is eenmaal 'n krammenap of : kramdenap (iemand die zwak en ziekelijk is) .
24
84. 1k voel me niet fit, ik heb 't wat in het (m'n) hoof d .
1k kreeg de koorts, de griep (de hoort niet in de zin) .
Als men verkonden is, zegt men we! :
1k heb de koud (kou) to pakken . Men bedoelt dan : de kou heef t
mij to pakken!
Kom je vanavond om de koffie? Antw . : 1k zal er met de (m'n)
vrouw over praten .
85 . Als je de hele dag funk gewerkt hebt, hen je 's avonds
we! 'ns hooigat (flink vermoeid) .
86. Moeder had de hele morgen hard gewerkt ; ze was zakkerig
(vermoeid, moe) . Ze ging 's middags 'n half uurtje op 't kantje
(naar bed), ze wou eventjes uitzakken (rusten) .
87 . Buurman Tinus sukkelt erg met z'n maag en met reuma,
hij is danig an 't labberent (zit in de labberente, is er slecht aan
toe, zit in moeilijkheden) .
88 . Zij is 'n f linke vrouw, maar haar man is 'n sullebutter
('n sul, 'n hats, iemand die alles goedvindt, die weinig presteert) .
89. Tante Truitje is 'n goed minsie, maar 't is zo'n koekemie
('n oudmodisch gekleed en gekapt vrouwtje, die museumachtig
aandoet) .
90 .
Hij gaf me 'n klap met 'n honk hout (stuk) . 1k had 'n
m'n rug ('n verdikking op de huid, die jeuk veroorzaakte) .
jeukbonk op
91 . Antje van de hoek is 'n pratig vrouwtje (spraakzaam, praat
veel en graag) .
92. Dat kind kreeg 'n dikke (hoge) koorts .
Ze is 't dochtertje van 'n dikke (rijke) boer .
Jaap Zwart werd erg geplaagd . Hij kan er niet tegen .
Wat reed ie 'm (Wat werd ie boos, wat verzette ie zich, wat liep
ie warm) !
93 .
25
Foto genomen in 1920 in het voormalig gemeentehuis to Spanbroek, nabij
de Ned . Hervormde kerk 'De oude Bonif aas', b .g .v . het 40-jarig jubileum
\Tan de gemeente-arts dokter G . C, van Balers-Blanken .
Bovenste rij v .1 .n.r . :
Piet Groot, gemeentebode en -veldwachter .
Lau Schilder Lz., raadslid, veehouder to Noord-Spierdijk .
Piet Sehipper Cz, (1873-1954), raadslid, heemraad van de Vier NoorderKoggen. Was ruim 60 jaar, organist van de parochiekerk . Veehouder
to Zomerdijk .
Piet Koomen, raadslid, handelaar in landbouwzaden, vee, enz .
Kees Beemster, het enige niet-katholieke raadslid, veehouder en loondorser in De Kaag'
Jacob W ijnker, raadslid, veehouder in De Kaag .
Onderste rij v .l .n .r . :
Arie Stam (1866-1965), veehouder to Zandwerven . Is 64 jaar getrouwd
geweest met Anna van Diepen . Was veertig jaar wethouder en vijftig
jaar kerkmeester van de parochie .
Jan Koning, wethouder. Veehouder in De Kaag . Bij bepaalde gelegenheden
droeg hij nog de ringers in de oren .
Mevr: Neeltje van Balers-Blanken - Lels . Trouwde op 10-6-1880 to Alkmaar
met dokter Van Balers . Drie kinderen : Gerard, Yda en Nellie .
f
26
Arie Commandeer, burgemeester van Opmeer-Spanbroek van 1918-1936 .
Dokter Gerard Cornelis van Balen Blanken (1852-1939) , geboren to Benningbroek, overleden to Bovenkarspel . Slaagde voor arts op 24-3-1880 .
Vestigde zich als huisarts to Spanbroek op 14-5-1880 . Trouwde een
maand later to Alkmaar met Neeltje Lels . Was mede-oprichter en
voorzitter van het in 1924 opgerichte Historisch Genootschap 'Oud
West-Friesland' . In 1926 vertrok hij naar Bovenkarspel .
Jan Hartog (1881-1968) , geboren to Mijdrecht, overleden to Coevorden .
Werd benoemd tot secretaris van de gemeente Opmeer op 1-8-1908
en van de gemeente Spanbroek op 1-5-1911 . Beide functies legde hij
neer bij zijn pensionering op 1-1-1942 . De zelfstandige gemeenten
Opmeer en Spanbroek, die onder het bestuur stonden van een burgemeester, werden op 1 juli 1959 samengevoegd onder de naam
'Opmeer' . Het 'nieuwe' gemeentehuis, de daartoe ingerichte, f raaie
stolphoeve van wijlen Arie Klaver en Grietje Reuzenaar, werd op
23-8-1967 door burgemeester Komen, secretaris List en 't overige
secretariepersoneel in gebruik genomen .
94 . Ik wist niet dat je zo'n broekeskoiter was (bangerik, bangerd) .
95 . Zij kan je zo echt opbochelen, opsmeren (vleieri, naar de
mond praten, overdreven prijzen), zij is 'n echte smeerhoorn
(vleister) .
96 . Vraag aan 'n zieke gesteld : Hoe maakt u 't? Antwoord :
Dat skeelt zoveul niet ('t gaat vrij goed) .
97 .
In de kleerkast lag alles doof' (in) de war .
98 . Jan is achterkousig (achterdochtig, kwaaddenkend) . In
z'n vrije tijd is ie algedurig (altijd, voortdurend, aanhoudend)
bezig met z'n hobby .
99 . Wat ziet ie er besketen uit (ongezond, ziekelijk) .
Opm . : In 't Ned . zegt men wel : Dat avontuur liep bescheten uit
(verkeerd, slecht) .
100 .
Hij snauwt en grauwt bijna altijd . Dat hee f t ie in z'n
bestaan (in z'n aard) .
101 . Tante Lies is zo'n heerlijke bestruk (zorgzaam vrouwtje,
die alles nauwkeurig regelt en verzorgt) .
27
102. Dirkie is zo'n behee f tig ventje (drukdoend, zenuwachtig,
roerig) .
103 . Tante Betje is altijd ziekelijk en kloin van eten (ze eet
heel weinig) . Maar oom Tamis is groot van eten (eet veel) .
104 . Klaas Dwars is lid van de raad ; hij is condom teugen (hij
is tegen alle voorstellen van andere raadsleden ; hij is altijd in
de contraminie) .
105 . Je hebt pas de geling gehad (geelzucht, icterus) . Daarom
niet naar buiten gaan, want 't is atterkoud (snerpend koud) .
106 . Hij is zo skelig, dat ie met z'n linkeroog in z'n rechterbroekzak kan kijken (scheel) .
107 . 't Haart m'n in m'n keel ('t prikkelt m'n keel, 't geef t
'n scherp, branderig gevoel in de keel, by . door scherpe spijs of
drank of door inademing van rook, enz .)
108 . Hij kreeg met 'n mes 'n hieuw (houw, snee, wonde) over
z'n wang .
109 .
Dit huffs is erg horig (gehorig) .
110. lk heb 'n kikker in m'n keel (ik ben hees, wat aan m'n
stem to merken is) .
111 . Als je de hele dag gespit hebt, dan ben je 's avonds mak
(vermoeid, moe) .
De zieke is mak (mat, lusteloos, uitgeput) .
112 . Jan Stam was vroeger kruielou per voor dokter Van Balen
(medicijnbezorger) .
113. Die vent geef t geen cent uit, als 't met 'n half ie toe kan,
't is 'n echte mierevreter (vrek, gierigaard) . Z'n kinderen krijgen
niet eens zakgeld; die kunnen dus niet veel kiepas maken (hebben niet veel mogelijkheden, geen speling, kunnen geen gekke
bokkesprongen maken) .
28
114.
't Zou goed voor me zijn, als ik met 't roken wat minne-
zeerde (matigde, verminderde) .
115. Van tijd tot tijd krijg ik 't nare water (hartwater, zure
oprispingen) .
116. Die eigenwijze vent last zich door niemand onderrechten
(onderrichten, van advies dienen) .
117 .
M'n werkman is onga (a) ns (ziek, niet in orde) .
118 . Vader is erg ziek geweest ; nu lubbert ie weer wat op
(opkwikken, opleven) .
Van 'n kop sterke koffie kun je soms aardig oplubberen (opkwikken, bijkomen) .
Opm.: Voor'opkwikken' gebruikt de Wfr, opkwieken .
119. M'n snaartje (schoonzuster) krijgt soms van die opvliegers, van die opstiemingen (opvliegingen, bloedaandrang naar
't gezicht, congestie) . Vgl, nr . 423 .
120.
Mazelen zijn overspruitelijk (besmettelijk) .
121 . Z'n vrouw is wel wat penteneurig (lichtgeraakt ; pietluttig, erg precies) .
122 . 't V ores is in de Westf riese stolphoeve een kamer naast
de winterkamer, waarin de pronkkast was en waar de zondagse
kleren in de kasten hingen . 't Vores of de voorkamer wordt niet
gebruikt voor bewoning . Als bij een of andere gelegenheid, zoals
verjaring en overlijden, veel genodigden aanwezig waren, werd
't vores als nevenvertrek gebruikt voor de gasten . Overigens
kwamen de gezinsleden er slechts op zondag om hun zundese
goed (hun betere kleren) to halen.
123 . Als hij in 't cafe komt, dan krijg je de pret (de ruzie, de
onenigheid) . Hij is altijd de speibreker .
124 . Ik denk dat ik griep krijg, ik ben zo pupperig (koud en
rillerig) .
29
125 .
tig) .
Wat lacht ie skadelijk (overdreven, uitbundig, luidruch-
126. Volgens de dokter is
kelijk) .
Vgl . het Duitse 'Schlimm' .
't slim
met de zieke (slecht, beden-
127, 1k heb 'n steed op m'n hoof d (puist, gezwel) .
Er is 'n rotte steed (stee) aan die appel .
128 . Tamis is laatst sturven (gestorven), maar ik heb niet van
'm urven (geerfd) .
129 . Doortje is twintig jaar oud, maar ze is nog niet erg mannig
.
(heef t niet veel belangstelling voor manners)
Haar broer Dorus is nog jonger, maar is al tamelijk woivig (heef t
vrij veel interesse voor 'wijven', voor meisjes) .
130, 1k eet niet gemakkelijk, want m'n verwul f (t) is pijnlijk
(m'n gehemelte) .
131 . Hoe is haar karakter en haar ontwikkeling? Nou, ik verzeker je : Daar is yolk thuis (ze heeft 'r weetje wel . Je hebt
rekening met 'r to houden, ze weet wat ze wil en zegt haar
mening onomwonden) .
132 . Hij had zerighoid of : zeerte aan z'n gezicht (uitwendig
zeer, uitslag) .
133 . De dokter werd gebeld en hij ging zovoort of : zovoors
naar de zieke (direct, dadelijk, onmiddellijk) .
Vgl . het Duitse 'sof ort' .
134. Oom Klaas bit
ven (is zo zwaar ziek) .
zo
zuinig, dat ie elk ogenblik kan ster-
135 . Als je zo of en toe wat aan dat werk doet, kom je er
nooit mee klaar, je moet 't loif er an leggen (flink aanpakken,
intensief werken) .
30
136 . Ik vind haar wat daaps (kan betekenen : 1, wat hardhorend . 2, zich wat al to kinderlijk lief voordoend) .
137 .
Ik had 'n steenpuist in m'n nek en ik voelde de weer-
zeerte (weerpijn) in m'n hele rug .
138 . Hij kan niet tegen plagen, dan wordt ie driel (boos, nijdig,
geprikkeld) .
Ja, hij is gauw nittelig (boos, geraakt) .
139 . Hij is zo'n pieterig jongetje (klein, min, tenger) en hij
ziet altijd zo groebelig (vuil, onverzorgd) . Nu heeft ie 'n krententoet (gezicht met kinderzeer), maar dat kan hij niet helpen .
140. Dirk staat op school bekend als 'n gluipzak ('n gluiper (d),
iemand met slinkse streken, 'n valsaard, 'n huichelaar) . Hij kan
je zomaar, zonder reden, 'n aptrawaf f el, 'n :optater, 'n opmepper
(oplawaai, opstopper, oplazer) toedienen, dat je nei de are week
koike (dat je niet weet hoe je 't hebt) .
141 . Hij weet van geen reven (wijken, toegeven, zich, gewonnen geven), hij verdedigt zich tot 't uiterste, ook als ie de
tegenstander niet kan beuren (er niet tegen opgewassen is, hem
niet aan kan, hem niet kan mannen) .
142.
Doortje is erg kliemzerig (kleinzerig, angstig voor pijn) .
143 . Na de injectie lag 't kindje in de wieg to sermen (kermen,
klaaglijk huilen) .
144 . Voor de lief dadigheid of f ert ie niks, 't is 'n dunne (hij
is deun, gierig) .
145. Zijn vrouw is 'n grote dreutel ('n onhandig mens, 'n stoethaspel, 'n treuzelaarster) .
'n Andere betekenis in 't Wfr . is kleuter, dreumes : Als ik naar
tante Anna ga, neemt ik Josientje, die kleine dreutel, mee .
Opm. : In 't Ned . betekent 'dreutel' hoopje drek, keutel .
31
146 . Alle kikke f likken (elk ogenblik) kwam ie bij ons en nou
heb ik'm al maanden lang niet gezien!
Misschien zit 'm jets dwars . Hij is nogal knoestig (wat ruw en
neemt geen blad voor z'n mond) . Ook wat hardhands (hardhandig) .
147 .
Hij heef t 't voor z'n kriek (is ziek, by . verkouden . Ook :
hij is dronken) .
Dat vrouwtje is drie maanden getrouwd ; ze heef t 't al voor d'r
kriek (is in verwachting) .
148 . 't Doet wel leuk aan, als 'n kind 'n beetje skimmelig is
(verlegen) .
149 . Z'n vrouw is 'n smerige tiet (niet proper van aard) .
Die auto loopt as 'n tiet (uitstekend) . Vgl . nr . 42 .
150 . Hij is zo'n windje-waai (branieschopper, opschepper, blazer, geurmaker) .
151 . Hij had poin-in-'t-loi f (buikpijn) en barreleskeet (diarree,
buikloop) . ja, hij was erg an de loi floup (had erge diarree) .
Vgl . nr . 72 .
152 . Die vent is 'n barrel (ploert, doordraaier, verkwister
dronkaard) .
Z'n broer is ook 'n drabber ('n verachtelijk iemand) .
153 . Die man loopt moeilijk, hij heef t 'n horrelbien (horrelvoet, stompvoet, paardevoet) .
154 . Wat 'n luup van 'n vent (valsaard, gemene vent, onbetrouwbaar iemand) !
155 . De negerkinderen op de film hadden van die portelbukkies (dikke, ronde buikjes) .
156 . Wat is die kerel toch 'n stedekop of : stuipekop (kwalificatie voor 'n mmn of meer stiekeme dwarsdrijver, vitter, opstoker) !
32
157 . Hij heef t zo'n iepekonterig vrouwtje (kleinzielig, klaagzaam, weinig doortastend) .
158 . Hoe is 't met je zieke moeder? 0, die ger f t weer wat
(die wordt langzaam-aan beter) .
op
159 . Je hewwe de skosse in de keel (je bent verkouwen tengevolge van 'n gevatte kou, bij 't schaatsen opgelopen) .
160 . De handel op de veemarkt was levendig ; de skossen
waren druk in de weer (de daghandelaars die op dezelf de dag
kopen en verkopen) .
161 . Kan ie met z'n weekloontje rondkomen? 1k geloof 't wel,
maar hij ruttelt ook nog wel 'ns wat (drijft nog wel 'ns 'n handeltje voor bijverdienste) .
162 .
M'n tante is wel proper, maar ze is met haar werk nooit
skoon-voor (nooit klaar, 't werk is nooit 'ns af) . Wat erger is,
met haar betalingen is ze ook nooit skoon-voor (nooit vrij van
schulden) .
163 . Z'n vrouw heeft 'n gat in 'r hand (is verkwistend, 't geld
verdwijnt onmerkbaar) . Hij is gelukkig 'n diknek ('n rijk man)
en zal dus door 't onvoldoende huishoudelijk beleid van z'n
vrouw niet gauw over de reutels gaan of : met de billen door de
broek raken (f ailliet gaan) .
164 . Hoe was 't vandaag op de markt, Arie?
Nou, eerst ging 't wel goed, maar later stro pte de handel of :
wend strouperig (de prijzen liepen terug, de handel was niet
vlot, maar zwak, kalm of terughoudend) . Gelukkig moet ik pas
d'are week over (de week na de volgende week) varkens markten . Misschien is de handel dan beter .
't Spek (de vette varkens) gold ook niet best .
165, 1k heb m'n huffs verkocht met 'n winst van tienduizend
gulden. Dat was 'n oppertje ('n buitenkansje, 'n extraatje) .
33
166. Tante Bet praat altijd over haar pijntjes en kwaaltjes .
Moeder zegt dat het allemaal monepolie is (voorgewend, vermeend, niet ernstig to nemen) .
Opm. : Monopolie betekent in 't Ned . 'alleenhandel', by .: Die
grossier heef t voor dat Duitse merk scheerapparaat het monopolie voor heel Nederland .
167 . Alle handelsinstellingen zijn op winst uit, dat is ien toet
mem (dat is allemaal hetzelfde) .
Vgl . het Frans : tout de meme .
168 . Jan Wever is zo'n hoetelaar (scharrelaar, kleinhandelaar
in alles-en-nog-wat) .
169,
lk ben rut, ik ben los (heb geen geld meer, ik ben blut) .
170 . Hij is 'n rijke boer, hij roist voor geen twee ton op (hij
bezit meer dan dat bedrag) .
171 . De veehandelaar had duizend gulden voor m'n koe geboden en was weggelopen . Toen ik hem 'n uur later 'geluk geven'
wou, rokte of : rukte hij (hij deed z'n bod niet gestand, maar
bond lager) .
172 . Hoeveel moet je nog van me vangen (ontvangen) ?
Heb je deze maand al vongen (je loon, je salaris, je pensioen
al ontvangen) ?
Deze week heb ik in m'n winkel f 4000,
invongen (ontvangen) .
173 . 'Tijd is geld', zegt men . Daar is vent van an (grotendeels
waar) .
174. Op de Hoornse koemarkt waren onder de kooplui heel
wat zuienaars (zuiderlingen, mensen uit de zuidelijke provincies) .
175.
Men vroeg voor dat huffs in de Sloeierd (Slootgaard)
f 50 .000,- . Dat was ver boven m'n prik (de prijs die ik er
voor zou willen geven) .
Vgl . met 't Franse woord 'prix' (prijs) .
34
Opm.:: WeI
Ned.. is
is:: Ik
heb 't
't voor
'n prikje
prikje in
(voor
Ik heb
voor 'n
in handen
handen (voor
Opm.
Wel Ned
'n
laag bedrag)
bedrag).. Ook
is Ned.:
Hij weet
weet 't
't op
op 'n'n prik,
prik, heel
heel
n laag
Ook is
Ned .: Hij
nauwkeurig)
.
.
nauwkeurig)
tijdje mee
mee.. Die
moet jeje niet
niet
176.. Die
Die auto
auto gaat
gaat nog
nog wel
weI'n'ntijdje
176
Die moet
wegskoiten (ver
(ver beneden
van de
de hand
hand doen)
doen)..
beneden de
de waarde
waarde van
wegskoiten
Z'n grootvader
grootvader was
was poepezak
poepezak (rondreizend
(rondreizend manuf
manufactu177. Z'n
177.
acturier, handelaar
textiel) .. De
zak, waarin
hij z'n
z'n waren
vanhuffs
huis
rier,
handelaar inintextiel)
De zak,
waarin hij
waren van
tot huis
poepezak en
en z'n
z'n winkel
poepewinkel.
tot
huffsbracht,
bracht, heette
heette ook
ook poepezak
winkel poepewinkel.
178. Hij
Hij wll
wil 'n
'n poot
we in
in die
die onderneming
(medezeggen178.
poot hew
hewwe
onderneming (medezeggenschap, deel
in, 'n
schap,
deel hebben
hebben in,
'n vinger
vinger inin de
de pap
pap hebben).
hebben) .
skil-deur doen?
doen? (Zullen
(Zullenwewe't'tverschil
verschil tussen
tussen
179. Zullen
Zullen we
179.
we skit-deur
vraagprijs en
delen en
en dat
dat als
als koopvraagprijs
en biedprijs
biedprijsmaar
maar door
door midden
midden delen
koopprijs stellen?
prijs
stellen?
Bv.:: iemand
vraagt voor
voor 'n
'n koe
koe ff 1000,1000,-.. De
De antler
ander biedt
biedt
By.
iemand vraagt
900,-.. 't
't Verschil
is dan
100,-.. Skil-deur
Skil-deur wordt
wordt nu
nu
ff 900,
Verschil is
dan ff 100,
ff 950,-).
950,-) .
1~0..
Jaap Buffs
Buis heeft
de tij
tijdd veel
vortJaap
heef tinindede loop
loop van
van de
veel mensen
mensen vort1$0
holpen (heeft
't Wfr.
van 'n'n crediet
crediet
(heef t in
in 't
Wf r . de
de uitsluitende
uitsluitende betekenis
betekenis van
holpen
geven ten
ten behoeve
behoevevan
vaniemand
iemand
bedrijfkoopt
kooptofofuitbreidt
uitbreidt
geven
diedie
'n 'nbedrijf
en die
die niet
niet voldoende
kan aanaanen
voldoende geld
geld via
via hypotheek
hypotheek of
of banken
banken kan
trekken) ..
trekken)
181.. De
De ouderen
ouderen onder
onder de
de Wf
Wfr.
onderr . zijn
zijnnog
nog bekend
bekend met
met onder181
staande
benamingen
voor
zekere
geldbedragen:
staande benamingen voor zekere geldbedragen :
'n
gulden
'n harde
harde gulden
'n voorwiel
voorwiel ='n
'n
achterwiel
=
'n
harde
rijksdaalder
'n harde rijksdaalder
'n achterwiel
'n
risk
'n rijksdaalder
rijksdaalder
'n risk
'n
'n
plak
=
2
Yz
cent
'n plak
2% cent
'n
stoter
=
12Yz
cent
121 2 cent
'n stoter
'n
skelling
(schelling)
30 cent
cent
'n skelling (schelling)
30
'n
daalder
f
1,50
f 1,50
'n daalder
'n
= ff 6,
6,'n pond
pond
'n
raaier
(rijder)
=
f
14,f 14,
'n raaier (rijder)
'n
geeltje
= ff 25,
25,'n geeltje
'n roodreggie
(roodrugje) = ff 1000,
1000,'n
roodreggie (roodrugje)
35
35
182. Oom Gerrit kocht voor z'n zoon 'n aardig spultje ('n klein
veehouders-, landbouw- of tuindersbedrijfje) .
183 . In dat boerenhuis kunnen twintig koeien op de lange
regel staan (de langste zijde van de stal) . En dan kunnen er
nog acht in 't achterom ('n stuk stal aan de achterzijde van 't
huffs ; dit dwarsstuk staat rechthoekig op de zgn . lange regel) .
In de zomermaanden woont die boer op 'n staltje . (Hij legs over
'n gedeelte van de stal 'n losse houten vloer en richt dat gedeelte in als woonkamer) .
Op dat stal staan twee zware koeien (stalgedeelte voor twee
koeien) .
Opm. : De Westf ries gebruikt voor 't Ned . woord 'stay, als gezamenlijk onderdak voor z'n koeien, meestal het koejes of : de
koegang . Vgl, nr. 874 .
184. Als ik 's maandags naar de Alkmaarse markt ga, begin ik
's morgens om vier uur al to voeren (het vee voe(de) ren, melken
en verzorgen, alto 'n ruimer begrip dan in 't Ned .) .
185. Vader is al vroeg naar de bouw gegaan (naar z'n bouwland, naar z'n akker) .
Waar is je broer? Die is 't land in of : 't land uit (die is gaan
werken op z'n grasland) . (De klemtoon valt op land) .
186. Wat heb je verdiend met 't eereppel-roden (rooien van
aardappelen) ?
Opm. : De Westfries gebruikt altijd roden inplaats van rooien :
bieten roden, bomen roden, enz.
Zolder roden is in de schoonmaaktijd de zolder van 'n boerderij
en wat er op staat, droog schoonmaken, dus vegen, ragen, afstof f en .
Je moet niet meer roden (roeren) in die f amilie-ruzie, last maar
rusten .
187. Kees, haal iii de koeien in 't melkbon (de melkplaats,
meestal achter 't huffs) en zet (bind) ze vast .
Die koe met die dunne melk (schrale melk, van laag vetgehalte)
moet verkocht worden .
Die zwartbont bracht twee kalven, 'n bul (stier) en 'n kui (vrouwelijk kalf)
36
188 . Boer Schouten heeft dertig lammeren : zeventien rammen
en dertien loisten (ooien, ooilammeren) . En dan heef t ie nog zes
mooie toeten (varkens) in 't hok liggen, soortig goed, (van de
goeie snort, courante kwaliteit) en gruizig (ze hebben altijd trek
in voer, hongerig) .
189 . In de herf st vergerven of : ruitelen de kippen (krijgen
'n nieuw verenpak) en de koeien tekken hard (de melkgift vermindert met de dag) .
De broedkip zat op twaalf eieren . Na drie weken kwamen er
negen pullen uit (kuikens) . Drie eieren waren skolvers of
skolpers (daarin waren geen kuikens gevormd) .
Meid, wat ben je 'n eendepul (uilskuiken), je vergeet vijf van
de acht boodschappen!
190 . M'n werkman is klein, maar hij is slachtig (werkt voordelig, efficient, rationeel) . Z'n jongste zoontje is 'n aardig beunhasie ('n aardig kereltje) van een jaar of zes .
Opm. : 'Beunhaas' is wel Ned ., maar betekent dan : iemand die
onbevoegd, ongediplomeerd een yak of beroep uitoef ent . By .
kwakzalverij is beunhazerij . Hij geef t zich uit voor automonteur,
maar hij heef t geen enkel diploma, hij beunhaast .
191 . Als landbouwer heb je elk jaar 'n tamelijk gelijkblijvend
inkomen ; als zakenman kun je wel 'ns een eisie hebben ('n
extraatje verdienen, 'n buitenkansje hebben) .
192 .
Volgende week mag ik naar 'n bruilof t . Ik heb er al
cooed op (zin in, ik zal er graag heen gaan) . Jan Schouten heef t
gevraagd of ie mee mag gaan als taf elheer . Maar nee, die zal ik
maar o f slaveren (afwijzen, 'n blauwtje geven) .
193 . Jaap Zuurbier heef t vier moiden (dochters) en ze zijn
alle vier onder de koeien weest (ze hebben melken moeten
leren) .
Jaap heef t op 20 april al mai-houwen (de koeien buiten gedaan) .
Hij heef t wel 'ns later jaagd of : joegen (z'n koeien in de wei
gedaan) .
37
194. Vroeger was ie arm . Hij bementeneerde (bewerkte) z'n
bedrijf zo goed mogelijk, maar hij had 'n zwakke gezondheid .
Nu werken z'n kinderen mee in 't bedrijf en nu zie je dan ook,
dat ie funk koevereert (vooruitgaat, tot 'n zekere welstand
komt) .
195. Belief je nog 'n sneetje?
Nee, dank je, ik heb m'n gerak gehad (portie, aandeel) .
196. Wanneer is ie bij je geweest?
Nou, 't was onder melkerstoid of : melktoid (onder melkenstijd,
in de tijd van 't avondmelken, zo tussen 16 en 18 uur) .
De lucht staat slecht (er hangt 'n zwarte lucht, er lijkt
slecht weer to komen) . Zouden we dik-op water krijgen (veel
regen) ?
Wel nee, jongen, we krijgen hoog-op (hoog-uit, hoogstens) 'n
klein buitje .
197 .
198 . 1k had m'n koeien 'n pik of : 'n duig hoof gegeven (zoveel
hoof als men aan 'n vork steekt), toen oonde (ooide, jongde)
'n dee f ('n jong schaap dat voor 't eerst lammeren krijgt) . lk
heb acht van die eerst-oonders (die voor de eerste keer ooien) .
38
In totaal heb ik vijftien oonskeipen (fokschapen die zullen werpen). Ik hoop heel wat loisies (ooilammeren) te telen.
Opm.: Het werkwoord 'ooien' wordt door Van Dale niet alfabetisch onder de 0 vermeld, maar weI onder 't trefwoord 'Schotter'.
199. Door haar knappe gezicht is ze altijd even aan de voorhaal
(bevoorrecht, in 't voordeel) .
200. In m'n toom biggen zit 'n achterkomertje (achterblijvertje) en 'n verdeiger (een die helemaal niet gedijt).
201. De zieke is erg stug (erg ziek en daardoor stil en lusteloos) .
Opm.: 'Stug' betekent in 't Ned.: Stroef, stuurs, onvriendelijk
by. Men spreekt weI's van stugge Westfriezen ...
202. Je fiets staat in de kapberg Cn naast de stolphoeve gebouwde kleinere stolphoeve, die uitsluitend gebruikt wordt als
bergplaats voor hooi en ander veevoer, als veestalling, enz.).
Zo'n kapberg is 'n goeie douw-tn (bergruimte).
203. 't Is al in de neitoid (herfst), maar 't is nog gewasseli;k
weer (groeizaam) .
Straks in oktober-november beginnen de bouwboeren te winterlagen (het bouwland diep om te ploegen) .
Moeder brengt haar huis dan ook op de winterlaag ('t huis
inrichten voor de winterbewoning: kachel plaatsen, gordijnen
en vloerbedekking verwisselen, enz.) .
204. Wat heb jedaar 'n baan prachtige tarwe (perceel, akker,
oppervlakte) .
205. Hij heeft dit jaar niet fortuinig geboerd (fortuinlijk, voordelig, winstgevend) .
Er kwam misoogst, doordat alle gewassen waren aangetast door
het gebit (ongedierte, als luizen rupsen, kevers enz.) .
206.
Die koe is geld (gust, vaar, niet drachtig).
39
Foto, genomen ± 1905 bij het zgn . Heidense Kerkhof to Westwoud, dat
nog begraafplaats is . (Het Heidense Kerkje is in 1875 gesloopt) .
Op de hondewagen Aris van Ammers, verver en krengenslager in de
'Ouwe Dik' (Oudijk) gemeente Westwoud, geboren 30-5-1853 to Blokker
en zijn vrouw Pietertje Portugies, met hul, boerehoedje en kruis-en-ketting,
geboren 14-6-1854 to Abbekerk .
De brug met duiker leidt naar het kerkhof . Op de brug : links Anna
Hinke van Spierdijk. In het midden : Bet Hansen, de weduwe van
Simon Dol (met hul en boerehoedje) . Rechts zou de vrouw van de fotograaf staan .
Over de rechterschouder van Pietertje is Piet van Kampen to zien, de
palingboer, die met zijn viskraampje de Westfriese kermissen afreisde . Van
het meisje in het wit op het hek is de naam ons niet bekend . De honden
heetten Kas en Wolf .
207 . Dat pas met graszaad ingezaaide tuintje is al goed begriet
(goed met gras begroeid) .
208 . M'n vader huurt z'n boerderij van 'n heerskip ('n pachtheer, 'n vermogend heer, die een of meer boerderijen heeft gekocht en deze verhuurt) .
40
209 . De helt (handvat, greep) van m'n graa f (spade, schop
met naar onder spits toelopend blad) .
210 .
Je hebt je plaas (boerderij) duur verkocht . Je hoort flu
rechtevoort (voortaan, in 't vervolg) tot de kapitaalkrachtigen ;
je zit met hulle of : hullie (hen) op 't kret (op de betere plaats,
in de hogere rangen, met meer aanzien) .
Opm . : De boerenwagen had 'n (voor-) kret, waar de bestuurder
op zat en 'n achterkret als of sluiting van de laadruimte .
Van 'n vrouw met 'n omvangrijk achterste zegt men wel : Wat
heef t ze 'n achterkret!
211 . Ik kocht 'n kaakmand appels (van teen gevlochten mand
met twee oren en 'n inhoud van + % hi) .
212 . Buurman Stapel zaait in z'n voortuintje hooikrok (f ijne
afval van hoof, waarin veel graszaad zit) .
213 . Die koe groeit niet, er ligt geen let op (glans) . Hij (zij)
heef t 'n week met licht gestaan (nageboorte) .
214 . Deze koe geef t elk meel (maal, elke morgen en avond)
elf liter . Dat is geen gek meel (hoeveelheid) .
215 . De mispet, de mishoup, de miskarn (de mesthoop, de
mestvaalt) wordt naar 't land gereden .
216 . Die koe is onkant (de twee voorverrels of de twee achterverrels scheiden niet elk evenveel melk af) .
217 . Op de grote najaarsmark in Hoorn kochten de opzetters
hun koetjes (landbouwers, die meestal alleen 's winters enkele
koeien hielden) .
218 . Tijdens dat broeiige weer zaten er veel poepemiggen op
de paarden (lastige steekmug) .
219 .
't rem
Tegen voertijd staan de varkens met de voorpoten op
(afsluithek van 'n dierenhok) .
220 . Hij is 'n ruige (land-) bouwer (doet z'n werk in grove
trekken, niet in de puntjes afgewerkt, maar met de Franse slag) .
41
221 .
't Paard is bang van zijn eigen skad (schaduw) .
1k laat dat (die) pink maar 'n jaar skotteren ('n jaar laten
overslaan met kalven) .
Oom Henk is tachtig, maar hij skottert nog als 'n veertiger
(lopen in funk tempo) .
222,
223 . De hooisptters hebben 'n slo fter of : slochter dwars door
't sterk broeiende hoof gegraven (doorgang, geul, gleuf, sleuf) .
Deze koe moet over een week kalven, hij (zij) uurt al
funk (de uier begint al to zwellen) . Hij maakt elk jaar 'n best
uur ('n goed gezwollen uier) met veel aamt .
224 .
De kippen lopen allemaal to eizen (voedsel zoeken en
oppikken) .
225 .
226 . Wat kwamen oom Jan en tante Kneeltje in de verwenning (gunstige verandering, betere situatie) : uit 'n ouwe boe-
renstolphoeve in 'n nieuwe bungalow .
227 .
Dat schaap lag 'n hele nacht verwenteld (zodanig dat 't
niet overeind kon komen, by . op de rug in 'n greppel) . Kees
Glas, de jager heeft in de jachttijd heel wat van die beesten
opzocht (overeind geholpen) .
228 . Het vierkant in 'n stolphoeve zijn de uier zware stijlen
van 'n boerenplaats waartussen 't hoof geborgen wordt . Die
ruimte heet de berg (de bergplaats voor hoof)
.
229 .
Die merrie moet volen ('n vool, veulen werpen) .
230 . 't Waai (de wei, de vloeistof die overblijft als de kaasstof uit de melk gehaald is) .
231 . Hij is 'n warrig kereltje (twistziek, onhandelbaar, koppig) .
232 . Voordat je met melken van de koe begint, moet je wurpelen (de spenen nat maken en zachtjes wrijven, waardoor
't dier de melk niet langer ophoudt, maar last 'vallen') .
42
233 . Zwager Piet maait z'n erf je nog met de zoin (zeis) .
Piet, Ger en Peter snijen 's winters 't net nog of met de snik
of : de zekel (de sikkel) .
234 . De hongerige varkens kwamen bij de zeunis (varkenstrog,
voerbak) .
235 .
Wat was 't in de bollentijd druk! Maar 't is gelukkig
(voorbij) .
an 't zai
236 . Cor heef t daar 'n aardige bedoening (bedrijf je, boerderijtje, enz .) .
237 .
De koe is bestand (drachtig) . Die andere koe is niet
bestand to krijgen . Die stoeit telkens uit of : komt telkens terug
of : breekt telkens weer op (werd telkens weer tochtig) . Die loopt
dan 'n hele dag to staggen (springt op andere koeien als gevolg
van de tochtigheid) .
Deze dikke (drachtige) koe zal gauw kalven ; hai (ze) begint
al to steerten (de staart voortdurend bewegen als onmiddellijk
voorteken) .
Arie Wit was bullouper (stiereleider) voor de bullestiek (rundveef okvereniging) van De Gouw in Hoogwoud .
238 . De krengenslager (de slager, die zieke of gestorven koeien
slacht) had deze week twee wrakke (zieke) koeien van Piet
Beerepoot .
239 . Alle toeters (blaasinstrumenten) van 't f anf arekorps
waren opgepoetst .
Wat staan er 'n toeters in de beret van de weg (schermbloemige
plantensoort : anthriscus sylvestris) .
Ik kocht dinsdag in Purmerend 'n koe, maar bij 't of spat(kontroleren
of de melk zuiver is, door uit elke speen 'n
ten
paar straaltjes melk to trekken) merkte ik bij de eerste speit
(straal) al, dat er stodden (klonters) in de melk zaten . De koe
240 .
had droop . l k heb 'm ('r) gekat .
241 . De schapen lopen op de dres (tot grasland gemaakt bouwland), die nu vier jaar nadat ik 'm leggen leiten heb (omgezet heb
43
in grasland) al heel goed begriet is (goed met gras begroeid) .
Er komen 's zomers nog wel wat lange toilen op (grashalmen
van het kamgras), maar die magi ik in de loop van de zomer
'n paar keren of .
242 . De 'Ganzewoid' wil ik dit jaar maar etten (beweiden,
laten afgrazen, niet voor hooiteelt gebruiken) . Er lopen wat
schapen en 'n stuk of tien landlopers op (schrammen, jonge
varkens) .
243 . Als 't in de nazomer nog wat groeizaam weer is, wil ik
nog 'n perceeltje grassen ('t gras afmaaien en direct aan 't vee
geven of in 'n kuil of silo bewaren voor wintervoer) .
244 .
Toen de hooiroken weggehaald werden, kwamen de
voor de dag (de plekken met vergeeld gras, waarop de
roken gestaan hadden) .
stalingen
245 . De veehouder had ook 'n paar bunder bouwerai (bouwland), maar de bouw ('t bouwland) werd wel wat stiefmoederlijk
behandeld . Hij was geen tukke bouwer ('n akkerbouwer, die
z'n land zo veel mogelijk vrij houdt van onkruid) .
postig
246 .
Door de voortdurende regens werd de grond strandig o f
(samengedrukt en verhard) .
247 .
Op dat koolblad zitten veel roipen (rupsen) .
248 . De nep (kleine uien) wordt sours voor de inmaak verkocht .
249 .
'n Koe stond aan de kant van de sloot eendebier, kogge-
waai to drinken (slootwater, water uit de sloten van 'De Vier
Noorder Koggen') .
250 . Vader, goof dat vervelende jock maar in 't achterend
(keuken, bijkeuken ; vroeger was 't 'n klein vertrekje bij de
achterdeur, waar de klompen stonden en 't werkgoed hing) .
251 . Als 't vroeger hevig onweerde, zetten vader en moeder
ons op 'n rijtje op 't stalhout (de steenlaag van de stallen, waar
44
in de
de winter
winter de
de achterpoten
achterpoten van
koeien op
op steunden)
steunden) en
en
in
van de
de koeien
't gezamenlijk
begon't
begon
gezamenlijk gebed.
gebed .
252.. In
In de
de vorige
m'n vader
vader z'n
z'n kazen
252
vorige eeuw
eeuw markte
markte m'n
kazen in
in Opmeer,
Opmeer,
later
later ininHoorn.
Hoorn .
bommers met
metgeluid
geluid er
in (die
(die bij
bij
Ondeugdelijke kazen,
kazen, zoals
zoals bommers
Ondeugdelijke
er in
't bekloppen
met gesloten
gesloten vuist
en pissers
pissers
't
bekloppen met
vuist niet
nietgoed
goed klonken)
klonken) en
(die aan
nat uitsloegen)
uitsloegen) gingen
gingen niet
niet naar
de markt,
markt,
(die
aan de
de buitenkant
buitenkant nat
naar de
maar werden
werdenininons
onsgezin
gezin opgegeten
opgegeten..
maar
De keisrandjes
keisrandjes (de
(de randjes,
randjes, die
afgesneden)
De
die na
na 't'tpersen
persenwerden
werden afgesneden)
randjeskeisie van
van
kregen ouwe
ouwe Nardus
NardusenenNaatje,
Naatje, die
die er
er nog
nog 'n
'n randjeskeisie
kregen
persten.
persten .
keiskoppen (de
(de kaasvormen)
en de
de zetters
zetters (de
(de houten
kaasDe keiskoppen
De
kaasvormen) en
houten kaasvolgers
(houkoppen
waarin
de
kazen
gezouten
werden)
en
de
koppen waarin de kazen gezouten werden) en de volgers (houten napje,
gezet werd
en dat
dat door
door de
de pers
pers
ten
napje, dat
dat op
op de
de kaasvorm
kaasvorm gezet
werd en
't
ogenblik
in
de
kaasvorm
kon
gedrukt
worden),
worden
op
in de kaasvorm kon gedrukt worden), worden op 't ogenblik
weer gezocht
gezochtenensours
soms duur
duurbetaald,
betaald, our
om nu
nu gebruikt
gebruikt to
te worden
als
weer
worden als
't
nog
kon
zien,
dan
had
ie
z'n
bioempot
en
asbak.
Ais
Brederode
bloempot en asbak . Als Brederode 't nog kon zien, dan had ie z'n
gevleugelde woordje
woordjewel
weIklaar!
klaar!
gevleugelde
onderkooi op
op de
de koegang
koegang
253.. Als
Ais kind
sliep m'n
in 'n
'n onderkooi
253
kind sliep
m'n vrouw
vrouw in
(slaapplaats gelijkvloers
'n bed
bed er
er boven,
boven,
(slaapplaats
gelijkvloersmet
metdedegang)
gang) met
met nog
nog 'n
waar twee
tweekinderen
kinderensliepen
sliepen..
waar
254.
'n Moerloper
Moerloperisis 'n
'n lam
of kalf,
kalf, dat
lam of
dat nog
nog bij
bij moer,
moer, het
het moemoe254 . 'n
derdier,
loopt,
dus
nog
niet
ofwonnen
is
(afgewend).
Ook
geof
wonnen
is
(afgewend)
.
Ook
gederdier, loopt, dus nog niet
zegd
iemand die
die nog
nog ongetrouwd
ongetrouwdenenbij
bij moeder
moeder thuis
thuis woont.
zegd van
van iemand
woont .
255.. Gert
Bakker heeft
heeft de
de hele
hele boel
boel verzopen
verzopen (is
(is door
door drankdrank255
Gert Bakker
is
ie
nou 'n
'n
misbruik
'los'
geraakt).
Met
wat
steun
van
z'n
ouders
.
Met
wat
steun
van
z'n
ouders
is
ie
nou
misbruik 'los' geraakt)
martelaart;e
op
Burgerbrug
(heeft
daar
'n
klein
bedrijfje).
Ja,
Burgerbrug
(heeft
daar
'n
klein
bedrijfje)
.
Ja,
martelaartje op
is sluu
sluuff uitloupen
uitloupen mit
mit Gert
Gert (slecht
(slecht afgelopen)
afgelopen) ..
't't is
256.. 't
't Paard
ging an
an de
de riebel,
riebel, an
flenter
hoI)..
an de
de fl
(sloeg op
op hol)
256
Paard ging
enter (sIoeg
't
paard
nog
op
'n
kwikkelt;e
('n
langzaam
Vlak
te
voren
Iiep
'n
kwikkeltje
('n
langzaam
Viak to voren liep 't paard nog op
drafje) ..
drafje)
257.. Zijn
Zijn arbeider
arbeider was
was hem
hands (hun
pasten
hem hands
(hun werkmethoden
werkmethoden pasten
257
bij
elkaar).
Hij
was
net
z'n
druk
(die
bij
zijn
beleid
paste,
voor
bij elkaar) . Hij was net z'n druk (die bij zijn beleid paste, voor
'n pokige,
pokige, geramezeerde
hem dedejuiste
juiste man).
arb eider was
geramezeerde
hem
man) . De
De arbeider
was 'n
kerel
kerel (sterk,
(sterk,onvermoeibaar).
onvermoeibaar) .
45
45
258 . 1k verkocht m'n koe op de Schager markt al vroeg . We
rekenden of achter de koe en ik gaf 'n paard je aan de koper
(f ooitje) . Als men in 'n cafe of rekent, betaalt de verkoper het
gelag van beiden .
Komende winter zullen we de knotwilgen bollen (de ongeveer zes jaar oude slieten er of hakken, die dan tot paten
werden gezaagd) .
259 .
260 .
't
Paard had
261 . Z'n
groenland
'n
grim
aan (halster) .
bedrijf bestaat uit 'n woonhuis met twaalf bunder
(grasland, weiland) .
In 'n groot gezin met jonge kinderen is 't 's middags
tussen vijf en zeven uur voor de moeder hooitoid (dan heef t ze
't heel druk) .
262 .
263 . Jaap Hoed
melkkor naar 't
ging elke dag tweemaal met de melkkros of
Noord (laag houten wagentje op vier wielen) .
Vroeger ging ie met de hondesnor (hondewagen) .
264 .
Als je in de stal geen staartlijntjes aanbrengt, hangen de
in de groep (de pluimen van de koestaarten) .
kwasten
265 . Voor de kerstdagen kochten
hanger (jonge, vette kaas, die aan
266 .
Die
we 'n pondje volvette mes't mes blijft hangen) .
koe ziet er ru ps uit (pips, heef t opstaande Karen)
.
Skaibutter, 'scheiboter' werd gemaakt als de koeien pas
in de wei liepen, dus direct na 't 'scheiden' van de stal .
267 .
Hij sloeg paten in de grond met
grote houten hamer) .
268 .
'n
slaai
(slegge, sleg,
Dat paard heef t lange fitlokken (vlok haar aan de achterkant van de poten, vlak boven de hoef) .
269 .
Die geit staat an 't zeel in de beret van de weg (aan 'n
touw of ketting) .
270 .
46
271 . Kijk, daar zijn twee koeien aan 't noiden (vechten met de
horens tegen elkaar . 't Gebeurt dan wel dat er 'n horen beschadigd of geheel of gebroken wordt, waardoor de verkoopwaarde van 't dier vermindert) .
worden varkens vet (knorrend) .
272 .
Gnortend
273 .
Die koe zal gauw kalven, de waterpog (allantois) en de
(amnion) zijn al gebroken ('t vruchtwater) .
voetpog
274 . Met 'n skraper (wieder) zuiverde men de gewassen op
't bouwland van onkruid .
275 .
Skrot is of val
van appels en peren, stek .
276 .
In de winterkou krijgt men op de f iets of in het werk
(door de kou min
of meer ongevoelige) handen . Als men dan in 'n verwarmd vertrek komt, beginners de handen to kimmelen (prikkelen) . Men
kan proberen ze warm to beuken (de armen krachtig over de
borst slaan zodat de rechterhand tegen de linkerbovenarm slaat
en de linkerhand tegen de rechterbovenarm) .
sours kno f f elige of : verkno f f elde of : domme
Herresdags
nou winterdag (in
277 .
(in de herf st) is 't druk in m'n bedrijf . 't Is
de winter), dan is 't niet zo druk .
De tijdbepalingen van 't voorjaar, van de zeumer, van de herrest,
van de winter kunnen naar 't verleden en naar de toekomst
wizen :
Van de zeumer (komende zomer) kom ik je 'ns opzoeken .
Van de zeumer (voorbije zomer) ben ik getrouwd .
Van 't voorjaar (komend voorjaar) ga ik naar Spanje .
Van 't voorjaar ('t voorbije voorjaar) regende 't vaak .
278 . 't Is buiten hu f terig (vinnig koud) .
De reparatie aan m'n auto kon we! 's veel kosten . Daar ben ik
wel wat hu f terig voor (huiverig, bang) .
279 . Door die snorrelwind (draaiende, wielende luchtstroming)
bij de hoek van ons huffs, waaide m'n hoed of en ging de lucht in .
47
Heb je voile schoenen? Hier in de gang ligt 'n klaak prut
('n plak modder) .
Door de regen is 't oprijpad erg pruttig (modderig, slijkerig) .
't Is de laatste dagen nogal regenig (regenachtig) .
280 .
Peter had vannacht 'n f linke koorts ; hij lag to remelen
(ijlen, bazelen) .
281 .
Als de kinderen zo druk zijn, dan kon je omteven (meestal, doorgaans, in de regel) slecht weer verwachten by . storm of
sneeuw. Vanmorgen krokkelde 't al wat( heel lichtelijk sneeuwen
met 'n enkel vlokje) . Misschien komt er wel storm, hagel of
sneeuw. Ja, zok of zuk of : zok o f zok of : zuk o f zoin (zoiets,
jets van die aard) zal 't wel wezen .
282 .
283 . Van regen kon je niet spreken, maar 't was ook geen
droog weer, 't motterde wat (motregenen, stof regenen) .
284 . Er lag 'n pak sneeuw ; de mensen liepen met klosters
onder de klompen en schoenen (klonten sneeuw) .
285 . Je kon niet zeggen, dat 't regende, 't miegelde wat (motregenen, miezelen) .
De vorst raakt voorbij, 't is al wat ontleitend (heel licht
dooiend) .
286 .
Wat denk je van 't weer?
De lucht smeert wel wat (de lucht is wat dreigend, er vormt
zich misschien 'n bui) .
287 .
288 . 't Wordt al tweilichtig (schemerig, vermenging van dagen kunstlicht) . Dit woord wordt ook gebruikt, als verlichting
misleidend werkt, doordat spiegeling en daardoor ontstaan gezichtsbedrog het verkeer gevaarlijk maken : 't Was in die buurt
zo tweilichtig, dat ik temet to water reed .
289 . We kunnen vannacht wel op 'n donderbui rekenen, 't
blikt of : blikkert al de hele avond (weerlichten) .
48
Na de extra koude winter had 't land de kleum in (was
koud en nat, waardoor de groei van 't gras, enz, belemmerd
werd) .
We' vonden in de sneeuw 'n vogeltje dat de kleum in had (verkleumd, door en door koud) .
290 .
291 .
Vlak voor onze deur botsten twee auto's tegen elkaar.
Drie gewonden . Wat 'n matskudding (plotselinge opschudding,
beroering) !
En 't was juist zo mistig . Je kon mit skik gien (nauwelijks) 25 meter ver zien .
292 .
293 .
Die jongen ziet er uit als 'n loeter (lummel, dommerik),
maar 't is maar schijn .
't Water soppert in m'n schoenen na die hevige regenbui
('t geluid dat bij 't lopen in natte schoenen gehoord wordt) .
294 .
Heb je onderweg nog regen gehad?
Ja, zo'n ga (a) ltje (heel klein buitje) .
295 .
296 .
't Is moordenaarsweer (dichte mist) .
297 .
Juist op onze f eestdag was 't van dat slobberige, snotte-
rige weer (regenachtig) .
298 .
't Was buiten stinkend heet (uitzonderlijk warm) .
Alleen de pijprokers gebruiken nog de poiperoder (pijpuithaler) .
300 . Zo kon je die biljartstoot niet maken, je had meer skeef to
moeten geven (ef f ekt) .
299 .
301 . De kinderen glissen op de gladde weg (glijden) .
Ouwe mensen moeten oppassen, dat ze niet uitglissen (uitglijden) .
302 . In die danstent was 't 'n lawaai van gevlogen (hels, heel
erg) .
49
Schoolfoto van personeel en leerlingen van openbare lagere school to
Berkhout in 1912 .
Bovenste rij leerlingen v.l .n .r . :
Cor Koster Dz ., Piet Schuts, Piet Kommer, Cor Leegwater Jz ., Lau
Stam Lz ., Klaas Ottenbros Dz ., Adriaan Koppes Az ., Maarten Beets,
Gerrit Leegwater .
2e rij v .l .n .r . :
Wim Langereis Wz ., Piet Stam Lz ., Mien Beunder, Trien Veld, Annie
Haringhuizen, Christian Kommer, Cor Wit Dz ., Willem Nobel Dz .
3e rij v .l .n .r . :
Betje Nierop, ? van Diepen, Berths Koppes, Teunie van Diepen, Afie
Leegwater, Jeltje Klok, Nellie Wit Dd ., Gene Wit Dd .
4e rij v .l .n .r . :
? Smit, ? Smit, Joh . Stam Lz ., Piet Koppes Az ., Piet Groot Jz ., Cor
Koppes Az ., Cor Stam Lz ., Gerrit Kommer, Jan Nobel Dz .
De leerkrachten :
Links van de leerlingen Mevr. Van Dijk (met gehokte bef) , naaijuf f rouw,
overladen in 1970 . Ze was getrouwd met meester Van Dijk (rechts op
de foto, zittend), die op 15-1-1932 to Berkhout overleed .
Links (in witte bloes) juf f rouw Albada, overladen, die gehuwd is geweest
met (de nog levende) meester Otten (niet op de foto) .
Rechts, staande, hat hoof d van de school, meester Geert Holle, geboren
to Wildervank op 28-11-1866 . Als kind voer hij mee op de schoenerbrik
van zijn vader en maakte reizen naar de Oostzee, de Middellandse Zee
en naar Engeland, waar hij op tienjarige leeftijd schipbreuk lead . Zijn
vader stierf jong en Geert ward pleegkind van zijn oom in Veendam, die
hem lies opleiden tot onderwijzer . Ofschoon zijn hart naar de zee bleef
50
trekken, werd hij een uitstekend onderwijzer . Hij kwam aan de school
in Westzaan, waar hij zijn zes jaar jongere vrouw, Ida Bakker, leerde
kennen . In 1894 werd hij hoofd van de school in Haringhuizen, later
in Kolhorn en in 1904 to Berkhout, waar hij 23 jaar woonde . In 1926
raakte hij wegens ziekte uit zijn dienst, werd gepensioneerd en vertrok op
1-10-1927 naar Heiloo, waar hij op 9-9-1936 overleed . Zijn vrouw stierf
precies zeventien jaar later op 9-9-1953 to Hoorn . Hun drie dochters,
geboren in de gemeente Barsingerhorn, leven nog .
Van de hand van meester Holle verscheen en vijftal veel gelezen
jeugdboeken. Zijn oud-leerlingen denken nog met veel waardering aan
hun leermeester terug .
Zeer merkwaardig is de overeenkomst in het heengaan van meester Holle
en zijn vrouw : beiden stierven op een woensdag om 17 uur op 9 september . Beiden werden begraven op een zaterdag op de begraafplaats to
Alkmaar. Alleen de sterfjaren zijn verschillend .
't Was 'n royaal f eest, 't was er in folio (grootscheeps,
onbekrompen, uit de royale portemonnee) .
303 .
De heren dronken 'n jong klaartje en moeder schonk voor
de dames 'n vrouwenslokkie (drankje zonder veel alkohol, by . 'n
likeurtje, 'n zacht wijntje) .
304 .
Als er sneeuw of ijs is, halen de kinderen de tong (prikslee) van de zolder .
305 .
306 .
Hij heef t in z'n vakantie 600 km gef ietst . Dat is geen
appelepap (dat is niet zo maar wat, dat is 'n zware opgave ge-
weest) .
307 . De schooljongens gaan in de winter skosse-loupen (van
de ene ijsschots op de andere springen en lopen) .
Op Keuveltjes-eivend (avond van 11 november, SintMaarten) werd onze Ria geboren, 'n gezonde robber ('n levendig, druk kind) .
308 .
'n Theerondje, 'n schaakrondje, ' n kaartrondje is in 't
Wf r . 'n vaste groep of club waarmee men regelmatig schaakt,
kaart, enz .
Opm. : Ned . is : Nog een rondje kaarten, dan scheiden we er uit,
d.i, nog zo veel malen als er spelers zijn, elk nog een beurt .
Ober, 'n 'rondje' voor dit tafeltje! Ieder 'n gelagje voor mijn
rekening.
309 .
51
310. Geef me nog een wuppertje toe ('n borreltje) . Ik heb
nog green bril, ik ben nog niet kachel (nog niet dronken) .
Vorige week had ik 'n star, 'n poepie-an (was ik dronken) .
311 . Dat witvissie van de buren gaat elke dag naar de school
in Hoorn (iemand die permanent bleek ziet, bleekscheet) . Ook
collectief voor jonge meisjes van 14-18 : Wat waren er veel witvissies op 't bal (teeners, bakvissen) .
312 .
Wat stonden er veel spullen op de kermis (spelen, attracties, als draaimolen, schiettent, schuitjes, enz .) !
313 . Als de bedtijd van de kinderen op acht uur is gesteld, dan
proberen ze wel 't uit to smeren tot half negen (uitstellen, verlaten) .
314 . De kinderen horen 's avonds tijdig binnenmikken to zijn
(in huffs)
.
De oudere kinderen zitten 's avonds niet meer thuis, zoals
vroeger . Ze gaan de runnik op, an de bentel, an de gnart, an de
f lort (de straat op, ervandoor, weg) .
De meisjes van Jan Jasper zijn van die echte bentelkonten (die
's avonds graag langs de straat drentelen) .
315 . Haar nieuwe jurk heeft 'n speurig kleurtje (hel, opvallend,
opzichtig) . Dat rood speurt zo helder of tegen dat wit (af steken) .
316 . M'n sleutel zit in de rechtertas (zijzak, buitenzak) van
m'n jas . Sours heb ik 'm in 't tassie van m'n vessie (vest) .
317 . 't Is koud buiten ; je moet 'n doek (halsdoek, sjaal, shawl)
our je hats doen .
318 . Is ie 'n lichtgebouwd ventje?
Welnee, 't is 'n buf fel van 'n kerel ('n reus) !
Jan is 'n beleef de, goeie knul (jongeman) , maar z'n broer is 'n
grote bu f fel ('n onbehouwen vent, 'n schof t) .
Opm . : 'Knul' is ook Ned . maar daarin wijkt de betekenis of
van de Westfriese . In 't Ned . betekent het 'lomperd, 'n onbeholpen mens .
52
319 . Je vriend is 'n skriebel (schriel, mager) kereltje . Z'n
meisje is ook 'n sluu f Clang en dun, rijzig en smal) dinkie (meisje) . Laatst hadden die twee 'n hooglopende ruzie . 1k dacht
dat loupt sluu f uit (dat loopt slecht af) . Maar de ruzie werd
weer bijgelegd . Van de week zag ik ze samen 'n sluu f wol kopen
bid Jan Sprlnger (knot, streng) .
320 . Wat heeft die vent 'n staan-uit! (hij is blufferig, verwaand, ingebeeld, pedant, f atterig) . Hij met z'n def tigdoenerij !
321 . Dat gezin heef t 't arm . Je kunt 't aan de kinderen zien,
ze lopen in ouwe barrelen (kleren) .
322 . Boer Jaap tekende voor 'n flink bedrag op de lijst ; die is
niet krimmeneel (gierig, krenterig) .
323 . Op carnaval had ie zich verkleed ; hij zag er kakkelollig
uit (potsierlijk, belachelijk, als 'n hansworst) ; de meesten konnen 'm geniesen (herkenden 'm niet eens) .
324 . Wie 's morgens vroeg moet opstaan, moet 's avonds
baitois of : betois naar bed .
53
325 . Als je de hele dag in spier (in touw) bent geweest, dan
ga je, je 's avonds niet graag meer opdiggelen (opmaken, opdirken) om nog 'n paar uur op de Hoornse kermis to saggelen
(slenteren) .
326 . Toen ik om zeven uur in de avond bij hem kwam, liep
ie nog in z'n kielegoed (blauwe kiel en broek), maar hij trok
gauw z'n verkleidersgoed aan (avondpak voor door de week) .
327 . Onze kinderen hebben zwart of donkerblond haar ; alleen Greetje is vossig (heeft voskleurig haar) .
328 . 1k ontmoette m'n meisje voor 't eerst op de katjeskermis
(najaarskermis, in tegenstelling tot de eerste, de zomerkermis)
in Spanbroek .
329 . 't Zal me ontskieten (benieuwen), wat voor nieuwe mantel m'n vrouw vandaag gekocht heef t .
Opm.: 'Ontschieten' komt wel in verschillende andere betekenissen in 't Ned, voor .
330 . De schoenenmode verandert nog al 'ns : nu ziet men weer
van die lange skietskuiten (lange, smalle modellen) .
331 . Wat is dat 'n nesk meisje (in de puntjes gekleed, wat
deftig doende, ook in houding en gang) . Dat is zo, maar 't is
ook 'n epper ding (monter, zeer toonbaar, knap, keurig) .
332 . 1s dat kereltje drie jaar oud? Wat 'n buf fel van 'n jongen
('n zware jongen - niet in ongunstige zin) !
Z'n kleine zusje heef t de papf les leeg en moet nog 'n bu f f eltje
geven ('n Boer, 'n oprisping laten) .
333 .
Dat kind had 'n f erwielen jurkje aan (f luwelen) .
334 . Nou, nou, meid, wat zie je er fieter uit (netjes, leuk,
elegant, charmant, bevallig) .
335 . Trien heef t 'n leuk, plat bekkie ('n knap gezichtje), maar
't is to bot (jammer) dat ze pluurt (met half dicht geknepen ogen
kijken) .
54
Van opstel is 't goed gevormd meisje (gestalte, postuur,
f iguur, lichaamsbouw) .
336 .
337 . Bep had wel senee in Piet (genie, sjenie, voelde zich tot
hem aangetrokken) .
Hou je van kantklossen?
Ja, ik heb er wel senee, sjnieighoid in (zin in, lust toe, belangstelling voor) .
338 . 1k word al in 't voorjaar vaal (krijg al 'n door de zonnebrand gebruind gezicht) .
Wat keek die vent vaal (boos, vals) .
Zij is altijd slordig in de kleren ; sours hangen de bellen
er bij neer (lappen, harden) . Als ze nog 'ns een aardig jurkje
koopt, dan is ie in korte tijd verbeld (gehavend, slordig) .
Van de week werd 'r f iets door 'n auto in elkaar gereden . De
hele f iets was an bellen (kapot, in elkaar) .
339 .
340 . Als tante Marijtje uitging, had ze apes our en an (de
feestkleding en alle sieraden, ze was dan op z'n paasbest) .
341 . Houdt die vrouw nog zo van mooi?
0 ja, 't is uitered (uitermate, overdreven, over 't erge heen) .
't Kost alles!
342 . Ze is niet zuinig op 'r kleren ; als ze 'n nieuwe jurk heef t
is ie binnen 'n half jaar an 'n hoed (in de hond, naar de maan,
versleten) .
343 . De vriend van onze Ans is zo'n etagere panlat Clang en
dun mens) . En Ans is ook zo'n schrale bienophipper (slank,
dun iemand) .
344 .
Wat heef t oom Dorus toch grote blai-poten (grote voeten) .
345 . Vroeger droeg men tegen de kou 'n krol (snort bontmuts,
die men over de oren kon trekken) . Nu lopen veel mensen in de
heren hoed (de haren hoed, d.i . blootshoof ds) .
55
346 . Die vrouw heef t geen goed f iguur, 't is zo'n hosklos (ze
is zo dik en lomp) .
347 . Die jongen van de post is 'n etagere skrook (is heel
mager) .
348 . Ze is zestig, maar 't is nog 'n kant woif ('n knappe vrouw,
'n mooie verschijning) .
349 . M'n zus heef t er 'n hekel aan dat ze zoveel zeumerveugels
op 'r gezicht heef t (zomersproeten) .
350 . Moeder was aan 't wasgoed to kreuken of : op to kreuken
(opvouwen) .
351 . Buurvrouw, ik ga naar huffs, want ik moet m'n strijkgoed
nog indo f f en (invochten) en dan zal 'k our elf uur de aardappelen overdoen (op 't vuur zetten) .
352 . Buurman was juist bij ons met koppiestoid (de tijd van gezamenlijk kof f ie of thee drinken in 't gezin to + 10 uur en 15
uur) .
353 . In Hoorn kocht ik 'n stet galgen (bretels) , maar toe
(toen) ontdekte ik, dat ik geniesen (niet eens) geld bij me had .
Ik had zo'n trek in 'n f rikbal (gehaktbal) , maar ik ben 't staltje
(stalletje, markttentje) voorbij gelopen, want zonder geld koop
je niet veel . Ik hoop maar, dat m'n vrouw 'ns gauw f rik bestelt
bij Piet de slager .
Toen ik thuis kwam moesten we broeder eten (j an-in-de-zak,
jan-in-de-pan) . Als toetje kwam er 'n panje (pannetje) met
pent (iets stijver dan pap) . Sours is 't een panje met troet (nog
stijver dan pent) . Vgl . nr . 876 .
354 . Moeder heeft plussel of : posken (meelbeslag) gemaakt
our pangkoek (pannekoek) to bakken in de pangkoekerspan
(koekepan) .
'S Maandags eten we de lessies (de restjes, de overschotjes) van
zondag op .
Ons Jan eet altijd de kruintjes op (de broodkapjes) .
56
355 .
Moeder kreeg op haar verjaardag van haar kinderen 'n
of : 'n kom-en-bakkie of : 'n kombakkie
('n kop en schotel) .
Ze zet wel viermaal per dag f risse (verse) kof f ie . Wat drink
jij je koffie toch heet op . Wat kun iii 't heet douven of : dougen
(verdragen) .
Gister viel de nieuwe kof f iepot an barrelen (aan stukken, kapot,
aan diggelen) .
Opm.: 'Doyen' is wel Ned ., maar betekent dan ''n vlam smoren',
by. kaarsen doyen . Zijn lust tot werken is gedoofd .
koppie met 'n bakkie
356 . Gonnie moet er maar 'ns een gekookt eitje bij hebben : ze
is niet sterk en nog al enkeld (dun, stank, lichtgebouwd) .
't Komt enkeld voor dat men 'n prijs wint ('n enkele keer) .
1k heb enkeld 's zondags vrij (alleen, slechts) .
357 . Moeder, ik blijf op brood (ik neem brood mee naar m'n
werk, naar school, enz .) . Maar snij niet van die knurven, van
die pielen (dikke sneeen), je weet wet, van 'n stoet-in-zessen
('n bruinbrood) .
358 . Met zes kleine kinderen heef t 'n moeder altijd wet of werk
(bezigheid) . En als zij ze 's avonds uitgekleed, gewassen en naar
bed gebracht heef t, is dat 'n heel dein-o f ('n heel werk aan kant) .
359 . Dat portie eten is voor 'n zieke kip (zo weinig dat men
er bij lange na niet genoeg aan heef t) .
360 . Hou je van rooie bieten? Nee, ik vind er gien kauw an
(niet smakelijk, ik kauw er niet graag op) .
361 .
Hoe ver ben je heen met je was?
('t loopt naar 't einde, 't is gauw klaar) .
't Loupt op 't lessie
362 . Ho, Kesie, je moet 't brood ook opeten, niet alleen de
jam er of slikken (likken) .
1k had de groenteboer niet gezien ; toen heb ik maar
'n kooksie aardappelen van buurvrouw geleend ('n kooksel, 'n
maaltje) .
363 .
57
364 .
Mary is morgen jarig . Ik moet nog wat kopen voor de
hapsnap (lekkere hapjes) .
365 . Kleine kinderen klieken graag met water, modder, enz .
(kladden, morsen, knoeien) .
Opm . : 'Klieken' betekent in 't Ned . : eten laten overschieten : Je
mag niet klieken, je moet je bord leeg eten .
'Kliekjesdag', waarop de restanten van vorige maaltijden worden
gegeten .
Maandag is kliekjesdag .
In 't Wfr, is dat : lessiesdag .
366 . Kind, je moet die groene knar (harde, nog onrijpe appel
of peer) niet opeten . Jullie zijn net van die wintervarkens, van
die groenkauwers, die rijp en onrijp naar binnen werken .
Is 't nog 'n jonge vent? Wel nee, 't is 'n ouwe knar ('n al oudere
vrijer of man) .
367 . Koolprak dien je niet op als gastmaal (stamppot van kool
en aardappelen) .
368 . Tegen twaalven gingen we to middegen (warm-eten, middagmalen) .
369 . Hij zat lekker to muizelen (muizen, smikkelen, lekker to
eten) .
370 .
Dat meisje is nog maar 16 jaar, maar ze kan al koken
as 'n newt (als de beste) .
371 .
Als je enige uren zwaar werk hebt gedaan, dan krijg je
skroei (honger) .
In dat gezin skuttelt 't niet ruim (er heerst armoe,er komt
niet veel op de schotel) .
372 .
373 . Nu snoepen de kinderen van 'n bonbonnetje, 'n reepje,
'n schuimpje, 'n dropje . Wij kregen vroeger 'n sletje, 'n kokkin,
'n steek of 'n ander suikerdinkie .
58
374 .
Dat vet steigert gauw (stolt) .
Dit pekelspek is zo to zout voor 't gebruik, je moet 't
eerst uitvarsen (ontzilten, ontzouten, in 't water zetten om 't
overtollige zout er uit to laten trekken) .
375 .
Op de stevige, voedzame kost van vroeger kon je werken .
Nou eten ze van die wup-wap (die moderne, licht verteerbare
snufjes met weinig calorieen) ; 'n paar uur na 't eten rammel
je van de honger!
En de kleren van nu . . . ook grotendeels wup-wap (lichte, dunne,
gauw versleten stof . Als je de kraut er achter houdt, kun je die
er doorheen lezen.
376 .
Herman heef t zich 'ns to zaad eten aan gekookte eieren
(te veel ervan gegeten) . Nu lust ie ze niet meer .
377 .
378 .
Moeder is meestal de hele morgen in de keuken aan 't
steuren (koken) en aan 't sti dderen (werken en eten bereiden) .
Ze bestuddert (bestuurt, beheert) trouwens haar hele huishouden
goed .
De gasten hadden afgesproken, de gastvrouw op stomp
to zetten (voor schut, voor gek) door zo veel to eten, dat alles
op zou zijn .
379 .
380 .
Als Tamis honger heef t, is 't 'n lust hem to begluren als
ie mondgauw (etende) is . 't Laatste piesie (kruimeltje, kleinig-
heidje) gaat naar binnen!
Moeder kan van die lekkere, liemige of liemerige pap
koken (dik, kleverig) .
381 .
382 .
je blijkt alles to kunnen eten, je hebt vast 'n bedelaars-
maag ('n uitstekende spijsvertering) .
383 . Op oudejaarsavond had moeder bo f f ers gebakken (kleine,
dikke pannekoek, waarin gist gebruikt is) en bollebuisies (poffertjes)
59
Moeder liet de spinazie uitdruipen op de gatenbak (de
vergiet) .
384 .
385 .
Dat brood is daaiig (klef, ongaar) .
Je moet de spinazie net glis-onder in de pan op 't vuur
zetten (precies onder water en niet meer) .
386 .
387 . Ik ga weg, want ik wil eterstoid thuis wezen (etenstijd ;
meestal is hiermee bedoeld de tijd van 't warm-eten, ± 12 uur) .
Die vervelende meiden zaten in 'n hoek van de kamer to
gninniken to gni f f elen (grinniken, onderdrukt lachen) .
388 .
389 .
A . Gedag, hoor, de groeten aan je yolk (je huisgenoten, je
gezin) .
B. Dankie, vansgloike (dank je, ingelijks, hetzelfde) .
Die Piet Hoek is nog yolk van me (f amilie) .
390 . Hij was zo verlendig dat ie er van alles uitbraakte (uitermate boos, woedend) .
391 . De koffie stond al enkele uren to ruttelen (pruttelen) op
't lichtje . Tante Sijpie durft je best 'n bedelaarskoppie voor to
zetten ('n kopje ouwe, opgewarmde koffie) .
392 . Uit de volksmond hoort men voor 't woord 'handen' sours
de minder beschaaf de woorden vierken, f leiken en zelf s klauwen, knorren, knoken .
393 . Bij het klaverjassen gaan ik en jij spelen tegen Mien en
Piet (jij en ik) .
Opm. ; Onder de oudere generatie hoort men nog tamelijk veel
'ik en jij' . Bij de oudere buitenbevolking roept het vousvoyeren
met u en uw spreken, nog wel wat weerstand op .
Men tutoyeert = aanspreken met jij en jou, gemakkelijker .
De jongeren passen zich aan bij het algemeen landelijk gebruik .
394 . Er zijn van die mensen, die er plezier in schijnen to
hebben, als ze iemand kunnen o fhalen (kwaad van hem spreken,
neerhalen, z'n eer en goede naam aantasten) .
60
Foto, genomen ± 1925 nabij het Oude Slot to Schagen, van de (gehuurde) kettewagen van 'Lombok' .
De bestuurder op 't kret is een zoon van Bolle Kees Wit uit de Nieuwstraat. Hij was 'hulpie' van Lombok, de man die naast de wagen staat .
Op 't rijtuig de kisten, manden en korven, waarin biggen, kippen, eenden, ganzen, konijnen, enz . naar de Schager markt werden vervoerd .
Lombok, geboren in 1892, had een gedrongen, vrij zwaar gebouwd postuur
met hoge schouders en een ronde rug . Iedereen kende hem als Lombok.
Zijn eigenlijke naam was Jan Pagano . Hij was vrijgezel en in de kost bij
een Joods echtpaar : Joseph Isaac de Jong, koopman, geboren in 1867
en Annette Marie Seif f ers, vanwege haar mooie kroeshaar 'Krulle Jeannette' genoemd .
Lombok was een f atsoenlijke, eerlijke koopman, die alles kocht wat ook
maar enigszins op handel leek . Dit wilt de in Schagen en omstreken
zeer bekende, humoristische of slager op boelhuizen, Arie van Twuyver .
Had deze een boelhuis, by . in cafe 'Ceres' en vonden enkele minder
aantrekkelijke 'koopjes', die toch opgeruimd moesten worden, geen
aftrek, dan zette Arie in voor een kwartje en zei daarna : 'Eenmaal,
ander maal, voor de derde maal - voor Lombok', zelf s als Lombok niet
eens aanwezig was! Lombok accepteerde deze noodsprongen van Arie,
haalde de koopjes op en vond in die incourante waar toch nog wel iets,
dat hij later weer kwijt kon aan zijn collega's, met wie hij samenkwam
in het logement 'De Drie Flessen' van Koeman in de Nieuwstraat . Bij
een volgende gelegenheid speelde Arie wel weer eens in de kaart van
Lombok, als tegenprestatie voor bewezen diensten .
Zo is Lombok in Schagen en omgeving jarenlang een begrip geweest in
koopmanskringen, evenals de koopzieke 'scharrelaar' Simon Keet .
61
Onze voordeur is 'n beetje wensk of : wins of : woinsk
(scheluw, scheef getrokken, enigszins uit 't vlak gebogen) . De
gordijnen hingen ook wat wins .
395 .
396 .
Die bloempot staat op 't raampost (vensterbank) .
Ouwerwisse (ouderwetse) stoelen hebben nog triemen
(sporten, steunlatjes tussen de poten) .
397 .
Heb je de kachel al in de brand (brandend, aangemaakt) ?
'In de brand' zitten is we! Ned . maar betekent dan : In moeilijkheden zitten, bv, in geldnood .
398 .
399 .
lekker
Ik heb 'n andere kachel gekocht . Sjonge, wat kan die
o fstiemen ('n geweldige warmte of geven)
400 . Die twee oudjcs kunnen leuk koetelen (met elkaar hurl
huishoudelijke bezigheden, enz . doen) . We laten ze maar wat
koetelen (begaan, hun gang gaan, zonder ons ermee to bemoeien) .
402
401 . M'n kamers moeten voor Kerstmis er 'n beetje knap of
gnap of : gnappies (proper, netjes) uitzien . Daarom zullen we
in de week voor Kerstmis de kamers skaken ('n schoonmaak62
beurt geven, 'n tussentijdse opknapbeurt, meestal 'n paar malen
per j aar) .
Klaas, niet zulke rare praatjes, 'n beetje knappies, hoor (netjes,
f atsoenlijk) .
Pietje is al drie jaar en nog niet gnap (proper, zindelijk) .
402 . De moid (dienstmeisje) lag op kniesen (op haar knieen)
in de gang, om do prut (modder) van de slobbers (bezoekers,
die de modder aan hun schoenen naar binnen gebracht hebben)
op to foilen (dweilen) . Wat was 't een prutboel (smeerboel,
modderboel) .
403 . Joos (mensen), komen jullie to konkelen (schaf ten, to
± 10 uur in de voormiddag 'n rustpauze onder 't werk, waarin
'n kop kof f ie door de bass wordt aangeboden) .
Opm. : 'Konkelen' is wel Ned . maar betekent dan knoeien,
knoeierijen plegen, kuipen, intrigeren, kwaadspreken, by . :
Door konkelen achter onze rug hebben ze ons die mooie betrekking of gesnoept .
404 . Kom vanavond om 'n koppie ('n kop koffie drinken) ;
dan zitten we rustig, want dan zijn de kloine joos (de kinderen)
naar bed . Als alle joos er omheen zitten, dan kun je niet vrij
uit praten .
Met joos kunnen ook de zoons bedoeld worden, in tegenstelling
tot de moiden of : de moidjes, de dochters . We hebben 'n gezin
van zeven kinderen, vier joos en drie moiden .
405 . 1k ben bij m'n zus op de zuikerstikken geweest (op kraamvisite) .
Stik (boterham) . Stik-eten (brood-eten) .
Stikkebordje (boterhambordje) .
Stikkebuul (broodzak) .
Hij blijft op stikken (hij blijft over, met brood) . Gastestikken
(extra lekkere boterhammen als voor gasten) .
406 . Ik blijf maar eventjes, want ik heb bestoken (beperkte)
tijd ; over 'n kwartier komt de bus fangs voor Hoorn . lk zal
daar 'n verrotte (rotte, rottende) kies laten trekken . Buurvrouw
durf t niet naar de tandarts . Had je dat gedacht van zo'n helhaak
63
(furie, helleveeg) ? Laatst kreeg ze 'n plotselinge maagaandoening en ze moest houpstoups (plotseling, overhaast, hals over
kop, holderdebolder, hol over bol) naar 't ziekenhuis . Toen
was ze helemaal van de rel (van de kook, van streek, radeloos,
in de war) .
407 . Hier heb ik 'n grote uien
Haal 'ns drie uiens (uien) .
(ui) .
408 . Deze appel is niet gaaf van huid, hij is
roffelig) .
409 .
Wat is de seep
f leeuw
skrof f elig
(ruw,
(flauw, niet hartig) .
410 . Kleine Toos zit sours erg to prieken met haar eten (smeren, kladden, knoeien, morsen) . Vanmorgen heef t ze de kof f iepot omgekeerd ; de kof f ieprut lag op 't vloerkleed, 1k gaf 'r 'n
standje en toen zat ze met 'n troetlip of : prutlip (hangende lip,
pruillip) de onschuld uit to hangen . Maar ik moest alles oproden
(opknappen, opruimen) .
's Avonds zei m'n man : 'Dat kun je van Ootje Tontel (schertsend
van een klein meisje gezegd) verwachten' .
De volgende dag ging ik naar Purmerend . 1k had 'n koe die
wegkwijnde . M'n broer zei : 'Die moet je oproden (verkopen,
van de hand doen) '.
411 .
Dat is
'n piender
(pienter) kind .
412 . De pot (waterketel) kookt nog niet, maar hij gonst
(zingt) al wel .
Opm . : 'Gonzen' is we! Ned ., maar dan in zinnen als : De bij
gonst . Oris TV-toestel gonsde de hele avond .
413 . Waar lucht (ruikt) 't hier van? 't Lucht hier lekker ('t
ruikt hier f ijn) . Laat me 'ns luchten (ruiken) of die melk goor
is . Dat meel, die havermout, dat brood lucht ousk (ruikt muf) .
Opm.: 'Luchten is we! Ned ., maar betekent dan : zich uiten : z'n
hart luchten, aan de buitenlucht blootstellen : beddegoed luchten .
ventileren : de slaapkamer luchten, pronken met : z'n kennis luchten .
64
414 . Loupende vort (onder 't lopen, terwijl ie liep) of : raiende
vort (terwijl ie reed, onder 't rijden) at ie z'n brood op .
415 . Ik zat in de kerk, ik nam m'n knip (portemonnee) uit
m'n diesek (broekzak), ik nam er 'n kwartje uit en gooide die
in de klinkbuul (kerkezakje met belletje) .
Onderweg naar huffs heb ik m'n knip strooid (verloren) .
Opm. : 'strooien' is ook Ned ., maar betekent dan : uitspreiden,
uitstrooien . By . zand, kunstmest strooien .
M'n fiets staat in de boet (schuur) .
De Langedijker koolboeten (de Langedijkse koolschuren) .
Opm. : 'Langedijker koolboeten' is door 't vele gebruik ingeburgerd en wordt daarom als goed aangemerkt, zoals by . ook :
Deventer koek, Weesper moppen, Haarlemmer olie .
416 .
417 . Hij is 'n vuile zegger (iemand die scherp in de mond is
en sours harde waarheden zegt) . Pas op voor die hond, die is
vuil (kwaadaardig, vals) . 't Is 'n vuilak .
418 . Wat heef t die koe 'n best jaar ('n grote uier) . Een koejaar (koe-uier of koeie-uier), een goitejaar, een skeipejaar .
Wat staan de koejaren tegen melkerstoid ( melkenstijd) don (ge-
spannen) !
Oom Jan Koopman zit don-an of : pre-an (vergenoegd en trots)
in z'n nieuwe bungalow.
419 . De kat heeft uier jonkies (jongen) . Jonkies kan ook betekenen 'jonge mensen' . By . : Oudere mensen hebben andere belangstelling dan jonkies .
420 . Die moid (dat meisje) reed temet (bijna) tegen me op
(aan) .
M'n broer is met 'n moid (meisje) naar 'n bruilof t geweest .
Meid is wel Ned . maar betekent dan dienstmeisje, hulp
in de huishouding . In die zin is 't echter 'n verouderd woord .
Wel goed Ned . is 't als by . 'n meisje tegen haar vriendin zegt :
Meid, kom mee, we gaan weg . 0 meid, wat is dat 'n leuk bloesje!
65
421 . Dat is 'n pittige moid ('n knap meisje van gezicht) . Ze
draagt 'n pittig (leuk) jurkje .
Opm. : 't Woord pittige in dit zinnetje kan ook betekenen : lief,
aardig, met 'n fijn karakter . Kleine Jolanda van de buren is
zo'n pittigie (lief kindje) .
Vader is erg ziek geweest . Nu is ie weer vrai pittig (tamelijk
goed) .
Is 't droog weer? Nee, 't regent nog pittig (tamelijk veel) .
Opm . : Het gebruik van dit woord is in heel West-Friesland
zeer f rekwent . In 't Ned . betekent het : kernachtig, snedig, energiek, enz, maar men hoort 't zelden : 'n pittig gezegde, pittige
sigaretten .
422 . Jan rooit op (lijkt op) z'n vader, dat was ook 'n rooie .
Opm.: 'rooien' is Ned . in : Die twee kunnen 't goed met elkaar
rooien (vinden) . Hij heef t er geen roof op (geen slag van) . Hij
rooit de aardappelen .
1 emeselesten (laatst, onlangs) is m'n ienigste (enigste ;
beter is : enige) snaartje (schoonzuster) gestorven .
Opm. : Voor iemeslesten gebruikt men ook iemesdagen . Dat is
jets korter geleden dan iemeslesten .
'Snaar' is in 't Ned . schoondochter. De Westf ries gebruikt alleen
't verkleinwoord snaartje .
423 .
424 . 'n Aantal spelende kinderen schoot gister, natuurlijk per
ongeluk, 'n voetbal door m'n raam . Vandaag zijn ze niet to zien,
ze zijn bunzig (bang, bevreesd) . Ze weten heel goed, dat 't breist
achteran komt (dat 't zwaarste, 't moeilijkste, aan 't slot komt),
namelijk de vergoeding van de schade!
425 . Buurvrouw kon vanavond niet mee naar de uitvoering ;
ze kon geen meisje als oppasser krijgen (oppasster, oppaseres) .
Goed Ned, is ook : Ik kon geen 'oppas' krijgen .
426 . Hij heef t 'n weerbare vrouw (handig, efficient werkend,
met hoog tempo werkend) .
Opm .: 'Weerbaar' is ook Ned ., maar betekent dan : in staat zich
to verweren, zich kunnende verdedigen . By . : Duitslands is 'n
weerbaar land .
66
427 . De burgemeester is erg nauw to wachten (gauw op z'n
tenen getrapt) .
428 . Die zwager van je is 'n snokkere of : snukkere kerel . Als
hij van de partij is, kom je vaak in 'n snokkere situatie (wat
eigenaardig, wat buitenissig, meestal met 'n komisch tintje eraan) .
'n Snokker kind (lief, aardig) .
429 .
Heef t je broer 'n goeie vrouw? Ja, maar ze is 'n beetje
wat nuwbakken (wat al to levendig, wat uitgelaten,
enigszins overdreven aanhankelijk, wat ongewoon toenaderend
en lacherig) .
Opm. : 'Nieuwbakken' is ook Ned, maar betekent dan 'vers', by .
nieuwbakken brood . En 'pas geworden', by . 'n nieuwbakken
onderwijzer (pas geslaagd) .
nuwelijk,
430 . Heef t je zoon 't goed op z'n bedrijf je?
0 ja, hij heeft 'n roik stik brood (hij verdient meer dan ruim
z'n brood, hij heef t 't heel goed) .
431 .
De oudste zoon van oom Dirk past slecht op ; 't is 'n
(hij is van slecht gedrag) . Hij is al jaren an de barrel
(aan 't pierewaaien en doordraaien) .
barrel
432 . Wat betaalde hij voor iie ouwe piano? 0, hij gaf er
maar 'n f lurt voor ('n beetje, 'n schijntje, 'n appel en 'n ei) .
433 . Is vrouw Pietersen 'n zuinige huisvrouw?
Nee, net-aarsdm (integendeel) ze is opmakerig (niet zuinig, verkwistend) . Ze is wel helder-en-skoon (proper, zindelijk) .
434 . De vrouw van Jan Jansen is lang niet skoon (niet proper,
niet zindelijk in haar huishoudelijk werk) . 't Is 'n echte kladdebutter ('n smeerpoe(t) s, 'n morsebel, 'n totebel, 'n morsig
mens) . Van zo iemand zegt men wel : Ze wast in de pispot en
ze droogt voor 't kistgat .
Opm. : 't Kistgat is 'n kleine rechthoekige opening aan de bovenzijde van een van de vier zijden van 'n stolphoeve .
De uitdrukking betekent : Ze spans zich niet in, om proper to
zijn ; ze slaat er met de Franse slag naar) .
67
435 . Bij buurvrouw Koenis mag je de kamers en bedden en
kasten elk ogenblik bekijken, 't is 'n tuk minsie ('n propere
vrouw) . Ja . burmuan Piet heef t 'n tuk woi f ('n zindelijke
vrouw) . Hij zegt dan ook van tijd tot tijd : 'Woif, 't rooit er weer
op' (vrouwtje, 't is weer dik in orde) .
Opm. : Zoals men reeds zal hebben opgemerkt, heef t 'woif'
hier 'n gunstige betekenis .
436 . Die vrouw is elke middag an de f lort (de deur uit, by .
naar de buren om 'n praatje) . 't Is 'n echte f lortkont.
437 . Ik moet m'n bienen (voeten) wassen .
Ik kwam op m'n tonen (tenen) de kamer binnen .
Onze voorzitter spreekt heel moeilijk in 't openbaar . Als ie bezig
is, zit ik met m'n tonen krom (in spanning) .
438 . Meester, hij kneep m'n (me) in m'n hi! (bovenbeen,
dijbeen) .
Opm. : 'Bil' is in 't Ned . een deel van 't zitvlak . By . : Piet kreeg
voor z'n billen, 'n pak voor z'n broek .
439 . Meester, Gert zit allemaar to kwatten (voortdurend, alsmaar, to spuwen of spugen) .
440 . Greetje zegt : Moeder, als ik op de f jets rij, willen die
vervelende jongens me allemaar (telkens weer) teugen (tegenhouden) .
441, Wat zit m'n haar in de tis (t) (in de war, verward, geklist) .
442 .
Toen ik hem vroeg of ie er wat van wist begon ie to
gloimen (glimlachen) .
443 . Dat kind keek me aan met mooie glande (grote, heldere)
ogen .
444 .
68
Ik ben miers (k) (ik heb trek in jets hartigs) .
443
445 . Piet had gevoetbald bij snikheet weer . Wat zag ie er
verboe ft uit (rood en bezweet) . 't Was of ie de haan jaagd
had (oververhit) .
446 . ik heb de hele dag in buiten (buiten ; 't woord 'in' hoort
niet in de zin) in de koud (kou) gewerkt ; flu ik bij de kachel
zit, word ik rozig (warm met hoogrooie kleur) .
Opm.: 'Koud' is wel Ned ., maar alleen als bijvoeglijk naamwoord, by . een koud huffs, je gezicht is koud . Als zelfstandig
naamwoord moet het zijn 'kou' .
Wat scheelt je?
Ik heb de koud to pakken (ik heb kou gevat, ik ben verkouden),
ik moet voortdurend f niesen (niezen) . Ik merkte 't vannacht al,
ik kon me in bed niet bewarmen (niet warm worden) .
447 . 't Is jammer dat die jongen zo hakkert (hakkelen, stotteren) .
Die ouwe man wordt stoetelig (stuntelig) . 't Wordt 'n
stoetel (hij wordt onredzaam, onhandig, onbeholpen) .
448 .
449 . Vader zat de hele avond to bremmen (staccato-hoesten, gedempt hoesten ; sours als aanwensel, sours als uiting van onrust) .
69
450 . Hij kan vandaag niet schrijven, hij heef t 'n zwel of : swel
(zweer, gezwel) aan z'n vinger .
451 . Een maagpatient kan lang niet alle voedsel verneren
(verteren) .
Die bittere opmerking van m'n zwager kan ik niet best verneren (verwerken) .
1k heb m'n hand verbrand (gebrand) .
Dat huffs is door 't onweer verbrand (afgebrand) .
452 .
453 . Als ik wondjes heb, genezen ze niet gauw, ze grutten
(etteren) maar door . Ik ben nogal grutterig (ontvankelijk voor
infectie) .
454 . De zieke lag to vroeten in bed (woelen) .
'Wroeten is wel Ned . by . in :
't Varken wroet met de snuit in de modder .
.
In die familie-ruzie moet je niet gaan wroeten (stoker)
455 .
We krijgen stellig ander weer : de kinderen zijn zo uit-
hoinig, doenig, heen-en-werig (druk, beweeglijk, anders dan ge-
woon) .
456 .
jongen zit niet zo to raggen op je stoel (wiemelen, rijen) .
457 . Piet, niet zo hompen (stoten of aanstoten), dan kan ik
niet schrijven .
458 . Marian, nou zit le haar goed, zei moeder Annie . En nou
niet de hele avond er aan zitten to veugelen (schikken, veranderen) .
459 . Eerdat je bij die fotograaf goed staat of zit, heeft ie heel
wat aan je zitten to f iemelen, veugelen, f lik f looien (betekenen
alle dries met de harden ordenen, schikken, aanraken) .
Die vrouw is maar wat aan 't f likf looien, maar haar werk raakt
niet of (hier betekent het : de schijn geven bezig to zijn, zonder
dat veel resultant to zien is) .
Opm.: 'Flikf looien' is ook Ned ., maar betekent dan : iemand
vleien om daar voordeel uit to trekken .
70
460 . Hij heef t 't wild in de bienen (hij is erg gehaast, by . in
z'n werk) . In z'n haast stro f f elde (struikelde) ie over 'n steep .
461 . Waardoor kom je to last op school, Gert?
Meester, ik heb wauweld (spelende to langzaam gelopen) .
462 . 't Kind zat to gnokken (begerig to kijken) naar al dat
lekkers .
Als moeder vlees snijdt, staat de hond erbij to gnokken .
463 . Marie, schiet wat op met je werk ; je zit maar wat to
dangelen, to trutten, to teizen, to tezen (treuzelen, talmen, niet
opschieten) .
464 . Dat kind heeft 'n nieuwe jurk . Wat is ze er kuin op
(trots op, gelukkig mee) ! Ja, ze is zo kuin as de poes (zo trots
als 'n pauw) .
465 . Annemiek kon wegens ziekte niet naar 't verjaringsfeestje
van haar vriendinnetje . 't Begrootte m'n om haar (ik vond 't
jammer voor haar) . 't Was erg begrotelijk (spijtig, zielig) .
Ik koop die dure hoed niet ; 't begroot m'n van m'n centen (ik
vind 't jammer m'n geld ervoor uit to geven) .
Opm. : 'Begroten' betekent in 't Ned . : schatten, taxeren, ramen .
71
466 . Wat schreeuw je toch, ik verskiet ervan (schrik) .
Opm.: 'Verschieten' is Ned ., maar betekent dan onder meer :
'van kleur veranderen' . By . Hij schrok zo hevig, dat ie van kleur
verschoot . Etalage-stof f en verschieten door de zon .
467 . Ik ben er nuwskierig (benieuwd) naar of m'n vriend geslaagd is .
Opm. : 'Nieuwsgierig' is goed Ned ., maar heef t 'n ongunstige betekenis. Daarom past 't niet in bovenstaande zin . Maar wel in :
Nieuwsgierig Aagje . Meid, wees niet zo nieuwsgierig, ga niet
achter de deur staan luisteren! Wat was buurvrouw nieuwsgierig
naar de prijs van m'n mantel!
468 . Toen moeder in 't ziekenhuis lag, had ze zo'n verlangst
naar kleine Pietje (verlangen) .
Opm. : Dit woord heef t uitsluitend betrekking op personen . Men
zegt dus niet : Ik had toch zo'n verlangst naar m'n nieuwe auto .
469 . Als je 'n uur met die man praat, zegt ie wel honderd keer
'nie waar' . Dat is 'n lelijke anwenst (aanwensel) .
Tijdens z'n openingswoord zat de voorzitter voortdurend met
z'n potlood to spelen . Wat 'n hinderlijke anwenst!
470 . Ton is nog maar zes j aar en toch al gortig (hij geloof t
't sinterklaasverhaal niet meer) .
Opm. : 'gortig' is wel Ned . maar in andere betekenissen, by .: Dat
varkensvlees is gortig (ranzig) . Die vent maakt 't al to gortig
(al to bout, al to grof) .
471 . Is Dorus thuis? Nee, die is 'n kwartier geleden an de loup
gaan uitgelopen, bv, voor 't doen van boodschappen of om 'n
burenbezoek of to leggen) . Passies (zo juist, zoeven, zo pas) zei
ie, dat ie vanmiddag an de reed zal gaan (zal uitrijden, ergens
naar toe zal rijden) . Hoe 't ook zij, hij is nou niet bai de werken
(niet aanwezig, niet thuis) .
Wist je dat ie al twee maanden uit 'n werken is (niet werkende,
by . wegens ziekte) ?
472 . Als je 'n lange refs maakt, ga je onderweg wel 'ns opsteken ('n cafe aandoen, even aanleggen) .
72
Als je 'ns bij me langs komt, moet je 'ns even opsteken ('n kort
bezoek brengen) .
Ik kreeg 's avonds heel laat nog twee opstekers (klanten) in
m'n cafe .
Ik ging naar tante Kneel op visite, maar ik maakte 'n
(vergeef se refs), want tante was niet thuis . Ik vond
't erg jammer, ik kon er wel van janken (huilen) .
473 .
dot-rois
wil je die knoop even opzoeken (oprapen) ?
Opm. : 'Opzoeken' is wel goed Ned . in by . lk ga vanavond m'n
vriendin 'ns opzoeken . Hij heef t dat in het woordenboek opgezocht .
474 .
475 . Jan, voordat je weggaat, eerst je boeken oppakken (opbergen) . Ik had die foto zo goed oppakt (opgeborgen) dat ik
'm zelf niet meer vinden kon .
476 . Zeg, nou moet je vortgaan (weggaan, vertrekken), want
't is meer dan tijd .
V ort (ga weg) j o, schiet op!
Hij ging vort (weg) en kwam e f kesternei (iets later) verom
(terug) .
Dit pak is zwaar, wil je even 'n endje nemen (helpen
dragen) ?
477 .
478 .
Ik vind 't bijzonder aardig dat je me opgezocht hebt en
(je moet gauw weer 'ns
komen) .
Hij is niet to beklagen, hij heef t genoeg geld en hij heef t 'n auto
tot z'n verdoen (tot z'n beschikking, tot z'n gerief) .
Opm . : 'Verdoen' is wel Ned . in zinnen als : Hij verdoet (verbruikt nodeloos) veel geld,veel tijd, enz . met . . .
Hij wou zich verdoen (van 't leven beroven) .
je verdoen 't maar weer 'ns gauw
479 . Morgen ga ik uit en daarom zal ik vandaag maar wat op
voor (vooruit) werken .
Ik ben met m'n werk liever op voor (vooruit) dan op achter
(achter, achterop) .
De klok is op achter (loopt achter, is achter) .
De kerkklok is op voor (loopt voor, is voor) .
73
480.. Ouwe
OuweTrijntje
Trijntjezit
zit de
de hele
hele dag
dagvan
vanachter
achterhaar
haargordijntjes
gordijntjes
480
glouwen
(gluren,
nieuwsgierig
kijken)
naar
alles
voorte
to glouwen (gluren, nieuwsgierig kijken) naar alles wat
wat voorbijgaat.
bijgaat .
Ik heb
heb 'n'n vrijpostige
vrijpostige dienstbode
dienstbode;; ze
zit in
kasten to
te
Ik
ze zit
in al
al m'n
m'n kasten
glouwen, to
te miereken,
miereken, to
te streunen
streunen of
of:: strunen
strunen (struinen,
(struinen, snufglouwen,
snuffelen, doorzoeken)
felen,
doorzoeken) ..
Weraakten
raakten met
metelkaar
elkaar aan
aan 't't spouken
spouken of
of:: spoken
spoken (ravot(ravotWe
mededef foto
m'n meisje
meisje to
te ontgno
ontgnoffeten) en
ten)
en toen
toen wist
wist Kees
Kees me
oto van
van m'n
f f elen (ontf
(ontfutselen,
len
utselen,afhandig
of handigmaken).
maken) .
481..
481
482..
482
Ik skeurde
skeurde (sleurde,
(sleurde, trok)
er aan
aan z'n
z'n haren
harenbij
bij..
Ik
trok) hem
hem er
483..
483
Ik zat
zat buiten
in de
loute to
te lezen
Ik
buiten in
de loute
lezen (luwte).
(luwte) .
Aan
de lucht
lucht to
te zien
zien kon
't morgen
weI 'ns
'ns snei-jagen
snei-jagen
Aan de
kon 't
morgen wel
(sneeuwen) ..
(sneeuwen)
484..
484
485..
485
Die man
manisis van
van mijn
mijn oudte
oudte (leeftijd,
Die
(leeftijd, jaren)
jaren) ..
is vast
vast (gesloten,
(gesloten,op
slot)..
486.. De
De deur
deuris
486
op slot)
De
deur
is
los
(niet
op
slot)
.
De deur is los (niet op slot) .
Je de
vastmaken (op
(op slot
slot doen)
Wil je
Wil
de deur
deur even
even vastmaken
doen) ..
gel
eden
heb
ik
'm
losmaakt
(ontsloten).
Pas
'n
uur
Pas 'n uur geleden heb ik 'm losmaakt (ontsloten) .
niet
Tussen buurvrouw
buurvrouwenenhaar
haarnieuwe
nieuwedienstbode
dienstbodewil
wil't't niet
Tussen
hotten (vlotten,
(vlotten, boteren).
is
nog
maar
achttien
en
erg hotten
erg
boteren) . 't'tMeisje
Meisje is nog maar achttien en
't isis nogal
'n drok
drok dinkie
dinkie (ze
(ze isis levendig
levendig en
houdt
van
dansen
't
nogal 'n
en houdt van dansen
Soms is
is ze
van de
de rel
rei (onhandelbaar,
(onhandelbaar, van
en ffeesten).
en
eesten) . Sours
ze helemaal
helemaal van
van
stroiken
de
kaart).
Buurvrouw
heeft
nog
heel
wat
met'r'r tote stroiken
de kaart) . Buurvrouw heef t nog heel wat met
(stellen) ..
(steh_en)
487..
487
488..
488
Zou
Zou 't't
in 'n
dago o!
are!f to
te doen
(anderhalve dag)
dag)..
Dat werk
werkisis in
Dat
'n dag
f are
doen (anderhalve
in
areve
dag
kunnen
(anderhalve
dag)?
in areve dag kunnen (anderhalve dag) ?
489.
Hoe lang
lang heb
heb je
je vanmiddag
geslapen?
489 . Hoe
vanmiddag geslapen?
'n
Braa!
uur
of:
'n
uur
braa!
(ruim
'n uur).
'n Braa f uur of : 'n uur brag f (ruim 'n
uur) .
'n
Stoi!
kwartier
(ruim
'n
kwartier).
'n Stoi f kwartier (ruim 'n kwartier) .
Dik half
half uur
(ruim 'n
'n half
half uur).
'n
'n Dik
uur (ruim
uur) .
74
74
490 . Lesten (laatst) sprak ik er ien (iemand) die haar bruidsjurk maakt en dein (conf ectie-werk) gekocht had .
491 . Buurman komt o f tig bij ons (vaak, dikwijls) . Vergelijk
met het Duitse woord 'oft' en het Engelse 'often' .
492 . Van de kamer tot de voordeur is maar twee stapen
(stappen, passen) .
493 . Hoeveel kilometer hebben we nog of to leggen?
Ik denk van nog tachtig . Zo zo, dat is nog 'n heel rak ('n hele
ruk) .
Moeten we nog twee uur met dit zware werk doorgaan? Nou
nou, dat is nog 'n heel rak (nog 'n lange tijd, dat is nog 'n hele
opgave) . 't Eerste sko f t was me al lang genoeg ('t eerste gedeelte van de werktijd) .
494 . Ik kreeg per post 'n belastingbrie f (biljet) .
Kleine Ineke kreeg van tante 'n brief (zak) zuurtjes .
Q
r
i
Zet die brief met gele bonen maar in de kas. (Zet die zak met
bruine bonen maar in de kast) .
De dief zit in de kas (kast, gevangenis) .
Opm . : 'Kas' is wel Ned . maar betekent dan o .m . geldlade van
by . 'n winkelier of 'n bankkantoor .
'Broeikas' en 'broeikast' zijn beide Ned .
75
De halft (helf t) van de mensen lust geen uien .
Opm.: Als bijvoeglijk naamwoord is 'half' wel goed Ned . By .
'n half woord, 'n halve appel .
495 .
Heb
496 .
'n go f f ie in
je genoeg melk in je koffie? Nee, goof er nog maar
(doe er nog maar 'n scheutje in) .
lk kreeg me daar 'n go f of : go f f erd van de dicht waaiende deur
(stoot, duw, klap) !
Klaas heef t 'n hele zood knikkers ('n grote hoeveelheid,
'n massa) .
De woorden 'zo' of 'zood' of 'zooitje' of 'zoodje' zijn goed Ned .:
'n zooi mensen (menigte, massa, heleboel)
'n zooitje peulen ('n kooksel)
'n hele zooi boeken ('n grote hoeveelheid)
't is me daar 'n zoodje of zooitje ('n min volkje of : 'n grote
rommel) .
De Westfries gebruikt bijna uitsluitend de vormen 'zood' en
'zootje' . Het gebruik is zeer veelvuldig ; men hoort deze woorden
overal en altijd, evenals pittig, puur, bedat.
497 .
498 . 'n Hele stuit knikkers, sigarebandjes, auto's, geld, enz .
(grote hoeveelheid, menigte) .
Het woord is dus synoniem met 'zood' .
'n Stuit hoof, 'n stuit mest ('n overgebleven stuk van 'n hooiklamp of mestvaalt) .
Wie de buul ('t geld) heef t, is bass .
(Wie de geldbuidel, de portemonnee heef t, die heef t de macht) .
499 .
500 . Klaas is niet arm; hij heef t wel wat in z'n
f euille, portemonnee) .
boekie
(porte-
501 . Wat hebben jullie veel miggen (vliegen) in de kamer .
Opm. : 'Muggen' zijn in 't Ned . o .m . langpootmuggen .
502 . 1k meen 'n vlooi (vlo) to voelen.
'n Orekruiper vind ik griezelig (oorworm) .
76
Foto, genomen in 1953 voor de f raaie schouw in cafe ''t Wapen van
Wijdenes', waar thans de familie Westerlaken woont . De schouw is,
helaas, uitgebroken . . . Boven de vuurpot hangt de koperen konkelpot
aan de heugel .
De dame in stoel is mevr . Aaf je de Vries-Stieltjes (1878-1963), gehuwd
geweest met Simon de Vries . Ze is geboren to Twisk en overleed in
't jozefpark to Blokker. De schenkende dame is haar dochter, mevr . Annie
Beemsterboer-de Vries, geb . 9-9-1907 to Wognum, echtgenote van de
heer P . Beemsterboer Azn ., geb . 29-3-1903 to Venhuizen, gewezen burgemeester van de gemeente Berkhout, sedert 1968 gepensioneerd en nog
to Berkhout woonachtig.
De kleding, enz . als op de f oto, werd in het eerste kwart van deze eeuw
in West-Friesland nog algemeen als 'beste kleidje' gedragen .
77
503 . 'n Flouk of : vlouk slootje (ondiep) . 'n Flouk bord (ondiep) .
Ik meende dat ik 'n dooie muffs opraapte, maar 't was 'n
levendige (levende) .
Is 't eerlijk (werkelijk) waar?
Dikwijls zegt men kortweg : Is 't eerlijk?
504 .
505 . Vrouw, wat moet er wezen van de slager?
Antwoord : Slager, doe maar op 't oud o f (als altijd, als gewoonlijk) .
506 . Wanneer komt ie? Hij heeft gezegd van een maandag
(maandag of a .s . maandag of maandag a.s .) .
Opm . : Goed Ned . is : 't was op een maandag in mei . Hij was
j arig op een dinsdag .
507 . Wat hij zegt is niet waar, 't is leugen ('t is een leugen) .
Als je koopt moet je betalen, is 't waar o f leugen? (daar is geen
twijfel aan, dal staat vast) .
508 .
78
Hij sprong over sloot (over de sloot) .
509 . Moeder is our de thee naar tante (op middagvisite, op de
thee) .
Wij gaan vanavond our de ko f f ie naar tante Lies (op avondvisite,
op de kof f ie) .
Oom Dirk was bij ons to gast (is bij ons wezen middag-eten, to
± 12 uur) .
Opm. : 'lemand to gast nodigen' betekent in 't Ned . : iemand uitnodigen voor 'n bezoek . Dan behoef t niet noodzakelijk 'n middagmaal gebruikt to worden . 't Kan wel ; hij kan zelf s blijven
logeren . In 't Westf ries blijf t 'n gast nooit logeren .
510 . Mijn dochter gaat elke week twee dagen to werk (ergens
werken, uit werken) . Op 't ogenblik is ze to help bij 'n zieke
buurvrouw (te helpen, als hulp) . Ze heef t ook 'n werkhuis aan
't andere eind van 't dorp . Als 't slecht weer is, komt haar werkgever met de auto our 'r to haal (haar halen) .
Opm . : 'Te werk' is wel Ned ., maar in 'n zin als by . : 1k wil 'n
radiotoestel bouwen ; hoe zal ik daarbij to werk gaan?
511 . Het voorzetsel 'te' komt in West-Friesland veel voor,
sours goed, sours foutief gebruikt . Zo kan de zin : 'Jan is to
voetballen' betekenen :
a. Jan is gaan voetballen (als medespeler)
b . Jan is naar 't voetballen (als toeschouwer) .
Hier nog enkele voorbeelden van 'goed en kwaad' dooreen :
Hij is to kermis, to hooien, to melken, to kaarten, to gast, to
kerk, to bruilof t .
Zij is to krullen (naar de kapper) . Hij komt in onze kerk to
preken ('te' is overbodig), enz .
512 . 1k ben zo meteen klaar met schrijven, dan mag je m'n
potlood wel efkes (even, eventjes, effen) gebruiken, maar je
mag 't niet weghel pen (zoek maken, 't mag niet zoek raken) .
513 . Meestal is ie vriendelijk, maar betaien (sours, somtijds)
zegt ie geen woord .
514 . Hij ligt in 't ziekenhuis ; 't verwondert me niet . Van
achteren bekeken (achteraf bezien) was ie de laatste tijd al erg
lusteloos, lk zag 'm elke dag ; hij woont geneven over ons (tegenover) .
79
515 . Wat is alles opheden toch duur (nu, in deze tijd, vandaagaan-de-dag) .
516 . Is Tinus er al? Nee, maar demie of : demee of : deimie
komt ie wel (straks) .
517 . Is je man thuis? Nee, hij is even uitverdan (even weg,
even naar iemand toe) .
Ik dacht dat ie vandaag niet meer terug zou komen maar op slot
(tenslotte, eindelijk) kwam ie toch opperdan (kwam ie toch, hij
bleef niet weg) . Voor die historische optocht hebben ze alle
ouwe kleren weer opperdan gehaald (te voorschijn) .
Waar woont Kramer? In dat huffs in Noord-Scharwoude, dat wat
inverdan staat (jets achter uit, jets verder van de weg dan de
huizen aan weerskanten) .
De boerderij van Piet Kruyer op Zuid-Spierdijk staat funk uitverdan (naar voren, dichter bij de weg dan de huizen aan
weerszijden) .
518 .
Je hebt wel niet veel zin in je studie, maar je moet 't
op 'n echter (voortaan, in 't vervolg) met regelmaat proberen
to doen .
80
't Is buiten verlegen koud (heel erg) .
Ik vind dat liedje verlegen mooi .
Neeltje lust verlegen graag paling .
Opm. : 'Verlegen' is wel Ned, maar betekent dan : bleu, bedeesd, beschroomd . Die jongen is zo verlegen dat ie geen meisje
durf t vragen .
519 .
Ik zal nog even m'n schoenen poetsen en dan is 't bedat
(intussen) tijd voor de bus .
Je bent wel was last op kraamvisite ; 't kind zou bedat (intussen,
bijna) kunnen lopen .
Ik dacht dat ik nog 'n hele tijd zou moeten reizen, maar ik was
er bedat al (bijna)
Opm . : Het gebruik van dit woord is zeer f rekwent .
520 .
521 . Hij is puur ziek (tamelijk, erg) .
Dat heeft puur gekost (heel was, tamelijk veel) .
Bij het of scheid zaten de bruid en haar moeder puur to sno f f en
(tamelijk erg to snikken) .
Opm. : 'Puur' betekent in 't Ned, zuiver, onvervalst, enkel by .
pure honing, puur goud, pure nonsens . Hij deed dat puur om
to plagen . 't Woord words in 't Wf r . zeer veel gebruikt . Zie 491 .
522 . 't Is buiten onguur koud ( heel erg, buitengewoon) .
'Onguur' betekent in 't Ned . schrikwekkend : 'n Ongure kerel
met 'n onguur gezicht .
Ik vond dat toneelstuk sko f tig mooi (heel erg, buitengewoon) .
Opm. : Dit woord is de laatste decennia in West-Friesland in omloop gekomen .
523 .
Die man heeft hoegenaamd geen vrienden (bijna geen) .
:
Opm. Het woord betekent in 't Ned . : volstrekt niet, volstrekt
geen . In 't Ned . zou bovenstaande zin dus betekenen : Hij heef t
geen enkele vriend .
524 .
(bijna) nooit bij ons .
dertig (bijna) .
Opm. : 'l etterhaast' betekent in 't Ned .: in haast, spoedig .
525 .
Hij kwam
mitterhaast
Zij is mitterhaast
81
526 . Doe dat kunstje met de kaart nog eens .
Ik ken 't gien meer (niet meer) en daarom doe ik 't gien meer
(niet meer) .
527 . Hij leef t gemakkelijk . Hij heef t nergens gien last van en
hij heef t nooit gien haast . Hij heef t dan ook nooit gien kans op
'n goeie betrekking .
('t Woordje 'geen' hoort niet in de zin) .
528 . Wie zit er in de derde bank? Daar zit er genien (geen
of niemand) .
529 . Hij drinkt wel 's 'n borreltje to veel, maar hij is evengoed
'n beste vent (toch, desondanks) .
Ik verbood 't hem, maar hij deed 't evengoed (toch) .
Opm . 1 : 'Evengoed' is wel Ned ., maar betekent dan 'evenzeer',
'in gelijke mate', by . Ik ben evengoed teleurgesteld als iii .
Opm. 2 : 'Even' en 'goed', los van elkaar geschreven zulllen wel
geen moeilijkheid opleveren . Ze vormen dan 'n gewone stellende
trap van vergelijking, by . : Vader is even goed als moeder .
530 . Wat woont die familie hier ienlik (eenzaam, afgelegen) .
Hun dochtertje is dan ook erg ienkind (eenkennig) .
531 . Is je man meegekomen? Nee, ik ben alliendig (alleen) .
Hij komt alliendig (alleen maar, slechts) als ie wat aan je verdienen kan .
532 . Hij was voor mij 'n botvreemde of : gulvreemde ('n geheel en al vreemde) .
533 . Klaas wou met alle verdol (met alle geweld, zonder zich
to laten weerhouden) naar de markt!
534 . Tante kwam 'n dagje bij moeder ; de hele dag zaten die
twee pent-an (knusjes, genoeglijk) to breien en to praten .
535 . Hij las overstil of : overzacht of : overzachies (onhoorbaar) .
Opm. : Als de klemtoon op de eerste lettergreep gelegd wordt
zijn de woorden 'overstil' en 'overzacht' algemeen Ned, by . :
82
Het was in de huiskamer overstil (al to stil, zeer stil) . Hij sprak
overzacht (al to zacht, zeer zacht) .
536 . DP trap is steil, doe maar lenigies-an (niet to haastig, voorzichtig, kalm-aan) .
Zo lenig-an worden we allemaal ouder (langzaam-aan) .
Buurman en buurvrouw gaan baiegaar naar de zangrepetitie (beiden, allebei) .
537 .
1k heb m'n tuin gespit ; ik ben er hessig van (warm,
bezweet) .
Als 't wat druk met 't werk is, dan is vader zo hessig (jachtig,
hitsig, vurig, druk doend) .
Vgl . boizen .
538 .
539 .
1k ben moe . De hele dag heb ik door de stad moeten
f lenteren (lopen) om rekeningen to innen .
540 . Jij geloof de me we!, maar hulle of : hullie of : zullie (zij)
geloof den me niet.
541 . Moeder kan f ijn steuren (koken, kokkerellen) . Vorige
week heb ik me bijna vereisd (te veel gegeten, omdat 't zo
lekker was) .
Als ze weet dat je komt, bewaart ze meestal 'n steurtje vis of
vlees voor je (restje, kookseltje) . Ze weet we!, dat ze geen witlof
voor me moet neerzetten . Daar kan ik wel van koken of : kouken
(walgen, kokhalzen) . Daar begin ik van to koken of : to vrouken
(walgen) .
542 . Het wederkerend voornaamwoord zich gebruikt de Westfries nooit in de spreektaal .
Hij wast 'm (zich) elke ochtend .
Iij verbeeldt 'm of : z'n oigen heel wat (zich) .
Hij schrok z'n oigen 'n hoedje (zich) .
543 . Hoeke (wat voor) schoenen heb je gekocht? Heb je 'n
nieuwe wintermantel? Hoentje (hoe ene, wat voor een)? 't Is
vrijwel zontje (zo ene, eenzelf de) als buurvrouw Jaantje heef t .
83
544 . Ik heb die auto onbeziens gekocht, maar ik ben er dan
ook mee in de skeer lou pen (in de val gelopen) .
545 . We mochten op de kermis ieder twee gulden verkou pen
(besteden, versnoepen) .
546 .
We wonen zoit-an de kerk (naast) .
547 . M'n kousen ladderen telkens weer ; nu heb ik goeie sterkers (heel sterke) gekocht . Die langers (lange) waren niet sterk .
't Hoeven niet juist dikkers (dikke) to wezen, 't kunnen toch
wel sterkers (sterke) zijn .
Koop maar zo gauw mogelijk andere kousen, want beuren moet
't toch .
Opm. : Hier voelt men 'gebeuren' als 'n deelwoord en laat 'ge'
verkeerdelijk weg .
Dit doet zich ook voor bij het werkwoord 'geloven' . Van oudere
mensen hoort men nog : Dat wil ik wel louven . Ik lou f van wel.
548 . Hoe voldoet je nieuwe knecht? Heel goed, 't is 'n best
('n beste) .
Hier heb je 'n appel . Sjonge, dat is 'n hele best ('n heel beste) .
ja, 't is 'n besterd ('n heel grote) . Zo'n groterd (grote) heb ik
al lang niet gehad .
Opm. : 'Dikkerd' is wel Ned ., by . Er lag 'n lekkere dikkerd in
de kinderwagen .
549 . Wat was ik bloid (blij), toen ik dat hoorde .
Opm. : In het Ned . zijn er twee woorden voor : 'blij' en 'blijde' .
Het laatste is schrijftaal . Men gebruikt in de spreektaal altijd
'blij' . By . Ik ben er blij om, dat je me zowel in droeve als in blije
dagen bijstaat .
550 . Is jouw jurk hetzelf de als (de) mijne?
ja meid, hij is precies eveliens (hetzelf de) .
551 . Wat is 't reiste pad (de kortste weg) van hier naar
Medemblik?
Ik dacht dat schijnbaar eenvoudige sommetje even to maken,
maar dat zat niet zo reid ('t ging niet zo gemakkelijk, 't was niet
zo eenvoudig als ik dacht) .
84
Voor de reiighoid of : voor de vlugte (our tijd to winnen) hoef
je niet over dat landpad to gaan, 't kost evenveel tijd als over
de openbare weg .
lk moest vanmorgen al vroeg weg . Van 't gewone huishoudelijke
werk kon ik alleen 't neist en 't reist maar doen ('t allernoodzakelijkste) .
Voor de onverdochse (onverwachte) gasten kookte moeder rijst .
Dat is reid werk (dat gaat gauw en gemakkelijk) .
552 . Ouwe paarden, die zijn gaan liggen, kunnen sours niet
meer op eigen kracht overeind komen . Men tilt ze dan aan de
staart op . Dat heet steerten .
Vader is lastig voor z'n arbeiders ; hij loopt sours de hele dag to
steerten (aanzetten, aanvuren, aanporren, aanmerkingen maken) .
553 . Truus weegt niet veel, 't is 'n dundas ('n dun, slank,
rijzig f iguurtje) .
554 .
Nel, je kachel brandt funk, 't is hier loeker (warm) .
555 . Sours heb ik van die zangerige benen ('n moe gevoel in
de benen) .
De brei is zangerig (lichtelijk aangebrand) .
Opm . : 'Zangerig' is Ned . in de betekenis van welluidend, melodieus . By . : 'n zangerig gedicht, 'n zangerig lied) .
556 . Hij heeft dat werk in korte tijd opgeleverd ; hij heeft
m goed verweerd (zich funk ingespannen) .
557 . Bij het werkwoord 'overrijden', in de betekenis van 'met
'n voertuig er overheen rijden', dat in 't Ned . de klemtoon krijgt
op de derde lettergreep, legt de Westf ries 't accent op de eerste
Als je 'n kind zou overraien, zou je dat nooit kunnen vergeten .
Wie heef t dat kind overreden (overreden) ?
Wil de Westf ries deze laatste zin in 't Ned . zeggen, dan zegt ie
dikwijls verkeerdelijk overgereden .
558 . 1k zag 'n kind to water (in 't water) vallen, lk vloog met
'n stuff f (met 'n vaart) de deur uit, our 't to redden .
85
Men gebruikt 'te water' ook in 't Ned ., by . : 'n boot to water laten,
vervoer to water,
to water gaan (gaan zwemmen) .
559 .
Wat 'n vervelend gehoor, als die man met z'n schcenen
(slof t, langs de grond schuurt) .
zo slur f t
560 . Alle kleren lagen omwoid (verspreid, uiteen, uit elkaar)
op de vloer . Toen ik 't zag, dacht ik : Sommige moeders kunnen
't raar of skieten of : o f steken (eigenaardig aanpakken) .
561 .
Wat is alles toch
rotduur
(peperduur) .
562 . Hij gooide de bloempot an garrelementen (kapot, aan
splinters en scherven, aan gruizementen, aan gruizelementen) .
563 . 1k moest gauw of maken (voortmaken, opschieten), antlers zou ik de bus niet halen .
Als die f amilie op 'n f eestje bij elkaar komt, dan kunnen ze wat
o f maken (wat 'n drukte maken, goed f eest vieren) .
Opm.: 'Af maken' is Ned, in verschillende andere betekenissen,
by . z'n werk ofmaken, 'n zieke koe of maken, enz .
86
Moeder, wat moeten we klaarmaken als baispul voor morgen (groente bij 't hoof dgerecht) ?
564 .
565, lk had hem in lange tijd niet meer gezien, ik bekende of
bekon hem niet eens (herkende) .
566 . Hoe ver ben je met de schoonmaak heen?
0, 't loupt op 'n of snaier ('t loopt naar 't eind, 't is bijna afgelopen) .
567 . Komende zondag gaan we met onze kinderen naar 'n speeltuin . Ze kunnen dan heerlijk hun tuul uittulen ('ns heerlijk uitleven) .
568 . Die man heef t in z'n gezin niet veel to f orten (in to brengen, to zeggen) .
569 . Dat ie 'n grote mond tegen me zou opzetten, dat was ik
wachtende (dat verwachtte ik, daar rekende ik op) . Hij speelde
dan ook op as de rouk (hevig, hef tig) .
Toen ie het ongeluk zag gebeuren, vloog ie as de rouk (heel vlug)
om 'n dokter .
570 . Wat komt daar nu allemaal door de dam (de poort, 't
damhek) ? Laat ik nou zeven onverdochse gasten (onverwachte,
niet verwachte gasten, die komen middag-eten) krijgen!
Dat heb je niet goed gedaan . Ga 't maar overnuw doen
(opnieuw) . Onderlest (laatst, onlangs) heb je dezelf de f out
gemaakt .
571 .
572 . Wanneer heb je Cor voor 't eerst ontmoet? Drie jaar geleden op Hemelsvaartdag (Hemelvaartsdag) . Hij leek me eerst
veuls (veel) to oud, maar ik dacht, ik kan 't zachs (licht, allicht)
proberen . En nou ben ik erg met 'm in 't zin (in m'n schik) . En
ik hoop dat hij 't ook nei 't zin heef t (naar z'n zin heef t) .
M'n ouwe bromfiets moet opgeruimd worden . Elke dag zit
ik er aan to madderen of : medderen (knoeien, klungelen, inspannend werken) .
Dat gemadder moet nu 'ns uit zijn (dat moeilijke werk) .
573 .
87
574 . Als er 'n pak snei (laag sneeuw) ligt, wat geef t dat toch
'n proest (smerige, natte boel) als 't gaat dooien!
575 . Doe je opgestroopte mouwen flu maar nei de leigte (naar
beneden, omlaag) .
Jongen, kom uit die boom, kom nei de leigte (naar beneden) .
576 .
Hoor ik vader thuiskomen? Ik denk van al (wel) .
577 . Tante Aaf is de ene dag goed to spreken en de andere dag
slecht . Je moet 'r wat gunstig tref f en, ze is erg bai de rullen (wisselend van stemming, niet gelijkmoedig) . 't Is hop o f drop, mal
o f dral (alles of niks, mooi of lelijk, ze vervalt in uitersten) .
De verbouw van uiens (uien) is erg wisselvallig . Hij kan veel
geven, maar hij kan ook veel nemen, 't is hop o f drop (alles of
niks) .
578 . Is de auto van de koster nuw (nieuw) ?
Nee hoor, 't is geen nuw (nieuwe), 't is 'n oud (ouwe) . Maar
dat doet er niet toe, 't is 'n best (beste) en nog 'n mooike
(mooie) ook .
579 . In het drukke verkeer is 't voor kleine kinderen gevaarlijk
op straat . 't Moet er wel wat an daien ('t lot moet hun wat
gunstig zijn, ze moeten wat geluk hebben) .
't Moet maar teugendaien (tegenlopen), dan kun je niks bereiken .
Ik heb 'n toom van twaalf biggen liggen, elf mooie en een misdaier ('n onvolgroeide, die achter gebleven is in vergelijking met
de andere) .
580 . Hij heeft geen gemakkelijke vrouw ; hij moet 'r wel funk
op bit raien (straf f e maatregelen nemen om baas to blijven) .
581 . Piet zingt wel goed, maar Klaas kan gien woishouwen
(niet zuiver zingen) .
582 . Eeri stadter (stedeling) gewent niet gemakkelijk op 'n
dorp .
583 .
88
Bij buurvrouw Agie hangt zo'n ouskige of : ouske (muf f e,
onf risse) lucht in huffs . Dat komt wel doordat 'r huffs erg
drem (vochtig) is . Met mal (broeiig) weer merk je het 't meest .
584 . Als je die meneer uitnodigt op ons f eest, dan moet je z'n
vrouw ook inviteren, dat vloit wel (dat spreekt vanzelf, dat hoort
.
er zo bij, dat kan bijna niet antlers)
585 . Anneke is nog maar twee jaar ; toch kept ze alle buurkinderen al op 'n urt (heel precies, nauwkeurig) . Ja, 't is 'n lepe
stinkerd (vluggerd), ze doorziet de toestand gauw en weet daar 'r
voordeel mee to doen . Sours loopt ze zo permandig (parmantig)
armpie-deur (gearmd) met Gertje van de buren .
586 .
Is Piet al aan z'n werk? 0 ja, hij is al 'n kwartier an de
veers (aan de gang, bezig) .
Als je toch naar de stall moet voor je auto, dan kun je met dezel f de veers (meteen, met dezelf de gang) hoestpillen meebrengen .
587 . Reed de auto, toen het ongeluk gebeurde, dut-op (naar
deze kant, in de richting van de spreker) ? Nee, hij ging dat-o p
(in de richting van de spreker af) . Ben je in kort (kortelings,
korte tijd geleden, dezer dagen) nog bij het slachtof f er van de
aanrijding geweest?
89
Joris en Aaltje gaan in 't bejaardenhuis ; baietwei (allebei)
in de tachtig ; ze worden onhandig . Wat ze met 'r handen opzoeken (oprapen) gooien ze met 'r gat weer ondersteboven . De
loden hangen op de grond, 't geren is van de klos (ze zijn afgeleef d en hulpbehoevend) .
Zie spreekwoorden, enz .
588 .
Gister had ik 'n snippie, 'n brikkie, 'n oppertje ('n buitenkansje, 'n extraatje) : duizend gulden uit de staatsloterij .
Ik was van plan, vandaag met m'n vrouw er 'n lekker etentje
van to nemen in ''t Karrewiel' bij Willy, maar ik kan niet weggaan, want er staat 'n koe op kalven (ze kan elk ogenblik kalven) .
589 .
Tamis is 'n prettige man ; hij heeft altijd klucht (plezier,
lol) . Ja, hij kan zo leuk klucht maken met onze kinderen (lol
maken, grapjes maken, leuk omgaan met) .
Je moet 't je niet aantrekken, hij zei 't maar voor de klucht (voor
de grap) .
Ik reed de klucht (kluft, afhellende schuinte) van de Hensbroeker brug op .
590 .
Op 't verjaarsfeest van hun moeder kregen ze ruzie en
toen was 't mooi van 't gasten (de pret was voorbij, de aardigheid was er af) .
591 .
592 . Wat is dat 'n druk kind!
Ja, hij is zo wild as hoof (zeer druk en ongedurig) .
593 . 's Zondags om negen uur is in onze kerk 'n zingende (gezongen, in tegenstelling met 'stille') mis .
594 . Is Piet al binnen? 0 ja, al lang al . (Dit overbodig herhalen van 'al' komt ook buiten West-Friesland voor) .
595 . Men moet hem niet ansassen (aanhitsen, ophitsen, opstoken, aansarren), hij is toch al zo oplopend .
Je mag niet die appel van dat kleine kind o f pollen (aftroggelen, of bedelen) .
596 .
90
Foto, genomen to Hoogwoud in het begin van de 23ste eeuw, van het
huffs van Herman Friedrich Carl HABERMANN, geboren to Bippen bij
Hannover op 26-9-1846 en overleden to Hoogwoud op 3-7-1939 . Zijn
vrouw (in 't zwart) , Marie van der Oord, werd geboren to Wognum
op 2-4-1860 en overleed to Hoogwoud op 5-12-1948 . Hun huwelijk was
kinderloos. De heer Habermann was 'poepezak' of 'lappiespoep' (manuf acturier) en ventte, met de zak op de rug, in de naaste omgeving to
voet. Op groter afstand ging hij met de kettekar met strijkbare kap .
Het meisje met hoed is Anneke Hazelhoff, thans mevr . First, wonende to
Zaandam . Het jongetje met matrozenkraag is Dirk Breebaart, geboren
8-10-1905, thans burgemeester van Hoogwoud en voorzitter van het Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland' . Daarnaast staat Corrie Stroomer
met een van haar tantezeggers . Het huffs van de heer Habermann in de
Burgemeester Hoogenboomlaan nr. 48 is nu bewoond door mej . Erends .
In de vorige eeuw vestigden veel Duitse manufacturiers zich in ons
land : V & D, C & A, Koster, Stokman, Schmalz, Voss, Bruggeman, enz .
597 .
Autorijden, dat is z'n druk (z'n lievelingsbezigheid) .
598 . Wat zit je toch to f rikbillen (je zit maar to draaien op je
stoel, je zit geen ogenblik stil) !
599 .
Piet van Arie is 'n gestopt ventje (gezet, kort en dik) .
91
600 . Ons Tonnie is erg huizig (huiselijk, hokvast, gaat niei
graag uit) .
601 . Tussen ons huffs en dat van buurman is 'n open glop ('n
onbebouwd gedeelte van enige tientallen meters breed) .
602 . Voor dat stukje bouwterrein zijn verscheiden gaaienaars
(gegadigden) .
In 'n warenhuis vind je altijd wel wat van je gaaiing (galling) .
603 . 't Is hollebollig weer (ongestadig, veranderlijk) .
Opm.: In 't Ned, betekent het : dwaas, koddig, zonderling, by . 'n
hollebollig verhaal .
604 . Wat heeft dat kind 'n rabbig of : rappig jasje aan (rafthg, slordig, versleten) ! Het is hot (erg) verlegen om 'n nieuw
pakje.
605 .
Nei (na) drieen ga ik nei (naar) Alkmaar .
606 .
Hou je van vinken, van koonders (kanen) ?
Deer komt iemand over 't possie of : de post (loopbruggetje) . 0, dat is die rare meut (zonderlinge vrouw, ouwe vrijster),
die komt wel weer to potteglouwen (pottekijken, afneuzen) . Ze
last 'r paraplu in 't hossie staan (klein portaaltje voor de achterdeur) . Geeft 'r niet die stoel, die uit z'n krikkemikken is (uit z'n
voegen, gammel) .
607 .
608 . Hoeveel zuiker (suiker) moet er in dat gebak?
'n Koppie streken-of ('n kopje afgestreken vol) . Zie ook 878 .
609 . 't Kleine kindje had de hele wieg onder (vol) gespuwd .
Wat 'n brat ('n vuile massa) ! Alles zat onder (was vuil) .
610 . Vind je de stof van Afies jas niet wat f luterig (dun en
licht) ?
Moeder, mag ik wat dikker boterhammen mee naar school, niet
van die f luters (heel dunne sneetjes)?
92
611 . Hij heef t 'n beste vrouw getrof f en, ze is niet handskoon
(ze wil werken, haar handen behoeven niet schoon to blijven) .
612 . We handsen mekaar goed (we kunnen 't uitstekend met
elkaar vinden) .
Met dat werkje moet ik can de andere kant staan ; aan deze kant
handst (hands) 't me niet.
613 . Kind, was zit je toch to skrobben (schurken) !
Och, vergeef 'm maar wat : hij is 'n acme skrobber ('n arme
drommel) .
614 . Je hebt 't niet direct to doen, 't bit 'r niet bai (er is nog
geen haast) . 't Kan over 'n uurtje nog wel .
Opm . : Deze uitdrukking words ook gebruikt als uiting van
afkeuring, verwijt of verontwaardiging, ook om to kennen to
geven, dat jets overbodig of ongewenst is. Voorbeelden :
Vrouw: '1k heb vanmiddag 'n bloesje gekocht, 't kostte maa
twee tientjes' .
Man : 'Nou, dat loft er bai, je weet toch, dat we op 't ogenblik
zo slecht in ons geld zitten!'
Zoon : '1k ga vanavond naar de bioscoop' .
Moeder : 'Loft dat 'r zo bai? Je vader is jarig en dan hoor je
thuis to blijven' .
615 . Een paar van die echte brakken (rakkers, deugnieten)
van schooljongens hadden m'n f jets opgeknapt . l k gaf ze
'n bogie ('n pluimpje) en was bokkeneuten ( pinda's, sausjes) .
.
Ze gingen bloid (blij) op huffs an (naar huffs)
616 . lk heb gister m'n tuintje gespit . Toen ik klaar was, had ik
't jak an of : had ik 't end in de bek (ik was doodmoe, ik kon
niet meer) .
617 . Ons Vera spukelt wat met Gerard van de koster (ze is
in 't beginstadium van 'n kennismaking) .
618, lk heb trek in was snakkerigs (hartigs), maar 't moet
niet zo broin-zout (heel erg zout) wezen, lk wil zo maar 'n
.
snakker hapje (hartig, gekruid, pikant van smack)
93
616
619, We moeten 'ns wat schoenveters kopen voor de breek
(als reserve) .
620 .
1k verskrookte (schroeide) m'n jas aan de kachel .
621 . Z'n vrouw is gestorven en nu is ie boekie-zoek (voelt zich
eenzaam en verlaten) .
622 . We gaan nog niet, we wachten even tot de grooste gons
(massa) van de kerkmensen voorbij is . Onderweg naar huffs
kregen we 'n gons water ('n plensbui, 'n stortbui) !
Tijdens de voorstelling zat 'n groepje jongelui achterin de
zaal to grielen (giechelen) . Ja, de bezoekers zijn alshans (van
allerlei slag) .
623 .
Hoe zit ie er bai? (Hoe is z'n vermogenstoestand?) . Nou,
hij had 'n funk vermogen, maar hij heef t 't in de loop van z'n
leven gaandeweg verrutteld (verkwanseld, versjacherd) .
624 .
Hij had to vlug gereden in de bebouwde kom en kreeg
'n hoge boete . Hij was voorgoed beleerd of : toekocht (af geleerd,
deed 't nooit meer) .
625 .
94
Als je je kinderen door druk verkeer naar school moet
laten gaan, zit je wel dr's mit loi f houwen (zit je wel 'ns met
angst en vrees) .
626 .
Hoe sta je met je werk?
Ik ben 'n heel-end-heen klaar (bijna) .
627 .
628 . Wat is die jongen van Schilder toch 'n lange her (lange,
dunne jongen) .
Als de kinderen in bed liggen, ga ik ze lekker inhokkelen
(instonpen, toedekken) .
't Is fel koud, je moet dat kind goed inhokkelen als 't straks
naar school gaat (warm inpakken, aankleden, our 't tegen de kou
to beschermen) .
629 .
630 .
De jongelui van nu willen graag alle feestjes en partijtjes
bezoeken) .
bewaaien (af lopen,
De verloof de van Jaap kan sours zo uitheems doen (aanstellerig, uitgelaten, ongewoon) .
631 .
Ik verskeurde (scheurde) m'n nieuwe mantel aan 'n
spijker, ik was er beloord van (kapot, erg teleurgesteld) .
632 .
633 .
bien
Bij 't voetballen trap ik gemakkelijker met m'n linkse
(linkerbeen) dan met m'n rechtse bien (rechterbeen) .
Ik had eigenlijk geen tijd our naar dat verjaarfeest to gaan,
maar m'n beste vriend verjaarde en dus kon ik 't niet omkrombienen (ontlopen, ik kon er niet aan ontkomen) .
634 .
Veel f ietsen staan 's nachts buiten . Ik zet de mijne voor
de sekurighoid (voor alle zekerheid, voor de veiligheid, voorzichtigheidshalve) in de boet (schuur) .
635 .
Vanmiddag ben ik op 'n hip en 'n drip (in haast, in korte
tijd) naar Alkmaar geweest .
Ja, dat vermoedde ik . Je had misschien maar 'n kleinigheidje
636 .
95
to doen, dan kun je dat met de bus net op 'n heen-en-weertje
(met 'n maar kort verblijf in Alkmaar) .
Ik zat zo behaaglijk bij de warme kachel, dat ik de hip niet krogge kon our naar de vergadering to gaan (de cooed niet kon opbrengen, er niet toe kon komen) .
637 . 't Had zo hard gevroren, dat twee weken na 't intreden
van de dooi 't he! ('t hal) nog in de grond zat .
638 . 't Vijftienjarig dochtertje van hiernaast is al funk to vraien (ze vrijt al met jongens) .
639 . Hoe ver ben je met verven?
Hier tot toe (tot hier) . Niet deer tot toe (tot daar) .
640 . Heeft jouw Dorus al verkeri~:g? Nee, maar hij heeft we!
'n moidje (meisje) op skot (op 't oog) .
Gister op 'n f eestje meenden ze me in 't ootje to nemen, maar
ik kreeg ze op skot (in de gaten) .
641 . Buurvrouw gaat meestal op vrijdag al wat zaterdag-werken ('t zaterdagse werk doen) . Dan zit ze op zaterdag rustig to
koppiesen (koffie of thee drinken) . Sours roept ze dan : 'Zalle
we gezellig 'n koppie doen (Kom je gezellig 'n kopje drinken) ?
96
642 . 't Is voor hem alle dagen poeren (heel hard werken) en
toch is 't in z'n gezin nog 'geef ons heden ons dagelijks brood'
(maar 'n sober bestaan) .
643 . Wat stond de tafel straks vol ; nu is ie weer ruim (opgeruimd) .
Die ouwe kast is 'n onruim in de kamer ('n obstakel, 'n sta-inde-weg) .
644 . Hij is oud, hij werk meist niet meer (bijna niet, haast niet,
meestentijds niet) .
645 . Hij kreeg zomaar een-twee-drie de val op het baantje van
koster (zin in, genoegen in) .
Opm . : 'Val' in deze betekenis is dus niet alleen gewestelijk in
gebruik in Zuid-Nederland, zoals Van Dale vermeldt .
646 . Over de benoeming van die ambtenaar heb ik niks to
kerdiezen (niets over to zeggen of to beslissen) .
647 . Als men haar verloof de to na komt, kan ze zo heerlijk
op de ketting springen (in 't geweer komen, hem met vuur verdedigen) .
648 . De bezoekers van de kermis to Nibbixwoud kwamen
weg en weer vandaan (van overal, van heinde en ver) .
649 . Loop je straks even aan : ik heb 'n boskip an je (iets met
je to bespreken) .
650 .
Ik kan niet komen, omreden (omdat) moeder ziek is .
Wel goed Ned . is : Ik kan niet komen om redenen, die ik liever
niet meedeel .
651 . 1k ga niet mee naar de toneeluitvoering, want ze zeiden
me, dat er niks an vongen is (dat ie niet mooi is, integendeel) .
Sommige mensen vinden bonen met vet lekker, ik vind er niks
an vongen (niet lekker) .
652 . Ik dank je voor 't gezellig avondje en ik zal nou maar
s op huffs o f gaan (naar huffs gaan) .
97
653 .
Vandaag is er niemand anders thuis dan opa, die bij ons
over de vloer (inwonend) is en dan nog onze thuishaalder
(pleegzoon of pleegdochter) . Die hebben we thuishaald (in ons
gezin opgenomen) toen z'n moeder stierf .
Opa is zo vergetelijk (vergeetachtig) , als ie maar niet vergeet
de kippen to voeren .
'S Oches ('s ochtends, 's morgens) vroeg naar de Alkmaarse markt was 'n kouwe stiek ('n kouwe refs) . Op de markt
raakte er nog 'n koe van me los . Zo'n Alkmaarse jongen heeft 'm
voor me vastzet (vastgebonden) , maar dat kon ie niet eens,
't was 'n struul, 'n druul, 'n drol, 'n kal f, 'n stult (lummel,
sukkel, suf f erd, lomperd) .
De hele dag markten en dan nog met de boel naar huffs . Alles
bij elkaar was 't 'n stoere dag ('n dag van aanpakken, hard
werken, 'n vermoeiende dag) .
654 .
Alles liep me vandaag tegen : m'n derde koe van voren
(van voor of geteld) versmakte 't (verwierp 't kalf, kalfde to
vroeg) ; 'n stelletje kwajoos (deugnieten) hebben m'n auto beskransd (bekrast, beschramd) ; ik heb ze direct openterd (weggestuurd) . 1k ging daarna m'n appelen sorteren en toen bleek
655 .
656
98
dat er aan de meeste 'n steedje (rottend plekje) zat . Als ik 't zo
roezen moet (schatten, ramen, begroten), dus zo bai de roes zeggen (ruw schatten), dan vermoed ik, dat de helft voor de
handel verloren is . Ja, als alles teugendaait (tegenloopt) dan
kun je geen goeds doen .
656 .
Dat groepje jongens op de straat is de hele middag al
aan 't ma! jagen (drukte maken en kattekwaad uithalen ; sours
alleen : stoeien, ravotten) . Gister maakten ze 'n stokie (vuurtje,
brandje) achter 'n hooiklamp . Als je ze 'n standje geef t, verbreeuwen ze er niet van (verbouwereren) .
657 . Zou Cor de f lens (influenza) krijgen? Hij heef t van die
poggen (verhogingen, verdikkingen) onder z'n ogen . Vanmorgen had ie verbeelding van (trek in) verloren brood (wentel-
teef jes) . Gister vroeg ie our sop (wittebrood in melk gekookt) .
Hij begon to eten, maar 't beskoot niks ('t beliep, 't betekende) .
Ja, hij is erg vervongen (pijnlijk en ziekelijk door kouvatting) .
Hij is altijd zo'n vroegspouk (staat altijd heel vroeg op), maar
venochend (vanmorgen) kwam ie laat uit bed .
Opm. : het gebruik van venochend en 's oches of alleen oches
('s morgens) is zeer f rekwent . De Westf ries gebruikt vrijwel
nooit ''5 morgens' en 'vanmorgen' .
658 .
De vrouw van m'n broer was niet erg goed (lichtelijk
ziek) . Weeksternei of : weeksteran (de volgende week) ging 't
beter .
659 .
Toen ie tachtig werd kon oom Jaap z'n verstand nog
tamelijk goed gebruiken, maar jaarsteran ('t volgend jaar) was
ie kinds .
660 . Koos is niet zo'n goeie leerling, hij kan de vleet of : vloot
niet goed bijhouden (de leerlingen van middelmatige aanleg) .
Sours is ie moedeloos en ziet er gien verwin op (ziet er geen kans
toe, geen mogelijkheid toe) . Erg is ook, dat sours zo'n lokkebout
(lummelachtige, grote jongen) hem nog plaagt . Koos staat dan
sours to lidderen van woede (beven, trillen), maar hij kan 'n
vechtpartijtje niet hachten (riskeren), want hij kan z'n tegenstander niet mannen .
99
661 . M'n vrouw kreeg op 'r verjaardag 'n nieuwe stofzuiger .
Dat was in de emmer (dat was in de roos geschoten, dat vond
ze f ijn) !
Gerrit is bij de ouders van z'n verloofde erg in de emmer (in de
smack, ze lopen met 'm weg) .
662 . Heef t jullie Hans al verkering?
Nee, maar hij lingers wel was op dat meisje van Cor Wagemaker .
Als je over haar praat, dan kijkt ie pruimig en muiterig (vrolijk,
opgewekt) . Maar ik weet niet of zij Hans wel hebben wil ; hij
is zo'n pluut, zo'n etagere skrook, zo'n opeten ventje, zo'n breidenmig (min, mager, onooglijk kereltje) . Als ie over dat meisje
praat, dan kan ie 't zo heerlijk opbochelen (prijzen) . Hij verzorgt zelfs z'n uiterlijk al beter ; deze week moest ik 't poddeheer
in z'n nek al wegknippen (de nekharen) .
663 . Vader is al bijna tachtig, maar hij skottert (loupt) nog
dagelijks vijf kilometer naar en van de kerk . En moeder zit nog
elke dag to ribben of : rippen (naaien) . 't Is nog 'n talie van
'n woi f ('n f orse, sterke vrouw) . En 't is geen smerige sod (ze
is proper) . Ze kunnen goed rondkomen, want vader heeft altijd
100
goed verdiend en z'n centjes niet verbarreld (verkwist, verbrast) .
Z'n buurman komt elke dag bij 'm om 'n roukie ('n praatje onder
gezellig roken) . Zo'n roukiesgast vindt vader leak . Ze vinden
hun kleinkinderen wel wat reurig (druk, al to levendig) . Alleen
Anneliesje, die handige smeerhoorn (vleister), kan 't niet verbruien.
Let op de overbodige s in :
Verders (verder, overigens) was er geen nieuws .
Je doet veels to veel zout in de aardappelen .
Verders (tenslotte) veel groeten van tante .
664 .
lk wou de hond vangen, maar ik kon 'm niet begaan
(pakken, grijpen) . Zij liep op 'n drafje, maar ze kon de rijdende
bus toch niet meer begaan (bereiken, inhalen) .
665,
666 . Toen buurvrouw hoorde, dat ze 'n prijsje had gewonnen
in de staatsloterij, was ze helemaal onthikt (opgetogen, zichtbaar
blij) .
Niekje komt met erg vuile kleren uit school en zegt : Bartje
.
Barrel heef t me volgooid met prut (geheel begooid met molder)
667 .
668 . Zit niet de hele tijd aan 't tafelkleed to f roezelen (frommelen) .
669 . Vader : Jongen, last je die tweedehands auto niet aansmeren!
Zoon : Dat heb gien last, hoor (dat gebeurt niet, heb daar geen
zorg over, ik laat me niet beetnemen) .
1k heb er al 'n heel (hele) tijd over nagedacht .
lk hoorde er in 't groot van op (grotelijks) .
670 .
Hoe voldoet je nieuwe wagen?
Uitstekend, 't is 'n hele best (heel beste) .
671 .
Keessie van drie jaar kan niet to lang alleen in de kamer
met kleine Toosje . 1k heb altijd vrees dat ie dat kind 'n ramp
o f winnen zal (haar pijn doen bv, door haar to slaan) .
672 .
10 1
673 . Dinsdags ga ik graag naar de Purmerender markt . Maar
't lukt me altijd niet (niet altijd), ik heb 't thuis wel 'ns to druk .
Heb je dat boek gelezen?
Nee, helemaal niet (niet helemaal) ; ik heb er enkele stukken
uit gelezen .
674 .
Ik was net-an op tijd voor de bus (net, juist, precies) .
Hier gaat veel verkeer bai fangs (bai hoort niet in de zin) .
Oom joris gaat er niet zo krap bai fangs (is niet krenterig, niet
gierig) .
675 .
Buurman Bertus, de zadelmaker, zat in z'n werkplaatsje
nog op de blauwbakken (tegels, plavuizen) . Hij was organist
in de kerk. Als de klok begon to luiden voor de dienst, deed ie
z'n klompen uit, stapte in z'n pantof f els en ging zovors of
zovoort naar de kerk (dadelijk, direct, onmiddellijk) . Vgl . het
Duitse 'sof ort' .
676 .
677 . Op (in) 'n nacht was er 'n koe in ons bloementuintje
geweest ; apes was verrinneweerd (beschadigd, vernield) .
678 . Ik hou er niet van, als 'n gastvrouw zulke voile lokken
(koppen) kof f ie schenkt .
Omveer (elders, ver van huffs) hoor je sours de nieuwtjes
van je elgen omgevmg .
679 .
680 . Hij is rijk, maar neidat ie geld heb leef t ie krenterig (naar
mate hij geld heef t, in verhouding tot z'n geldbezit) .
681 .
In dat huffs kan 't fangs de vloer zoigen (tochten, trekken) .
682 .
In de eerste helf t van de maand was 't mooi weer, maar
nu is 't weer van de pen (doorlopend slecht, guur) .
Hij is groosk op z'n studerende zoon (groots, trots) .
Zij is to groosk our met arme lui our to gaan (hooghartig, kwetsend trots) . Zie ook nr . 880 .
683 .
102
684 .
Als er op 'n dag veel werk is, loopt vader de hele dag to
f oeteren en to mopperen) en 't is
keer gaan, maar weinig presteren) .
bleizen en to poeperen (te
allemaal poepedri f t fluid to
Ik kreeg onderweg 'n lekke band, dat was 'n vervelend
('n onverwacht, ongewenst voorval) .
Opm. : In 't Ned . is 'n interval in de muziek de afstand tussen
twee tonen, bv, tussen sol en do) .
686 . Die schooljongen is 'n echte bazeroet (kwajongen, robbedoes) . Hij krijgt van z'n oplopende vader wel 'ns 'n optrawaf f el
('n draai om z'n oren, 'n oplawaai, 'n dreun) .
685 .
interval
Ik denk dat ie mitterhaast zestig is (bijna) .
Opm. : 'Metterhaast' is ook Ned, met de betekenis 'in haast' : Die
reparatie is metterhaast gedaan .
687 .
Hoe zit die zaak in elkaar?
Ik zal wel 'ns luikhoren (stiekem informeren) naar de juiste
toedracht .
688 .
689 .
Daar heb ik geen zin
aan (in) .
Hij heef t geen werk, hij loopt al twee maanden om (aan)
de kant . 't Vorig jaar heeft ie ook maandenlang om de landen
loupen (lopen luieren, nietsdoen) . Z'n vrouw verdient in hun
kleine kafeetje ook maar weinig, wat spelden- en neeldengeld
(wat geringe inkomsten, wat kleine ontvangsten) .
690 .
691 . Je vindt in 't hele
niet zo'n beste werkster .
averom
692 . Hemn is gauw dood gegaan,
m nog ontmoet .
(gewest, omgeving, omtrek)
inkort
(kort geleden) heb ik
693 . Toen ik nog jongeklant of : jongkirrel was, gingen we
op gele klompen naar de kerk (jongeman, zo van 18-30 jaar) .
Wat 'n mensen op de receptie bij Ko Konijn,
waren er (mensen van allerlei slag) .
694 .
le f ie en A f ie
1 03
695 . In De Streek brengt men de of valstof f en naar de bolk
(de vuilnisbelt) .
696 . M'n beste buurman Janus gaat verhuizen . Wat zal ik
misgroipen (wat zal ik hem missen) !
M'n auto is al enige dagen in de reparatie ; ik groip erg mis (ik
ben erg ontrief d, 't geniis drukt zwaar) .
697 . 't Is in dat gezin 'n echte poepebedoening ('n rommelig
gezin, wat armoedig) .
698 . Nou is 't al middernacht en Truus is nog niet thuis van
de vergaring (vergadering) van de handbal ; ik heb er gien deeg
(sours : deig) van (ik ben vreselijk ongerust) .
699 . Ik heb nog suiker genoeg in huffs ; daar ben ik niet our
begaan (niet our verlegen, daar heb ik geen behoef to aan) .
700 . De buurkinderen zaten voortdurend achter m'n kippen
to b osken (j agen) .
701 . Dat jochie van vier breeuwt al precies als z'n moeder
(brouwen, met keel-r spreken) .
702 . Klasie kwam huilende binnen, hij was in de brandenekels
vallen (brandnetels) .
703 . Ik won honderd golden uit de staatsloterij ; dat was 'n
brikkie (buitenkansje) . Zie : oppertje .
704 . Als je ; zoveel tegenslag krijgt als hij, dan wil je 't wet
besteden (dan verlies je de cooed, dan versaag je, dan zie je er
geen gat meer in) .
705 . In de lage deuropening moest ik bokken (bukken, buigen)
our niet m'n hoof d to stoten .
706 .
104
't Was van dat bone weer (vochtig-warm, broeiig weer) .
Foto, genomen to Hoorn b .g .v . het 25-jarig bestaan van het Historisch
Genootschap 'Oud West-Friesland' in augustus 1949 . De heer D . Breebaart, geboren op 8-10-1905 to Hoogwoud en burgemeester van die gemeente van 1946 tot heden . Sedert 1956 is hij voorzitter van genoemd
genootschap als opvolger van de heer G . Nobel .
Zijn echtgenote, mevr . J . Breebaart-Pluister met Westfriese kap, kaphoedje
en kleding als in het begin van deze eeuw in West-Friesland gebruikelijk
was op feestdagen .
Het paard draagt een zogenoemd bikkelebaven hoofdstel ; het leer is
belegd met schelpjes .
1 05
707 . Hij is maar 'n arme broodvechter (iemand met 'n schamel loon, die geen vermogen heeft) . De burrie (burgemeester)
hoops hem, op grond van de sociale verzekeringswetten, iets to
kunnen toespelen .
708 . 't Is zaliger to geven dan to ontvangen .
Ja, deer is veul van an (daar is veel van waar) .
709 . Hij kan dat werk niet om vijf uur klaar hebben . Jawel,
hij moet maar was antornen (zich inspannen) .
Voor z'n gezin heef t ie z'n hele leven gewerkt as-er-an-toe
(heel hard) .
710 .
711 . Hij heef t funk geerf d, deer-vandaan (daarom, dientengevolge) last ie 'n nieuw huffs bouwen .
Klaas Smal is tachtig, maar hij werkt nog als 'n dertien
(als 'n paard, nog hard) .
712 .
713 . Ik heb dat kostuum zomaar op de domme roof uit de kraut
besteld (op goed geluk, in goed vertrouwen, op de bonnef ooi) .
714 . Je hebt dit jaar al tweemaal loonsverhoging gevraagd en
gekregen . Nu moet je niet voor de derde keer vragen : je moet
't niet fakseren of : f okseren (f orceren, 't uiterste eisen, op de
spits drijven) .
Die man is elke avond an de f lenter (op de hort, de baan
op, naar iemand op bezoek) .
715 .
716 . Ja, dan drink ik voor de geloikighoid ook maar bier, net
als de anderen (voor de gelijkheid, om in de pas to blijven) .
717 . Ik dacht 'n gaatje in de betonnen muur to boren, maar die
was zo hard, dat ik er geen ginning in krijgen kon (begin) .
718 . Op dat borduurwerk keek ik me heel (zag alles gelijk, zag
geen kleur, of stand en diepte meer) .
1 06
Hij is 'n heerdkoekrentenier (met 'n heel gering inkomen,
die niet meer kan toelopen dan de (vroeger) in 't gezin gebakken
eenvoudige haardkoeken) .
719 .
720 . Jongen, hg niet to kalegezichten (te zaniken, to temen, to
vervelen) .
721 .
Kalkedodders
zijn kale, jonge vogeltjes, die nog maar
korte tijd uit 't ei zijn .
722 . Je mag Kesie niet knoeien (pijn doen, bv, door knijpen,
stoten, trappen) .
723 .
Ik hou niet van z'n konkele f oesies (smoesjes ; overdreven
beleefdheid, mooipraterij) .
724 . Rob komt dikwijls to last op z'n werk . En dan komt ie
nog koeterdekoet 't straatje op (kalmpjesaan, niet gehaast) .
725 .
We zullen 'm vanmiddag 'ns 'n lap zetten (veel werk
doen, extra aanpakken) .
726 .
Ik geloof niet, dat je ooit je geld krijgt van die vreemde
(oneerlijk iemand ; iemand die traag betaald) .
lampedanser
Hij heeft 'n makkelijke betrekking, 'n lappertjesleven
(gemakkelijk en onbekommerd met weinig werkuren) .
727 .
728 . 't Was geen blanco papiertje, er stond lezen op (tekst, er
stond iets op to lezen) .
729 .
doen
We zijn nu weer uitgerust en we zullen nog 'n hortje
('n poosje werken) .
730 . 't Is noidig (pijnlijk, teleurstellend) als je meent 'n bogie
(goedkeuring, 'n woord van lof of waardering) verdiend to hebben, maar je krijgt 'n rapplement .
731 . Pas op, val niet, hier is
den) .
'n o f
stappie
('n tree naar bene-
107
Opm. : Merkwaardig is, dat Van Dale wel 'opstapje' vermeldt,
maar niet 'af stapje' .
Goed gekapt, 'n nieuwe jurk . . . en toen stak ze o f (vertrekken, heengaan) .
Met dat smoesje steek ik niet o f (dat last ik me niet wijsmaken,
dat neem ik niet au serieux) .
732 .
Ze kwamen om (op) de kof f ie, om (op) de thee .
Oom Dirk woont om de noord, om de zuid (ten noorden of ten
zuiden ten opzichte van de eigen woonplaats) .
733 .
734 .
Hij werd onzoet of gerost (heel erg, ongenadig, onzacht) .
Het regende . Alle kinderen waren thuis, 't was
leven ('n hels lawaai) .
735 .
'n
oorlogs-
736 . Kinderen moet je niet tegen elkaar opstoepen (opstoken,
ophitsen) .
Dat zei dat kind niet uit zichzelf . Je kon duidelijk merken,
dat 'r moeder haar dat instoept had (ingefluisterd, ingegeven,
ingeblazen) .
737 .
738 . Nadat m'n man is gestorven, is m'n broer (h)otemetoot in
m'n bedrijf je (regelaar, albestel, iemand die de taken regelt) .
739 .
'n Stil dorpje met weinig
passaat
(passage, doorgaand ver-
keer) .
740 .
Wat is 't 'n rare passiekwant ('n vreemde sinjeur) !
Wat zit je toch met dat stompe mes in de ham to pielen
(onhandig snijden) . 1k kon met die poddevilder niet eens 'n
touw doorsnijden (oud, bot mes) .
741 .
Je bent ons allemaal to plat of : to plat o f (bij ons vergeleken in 't voordeel) .
742 .
Er waren to weinig stoelen . Toen gingen we maar op ons
platte gat op de grond zitten (met gestrekte benen zittend op
de vloer) .
743 .
X08
744 . Dat is praat op zolder (onbenullige praat, dikwijls onlogisch, leuterpraat) .
745 . Moet je nou, om dat onbenullige sjaaltje to zoeken, alles
over de rei halen (overhoop halen) ?
746 . 1k kon vanmorgen niet opschieten, ik had wel zes teugenloupers in een uur (moeilijkheden, tegenslagen) .
747 . Toen de hond begon to blaf f en gingen de dieven an de
rippeteer (aan de haal, er van door) .
748
Zij twijfelt nooit lang, ze kan rizzeleveren (resolveren,
vlug 'n besluit nemen) . Zie ook nr . 878 .
749 . Hoe last werd je kindje geboren?
Zo siesink elf uur (ongeveer, circa, om en bij) .
750 . De agent pakte de inbreker bai z'n skabbelakken (bij de
kraag, bij de kladden, bij de vodden, bij de lurven) .
751 . Kind, wees altijd eerlijk, want slechtighoid komt altijd
uit en wordt bestraft (oneerlijkheid, diefstal, onrechtvaardigheid) .
752 . Hij ging failliet ; nu verdient ie z'n kost met daghuren
(in daghuur, in dagloon werken, als dagloner, als arbeider) .
753 . Dat gezin heef t 'n hele smak joos (veel kinderen) .
Die vent heeft 'n smoit of : 'n smak geld (heel veel) . Vgl . Stuit
en zood .
754 .
Hij heeft de hele dag z'n smultje in de mond (korte tabaks-
pijpje)
755 . 1k moest wachten voor de
spoorbomen) .
bongels of : bommels
(de
756 . Vroeger kreeg men nog al eens 'n kassieskirrel aan de deur
('n marskramer, die z'n koopwaar uit z'n 'kastje' aan de deur
aanbood) .
1 09
757 .
Sond (sinds, sedert) kerstmis heb ik 'm niet meer gezien .
Ik kon eerst maar niet met dat werk beginners, maar eindelijk nam ik de spat op (begon ik er aan) .
758 .
759 .
enz.
De staal (steel) van 'n bezem, van 'n hark, van 'n schop
Om op 't land to komen moesten we over 'n smal steggie
(smal brugje of bruggetje) .
760 .
761 . De auto ging zo vlug voorbij, dat ik er maar 'n zwenk
of : zwink van zag ('n flits, 'n glimp) .
Opm. : 'Zwenk' is Ned, in by .: 't Gebeurde in 'n zwenk, d .i . in 'n
ommezien, in 'n oogwenk, in 'n handomdraai .
762 . Vanavond zullen we maar taielijk naar bed gaan ; morgen moeten we vroeg opstaan . (tijdig, bijtijds, vroegtijdig) .
Buurvrouw kwam toe (door) de achterdeur binnen en
ging er toe de voordeur uit .
Hij moet zelf maar beslissen, hij is toe z'n jaren (meerderjarig) .
De tong hing de hond toe z'n bek uit (uit z'n bek) .
763 .
764 . Tante Marie houdt veel van uiten (uitgaan), ze is allemaar
an de f lort (op pad, buitenshuis) .
765 . Wat zijn de kinderen uiteremi iterig (uitgelaten, uitbundig,
druk en lacherig) .
766 .
De stervende ging kalm uit (stierf, overleed) .
767 . Weyert Komen heef t honderden doden uitgekleed (af gelegd) .
768 . Onverwachts vloog er 'n hond voor m'n f iets langs ; ik
was er helemaal niet op verdocht (verdacht, op voorbereid) .
769 . Van verveulendighoid (uit verveling) ging ik maar wat
om 't huffs lopen .
1 10
Die dienstbode was na drie weken al vet (ze is ontijdig
ontslagen of heef t ontslag genomen) . 't Meisje is heel proper,
maar haar mevrouw is 'n vetdo f f er ('n vieze vetterik, 'n vette
viezerik) . Die naturen strookten niet met elkaar .
770 .
771 .
Maandag werd ik opgebeld om 12 uur 's nachts en daagsteran (de volgende dag) was 't weer-an (weer zo) op dezelf de
tij d .
772, je hoef t je niet to vervelen, je kunt altijd wel weerwerk
zoeken (bezigheid om de verveling to verdrijven) .
773 .
Vader is morgen jarig . Moeder, kunt u 'm vanavond
wegstoetelen (met 'n zacht lijntje uit huffs krijgen), we willen
als verrassing z'n stoel versieren?
774 . Op 't ingebouwde bed sliep m'n broer Kees op de kant
of : op 't kantje (de kant waar men in 't bed stapte) en ik lag
in de weig (tegen de achterwand) .
Morgen ga ik 't plafond wittelen (witten) . 1k zal de
witteles maar klaar maken (witsel, witkalk) .
775 .
Dat kind wuppelde door de kamer (voortdurend op en
neer wippen) .
776 .
777 .
Hij staat nummer twee op de voordracht . 't Staat er
zoet voor ('t staat er gunstig voor) .
778 . Zo as ik aan hem dacht, kwam ie de kamer binnen (terwijl, op 't ogenblik dat) .
779 .
Hij kreeg op z'n barstjansen (op z'n f alie) .
Fraaie handwerken . . . deer hew 'k gien toetoid in of
gien tuur op (geen zin in, geen lust toe, geen belangstelling voor) .
780 .
781 . Als je to veel in 'n vogelnestje kijkt en de eitjes aanraakt,
heb je kans dat je 't vogeltje hal maakt (zo bang, dat het 't nestje
verlaat en niet meer terugkomt) .
11 1
782 . Straatwieden vind ik 'n vervelend werkje ; ik heb er 'n
grent aan (hekel) .
783 .
Wanneer trouwt je zoon?
Bai goeddeeg 't volgend jaar (als alles loopt zoals we 't ons flu
voorstellen) .
784 .
Moeder kon haar naairing niet vinden (snort vingerhoed,
die aan de top open is) .
785 .
Als je pas bessen of andere zure vruchten hebt gegeten,
kunnen je tanden eggig zijn (zodanig, dat o .m . het roken 'n andere, minder aangename smack heef t) .
786 . In de skoonmakerstoid (schoonmaaktijd) heeft iedereen
haast .
778 . An 't heen-en-weerspul to zien (aan 't doen en laten) in
dat gezin, kun je wel merken, dat 't kan lijen ; ze kopen alles
wat mooi en duur Is .
788 . Arie had 'n leuk meisje gevonden, maar Jaap Groot zat
voortdurend onder die relatie to stoepen of : stoepelen (stoken,
kuipen, intrigeren, our Arie 't meisje of handig to maken) .
789 . Je moet Jan Louwersen f inancieel niet onderschatten, die
heeft wel labberdepoep (geld) 1k wou dat ik z'n geld in 'n
.
besketen doekie kreeg ('t geldbezit is stellig zo groot, dat 't de
moeite waard zou zijn, 't uit de vuiligheid to zoeken) .
790 .
Ik had 'n hekel aan dat gemier (dat vervelende gedoe) .
Ik vergriezelde me (ergerde me, verbeet me, had 't land) .
791 .
Ik stuur je nog wel 'n boodje (bericht, mededeling) of ik
op je verjaardag kom of niet .
792 .
Met 'n groot gezin is er heel wat to wrakstikken of : vrakstikken (te zorgen, to overleggen) . Om elk 't zijne to geven
moet je je dan sours erg benoupen (zich beperkingen opleggen,
n zuinig beheer voeren) .
1 12
793 . 't Gebeurde vroeger wel, dat je je op vrijdag verslabbezeerde (per ongeluk, ongewild, vlees at) .
794 . Zo'n lief klein beukertje (kereltje) van 'n jaar of drie
raakte bijna onder 'n auto .
795 . Als Trien Groot hier langs loopt, zal ze altijd inglouwen
(nieuwsgierig naar binnen kijken) .
796 . Die twee binken (knapen, jongens op de lagere-schoolleef tijd) van de melkboer hebben op hun zwerf tocht natte
bienen (voeten) gehaald . Ze gingen hun kousen drogen in de
zon en toen ze bij moeder thuis kwamen, waren de kousen alleen
nog maar wat do f (slof, bijna onmerkbaar vochtig) . Bij moeder
hadden ze 't natuurlijk verpeuterd (verbruid, verkorven, bedorven) .
797 . Die kast is bij 't vervoer (ge-) skandaliseerd (beschadigd) .
Opm . ; in 't Ned . betekent iemand 'Sc (h) andaliseren', hem belasteren, z'n eer roven .
798 . 't Was erg stil om me heen ; ik raakte eventjes beskoten
(ingedommeld, sluimerend) in de stoel .
799 . De wind f luttert door de naden van dit schot (er door
heen spelen, zodat 't tocht) .
800 .
Dat dorp was hilkendal (helemaal) vreemd voor me .
801 . Daar heb ik geen heugenski p meer van (herinnering,
heugenis)
802,
1k heb 'm gesproken in de hos ('t portaal) van de kerk .
803 .
Ze huilde
snot
en kwoil (tranen met tuiten) .
804 . 't Hele hussie (de hele boel, alles bij elkaar) was geen
cent waard .
113
805 . Op de markt in Hoorn zocht ik Jaap Buis ; na lang zoeken wist ik hem op de kop to tikken (te vinden, to ontmoeten) .
In 't Ned. gebruikt men deze uitdrukking alleen voor taken,
niet voor personen . De betekenis is dan : jets wat zeldzaam is,
toevallig vinden en kopen : In Arnhem wist ik 'n ouwe bijbel op
de kop to tikken.
806 .
Mag ik je loinhout even gebruiken (je liniaal) ?
Dat meisje doet zich vreemd voor, ze heef t van die rare
meneuvels of : meneuvers (manieren, gedragingen) .
Vgl . 't Franse 'manoeuvre' .
807 .
808 . Ik kreeg van Piet van Zijl als cadeau 'n flesje Franse
cognac . Daar zit mor in (pit, kracht, hoog alkoholgehalte) .
809 . Van zondag op maandag hadden we vijf nachtgasten
(loges) .
810 . Ik werd op twee f eestjes, die op dezelf de dag vielen, uitgenodigd ; een er van moest ik dus of f eren (af wijzen, weigeren,
prijsgeven) .
811 . Die gordijnen zijn zo rabbig (slordig, raf elig, onaf gewerkt) .
Dat timmerwerk is rabbig (ruw, onef f en niet netjes of gewerkt) .
812 .
Lummel die ik ben, ik heb 't stom (p) vergeten (totaal) !
813 . Strak kan, als bijwoord van tijd, betrekking hebben op het
verleden maar ook op de toekomst :
Strak was ie hier nog (zoeven) .
Strak komt ie hier wel langs (aanstonds) .
814 . Doe de melk door de temes (teems, melkzeef) .
Dat schaaltje is zo lek als 'n temms (zo lek als 'n mandje) .
815 . Z'n overhemd was op drie plaatsen stik of : stikkenig of
stikkend of : stukkend (kapot) .
1 14
816 . Weet jij dat onze vroegere dienstbode plotseling gestorven
is?
Ja, deer bin ik wetig van (dat weet ik)
817, lk moet honderd loten van de f anf areverloting zien to
plaatsen ; ik heb er al 70 verkocht, dat wint al (dat schiet al op,
dat vordert al aardig) .
818 . Oom Bram is 'n grote poeskop (driftig, kort aangebonden
iemand) . En als ie dan erg op z'n reg is (nit z'n humeur) dan
wordt tante Mointje ook pruttekollig (ontstemd) . Toen ik binnenkwam zag ik al, dat 't niet erg reiden was (dat ik niet erg welkom was) , dat ik op dit ogenblik kwam ; daar broeide wat .
Oom Bram vertelde dat ie lesten (laatst) skammerottig (gemeen, laag) behandeld was . Hij kocht van 'n goeie kennis 'n koe
voor eerlijk (als gezond, zonder gebreken) maar 't was 'n driespeend (een van de vier spenen gaf geen melk) . Nou is dat wel 'n
uitwendig gebrek, maar oom Bram had de koe niet o f spat (zie
nr . 240) , maar in goed vertrouwen meegenomen naar huffs .
Van achteren bekeken (achteraf bezien) had ie minder vertrouwen moeten geven . Dat was dus allegaar slecht bedaki (allemaal slecht gelopen, slecht gelukt) .
Oom en tante eten er wel gien stik minder om (geen snee brood
minder door), ze hebben achterland genoeg (reserve-bezit) maar
ze vinden 't zo beroerd, dat ze door 'n goeie kennis bedrogen
worden .
Jullie begrijpen nou we!, dat ik bij oom Bram aan de winderige
deur kwam (op 'n ongelegen ogenblik) .
819 . Heb je nog pijn?
Ja, maar 'n kloin biske ('n beetje) .
820 . Kind, heb je later niet liever 'n witboordjesbaantje ('n beroep waarin je 'n wit boord kan dragen), dan dat je elke dag
met 't gra f ie-van-zessen gaat? (al 's morgens vroeg naar de akker
als landarbeider) .
821 . Omstreeks 1900 ging men nei 't huisie ('t toilet) . 't Woord
verouderde en maakte plaats voor 'de plee' . Ook dat raakte in
onbruik en werd vervangen door 'de W.C .', of korting van water1 15
closet, die al weer verdrongen wordt (is) door ''t toilet' .
Opm. : In de omgeving van Brussel en wellicht elders in Vlaanderen, hoort men bij de dorpsbevolking nog 't woord 'huuske' .
822 . Voor clandestien slachten heeft ie in de oorlogstijd 'n
maand in de kas gezeten (in de kast, de bajes, de nor, de petoet) .
823 . Ons buurman komt dagelijks 'n paar minuutjes bij ons
voor 'n gezellig praatje . Hai heb 't padje nei oos toe reeuw loupen
(bij ons de drempel plat gelopen) .
824 . Hij is as de welicht ('weerlicht', heel snel) naar huffs
gegaan, toen ie hoorde dat z'n zoontje 'n ongeval had gehad .
Om de welicht niet (beslist niet, voor geen prijs)!
Malle welicht ('n uitroep, die betekent : Wat ben je toch 'n komediant, 'n pfas) !
Als je de prachtige woning van familie Hopman 'ns wilt
zien, dan moet je dat (daar) 'n langs wandelen .
825 .
Hij zal niet komen, 't weer is 'm wel to slecht, skat ik
(vermoed ik) .
826 .
Ik kreeg meleur (peck, malheur) aan m'n auto .
jongen, je maakt je dik om 'n kleinigheid . Wat 'n meleur! (Til
daar nou niet to zwaar aan, 't heef t niets to betekenen) .
827 .
828 . De gastvrouw zegt : Lekker eten, hoor, benoup je niet
(beperk je niet, doe je zelf niet tekort, neem 't er goed van) .
829 . Wat zit je toch to broeden (broeien) bij de kachel, ga 'ns
naar buiten!
830 . Na lang oef enen in 't vendelzwaaien had ie er eindelijk
de f uut van weg (de slag, de greep van to pakken) .
831 . Wat 'n eeuwig geservituut over zo'n onbenullige zaak
(doorzeuren, doorzaniken, uitspinnen) .
1 16
Dat ambtenaartje is zo'n hennemelker (napluizer, muggenzif ter) .
832 .
833 .
Hij heeft altijd 'n kees (pruim) achter z'n kiezen .
834 . Ouwe mensen overschatten sours zichzelf en zijn kroes
op hun prestaties (f ier, trots, kordaat) .
Je moet het haar van die koe niet tegen de beg in borstelen (tegen de draad in) .
835 .
836 . Ik durf de m'n client niet vragen our 't achterstallige geld,
maar m'n vader stie f elde er heen (ging) .
Vgl . het Duitse 'stief eln' .
Hij wil niet de hele dag in huffs zitten, hij gaat de Ovoid uit
(de deur uit, op stag, de straat op) .
837 .
De Wfr . zegt niet : Hij gooit iets in 't water, maar :
Hai gooide 'n stien in sloot of : to water .
838 .
Twintig kilometer tegen de wind in fietsen is 'n hele plok
('n zware opgave, 'n moeilijke tocht) .
We hebben de piano op z'n plaats gekregen, maar 't was 'n hele
hois ('n zwaar karwei) .
We zullen nog 'n rukkie of : rokkie of : hoichie doen (nog 'n
poosje gaan werken) .
839 .
840 . Ik kon nog net thuiskomen . 't Was kierie-kierie of de
benzine in de autotank was op (op 't kantje af, op 't randje af,
op 't nippertje) .
Opm . : In 't Ned . zegt men meestal : 'kiele-kiele', dat ook in
't Wfr . gebruikt wordt .
841 . Ik ben blij dat ik thuis ben op de f iets, er staat 'n bonk
wind (veel) .
842 . We hadden al 'n hele tijd geen spinazie gegeten ; ik was
er zomaar weer 'ns nuw nei (ik kreeg er trek in) .
843 .
Toen ik nog in de kloine joos zat (toen onze kinderen
1 17
nog klein waren), kon ik geen hiel lichten, maar flu ga ik 'ns
hier en daar heen .
844 . Bij tante Doortje drink ik niet graag thee : de thee die
tante zet is net kettewater (dun, slap, niet to drinken) .
845 . Je verbaast je er telkens weer over, dat je weekloon zo
gauw op is . Je vraagt je of : Weer bedaart 't (waar belandt 't) ?
Jan was van plan de operette in Spanbroek bij to wonen . Uitverkocht! Waar bedaarde-n-ie denk je? Bij Martje Loos van Simon
in Wadway (belandde) .
GREPEN UIT DE GRAMMATICA
Jets over woordsoorten, woordvorming, woordorde, vervoeging,
verbuiging, meervoudsvorming, zinsdelen, uitspraak, enz .
(Ter vergelijking en aanvulling van het hierna volgende uit de
grammatica, enz, maken wij de lezer attent op het zeer interessante en gedegen opstel in de 36e Bundel van het Historisch
Genootschap 'Oud West-Friesland', blz . 122-132, 'op verkenning in de West f riese taaltuin' van de hand van Jan Pannekeet,
leraar M .O.-B Nederlands en uitstekend kenner en schrijver van
het Westf ries) .
850 . Er zijn enige werkwoorden, waarvan de Wf r, dikwijls een
andere verleden tijd gebruikt dan de Nederlandse . Vaak words
dan de ie-of i-klank een o-klank . By . :
Hij hol p me nooit (hielp) .
De jas hong aan de muur (hing) .
Ze gong to last weg (ging) .
Hij stong of : sting voor de deur (stond) .
Piet vong'n vogeltje (ving) .
Ik (ont) vong geld (ontving) .
Heb je al geld vongen (ontvangen) ?
't Wier me op dat feestje to last (werd) .
Wat gouwen de biggen vandaag (golden) ?
1 18
Opm. : In West-Friesland hoort men van het Nederlands sprekende deel van de bevolking heel dikwijls gevangen voor 'ontvangen' . Heb je al geld gevangen of : ingevangen?
Wellicht hoort men dit ook buiten W .Fr .
851 . Let 'ns op de vervoeging van 'doen' in het Wf r .
Ik doen dat liever niet (doe) .
Jij doene dat liever niet (doet) .
Hai doet dat liever niet .
Wai doene dat liever niet (doen) .
Zai (my) . doene dat niet (doen) .
Hetzelf de geld voor de werkwoorden gaan, staan, slaan en zien .
Met 'je' of 'jij' als onderwerp voor 't werkwoord geplaatst, gebruikt de Wf r . altij d een vorm van het werkwoord, die op e
eindigt, zelfs bij de werkwoorden in de verleden tijd . Echter niet
in omgekeerde woordschikking, dus niet in de vragende vorm .
Het Ned . gebruikt dan in de tegenwoordige tijd de stam + t,
maar in de verleden tijd alleen de van klank veranderde stam .
Voorbeelden :
tegenwoordige tijd :
Jij geve niet veel . Maar : Gee f jij niet veel?
.
Jij kinne die man niet (kept)
Je prate maar rack .
Je zegge niet alles .
Jij binne gauw tevreden (bent) .
Je gane to hard (gaat) .
verleden tijd :
Je gavve m'n gien kans (gaf) .
Jij mochte niet komen (mocht) .
Je zagge m'n niet (zag) .
Je stonde of : stinge in de weg (stond) .
Jij wazze to last (was) .
Je ginge of : gouge voetballen (ging) .
Jij sloege of : siege to hard (sloeg) .
852 . De vervoeging van 'zijn' in het Westf ries :
Ik ben arm .
Jij benne arm (bent) .
Hai of zai is arm .
Wai benne arm (zijn) .
119
Zai (meervoud) benne arm (zijn) .
Opm . : Voor ben en benne hoort men ook bin en binne.
Het voltooid deelwoord van 'zijn' is in het Ned . 'geweest'; in het
Wfr, weest.
Het Ned . gebruikt bij dit deelwoord een vorm van 'zijn' als
hulpwerkwoord. Niet een vorm van 'hebben', zoals het Westfries.
Voorbeelden :
Ik heb nei Hoorn weest (Ned . : ben) .
Jij hewwe niet mee weest (Ned . : bent) .
Hai heb er nag nooit weest (Ned .: is) .
Wai hewwe d'r ook niet weest (Ned . : zijn) .
Zai hewwe d'r wel weest (Ned . : zijn) .
In zinnen als de onderstaande gebruikt de Wfr . nooit het werkwoord 'zijn' maar 'wezen', dat ook goed Ned . is :
Zou hij arm zijn? Zou ie arm weze?
Ik zou geen politieagent willen zijn .
I k zou gien pelitieagent weze wille .
,t Kan wel zijn 't Kin wel weze .
Je behoef t geen onderwijzer to zijn om to kunnen rekenen .
Je hoeve gien onderwoizer to wezen om rekene to kinnen .
853 . Enkele in het Ned . zwakke werkwoorden worden in het
Wfr. sterk vervoegd . By . In de bus rees (reisde) ik met Ketrien
Nobel . Ik had al meer keren met 'r meerezen (meegereisd) . Ik
heb 'r alle goeds toewonsen (toegewenst) . Toen ze weg ging
heb ik 'r neiwoven (nagewuif d) . Toen ze de weg overstak,
snorde er 'n auto rakelings langs haar, ik ees (ijsde) ervan . Werkelijk, ik heb ervan ezen (geijsd) . Maar Ketrien mork (merkte)
het niet . Ze liep gewoon door met 'n roosje op 'r mantel, dat er
op de receptie, die ze bijgewoond had, op vastspolden (vastgespeld) was.
Ook het omgekeerde komt voor ; een in 't Ned . sterk werkwoord
words in 't Wfr . zwak vervoegd . By . Hij bidde (bad) vlug . Hij
heef t niet erg devoot bid (gebeden) .
854 . De Wfr . last 'ge-' van 't voltooid deelwoord bijna altijd
weg :
Ik heb ploegd, skreven, dein, eten, hoord, enz.
Ik ben gaan, uitskolden, wegstuurd, meegaan, enz.
120
Opvallend is, dat 't Wf r . dit 'ge-' niet weglaat als 't voltooid
deelwoord gebruikt words als bijvoeglijk naamwoord :
1k heb de akker ploegd.
Maar : de geploegde akker .
Wie heb de klok opwonden?
Maar : de opgewonden kink .
Jij hewwe de brief skreven .
Maar : de geskreven brief .
De kamer is net baiveegd .
Maar : de baigeveegde kamer .
Vergissing is uitsloten .
Maar : de uitgesloten vergissing .
We schreven boven 'bijna altijd' . En zijn namelijk enkele uitzonderingen :
Een krammenap voor gekramde nap ;
annomen werk ; de opskoten jeugd ;
'n opeten manje, en wellicht nog enkele .
Wordt 'n deelwoord ontkennend gemaakt door 't voorvoegsel
'on-' dan blijft 'ge-' in 't deelwoord gehandhaafd :
Hai is trouwd. Zai is ongetrouwd .
Dat boek hew 'k lezen, maar dat are boek hew 'k ongelezen
leiten .
Deuze bolle binne sorteerd, maar dat pertaaitje is nag ongesorteerd .
Dut ai is kookt, maar dat is ongekookt .
855 . Het onbepaald voornaamwoord 'men' words meestal vervangen door 'ze' :
Men zegt dat ie rijk is .
Ze zegge dat ie roik is .
Dat heeft men mij nooit gezegd .
Dat hewwe ze m'n nooit zoid .
Waarom moet men altijd kwaad van haar denken?
Weerom moete ze altoid kwaad van hear dinke?
Men luisterde bijna niet naar de spreker .
Ze luisterde temet niet nei de spreker .
856 . De vragende voornaamwoorden 'wie' en 'wat' en 't bijwoord of voegwoord 'hoe' worden in het Wf r . vaak gevolgd door
o f of door dat, welke woorden dan overbodig zijn :
12 1
Gaan d'rs koike, wie dat er roept .
Vraag 'rs, wat o f er beurd is .
Help m'n effen : ik weet niet hoe o f 't moet .
857 . De betrekkelijke voornaamwoorden wie, wiens en wier
worden omschreven met voorzetsel of op andere wijze :
De man wie je net betaald hebt, is mijn oom .
De man die of : an wie je net betaald hewwe, enz .
De vrouw wier kinderen gestorven zijn, is bedroefd .
De vrouw die d'r kinderen of : van wie de kinderen sturven binne,
is bedroefd .
858 .
In 't ziekenhuis heef t ie m'n (me, mij) bezocht .
Momn (mij) bezocht ie 't laatst .
Hij bezocht meer patienten, hij kwam niet voor momn (mij) alleen .
Opm.: Hier gebruikt men dus voor het persoonlijk voornaamwoord de vorm van het bezittelijk voornaamwoord .
859 . Is die jas van je broer?
Nei, 't is m'n oigen (s) (de mijne, hij is van mij) .
Zijn die sigaretten van jou?
Ja, 't binne moines ( (de) mijne) .
Nei, 't binne jouwes ( (de) jouwe) .
Nei, 't binne zoines ( (de) zijne) .
Nei, 't binne heures ( (de) hare) .
Nei, 't binne hullies ( (de)hunne) .
Een o .i . zeer eigenaardig gebruik van mom, zoin, enz, ziet men
in de volgende zinnen, waar 't bezittelijk voornaamwoord gevolgd
wordt door een aanwijzend voornaamwoord .
Momn die joon (mijn jongen, mijn zoon) kan goed zingen .
Zoin die koe (zijn koe, die koe van hem) woog 800 pond .
Jouw dat hoof (jouw hoof, dat hoof van jou) is beter gewonnen
dan momn dat hoof (mijn hoof, het hoof van mij) .
Oos dat geld (ons geld, het geld van ons) telt niet mee tussen
al die miljoenen .
Let 'ns op de plaats van 't woordje 'van' in de merkwaardige
bouw van de volgende zinnen :
Tinies jurk moet de kraag van wossen worre .
Pietes auto moeten de banden van verloid worre .
Jannes skuit worre de zaikante van teerd .
122
860 . De voornaamwoordelijke bijwoorden 'waarvan', 'waarin',
'waaraan', 'waardoor', enz . worden in 't Wf r vaak deer . . .van,
deer . . . in, deer . . . an, deer . . . deur, enz .
De boerderij, waarover jij 't had . . .
De boerderai, deer jij 't over hadde . . .
De moord, waaraan hij schuldig was . . .
De moord, deer hai skuldig an was . . .
Vondels gedichten, waarvan ik telkens weer geniet . . .
Vondels gedichten, deer ik iedere keer weer van geniet . . .
861 . Als gebiedende wijs (de gebodsvorm) van de eenlettergrepige werkwoorden doen, gaan, stag, zien, slaan, gebruikt
de Wf r . de inf initief vorm :
Doen je best, moid .
Gaan an je werk, joon .
Staan niet to suf f en, man .
Zien dat je klaar komme .
Slaan je d'r maar zo goed mogelijk deur .
De aanvoegende wijs (de wensvorm) van werkwoorden wordt
maar in 'n pear vormen gehoord :
Leve de koningin!
Bruidspaar, God zegene u beiden .
862 . LI GGEN-LEGGEN .
Ik heb in bed bid (gelegen) .
't Schip bit in de haven (ligt) .
Je kleren leggen op de stoel (liggen) .
We leggen to slapen (lagen) .
lk heb het kindje in bed bid (gelegd) .
Je, ik meende, dat moeder het kindje zo juist in bed lag (legde) .
Nee, toch niet, ik heb 't er in bid of : gelegen (gelegd) .
Ik moest omrijden, omdat de weg omloid of : omgelegen was
(omgelegd) .
Opm . : Het juiste gebruik van de woorden 'liggen' en 'leggen'
is voor de Westfries moeilijk, zoals trouwens ook voor veel mensen uit andere provincies . Met onderstaande hulpmiddelen kun
je tot een juist gebruik komen .
a . 'Liggen' is een sterk werkwoord, d .w .z . in de verleden tijd
verandert een klank in de stain en het voltooid deelwoord
eindigt op -en : ik hg, ik lag, ik heb gelegen .
1 23
b. 'Liggen' geef t een rusttoestand .
C.
'Liggen' kunnen we vergelijken met en vervangen door 'zitten' . Het klinkt dan als behoorlijk Nederlands in onze oren .
Voorbeelden : Ik hg (zit) op mijn bed . Gister lag (zat) ik in
het gras . Wie heef t op die bank gelegen (gezeten) ?
a . 'Leggen' is een zwak werkwoord, d .w .z, de verleden tijd
wordt gevormd door -de achter de stam, terwijl het voltooid
deelwoord niet op -en, maar op -d eindigt .
fk leg, ik legde, ik heb gelegd .
b. 'Leggen' drukt een beweging uit .
'Leggen' kunnen we vergelijken met en vervangen door 'zetten' . Het klinkt dan als behoorlijk Nederlands .
Voorbeelden :
Heb jij dat boek weggelegd (gezet)?
Ik leg nooit een boek weg (zet) .
Wie legde de stenen in de straat (zette) .
Na enige oefening met dit eenvoudige hulpmiddel zul je gemakkelijk kunnen bepalen, of je in het gesprek of op papier een vorm
van 'liggen' of van 'leggen' moet gebruiken .
Samenvatting van het hulpmiddel :
ik hg, ik lag, ik heb gelegen
(ik zit, ik zat, ik heb gezeten) .
ik leg, ik legde, ik heb gelegd
(ik zet, ik zette, ik heb gezet) .
863 . Moeilijker dan het juist gebruik van 'liggen' en 'leggen'
is het onderscheid tussen 'kunnen' en 'kennen' .
De Westfries haspelt ze dan ook dikwijls door elkaar .
Daarom vooraf de vervoeging van beide werkwoorden :
K U N N E N (een onregelmatig werkwoord)
tegenw . tijd :
ik kan
je kunt
hij kan
wij kunnen
u kunt (of : kan)
zij kunnen
Voltooid deelwoord : gekund
1 24
verleden tijd:
ik kon
je kon
hij kon
wij konden
u kon
zij konden
K E N N E N (regelmatig, zwak werkwoord)
tegenw . tijd:
ik ken
je kent
hij kept
wij kennen
u kept
zij kennen
Voltooid deelwoord : gekend.
verleden tijd :
ik kende
je kende
hij kende
wij kennen
u kende
zij kenden
In het Westf ries is de vervoeging voor beide werkwoorden hetzelf de ; ik ken of : kin - ik kon - ik heb kend of : kind (of
keunen) . Sommige Westf riezen vervoegen als volgt :
ik ken of : kin - ik kon - ik heb kend of : kind (of : keunen) .
Voorbeelden : Ik kin (ken) dat meisje niet . 1k heb haar nooit
kind (gekend) . Kon jij haar (kende)? Wel nee, hoe kin (kan) ik
haar nou kinne (kennen) ? Kin (kun) je goed levertraan innemen? Nee, dat heb ik nooit kind of : keunen (gekend) . Wij
konne niemand uit het gezelschap (kenden) .
Hier volgen nog een paar aanwijzingen voor het juist gebruik
van beide woorden : 'kennen' betekent in het Ned .:
a. weten wie iemand is of hoe iets is ; herkennen :
Ik ken die man aan zijn zonderlinge kleren .
Ken je die man, die daar loopt?
Jan kept z'n pappenheimers .
Zij kept geen lief de .
b, geleerd hebben : Piet kept z'n les niet .
Hij kept z'n taal niet goed, maar hij kept wel z'n yak .
C . erkennen, er in betrekken : Voordat ik een besluit neem, wil
ik mijn vader in deze zaak kennen .
De burgemeester wil graag gekend zijn in zaken van enig
belang.
'Kunnen' betekent in het Ned, o .m .:
in staat zijn, bij machte zijn ; verstand hebben van ; mogen .
Ik kan u niet helpen . Je kunt goed etaleren .
Als je je werk of hebt, kun je wel naar huffs gaan .
Belangrijk voor het onderscheid tussen 'kennen' en 'kunnen' is
moet gebruidat men altijd 'kunnen'
of een vorm daarvan
125
ken, als er in de zin een heel werkwoord, d .w .z . een inf initiet
staat, die bij dat 'kunnen' behoort .
Voorbeelden : Hij kan al goed zwemmen (kan . . . zwemmen) .
je kunt niet eens goed lezen (kunt . . . lezen) .
Zij kon haar f out niet goed praten (kon . . . praten) .
Ook als men die inf initief er bij kan denken, gebruikt men een
vorm van 'kunnen' : Het schroef je kan niet los (gedraaid worden)
(kan . . . worden), je kunt dus niet mee (gaan) - (kunt . . .
gaan) . Uit die lap kan geen rok (gemaakt worden) - (kan . . .
worden) .
Ga nu 'ns na, waarom de volgende vormen goed gebruikt zijn .
Hij kept zijn les wel, maar hij kan hem niet opzeggen .
Als hij het kaartspel goed kept, waarom kan hij dan niet even
mee spelen?
U kept me wel, maar u kunt niet op m'n naam komen .
864 . Voor vrouwelijke dieren gebruikt de Westfries altijd de
voornaamwoordelijke aanduiding van het mannelijke flier . Eenvoudig gezegd : hij gebruikt voor de kat en de kater beide het
woord 'hij' . By . : De koe is vet ; hij (zij) moet binnenkort naar de
markt . Zijn (haar) volgende bass zal wel een slager zijn .
Opm. : Dit verschijnsel is niet alleen Westfries of Noordhollands,
maar vrij algemeen gebruikelijk in het noorden van ons land .
865 . Een veel voorkomend verschijnsel in het Westfries is, flat
men bijzinnen van tijd last beginners met 'al' . In het Ned . beginners deze zinnen met'als'.
Dit is misleidend, omdat 'al' in het Ned . in flit geval zou betekenen : 'of schoon', 'hoewel' . Let ook op de woordvolgorde!
a. Al komt hij straks, dan zal ik hem vriendelijk ontvangen .
(In het Ned, luidt de zin : Als hij straks komt, dan . . .)
b. Al ben ik klaar, wat moet ik dan doers?
(Ned . : Als ik klaar ben, wat . . .)
c . Al regent het straks niet meer, mag ik dan weer buiten spelen?
(Ned . : Als het straks niet meer regent, . . .)
d . Al vraagt hij me ten huwelijk, dan antwoord ik bevestigend .
(Ned . : Als hij me ten huwelijk vraagt, . . .)
'Al' is wel goed Ned ., maar betekent dan o .m . 'of schoon', 'hoewel' . Goed Ned . is het in de volgende zinnen :
126
1 . Al is hij oud, hij leest nog zonder bril (betekent : Of schoon
hij oud is, enz .) .
2 . Zij wordt niet verwend, al is ze 't jongste kind (betekent :
Ofschoon zij 't jongste kind is, enz .) .
3 . Al is het weer slecht, wij gaan toch uit (betekent : Hoewel of
ofschoon het weer slecht is, enz .) .
Opm. : Als u twijf elt, of u het woordje 'al' goed gebruikt hebt,
probeer dan of u er een zin van kunt maken met 'ofschoon' of
wel met 'wanneer' . In het eerste geval was uw zin goed, in het
tweede geval f outief.
866 . In West-Friesland gebruikt men tamelijk veel het voegwoord 'dat', wanneer het Ned . 'toen' zou gebruiken .
Hier volgen enkele van die dat-zinnen :
Dat (toen) ik thuiskwam, moest ik direct aardappelen schillen .
Net dat (toen) ik het zei, kwam ze binnen .
Dat (toen) hij z'n zieke vader zag, schrok hij even .
Dat (toen) ik die f iets kocht, waren ze nog niet zo duur .
867 . In het Ned, mag men zeggen :
1 . Zou-ie hem hebben gezien?
Zou-ie hem gezien hebben?
De Westfries gebruikt altijd de woordorde als in het laatste
geval : Zou-ie 'm zien hewwe?
2 . Ze vertelden, dat ze lekker hadden gegeten of : gegeten hadden .
Westfries : Ze vertelde, dat ze lekker eten hadde.
3 . 't Heeft zo moeten zijn .
Westfries : 't Heb zo weze moeten .
4. Wie zou er zijn binnen gekomen (of : binnen gekomen zijn) ?
Westfries : Wie zou er binnen kommen weze?
.
Ik
moest die man nooit hebben ontmoet (of : ontmoet heb5
ben) .
Westfries : Ik most die man nooit ontmoet hewwe.
6. Ik zou nooit met hem willen trouwen (of : trouwen willen) .
Westfries : Ik zou nooit mit 'm trouwe wille .
868 . Sours gebruikt de Wf r . de sterke deelwoordvorm van 'n
werkwoord dat zwak is . By . :
Wat heb ik toch zweiten (gezweet) !
127
Wat was ik toch bezweiten (bezweet) !
Ik heb van oom Joris heel wat urven of : orven (geerf d) .
De winnaars hebben loten our de prijzen (geloot) .
Er werden vier prijzen verloten (verloot) .
De uitgeloten (uitgelote) prijzen werden uitgereikt .
869 . Ik ben veel kleiner as hunnie (dan zij) .
1k ben later jarig as zoin (dan hij) .
Hij is ouder as momn (dan ik) .
Zinnen als deze zijn de laatste decennia bij de jeugd in twang
gekomen .
Opm.: In de stellende trap van 't bijvoeglijk naamwoord gebruikt men in 't Ned . 'als', in de vergrotende trap 'dan' :
Hij is even oud als jij (gelijkheid) .
Hij is ouder dan jij (ongelijkheid) .
De Wfr . gebruikt altijd 'als' :
Hai is even groot as jij (gelijkheid) .
Hai is groter as jij (ongelijkheid) .
870 . Sours spreken de kinderen hun ouders en anderen aan
in de derde persoon in plaats van in de tweede . Het doet enigszins kinderlijk aan . Voorbeelden :
Heef t moeder (U) m'n jurk al genaaid?
Nu moet tante (U) gaan zitten, dan ga ik de of was doen .
Moeder (U) mag niet meer stiekem m'n liefdesbrieven lezen,
hoor .
Is dokter (U) al op vakantie geweest?
Weet ju f f rouw (U) al, wanneer 't schoolf eest zal zijn?
Opm. : Dit gebruik zal ook in andere delen van ons land bestaan .
871 . Hij woont op (in,te) Hoogwoud, op Andijk, op Ursem .
De Wfr . gebruikt dit 'op' niet voor alle plaatsnamen . Hij plaatst
't voor verscheidene dorpsnamen, maar niet voor stadsnamen . Hij
zegt dus niet : Hij woont op Hoorn, op Schagen, op Alkmaar,
op Enkhuizen, op Medemblik . Hij gebruikt dan 'in' .
872 . Als men in 't Ned . een stelling, een algemene waarheid wil
uitdrukken, gebruikt men de bepalende lidwoorden 'de' en 'het' .
De Wfr, gebruikt dan bij voorkeur 't bepalende lidwoord 'een' :
1 28
De mol is nuttiger dan men denkt .
De koe is 'n herkauwend dier .
Het paard is 'n trekdier .
In deze gevallen zegt de Wfr, een mol, een koe, een paard .
873 . Bet gebruik van het achtervoegsel -ig met de betekenis
van 'tamelijk' komt in 't Wfr . veel voor : luig, langig, latig,
leigig, warmig, koutig, louvig, ziekig, enz .
't Is hier nogal warmig .
Hij kwam latig .
Ik vind die jurk langig .
874 . Van enige zelf standige naamwoorden heef t 't Wfr . ook
'n meervoudsvorm op -s, terwijl 't Ned, uitsluitend -en heeft .
Voorbeelden :
NED. :
knechten
knieen
haringen
leuningen
palingen
verdiepingen
lezingen
boerderijen
WESTFRIES :
knechtse
kniese
herings
leunings
palings
verdiepings
lezings
boerderais
875 . De Wfr . gebruikt voor enige zelf standige naamwoorden
het lidwoord 'de' terwijl 't Ned . 'het' gebruikt of omgekeerd . By . :
NED.:
Bet wicht (gewicht)
Bet konijn
Bet midden
Bet snot
De pink (rund)
De gort
De big
De wei
De speen
De rit
WESTFRIES :
De wicht
De knoin
In de middend
De snot
Dat pink
Bet gort
Bet big
Bet waai
Bet speen
Bet rit
129
Opm . : 't Gezamenlijk onderdak voor z'n vee noemt de Wfr .
evenals in 't Ned . 'de' stal, of schoon hij meer spreekt van het
koejes of de koegang . Daarnaast kept hij ook 'n onzijdig woord
'stal' = stalgedeelte voor twee koeien, by . : Op dat stal staan twee
zware koeien . Vgl . nr .183 .
876 . De verkleiningsuitgangen in 't Wfr . zijn -je, -tje ; ie, -kie,
-pie . De zgn . verlengde uitgang -etje kept 't Wfr . niet .
NED . :
WESTFRIES :
mannetje
manje
pannetje
panje
kannetje
kanje
jongetje
joonje
briltje
brilletje
staltje
stalletje
zontje
zonnetje
gankie
gangetje
weggie
weggetje
breggie
bruggetj°
heggie, hoininkie
heggetje
kippie
kippetje
dingetje
dinkie
rinkie
ringetje
tankie
tangetje
kampie
kammetje
boompie
boompje
riempie
riempje
raampje
raampie
De verkleiningsuitgang -ie is zeer f rekwent .
877 . Om aan to duiden waar 'n vrouw woont of waar ze geboren is, gebruikt de Wfr, meestal de mannelijke vorm van de
plaatsnamen :
Waar komt je meisje vandaan?
't Is 'n Amsterdammer (Amsterdamse) .
Ze is 'n Spierdijker (Spierdijkse) .
In 't Ned, eindigen de woorden, die gevormd zijn van plaatsnamen en vrouwen aanduiden, bijna alle op -se of ische .
1 30
MAN :
VROUW :
'n Ursemmer
'n Ursemse
'n Spanbroeker
'n Spanbroekse
'n Hagenaar
'n Haagse
'n Drent (enaar)
'n Drentse
'n Zeeuw
'n Zeeuwse
'n Niedorpse
'n Niedorper
'n Spanjaard
'n Spaanse
'n Romein (uit Rome)
'n Romeinse
'n Geldersman
'n Gelderse
'n Noordhollander
'n Noordhollandse
'n Medemblikse
'n Medemblikker
'n Belgische
'n Belg
'n Egyptische
'n Egyptenaar
'n Franse, Francaise
'n Fransman
Een enkele maal wor dt de vrouwelijke benaming gevormd door
-in:
Vergelijk :
'n Friezin of Friese
'n Fries
'n Russin
'n Rus
878 .
Opvallend is in W .F . de uitspraak van de woorden :
Zabel (sabel) , vuik (fuik) , dezember (december) , kirrel (kerel),
wirreld (wereld) , dirkteur (directeur) , pestoor (pastoor) , kabbelaan (kapelaan) , zuiker (suiker) , de achternaam Kobbes (Koppes) , f itten (vitten) , 'n f iese boel ('n vieze boel) .
Het grammatisch f iguur epenthesis, inlassing van 'n klank of
'n lettergreep, komt in W .F . vrij veel voor :
Stilder (stiller) , rilderig (rillerig) , meevalder (meevaller) .
Enkelde (enkele) mensen kopen de alderduurste kleren . Dubbelde lonen voor dubbeld (dubbel) werk .
Skoenesmeer of skoenepoes (schoensmeer) .
Elle f, twale f , zellef , mellek, hellepen, allemachtig, kleremaker
(kleermaker), enz .
Enige Ned, woorden worden door de Wfr, geradbraakt : rizzeleveren voor resolveren .
gri f f emeerd voor geref ormeerd .
f okseren of fakseren voor f orceren .
stollesteren voor solliciteren .
permetasie voor parentage .
13 1
De Ned . ei of ij wordt in 't Wf r, of of ai, uitgezonderd in 't persoonlijk voornaamwoord 'jij' . Daarin blijft de Ned . ei-klank
bewaard .
In 'n aantal woorden spreekt de Wf r . de t niet uit, by . als de t
gevolgd wordt door 'n s :
poesen voor poetsen
prussen voor prutsen
messelen voor metselen
loos voor loods
kosschool voor kostschool
skossen voor schotsen
879 . De Westf riezen gebruiken veel stopwoorden, stoplappen
en tussenwerpsels . Sommige zijn specifiek Westfries, andere
algemeen Nederlands .
Jan komt hier straks nog wel, dingk?
Ja, dat zal wel, dingk .
Hou je van goeie muziek?
Vanzel f (natuurlijk) , wie zou 't niet graag horen!
Piet Oudejans gaat weer trouwen . Is 't verdaid? (verwondering) .
Verdubbe, wat is 't al last!
Nou, we gingen naar Hoorn en nou, we kwamen in 'n winkel,
en nou, we konden niet slagen en nou, toen gingen we naar 'n
andere zaak en nou, toen slaagden we eindelijk .
Hier nog 'n aantal :
(Dat) zodoende
Zal 'k maar zeggen
Om zo to zeggen
Zalle we zeggen
Leiten we zeggen
Weet je wat't is . . .
Ik bedoel maar . . .
(H) oor
Pietje, we gaan straks naar oma, ze?
Weet je wel
Gossiemijne!
Non moet je 'ns luisteren
Jo, no, ei, go, enz .
En niet to vergeten de dus-mensen met twintigmaal dus in 'n
minuut! enz, enz .
13 2
880 . In de spelling De Vries en Te Winkel, die gevigeerd heef t
van ± 1865 tot 1935 werd een aantal woorden met ch geschreven, die voor 1900 door de Wf r, werden uitgesproken als k .
By.: wasschen, visschen, tusschen, musschen . Men las: wasken,
visken, tusken, mosken . Nog 'n paar restanten hiervan zijn :
mosken en, in figuurlijke zin visken :
Je moete d'rs zien uit to visken, hoeveul ie van z'n vader urven
heb .
Hai is groosk (in de vroegere spelling 'grootsch') op z'n zeun
die burgemeister is .
881 .
Een beoordeling van de Westf reizen en hun dialect ontlenen we aan 'Schets van het Westf riesche Dialect' door K . Kuiper (1952) .
'In zangerigheid, sappigheid en gemoedelijkheid doer het Westfries onder voor het Brabants en Gelders : gevolg van de starre,
hoekige natuur van de Friezen . Is de taal niet gaps het yolk?
Weerspiegelt zich in haar niet de reflex van elk gewichtig gebeuren op historisch, geograf isch en kultureel gebied?
De bodemgesteldheid was van invloed op onze volkstaal : de
eeuwenlange strijd tegen de waterwolf . Stormvloeden dijkbreuken, rampen die aan duizenden het leven kostten ; deze nooit
eindigende kamp heef t het karakter gestaald, de geest gebonden,
dit yolk gemaakt tot een stoer, eenzelvig, koppig, wat eigenzinnig en zwijgzaam ras, arm aan woorden dus weinig spraakzaam,
kort van uitdrukking, op het stugge of . Slag op slag werden de
akkers overspoeld, oogsten vernietigd, have en goed geteisterd,
levens bedreigd : kwade kansen van het bestaan, die weinig plaats
lieten aan vreugdevolle klanken en uitbundigheid in taal en uitspraak . De volkstaal bleef sober, rudimentair . . .'
In 't algemeen is de articulatie van de Westf ries weinig energiek :
gehele zinnen kunnen worden gezegd, zonder dat men de lippen
van de spreker noemenswaard ziet bewegen . Er zijn natuurlijk
gunstige uitzonderingen .
1 33
WESTFRIESE SPREEKWOORDEN, ZEGSWIJZEN
EN UITDRUKKINGEN
In de rangschikking is een zo goed mogelijke alf abetische volgorde nagestreef d . Sours zijn twee uitdrukkingen die (ongeveer)
dezelfde betekenis hebben, bij elkaar geplaatst.
Misschien komen er enkele in voor, die in de hier vermelde of
in een gewijzigde vorm of betekenis, in een wijder gebied dan
West-Friesland gehoord worden .
Dat sommige zegswijzen, enz, uit deze rubriek ook elders in dit
werk voorkomen, zal de lezer niet verwonderen .
Je moet geen auto kopen van tien jaar oud . Je koopt 'n andermans verdriet. Dat is altijd de achterdeur uit (nadelig, 'n schadepost, vrijwel zeker verlies in zicht) .
Vgl . De voordeur inkommen .
Als men een nieuwsgierig kind, dat naar de inhoud vraagt van
jets wat verpakt is, met een kluitje in 't net wil sturen, zegt
met wel : Apies mit kale gatjes .
Hij heeft een verbeelding as 'n zak armetur f (hij doet zich voor
als iemand van betekenis, maar kan er niet een acceptabele vorm
voor kiezen) .
Ik heb 't zo drok as 'n barbier mit ien klant (door een toevallige
samenloop van omstandigheden schijnt 't of ik 't heel druk heb .
Meestal maar voor enkele ogenblikken) .
Eenzelf de betekenis heef t de uitdrukking Ik heb 't zo drok as
't waswoi f .
„Hebben de gasten aan die taf el voldoende brood, vlees, kaas,
enz?" vraagt moeder .
Er wordt geroepen : „Ja, we hewwe hier apes wat 'n bedelaar
toekomt!" (van alles voldoende) .
Niet toegeven, hoor, je bien stoi f houwen (op je stuk blijven
staan) !
134
Hij is arm geweest, maar hai heb de biene onder 't gat kregen
(hij heef t zoveel verdiend, dat ie er f inancieel goed bij zit) .
Men vroeg hem om 'n gift voor 't Rode Kruis, maar hai had
kouwe biene (hij weigerde, hij had er geen lust toe) .
't Bien is stik tussen die twei (de vriendschap is uit, 't is ruzie
geworden) .
Hij raasde en tierde en dreigde, maar je moet je dat niet aantrekken, dat zakt wel in de biene (dat sterf t wel uit, zonder
sporen achter to laten) .
Als ie op school nog straf tegoed had, dan ging ie sours de bink
speulen of : pinkie draaien (de school verzuimen, spijbelen) .
't Was me zo'n rosbaier (robbedoes, kwajongen) .
Die veehandelaar is mit de bille deur de broek (f ailliet) , hij is
van de boel of (failliet, arm) . Hij heeft de kiel en de stok nog
over .
Ik kon direct na aankoop van die koe er vijf tig gulden op winnen . Ik verkocht 'm, want die binnen binne bin de beste (deze
winst is zeker, 't staat nog to bezien of 'k er later meer aan
verdienen zal).
Die knaap moet mit 'n strak bit reden worre ('n strakke opvoeding hebben), antlers springt ie uit de band .
Die man heb woinig bloed in z'n ore (hij is niet funk, heef t
geen eigen gef undeerde mening) .
Ik verdien geen vast loon met 't onderhouden van 't tuintje van
m'n buurman, maar van tijd tot tijd valt er we! 'ns wat van 't
blok (krijg ik 'n extraatje, 'n verrassing) .
In een gesprek springt ie van bok op jasper (hij verandert telkens van onderwerp, hij springt van de hak op de tak) .
De dienstbode werd ontslagen : die maakte er maar 'n bolsteertje
135
(deed 'r werk met de Franse slag, maakte zich er met 'n
Jantje van Leiden van af, gooide er met de pet naar) .
van
Als je 'n vrouw hebt, die de brai over de matten smeert (die 'n
onverstandig f inancieel beleid in haar huishouden voert, die met
geld smijt) dan kun je als man niet zoveel verdienen, dat je
huishoudbudget sluitend is to krijgen .
Ik had vier koeien op handel gekocht . Bij verkoop gaf de een
wat winst en de ander bracht enig verlies . Toen ze verkocht
waren, had ik net de broek heel houwen (quitte gespeeld, zonder winst of verlies) .
Hij had beloof d het werk voor honderd gulden uit to voeren,
maar nu trekt ie an de broek (krabt ie achteruit, breekt ie z'n
woord, haalt ie bakzeil) .
De bruid in de skuit,
Din binne de movie praatjes uit.
(eenmaal getrouwd dan treedt de ware aard van de man aan de
dag en de uitbundige vleierij is voorbij) .
'n bruilof t kunnen lief desrelaties ontstaan, die weer tot 'n bruilof t leiden) .
Van brullef ten komt brulle f ten (op
Bij 'n ambachtsman raakt heel wat gereedschap onder 't peerd
z'n buk (gaat ongemerkt verloren door onachtzaamheid en onvoldoende toezicht) .
Bij dat diner heeft die ongemanierde vent z'n buk op de leest zet
(onmatig veel gegeten) .
(in tijd van nood
gebruikt men sours de meest dwaze hulpmiddelen) .
In taie van nood loupt domenie mit de bul
Nou zal de butter geld gelde
(nu komt de verrassing, nu zul je
zien wie je voor je hebt) .
Wat was ie verhit van 't voetballen, z'n gezicht glom as 'n butterdiggel in de maneskoin (glom heel erg) .
1 36
Die vrouw loopt op alle dage (kan elk ogenblik bevallen) .
1k kocht 'n oud televisietoestel, dat nog 'n vrij goed beeld geef t,
voor veertig gulden, 1k dacht : deer kinne gien darme uit loupe
(dat is 'n gering risico, dat kan nooit veel kosten) .
(men
heeft meer aan regelmatig terugkerende kleine geldelijke steun
dan aan 'n groter bedrag voor eens) .
]e magge liever 'n druipend dakkie hewwe as 'n stortbui
Dat kin je an je diesek Doelen
(dat is voor iedereen duidelijk,
dat is nogal glad) .
Van de dis nei de mis
(mest), dat is onbeleef d (van de eettaf el
naar 't toilet) .
Hai bekoikt de wirreld voor 'n doedelzak
(staat versteld, weet
niet wat 'm overkomt; is niet de slimste) .
Hij werd zo wit as 'n doek (lijkbleek), toen ie de Jobstijding
hoorde .
Als men aan iemand 'n bedrag to betalen heeft, vraagt men sours :
Hier o f in De Doelen? (kontant betalen of later?)
Opm. : 'De Doelen' is 'n horeca-bedrijf in Hoorn, waar de handelaren op marktdag kunnen of rekenen .
Bij de etersta f el (aan de eettafel) zegt Pietje : „Ik heb toch gien
stoel!" Moeder antwoordt : „Steek je duim in je gat, din he je
n stoel mit 'n krek") .
Men moet niet krenterig en ook niet verkwistend zijn, tussen
dut en dat is ook nog wat (tussen de uitersten ligt de middenweg) .
Hai is bai de duvet z'n steert vandaan kropen
(hij is 'n eerloze
schurk) .
Honderd jaar edelman,
honderd jaar bedelman .
(Door de wisseling van het lot kunnen in ons leven perioden
137
van voorspoed of gewisseld worden met perioden van tegenspoed) .
Ko werd 16 jaar en kreeg 'n nieuwe brommer, dat was in de
emmer ('n welkome verrassing, dat was naar de zin) .
Die boon weet nag niet wat end voor moet (hij weet zich nog
geen behoorlijke houding to geven) .
Na 'n dag funk aanpakken van dat zware werk heb je 't end
in de bek of : 't jak an (ben je erg vermoeid) .
't Moet eerst erger, wil 't beter ('t moet eerst nog onaangenamer
worden ; daarna pas komt misschien 't keerpunt ten goede) .
Gezegd bv, van 'n zieke, wiens ziekte 't hoogtepunt nog niet
heef t bereikt .
Een garnaal heb ook 'n kop ('n onontwikkeld iemand kan ook
n gezonde gedachte over jets hebben) .
1k won maar 'n heel klein prijsje uit de loterij, maar 't is altijd
beter dan 'n zeer gat (beter dan niks, beter dan 'n verlies) .
Ze had 't lang geduldig gedragen, dat men haar 't leven zuur
maakte. Eindelijk kon ze geen geduld meer opbrengen . Ze gooide
't gat aarsom (ze kwam in verzet, ze probeerde 't op 'n andere
manier dan ze tot dusverre gedaan had) .
Als je reklameert tegen 'n belastingaanslag, moet je bij de
inspectie meestal mit 't gat bloot (je vermogenspositie openleggen) .
Moeder is 88 en 't geren is van de klos, de lode hange op de
grond (ze is afgeleefd) .
(t) ! (uitroep van verwondering, by . als een onverwachte bezoeker binnenkomt of als men
z'n misnoegen over 'n onverwachte tegenvaller wil uiten) .
Deer he je 't gedonder in de glazekas
138
Gaat 't op 'n gelden,
Din gaat 't op 'n skelden
(Door 't geld komt de ruzie).
Boere en varkens worre gnortende vet ('t mopperen en gromme-
len zit in hun aard en schaadt hun niet) .
Ik kwam 's nachts our drie uur thuis van de Hoornse kermis .
Vader vond 't to last,
de rei pe ware gaar
of : 't gort was gaar
(beide betekenen : Vader was erg boos en liet 't merken ook) .
Grote Griet van Broekerhaven! ('n uitroep van verbazing of
verwondering) .
Hij is zo groosk as 'n skelig varken op z'n snoet (verwaand op
'n bespottelijke manier) .
Hij is van Grotebroek (is 'n bluffer, 'n ophakker, 'n opsnijder,
'n pocher) .
Die man is 'n uitstekend arbeider . Hij is in alle hame pas (kan
bijna alle snort werk goed uitvoeren, is van alle markten thuis) .
Op dat kantoor stuurden ze me van hai tot bleik (van 't kastje
naar de muur, van Pontius naar Pilatus, van bakboord naar
stuurboord, van de een naar de ander zonder dat men jets verder komt) .
Wat 'n benauwd half-elf ie! ('n heel benepen, hoog stemmetje) .
Deer is ju f f rouw Handeloos (gezegd als de deur door de wind
opengaat) .
't Is ienmaal wel," zoi Harmen Kramer (er komt eenmaal 'n
ejnde, verder gaan we niet) .
Sours voegt men aan de zegswijze toe : maar din hood ie nag ien
gulden . Harmen Kramer woonde to Koedijk en was veehandelaar .
139
De hen went naar de ben (Men voegt zieh naar degenen met wie
men dagelijks omgaat). Veelal gezegd van 'n echtpaar, als de van
huis uit goede echtgenoot (e) de minder goede eigenschappen
van de ander overneemt.
Dat klusje kun je wel 'ns voor me opknappen: Je hewwe gien
hen uit de butter te jagen (niets te doen, je zit toch te luieren).
We zullen de groene herberg maar fns aandoen (even uitrusten
op de berm van de weg of in het bos).
Als we 9t niet anders gaan aanpakken dan komen we herder
nach verder (geen stap verder, we vorderen dan in 't geheel
niet).
Die man ziet er uit as 'n kladdig himd (hij lijkt niet gezond,
ziet er verlept uit).
Zuurkool met worst is heerlijk! Je zouwe je leste himd er voor
verkoupe of: vertere (je zou je laatste cent ervoor besteden).
Ik moet eigenlijk direct aan 't werk, maar ik kin de hip niet
krogge (ik kan er uit gemakzucht of tegenzin nog niet mee
beginnen).
Hij werkt mit 'n hof en 'n bof (wel snel maar niet zo nauwkeurig,
met de Franse slag).
Ze hadden heel wat koek, gebak en vlees in huis en ze atte alles
voor ruig hooi op (direct, zonder ook maar iets te bewaren voor
de dag van morgen).
Aan iemand, die niet de slimste is, geeft men soms voor de grap
'n onuitvoerbare opdracht, in de hoop dat ie zieh laat beetnemen. Voorbeelden van zulke dwaze opdrachten zijn:
Haal jij *ns bij buurman de hooiskeer. Vraag 'ns ter leen bij
buurvrouw 't erebaieladdertje (aardbeienladdertje). Haal in de
winkel voor 'n dubbeltje slaraak.
Vraag aan schoenmaker Konijn de glazen eis ter leen.
140
't Is to Hoorn net as to Enkhuizen (de mensen zijn overal eender ; men doet overal dezelfde ervaringen op) .
Mit je kont op 'n hort
Kin je raie dat 't snort
(Gezegd als men 'n verzoek van remand weigerde) .
Hij heeft 'n moeilijk karakter, hij gooit altoid mit dwars hout
(is altijd in de oppositie, in de contramine en rang niet altijd
op deugdelijke gronden) .
Wat je niet houwe kinne moet je geve (als je jets niet kunt bereiken, dan moet je dat toegeven en je er bij neerleggen) .
Van houwers komme spouwers
verkwistende kinderen) .
(gierige ouders hebben sours
We zaten gezellig to lollen over ie f ie en a f ie (te praten over koetjes en kalfjes, over alles en nog wat) .
Hai kaki niet voor elven en din is 't nag erg dun, din kin 't nag
deur 'n rietje (hij is erg gierig, krenterig, deun) .
Hij heef t 'n heel jong vrouwtje . Ja, die is de kal f skleeuwe nag
niet kwoit (nog erg jong) .
Eenzelfde betekenis heef t ; Ja, die heb de kloine tand nag in de
bek . Het jonge rundvee heeft tot de vierjarige leeftijd nog kleine
wisseltanden in de bek .
Ook hoort men ; 't Volevlois (veulenvlees) bit 'r nag op, met
dezelfde betekenis als de beide voorgaande zegswijzen .
Je kon in de kamer de rook wel snijen ; de gasten dampten as
kalkovens (heel erg) .
Onze buren vierden hun zilveren huwelijksfeest . We zagen hen
naar de feestzaal gaan ;mit kap en dek op (in gala, in feestkleding) .
Hoor buurvrouw 'ns to keer gaan! Ze heb de kaper op (is heel
boos, erg ontstemd, uit 'r humeur) .
Een kaper was 'n wollen routs, die of hing op schouders en borst .
141
Hij werd opgezet als men 'buitenwerk' in de kou had to doen,
by. kleren aan de lijn hangen, de straat schrobben .
Hij zat in de poepse karn (in 't nauw, in de verlegenheid, in de
penarie) .
Ik heb in 't begin van december al karsttoid houwen (de huurprijs van de boerderij, die 'k gebruik, aan m'n huurbaas betaald) .
Opm. : de pacht voor 't lopende pachtjaar moet uiterlijk op
Kerstmis betaald worden . De huurbaas is de verpachter .
Karsttoid houwen kon ook betekenen : veranderen van dienstbode . Als de boeremoiden van betrekking wilden veranderen,
gebeurde dit op Kerstmis . Voor de boereknechtsen had dat plaats
op Vrouwedag, Maria Lichtmis, 2 f ebruari .
Greetje van oom Jan heef t verkering met 'n rijke boerezoon . Die
vrijer staat of : is bij haar ouders goed in de kas (in de gunst,
in 'n goed blaadje) .
Eenzelf de betekenis heef t : hij is de voordeur in kommen (heef t
'n gunstige entree gemaakt) .
Ik most an de kat o f an de keis (had 'n verplichte keus to doen
uit twee onaangename dingen, ik stond voor 'n dilemma) .
Dat loikt kat nach varken (dat lijkt helemaal niet) .
't Is makkelijker 'n kip pissen to leren dan van 'n boer (veehouder) 'n bouwer (akkerbouwer) to maken ('t laatste is bijna even
onmogelijk als 't eerste) .
't Kiezen van 'n levensgezel (lin) is niet gemakkelijk . In de verkeringstijd verheelt men z'n gebreken en is 't altijd : 'Liefje wat
lust je?" Je komt bij elkaar mit je sundese kleren en je sundese
praatjes (in kleding en gesprek ben je op z'n zondags, je zet je
beste beentje voor) . Tegen momn die joon (die jongen van mij)
heb ik gezegd : Je snoetert (vrijt) wel 'ns met Mary, maar later
kun je van snoeteren-alleen niet leven . Leer 'r kennen en dat is
moeilijk, want je koike mekaar wel teugen de kop, maar niet
in de krop (je leert elkaar maar oppervlakkig kennen in de verkeringstijd) .
1 42
Jolle koike as kippe, die hulle aiere niet kwoit komme kinne
(angstig, bang, benauwd, benepen kijken) .
Na de balavond mocht 'k Greetje Scholten wel naar huffs brengen, maar ik werd an de klink van de deur ophongen (mocht niet
mee in huffs gaan en daarmee was 't weer uit tussen ons) .
Dat vertel ik je nou lekker niet, deer bin je nag to kloin en to
kladdig voor (nog to klein, nog to jong voor) . De uitdrukking
heef t 'n enigszins plagende, kleinerende strekking .
Buurvrouw Geertje loupt de klompen skoon o f (is 'n zuinige
huisvrouw) .
As de knoiper op de steert komt . . . (als 't vuur aan de schenen
wordt gelegd, als 't gevaar dreigend wordt, als de noodzaak
blijkt . . .) .
Hij is niet lui ; integendeel hij is brandheet (vurig, ijverig) , hij
staat to skrapen as 'n knot (als 'n vurig paard, dat met 'n voorpootshoef fangs de grond strijkt en schraapt van ongeduld) .
Ook gezegd van 'n jets oudere man of vrouw die nog graag zou
willen trouwen :
Zou ie nog belangstelling voor 't huwelijk hebben? Nou en of, hij
staat nag to skrapen as 'n vurige knot .
Ouwe knollen moete eerst of, zei grootvader en hij nam z'n
kleinzoon 't werk ui t de hand .
Buurvrouw vertelde 't verhaal van haar vakantiereis met alle
bijzonderheden . 't Werd 'n koe mit 'n fang loi f ('n al to uitvoerig,
langdradig verhaal, dat verveling wekte) .
Ouwe Tinus is dood . 't I s koe dood en hoof o p (hij liet niets na,
toen ie stierf had ie precies z'n bezit verbruikt) .
De winst wordt elk jaar kleiner : 't bedrijf groeit naar beneden,
net as de koesteerte ('t gaat gestadig achteruit) .
We hebben 't koperwerk 'ns gepoetst, deer is voorlou pig de koik
o f (dat geeft voorlopig geen werk, dat is weer in orde) .
143
01 . Heer geef t koud nei klere (beproef t ons niet boven onze
krachten . Vgl . Kracht naar kruis) .
Ziezo, die kous is o f (dat is of gedaan, daar zetten we 'n punt
achter) .
De rechtvaardigste mens heeft wel 'ns 'n gaatje in z'n kous (doet
wel 'ns iets verkeerds) .
Hij heef t 'n knap meisje ; deer kin ie mee voor de krame om
(daar kan ie mee pronken, die hoeft ie niet aan 't gezicht to
onttrekken) .
Hai heb 't voor z'n kriek
(hij is ziek, dronken, enz .) .
Dat liep over kuir f en klamp heen (dat liep de spuigaten uit,
dat ping alle perken to buiten) .
As je mit stoive kuite legge (als je flood bent) kun je aangedaan
onrecht niet meer herstellen .
Dat had ie niet moeten doen : hij vong er de kwartel mee (hij
kwam bedrogen uit, hij liep er mee tegen de lamp) .
M'n hypotheekgeld werd opgezegd . Dan zit je raar to kwatten
(zit je in grote moeilijkheden) .
1k heb 'r 'n hekel aan als tante Doortje hier komt ; ze zit de hele
tijd to labben en to lellen (kwaadspreken), de mensen bai de
reg op to halen (kwaad van hen to spreken) .
Moeder was gisteravond alleen in huffs . Om elf uur klopte er
iemand op de ruit . Moeders hart sloeg as 'n lammeresteertje
(van angst bonsde 't hevig) .
Hij lou pt al wekenlang om de laude (heef t geen werk ; zoekt niet
naar werk, doet liever niets flan iets) . Vgl, nr . 690 .
Ik had 'n leuk meisje op 't oog ; ik heb haar 'n paar malen gevraagd of 'k nader kennis met haar zou mogen maken, maar
ze slaat 't lemoen van d'r kont (ze wil niet, ze wijst me af) .
't Lamoen is 't U-vormig houten raam, waar 't aangespannen
1 44
paard in staat . 'n Onbetrouwbaar of angstig geworden paard
trapt sours met z'n achterpoten het lamoen van zich of .
Hai kin liegen dat de luize op z'n kop barsten . Hai liegt as 'n
skeipedie f (of 't gedrukt staat, of : dat ie zwart wordt) .
Z'n lip hong op 't onderste knoupsgat
(hij keek erg teleurgesteld,
erg sip) .
Hij paste slecht op ; hij heeft z'n zaak helemaal van de lode loupe
leiten (te niet laten gaan, naar de kelder geholpen) .
Zie :
De lode hange op de grond .
1k was zo
lou
f as 'n maaier
Als we klaagden over
steevast :
lou f
't
geren is
van de klos .
of : as 'n hond. (erg vermoeid) .
to
(vermoeidheid) zei m'n moeder
Lou f kin lang an, je biene binne nag lang niet tot je kniese toe
o f sleten (sterke, gezonde jonge mensen mogen nooit klagen over
moeheid) .
Hai laic an 'n gestadige lou f to (is lui) .
Hij heeft 'n leventje as 'n luis op 'n zeer hou f d (hij komt heel
gemakkelijk aan z'n kost) .
(rare streken, doet zich sours anders voor dan
ie is, heef t 'n kronkel in z'n karakter) .
Die vent heb luize
Sours boite de luize je de keel o f
(kleinigheden kunnen sours
grote gevolgen hebben) .
Lang heer en luize krog je voor niks, maar al 't are moet je betale
(de hele samenleving draait our geld) .
Van de luize kom je in de nete (als je kinderen het huffs uit zijn
en getrouwd zijn, dan komen je kleinkinderen je huffs weer in) .
Buurvrouw Sijtje sukkelt 't hele voorjaar al met 'r gezondheid ;
ze is nogal mankeliek (van zwakke gezondheid) . Ze moet eerst
145
't maigras onder de biene hewwe ('t moet meimaand worden
met beter weer) dan wordt ze wel weer beter .
Boer A tot boer B : He je al mai houwen? (heb je je koeien al
van stal naar buiten gedaan?) .
't Is mis mit de bloemkool ('t is font gelopen, ' t is misgegaan) .
Nei 'n missie volgt 'n wissie (na 'n miskraam volgt veelal 'n
normale zwangerschap en geboorte) .
Rauw in de mond
maar vast mit de kont
(ruwe taal wij st nog niet op oneerbare levenswij s) .
Wie mooi wil gaan, moet poin uitstaan (wie er verzorgd wil uitzien, moet zich de ongemakken van de make-up, van de opmaak
getroosten) .
Kinderen maken zich veel keren per dag vuil . Men kan ze niet
elk ogenblik schone kleren aantrekken . Zeg maar : mortel an,
mortel o f ('t vuil komt er al spelende aan en gaat er al spelende
weer af) .
A1s we 's avonds last thuis kwamen van 'n f eestje, moesten we
toch de volgende morgen op de gewone tijd uit bed . Moeder zei
dan : Bai nacht de man, bai dag de man . We zaten dan wel eens
doedelig of : doederig (lodderig, slaperig) onder de koeien (te
melken) .
Z'n nagels binne to kort om dat bedrijf to koeen (hij heef t niet
genoeg geld) .
Deur nauwte komt grauwte (door geldgebrek komt ruzie) .
As de nuchtere kalve skreeuwe (in 't voorjaar, maart-april),
dan zitten alle boeren op de neide to skrapen (de naden op de
bodem van de geldkist uit to schrapen ; ze zitten dan op zwart
zaad) . Din legge de rotte dood voor de kas (t) (zelf s voor de
ratten is er dan in de etenskast niks to halen) .
1 46
In m'n bedrijf is die arbeider m'n old (egge) en m'n ploeg (m'n
rechterhand, m'n manusje-van-alles) .
Hai hoe f t voor vier ton niet op to roizen (hij bezit meer dan dat
bedrag) .
Z'n ore legge dicht an z'n hou f d (hij is gauw aangebrand, drif tig,
hef tig, zoals 'n paard dat kwaad wordt, z'n oren tegen het hoof d
legt) .
Hij had veel gegeten . Hij was zo dik as 'n pachter of : as 'n pod
(pad) .
Grotelui's ziekte en armelui's pan gkoek stinken ver (daaraan
wordt veel aandacht besteed, die lopen in 't oog) .
Hij woont hier dichtbij . Je kinne 'm mit 'n warme pangkoek
beloupe (dan is die nog warm als je er aankomt) .
Door compagnon to worden van die handelaar heb ie 'n mat
peerd reden ('n dwaze zet gedaan, onvoorzichtig gehandeld,
'n strop gehad) .
'n Wit peerd heb vent stro nodig ('n pronkzuchtige vrouw, die
alle nieuwe modesnuf jes aanschaf t, besteedt daar veel geld aan) .
Hai lult (kletst) uit 'n peerdekop (hij kletst zonder oordeel, onlogisch en onsamenhangend) .
Jullie moeten niet denken dat we alles maar kunnen aanschaffen
en betalen . We hewwe glen Peerdje Skoitgeld ('t geld groeit hier
niet aan 'n boom) .
Met die brutale dienstbode moet je pent bij stik houwe (niet to
toegeeflijk zijn, haar afpassen, anders word je door haar geregeerd) .
Hai stonk as 'n piek in de wind (heel erg) .
Hij zal met grote moeite misschien 'n prijs halen . Maar reken
erop, dat z'n tegenstander hem de pis dun maken zal (hem op
1 47
z'n hielen zal zitten, hem in 't nauw zal drijven, hem tot 't uiterste zal drijven) .
Die arbeider piss z'n baas in z'n diesek (vleit z'n baas op 'n in 't
oog lopende, kruiperig onderdanige, manier) .
1k ruilde m'n bijna versleten brommer voor 'n andere, maar die
was nog slechter . 't Was dus : Pissebed weg, kakkebed terug.
Als Jan iets verzoekt krijgt ie niets gedaan, maar als Piet met
hetzelfde verzoek komt, words 't direct ingewilligd . 't Skeelt
veul wie er poep zoit (de ene mens heeft meer invloed dan de
andere) .
1k wil er graag 'ii poot in hewwe (medezeggenschap, deelgenootschap) .
1k heb nou nog geen tijd, maar ik kom 'ns gauw de pop voor
't gat zoene (op kraamvisite) .
Tegen iemand, die niet gemakkelijk 'n vuil of zwaar werkje
does, zegt men we! : Pak maar an, je binne niet van poppestront
(je bent niet van porselein, je zult er geen schadelijke gevolgen
van ondervinden, je kunt 't we!) .
Hai is zo f oin as gemalen poppestront hij is overdreven godsdienstig, tot aan dweepziek toe) .
Gien praatje zo groot
o f 't bloedt in drie dage dood
(words meestal gezegd ter geruststelling van hen, die door de
kwaadspreker of lasteraar in hun goede naam tekort gedaan zijn) .
Dat was 'n prois teugen zeer doen an ('n zeer hoge prijs) .
Jeugd tussen pruime en krente (te groot voor serves en to klein
voor taf ellaken) . Zie nr .17 .
De dochters van Krelis Bakker zijn van die grooske tieten (hooghartige meisjes), die gien 'pruim zegge voor 'n mandvol (zo
trots, dat ze 't woord 'pruim' niet zouden willen zeggen, al konden ze er 'n mandvol pruimen mee verdienen) .
1 48
't Raast meer as 't wint ('t is veel werk, maar weinig winst).
Dirk is 'n man mit 'n reg, 'n dikke boer, 'n diknek ('n rijk, zeer
vermögend man).
As ft op de ieri regent, din druipt 't op de aar (bv. als de baas
flink verdient, dan ondervindt de arbeider daar de gunstige
gevolgen van in zijn loon).
Je kinne gien twei regknokkels uit ien varken snaie (je kunt 't onmogelijke niet doen; je mag geen dubbel voordeel verwachten).
De reipe wazze gaar (zie: 't gort was gaar).
Alles liep tegen: z'n vrouw werd ziek, de dienstbode liep weg,
z'n zoon kreeg *n ongeval met 'n motor, z'n schuur brandde af.
Zo ging 't van repàs op repàs (van de ene tegenslag in de andere).
Spekuleren op de beurs is riskant: 't is roik of op de doik (veel
winnen of alles verliezen, alles of niks).
Vandaag gaan we de bloembollen rollen (zeven, sorteren naar
grootte). Zoek de roi (zeef) maar.
Bij 'n diepgaand onderzoek van de bekwaamheid van de sollicitanten, gaat Siem wel door de roi (wordt wel te licht bevonden,
heeft wel te weinig bekwaamheid voor de functie).
Vertel 't maar in De Roip (ik geloof je niet).
Ze praat op 't rommelen van de pels of (ze vertelt zonder onderbreken kletskoek zonder kop of staart).
/// binne niet rottigt al beurs je wat (je verlangt veel, je stelt
hoge eisen).
Ik heb er skeet nach dreed aan verdiend (niets).
'n Koe mit skeiperibbe (by. 'n lang, tenger meisje).
Dat meisje is al tegen de veertig, ze komt op 't skeipewoidje
terecht (haar trouwkansen zijn zo goed als voorbij).
149
Dat handeltje werd 'n skip van baileg (er was verlies, men moest
er geld bij leggen) .
Hij had gezegd dat ie helpen zou, maar nou skoit ie bai de reip
of : reep neer (trekt z'n woorden in, voldoet niet aan de verwachtingen) .
Gelukkig heef t dat gezin nu geen armoe meer . Vroeger was 't
bij die mensen snot op brood (grote armoede) .
Onze poes is overreden ; kloine Piet huilde snot en kwoil (was
erg verdrietig)
Zeg maar Soimen, din vloek je niet (ik geloof niets van wat je
zegt) .
Spaaiers binne daaiers
of : Spouwers binne houwers
(Beide betekenen : babies die veel spuwen gedijen goed en
men behoef t niet bevreesd to zijn, dat men ze zal verliezen) .
D'r zitte altoid spatters (erwten die niet gaar to koken zijn) in
de groene urte (in 'n gezin kan 'n losbol voorkomen) .
0, je hewwe spek an mai toe (je hebt nog ruimschoots voorraad,
je zit nog lang niet verlegen) .
Overschat iemand z'n voorraad, dan zegt men spottend : spek
an mai toe, maar 't was mit Vrouwedag al op!
Spelde- en neeldegeld (zie nr . 690) .
Zo komt Jan Splinter door de winter (met wat hulp van hier
en van daar komt de arme door de moeilijke wintertijd) .
Spotters krogge spotters loon (spotters huisje brandt ook wel ;
wie met anderen spot, kan zelf ook door ongeluk of bezoeking
getrof f en worden) .
Spouwers binne houwers (zie spaaiers) .
1 50
0, m'n kind, de mevrouw bij wie je werkt, is wel 'ns wat korzelig, maar je moet maar wat toegeven, want mevrouw is net als de
jonge hennen, ze sukkelt mit de derde steert ze zit in de menopauze, in de overgangsjaren) .
Hij had lekker en veel gegeten, hai stende (steunde, zuchtte)
as 'n poep (maaier) die gort eten heb .
Hij schrikt er niet voor terug om je een stoel to zetten ('n poets
to bakken, 'n kool to stoven, 'n loer to draaien) .
't V roor stok en stien (dat 't kraakte) .
Lang stro en gien urte (veel drukte maar weinig resultant, veel
geschreeuw maar weinig wol) .
Hij slaagde met twee vieren en 'n vijf, 't Was stront bai 't himd of
('t was nog net voldoende, 't was bij 't kantje af) .
Die heb de kloine tand nag in de bek (zie Kalf skleeuwe) .
Die monteur is 'n eersteklas vakman, die kin z'n tot draaie of
droive (die werkt verstandig, vakkundig en kan z'n kansen
goed berekenen) .
Hij zal niet gauw platzak zijn, want hai staat an 'n goed touw
(heef t vermogende ouders) en hij heef t zelf ook nog wel achterland (reserves by . in de vorm van bedrijf sgoederen) .
Dat is tro f f en, Troin! (dat kwam precies in je straatje, zo zag
je 't graag, dat was naar je wens) .
Trouwe is houwe (eenmaal getrouwd zijnde, kun je 't moeilijk
ongedaan maken . Kies dus verstandig en niet overhaast je
levenspartner) .
Twaal f boere en ien bonsum (bunzing) , samen dertien stinkers .
W ie uitgast moet ook ingasten (wie als gast naar anderen gnat,
moet op zijn beurt die anderen inviteren) .
151
Je moete je niet uitkleide voordat je to bed gave (men moet niet
al voor z'n dood z'n gehele bezit uitdelen aan z'n latere erf genamen, maar voldoende reserve houden) .
Die kleine dreumes weet op 'n urt (precies, heel nauwkeurig)
wanneer z'n vader 's middags thuiskomt .
M'n jurk wordt zo vaal as 'n luis (verschiet van kleur, wordt
erg vaal) .
De mosk (mus) heb z'n vere nodig, maar de zwaan ook (de ar-
beider heef t z'n inkomen nodig om z'n gezin to onderhouden,
maar de mensen in hogere betrekkingen met meer inkomen hebben dat hoger inkomen nodig om overeenkomstig hun opvoeding
en stand to leven) . (Zie nr . 880) .
Beter er om verlegen as ermee verlegen (meestal tot troost ge-
zegd tegen iemand, die graag zou willen trouwen, maar geen
man - of vrouw - kan vinden) .
Dat was 'n toespraak van lik m'n vessie (slecht, onbetekenend,
van slecht gehalte) .
Hij heeft de kans gehad om met dat leuke meisje to trouwen .
Maar hij wachtte to lang met het nemen van 'n besluit . Toen was
'n ander hem to vlug af . Hai heb 't veugeltje over 't touw hippe
leiten ('n mooie kans ongebruikt voorbij laten gaan) .
Die jongen is lui, men moet 'm voortdurend achter z'n vodde
zitte (achter de broek) .
't Volevlois bit 'r nag op (zie kalfskleeuwe) .
Woinig yolk, 'n lekker leven (tegengestelde betekenis van : Veel
varkens maken de spoeling dun) .
Jij borne bai die f emilie de voordeur inkommen (zie : in de kas
staan) .
V rouwereid en peerdestront binne
1 52
web goed, maar je moete ze
derekt gebruike, aars verskrale ze (bij to late aanwending verliezen ze hun effekt, ze zijn maar korte tijd werkzaam) .
Is ie 'n kennis van je?
In spot wordt geantwoord : Nee, niet bepaald, maar we hewwe
vroeger nag 'rs bai dezelf de boer waai haald (we hebben elkaar
maar 'n heel enkele keer ontmoet) .
De boerenleenbanken moeten er voor waken, dat zuur waai bong
tekent voor karremelk (dat de ene onvermogende, borg zegt voor
de andere) .
Warskippers en vis luchte (ruiken) maar drie dage fris . Vgl .
nr . 22 .
Ik heb 't zo drok as 't waswoi f (zie : barbier mit ien klant) .
We krijgen waarschijnlijk harde wind : de schoolkinderen hewwe
de wurvel in de kop (zijn erg druk en luidruchtig) .
Als 't op deze manier niet gaat, dan moeten we aarsom mit de
wiele (dan moeten we 't op 'n andere wijze proberen, 't van 'n
andere kant bekijken) .
Voetballen, dat is z'n windje (z'n hobby) .
Die man is ijverig en voor z'n taak berekend . Jammer dat ie van
tijd tot tijd 'ns over de zelen slaat (zich bedrinkt en minder
passende dingen doet) .
Hai gebruikt sours woorde as worste, maar niet zo vet (hij ge-
bruikt minder beschaaf de woorden en bluf t en overdrijf t) .
Die moeder van dat grote gezin heef t jaren lang dag en nacht
moeten werken . Nu is ze overwerkt . Geen wonder : 'n rains is
gien zoilskuit (de mens kan niet onbeperkt werken, maar heef t
z'n rust nodig, 'n mens is geen puthaak) .
Die koopman is zwart in de bek (overvraagt schromelijk voor
zijn koopwaar) .
1 53
'T KETTEVOOL *)
't Was in 1936 . Jaap Jonker weunde op 'n mooi spultje op de
Hoek van Soibekarspel . 't Was alweer 'n heel toidje leden dat
z'n vrouw, Geertje Huygens, sturven was . Nou was ie dus
wedenaar mit drie kindere : Luwe, Neeltje en Piet . Ze ware wel
groot, maar ze misse moeder toch . Wedenaar weze is niet alles
tegloik . Deer is niks an vongen . Opnuw trouwe is ook 'n hele
hacht . As 't niet hotte wil, din zit je mit de gebakken pere, want
trouwe is houwe . En din dut nag : as je 56 binne, kin je d'r niet
zomaar ien op de kop tikke . Je dinke opslot, dat je 'n pot binne,
weer gien deksel meer op past, zoas 'n komfoor .
Maar je magge 't toch perbere!
'n Kilemetertje verder weunde op de Gouw, op H 3, Gerritje
Boon, de weduw van Wullem Homes . Ze had gien kindere . Ze
zat ook op 'n pittig spultje . Jo Hollander, 'r knecht, bementeneerde 't bedroif ie goed . Gerritje was 'n verlegen goed en pittig
woif ie . De hele buurt mocht 'r graag. Ze was 43 maar 't volevlois lag er nag op . Ze prakkezeerde niet over trouwen . Ze had
'n beste man in 't graf . Ze was er voif tien jaar mee trouwd
weest en hai was nou al drie jaar dood .
Ze wist vanzelf niet dat Jaap Jonker wel d'rs over heur prakkezeerde . Maar hai was dertien jaar ouwer en op die leef toil gaan
je niet meer zo makkelijk uit vraien as dat je twintig binne .
Hoe most ie ze nou op zai klauwe? Lief de zoekt liste . Hai nam
Dirk Jongert in de arm . Die handelde nag wel 'rs in 'n beisie .
Gerritje had 'n beste zeug mit 'n mooi toom bigge leggen . Ja,
die moet Dirk Jongert troupe voor Jaap, maar din moet Jaap
vanzelf mee, om to koiken of de zeug 'm anstaat of niet . Dat
beurde . En zo zat Jaap mit Dirk bai Gerritje an 'n koppie,
lekker to lollen . Jonker vond 't 'n prachtwoif ie . Hai wou 'r
graag weer d'rs zien . Maar din, as ze alliendig was . Nou had
Gerritje, behalve die zeug mit bigge, ook nag 'n kettevool to
koup . Jonker most wel gien kettevool hewwe, maar je kinne toch
wel d'rs vrage nei de prois! En din niet to houg biede, din kin
je altemet 'rs heengaan en wat bai biede . Ja, zo moet 't, en din
heb gien rains er erg in . . .
Nou Jaap, bin je al zo ver heen, m'n joon, dat je dinke, dat genien er erg in hewwe zal?
1 54
De bure van Gerritje en d'r ouwe vader, Jaap Boon, hadde 't al
gauw in de smieze . De buurvrouwe stonde al d'rs achter 't gerdointje to gluren. As je om 'n veehandeltje komme, din kom
je omteven in je kielegoed, maar Jaap kwam al gauw in z'n
gnappe goed bai 't vool koike en din metien of f en koppiese bai
Gerritje .
Jo Hollander, de knecht, kreeg 't ook op skot . Hai werd nittelig
op Jaap. Niet dat ie zelf mit Gerritje trouwe won . . , hai was
zo'n twintig jaar jonger dan zai . . . maar hai had er 'n leventje
as 'n luis op 'n zeer houf d . En wat moet die stomme Jaap Jonker,
die struul, nou de boel in de war sture! Jo werd erg lillijk teugen
Jaap Jonker . Die had er 'n barre hekel an, dat Jo z'n oigen
voordeed as 'n waakhond over Gerritje . En wat kon Gerritje,
die ziel, 'r an doen? Ze kon Jo nag niet misse . En ze wou 'r
ouwe skoene niet weggooie, voordat ze nuwe had .
Mit de Opmeerse tentoonstelling zouwe Gerritje en Jaap mekaar
ontmoete bai 'n kennis . Jaap was er taieg, maar Gerritje kwam
niet . Ze was thuis uitglist en omvallen . Ze had 'r puur bezeerd ;
ze lag in de kof f er . Jaap was onrustig en hai ging nei de Gouw
om to inf ermeren . Hai durf de niet nei Gerritje to gaan, want
de knecht was in de boet an 't werk en die had de huissleutel
in z'n diesek . 'n Buurvrouw, Duw Skouten heb 'r maar over
Jaap ontf ermd . Ze is nei de boet gaan en ze heb de sleutel an
de knecht vroegen ; kwansuis om Gerritje to bezoeken, maar ze
heb Jaap Jonker binnensmokkeld, zonder dat de knecht 'r erg in
had .
Jolle wille vanzelf wete, hoe dat allegaar of kommen is . Jo, de
knecht, kon 't niet winne, hoor . Verlief de minse geve 't nooit
op; die gaan mit 'r kop deur 'n heelstiens muur! Jaap en Gerritje binne trouwd op 3 september 1936 op Japes verjaardag .
Hai wier 57 en zes weken later wier Gerritje 44 . Ze moste eerst
wat dezelfde lucht krogge, maar toe hewwe ze nag mooie jare
had . Ze paste persies bai mekaar . Ze binne nag ien en dertig
jaar gelukkig trouwd weest . De kindere van Jaap binne bloid
mit hulle tweide moeder en Gerritje is gek op Japes joos en op
de zeuven gropmoederszeggers . In 1966 binne Jaap en Gerritje
mit mekaar in 't bejaardenhuis 'De Houge Woid' in Nibbixwoud gaan . Jaarsteran op ouwejaarsdag is Jaap sturven . Hai was
88. Ja, overal komt 'n end an . . . Gerritje pinkt nag veul keer 'n
traantje weg as ze an Jaap dinkt . Gelukkig dat ze d'r op z'n toid
1 55
uitgaat . Mit 'r vroegere vriendinne van Soibekarspel, Nies Pluister, Alie Wit en Corrie Klaver, die ook allegaar weduwvrouw
binne, gaat ze wel d'rs op vekantie, sours 'n heel end van huffs,
hoor . Dat geef t 'n beetje of laaiing . En de kindere en kloinkindere weune allegaar betrekkelijk kort in de buurt, op Soibekarspel en Blokker . Ze kome veul bai Gerritje en dat vindt ze
erg f oin, deer lubbert ze van op . En mit de telef oon kin ze ook
nag best worre . Ja, ja,we moete Gerritje nag 'n heel toidje houwe,
our van toil tot toid in 'De Houge Woid' wat ouwe koeie mit
'r uit sloot to halen . Je zouwe Jaap ook nag wel d'rs graag zien en
spreke wille, maar dat is verbai . As je indertoid an 'm vroege :
'Jaap Jonker, hoe bin jij an dat pittige woif ie kommen?' Din zoid
ie : 'Deer hew 'k twei tussenpersone voor nodig had : 'n ouwe zeug
en 'n kettevool' .
*) veulen van 'n hit .
1 56
NEI DE NOORD
't Was 'n mooie dag weer . Ik zoide teugen Dirk Waiboer : Leite
we d'rs 'n ritje make nei de Noord, iii kinne deer onder Skagen
'n houp minse . Dirk is 'n echte kirrel, ik kin 't best mit 'm
hewwe . En ja hoor, hai mocht van Nel van Dam, z'n vrouw, en
we stief elde op Skagen an . Oos vrouwe hadde oos ieder 'n
buultje mit stikke meegeven, maar we hadde de knip vanzelf ook
mee . We ginge over de Wup, de Leige Hoek deur . Piet Laan en
Agie hewwe deer 'n hele bedoening, 'n f linke plaas, mit veul
stamboekvee en varkens . 't Is vast goed land ook, want z'n
koeie hadde beste jare . Piet liep net in 't land . We zwaaide en
hai gaf 'n skreeuw . We konne 'm goed hore, want hai heb 'n
zwere strot!
Bai de molen an de Langerois stopte we oos poipie en toen ginge
we de grote nuwe weg op . We hadde al 'n heel eind reden en
gezellig mit mekaar klest, toe stond 'r op 'n bordje : „'t Veld" .
Dirk zoi : Nou moste we nag of f en deurraie en din steke we op
bai Tante Nel in Zoidewind . Ik vroeg : Wie is Tante Nel? Nou,
zoi Dirk, de hele Kop van Noord-Holand kin Tante Nel, de
weduwe van Gert Ligthart . Ik begroip niet dat je die niet kinne .
Maar we gaan d'r heen en din kin je d'r voor altoid .
't Zag 'r netjes uit in d'r cafe . Op zo'n snort opkamer za tte 'n
stik of wat kirrels to praten en to lachen en vanzelf ook to borrelen . Skik maar bai, hoor, manne, zoi Tante Nel, alleman heb
hier evenveul recht . 't Was 'r merakel gezellig . Dirk en ik
zatte ook pent-an in 'n grote leuningstoel . Tante Nel heb voor
ieder 'n goed woord over . Ze is in alle hame pas . Deer zat ien
man hai,die al 'n kloin sneetje in 't oor had en die gooide bai
ongeluk 'n kom-en-bakkie van taf el op de grond . 't Was an
barrele . Ik keek 'rs nei Tante Nel, maar die verhaalde d'r gien
oor om . Ik docht bai m'n zelf : je wete, hoe je mit je yolk omgaan
moete, je kin 't heft douge, moid .
An 't skot honge spreuke, die percies paste voor 'n cafe :
„Morgen ga ik sparen"
en „Om de poen is 't to doen ."
Later kwamme d'r nag 'n hele troep bolleminse, die de bloemetrekkerai van Van der Hoek in 't Veld bekeken hadde . Tante
Nel gong 'r gezellig bai zitten to lollepotten . En niks overdreven
nuwbakken, hoor . 0 nei, alles gewoon en pittig . Iederien mocht
1 57
't hore en zien . Je kinne nooit zegge, dat 't 'n malle kol is . Ze
kin alle minse en alle minse kinne heur .
We hewwe d'r, zonder dat we d'r erg in hadde, 'n heel toid
zeten . Dirk zoi op 't lest : We komme zo herder nach verder, we
moete weg . We hewwe betaald en dat we buiten kwamme zoi
Dirk : We moete nodig nei huffs, want ik moet melkerstoid thuis
weze bai momn Nel .
We hadde oos toid verklest bai Tante Nel . Al kom je deer, din
bin je niet zomaar weg . Dirk had oigelijk nei Blauwboer in de
Wieringerwaard wild, maar deer kon niks meer van komme . Dat
zou veuls to last worren weze. We gonge maar op huffs an . Onderweg hewwe we d'r nag drok over neipraat . We hadde ieder
twei kejakkies dronken bai Tante Nel ; din praat 't 'n beetje
makkelijker .
Om half voif liep Dirk weer in z'n kielegoed achter 'n melkkrossie bai zoin Nel . We hadde 'n mooi daggie had .
Wat ik nou net vertelde, dat beurde 'n jaar of tien leden . Tante
Nel Raatgers is er mee uitskaien . Ze heb 'r cafe overdein an Piet
Steenman . In juli 1962 is ze weggaan nei Alkmaar . Deer rinteniert ze nou al weer negen jaar . Ze loupt nou nei de zeuventig .
Ze is vast nag even gezellig . Je zouwe d'r nag wel d'rs zien wille .
Ze kon zo lekker vertelle . Ze hield van de klucht, maar ze kon
ook best ernstig weze . Ik hoor d'r nag vertellen over 't gezin
van Jan Wit van Blokhuizen, die zo om-en-de-bai negentientwintig z'n vrouw, Anna Wijnker, en drie van z'n dochters en
nag 'n zeun verloor an tbc . Tante Nel zoi : Die minse hewwe to
vroeg leef d ; nou zouwe de dokters er wel reid voor wete, maar
toe nag niet . Miskien dat de minse over tien of twintig jaar
't zelf de redenere over de kanker, as ze deer wat teugen vonden
hewwe . Leite we 't hope . Ik bedoel niet, zoi ze, de kankeraars,
want deer loikt wel gien kruid teugen wossen, die zalle wel deurkankere, maar ik bedoel de kankerlaaiers, die deur die verveulende ziekte nei 't kerkhof sleept worre . Ja, ik wil Tante Nel nog wel
d'rs spreke . Mevrouw Bloem en Zuster Vendel weune nou ook
in Alkmaar bai 'r in de buurt . Die drie kinne as bure gezellig
zitte to teuten mit mekaar . Dirk en ik gaan elk jaar mit oos
vrouwe nei 't verjaarsfeist van Zuster . En as 't weer zo ver is, din
moste we of kes nei Tante Nel an de Wullem de Zwoigerlaan
gaan . Ja, dat doene we.
1 58
TANTE BREGGIE
Vroeger weunde d'r 'n tante van oos in de gemeente Abberkerk .
Non bedoel ik de toil, dat Klaas Zoip deer burgemeister was .
Dat was toe nag 'n erebaantje . Ze verdiende d'r niks mee . Deerom
benoemde de Koningin 'r meistentois ien, die genog knoupe an
z'n jas had, 'n roike boer of zok of zoin, die 't buiten 'n paar
ambtenare-cintjes wel redde kon . Burgemeister Zoip was 'n beste
burgemeister in z'n kloine gemeente van zeuvenhonderd minse .
Hai kon niet best in 't openbaar spreke . Din zoid-ie mit 'n hele
zood woorde 'n heel kloin beetje . Dat is vanzelf niet erg, want
deer hewwe we allegaar wel wat spul mee, as we staan moete to
prevelen teugenover 'n zaaltje mit minse . En we benoide de
mensen, die zo makkelijk prate, zonder dat ze nei woorde zoeke
moete, van die of loupende wekkers .
Burgemeister praatte moeilijk en hai nam er z'n maatregele voor .
As ie 'n stel trouwde in 't ouwe gemeentehuisie, din hield ie
altoid dezelfde toespraak . Die had ie op pepier staan en dat
lag in de laad van de taf el in de trouwzaal . Toe Jan Rood-deslager trouwde mit Emma Klaver lag de toespraak niet op z'n
plaas in de laad . Burgemeister vroeg an de veldwachter : Vierstra, weer is m'n pepiertje? Vierstra zoi : Dat moet op z'n plaas
legge, burgemeister. Maar 't was er niet . Ze hewwe alletwei
nag 'n toidje zocht, maar ze vonde 't niet . Zwarte Jan, de
vader van de bruid, zoi : Burgemeister left maar zitte, 't is zo
wel goed, hoor . Ze binne dus trouwd zonder toespraak . 't Huwelijk is er niet minder mooi om weest . Wanneer 't pepier terecht
kommen is, weet ik niet, maar 'n paar jaar later hoorde 'k de
ouwe toespraak toch weer bai 'n trouwpertaai .
Maar ik was begonnen over m'n tante . Wat kon die altoid lekker
vertelle over 'r jonge jare en over latere taie . Hele verhale! Din
praatte ze weer luid en din weer temet overstil . Ze kon groot
koike en plure, boers prate en def tig . Ze kon ook verlegen mooi
zinge . En roime dat ze kon! 't End was er van weg . En altoid
leuk, nooit hatelijk of boiterig . Nei, hoor, deer hield ze niet
van . Leve en leve leite, zoi ze altoid . 't Was 'n pracht om tante
Breggie to horen . En 't zuurtjesbriefie had ze altoid in 't laatje
van 'r tafelkassie leggen . As kindere stonde wai 'r wel 'rs bai
to gnokken . As we 't lappe konne, din zette we tante an 't vertelle over vroeger . En as we er 'n heel toid om teut en zeurd
1 59
hadde, din zoi ze opslot ; Nou, vooruit mit de goit . En din begon
ze .
Toe de Zuierzei nag nat was, weunde op Lammerskaag an de
zeidoik in 'n cafe, Jan Ruiter, 'n geboren kasteloin . Overdag was
ie messelaar en 's elves en 's zundes was ie kasteloin . Hai en z'n
vrouw en z'n twei dochters konne allegaar even goed mit 't herbergvolk opskiete . Hai trok de minse an, leek 't wel . En 't gong
er altoid even gnap en netjes, deer zurgde Jan Ruiter wel voor .
As 't in de herrest Medemblikker harddraverai was en as ouwelui en jongelui deer heen weest wazze, din stakke die uit Abbekerk-zelf en uit De Weere en uit Ierswoud en zo, 's elves allegaar op bai Jan Ruiter . Nou, din was 't er gezellig, hoor . Mit
Lammerskager kermis was er ook altoid merakel veul yolk .
Din was 't hele huishouwen van Ruiter in spier . Z'n twei dochters mit hulle manne, Meister de Boer en Fris Moisberg, die
liege din allegaar to bedienen . Din kon 't er voor 'n toidje bar
drok weze . Deer was altoid 'n goed stukkie meziek . In die told
bleve de muzekante in 't cafe to warskip en ze atte 'r ook, want
ze kwamme sours van ver op 't f ietsie en din was 't de moeite
niet our 's nachts nei huffs to gaan, want d'are ochend moste ze
er vroeg weer weze voor 't eerste deuntje .
Om de tafel vertelde Jan Ruiter,'n echte grapjas, an de muzekante van 'n man, die graag kattevlois lustre en deerom wel d'rs
1 60
'n kat in z'n buurt mepte, our 'm lekker op to peuzelen . De
muzekanten koukte d'r van, as ze er allien maar an dochte!
In de volgende nacht maakte Jan Ruiter 'n beste, vette kat
dood . Z'n vrouw breidde de lappies en op kermismaandag kwam
de pan op taf el . De muzekante die van niks wiste, smulde van
de lekkere happies en preze de kok erg . Nei 't eten vroeg Jan
Ruiter : Wat hewwe jolle nou eten, dink je? Ze dochte van
kalf slappies. Toe liet Ruiter de natte huid van de kat zien,
mit de kop er nag an. . . De muzekante koukte hulle hart uit
't loif en gavve allegaar de kattelappe terug! Ze spaaide alles
vol . Wat 'n proest! Jan Ruiter skik! Maar z'n vrouw most de
hele brat oprode . . .
Dat is nou eerlijk waar beurd, zoi tante Breggie . En ik heb 'rs
infermeerd bai minse, die 't, wete kinne en verachtig, 't is eerlijk
zo gaan, as tante oos vertelde .
Wat genote we, as kindere, van die vertelling . En later, toe
tante Breggie dood was, hewwe we 't nag veul over 'r mooie
verhaaltjes had . Sours was 't 'n opraapseltje, maar de meiste
kere was 't helegaar waar. Wat is 't tebot, dat zokke minse as
tante Breggie doodgaan .
IN 'T BEJAARDENHUIS
Acht jaar leden was ik in 't ouwe-van-dage-huffs in Oostwoud .
't Hiet 'Woudrust' . In ien van de kamertjes weunde toe Piet
Kaper, 'n gezellige ouwe bags van zes en tachtig . Wat wist die
kirrel 'n zood over West-Friesland to vertellen . Ik had 'n moidje
van m'n mee van of f en in de twintig . Die zat mit 'r mond open to
luisteren nei Piet z'n verhale . Hai kon zo smakelijk vertelle en
hai praatte nag zo duidelijk . Helemaal niet mit 'n slappe lip of
zo, je kon 'm best verstaan . Hai zoi dat er zo teugen de veertig
ouwelui in dat rustoord kinne . As er ien van hulle komt to
sterven, din staat er drekt ientje op de stoep klaar our er in to
kommen . 't Is altoid vol . En je hewwe 't er best, zoi Piet, je
hore gien klachte, behalve vanzelf van ien of areve kankerpit,
die 't nooit en nergens nei z'n zin heb, maar die mag je niet
telle .
Ik vroeg of 't gien saaie boel was in zo'n huffs . 0 nei, zoi Piet,
de manjes prate, rouke en klesse wat en ze loupe 't durp 'rs in
161
en de woif ies die braie en kwebbele de hele dag . Je kinne d'r
gien woord tussen krogge . En d'r is hier nag heel wat variatie .
We hewwe televisie en radio en op z'n toid 'n f eisie . Burgemeister, dokter en domenie en al die hoge potentate komme
hier op z'n toid . Nei, 't is hier helegaar niet verveulend, hoor .
En best van eten en drinken . We hewwe 't hier goed en wie
aars zoit, die liegt .
Ik vroeg of er nag heel wat diknekke op Oostwoud weunde .
Ja, zoi Piet, die zalle d'r nag wel weze . Ik clink wel dat Krelis
Zoip f inanseel niet zo verkleumd is . En deer binne d'r wel meer,
die goed van d'r oigen roize kinne . Je moete d'rs nei Klaas Zoip
van Krelis toe gaan, reidde Piet m'n an . Klaas houdt nag al van
oudhedens, kappekante, boerehoedjes en are ouwe rommel . Hai
doet 'r nag wel 'rs 'n handeltje in . We hewwe d'r of f ies weest .
Afie Laan brocht oos nei 't koejes . Vader Krelis en Klaas ware
an 't voeren, want we kwamme net onder melkerstoid . We
stonde of f en to koiken en toe zoi Klaas teugen m'n dochte
Pas op, zus, gaan op zai, die koe spat je vol as je d'r niet om
dinke, want die heb 't zo vast niet, die gaat wel d'rs mit 'n
bogie.
Klaas had niet veul toid voor oos : hai had 't to drok, maar we
mochte gerust nag 'rs terugkomme en din mocht m'n dochter
mit kap en dek op de foto. Toe we in buiten wazze zoi ze : Wat
worre ouwe minse toch mooi, vader . Ik zoide : Ja, m'n kind,
die hewwe 'n heel leven achter de reg, ze hewwe a1 heel wat
aaitjes en klappe had en deer wille ze graag van vertelle . Ze
koike niet meer, zoas jij vooruit, maar ze koike achterom.
We moste nag bezine hewwe en we ginge nei 'n pomp in Oostwoud . Deer hadde ze nag gien superbezine . Momn dat moidje zoi :
Ze hewwe hier wel superminse!
Dat is nou allegaar acht jaar leden . 't Is nou 1971 . Van 't voorjaar zoid 'k teugen m'n vrouw : Ik wil Piet Kaper nag 'rs zien
en ik gong nei Oostwoud . 't Was zowat konkeltoid, 'n uur of
half elf . De ouwelui zatte in de grote zaal an 'n kopie . Ik kreeg
ook 'n koppie van zo'n moidje dat deer werkt . Ik zat alliendig
an 'n tafeltje . Ze dochte dat ik 'n nuweling was . Al heel gauw
kwam Klaas Wurkem bai m'n zitten . Die vertelde dat ie de
oudste in dat huffs was en dat ie dut jaar 93 worre zou . Dat ie
vroeger boerewerkman was . Dat 't 'n slecht yak was, maar dat
je d'r oud mee worre kon ; dat kon je nou an hem zien!
1 62
Hai vroeg m'n of ik wist, dat de Twiskers glad-ore noemt wiere
en de Oostwoudrs blaie. Dat wist ik niet . Toe kwam Jan
Slagter bai 't tafeltje zitten . Die zoi dat ie de oudste in dat
rusthuis was . Dat ie dut jaar 94 worre zou, as alles goed ging . l k
zeg teugen 'm : Passies heb Klaas Wurkem m'n verteld, dat ie de
oudste is . Hoe zit dat nou? Ja, zoi Slagter, Klaas lult 'r wel d'rs
'n punt an, maar hai is veertien maande jonger as ik . Ja, dat is
eerlijk waar, hoor, zoi Wullem de Graaf, die ook bai 't tafeltje
kommen was mit z'n vrouw Meroitje Smit . lk bin van de winter
nag mit m'n vrouw op skase weest . Maar wai binne heel wat
jonger ; wai worre van 't jaar 82 . Zo deed elk van de oudjes 'n
duit in 't zakkie! 't Was bar gezellig . Maar op slot zeg 'k teugen
de lui : ik moet Piet Kaper nag effen hewwe . Din bin je verkeerd, zoi Slagter, want die is aref jaar leden om 'n akkefietje
verhuisd nei 't rusthuis 'De Zonnehof' in Midwoud . lk heb toe
de dirktrice, mevrouw Huizinga bedankt voor 't kopie en koekie
en ik bin weggaan .
Onderweg zag ik meister Van Bohemen staan mit de joos van
z'n klas op de speulplaas van 't skool . Hai vertelde m'n dat ie in
mai van dut jaar 12% jaar houf d van die skool weze zou . 1 k
docht, ze zalle je din wel goed befeiste . l k bin deurreden, want
ik most nei Piet Kaper . Bai 'De Zonnehof' mocht ik 'r eerst niet
in, want 't was gien bezoektoid . Willems en z'n vrouw binne
deer hotemetoot en die liete m'n op slot toch nei Piet gaan .
't Kwam bepaald omdat ik 'n tas onder m'n arm had . Ze hewwe
docht, dat ik 'n notaris was!
Piet zat pent-an op z'n praatstoel . Wat was ie nag funk! Ze
huisde mit z'n tweien op 'n kamer, Piet en Cor Koeman uit
Alkmaar,1k zoi, Piet, je binne nag niks veranderd bai acht jaar
leden. Dat zegge ze wel meer, zoi Piet . En dat komt, omdat ik
hier mit 'n jongkerel huffs, want Koeman is nag maar 83! Deer
bloif je jong bai . Je wete dat ik van 19 augustus 1877 bin . As
alles meeloupt, din wor ik dut jaar 94 . lk bin heel goed ; allien
'n beetje douf, maar ik hew genog hoord in m'n leven! lk vroeg
ook nei z'n zwager Piet Woidenes, die vroeger van Nibbixwoud
komt en die zo onguur veul wiskundeboeke skreven heb . 0 m'n
joon, zoi Piet, die is nag springlevend . Twei maande leden is
ie op 22 dezember 98 worren . Hai is van achttien twei en zeuventig . Hai zit alle dage nag in de boeke en hai kin nag verrekt
goed rekene .
163
Mit zo'n kirrel as Piet Kaper rack je nooit uitpraat . Ik hew zoid,
dat ik op negentien augustus terugkomme zal, om 'm to f illeceteren . Piet zoi : dat vind ik erg pittig van je, maar 't kin weze,
dat Magere Hoin oos to gauw is .
IN OUDORP
'n Toidje leden most ik op 't raadhuis van Oudorp weze, 'n leuk
ouwerwis gebouwtje . Ik had 'n boskippie an de burgemeister .
Voor zo'n skuif raampie kwam 'n pittig moidje mit van die
lange gebloemde kouse . Ze vroeg : Wat kan ik voor u doen,
meneer? Ik zoide : M'n vrouw zoekt 'n skoonmaakster . Ze grinnikte of f en en toe vroeg ik de burgemeister maar to spreken . Maar
opheden hewwe ze d'r genien . Kok, hulle leste burgemeister is
'n jaar of wat leden nei Edam gaan . Ze hadde wel 'n loco-burgemeister, Visser, 'n overjarige spoorwegman, die al mit pensioen
is . Deer hew ik 'n toidje mee praat en ik vond 't 'n f oine kirrel .
Die moet deer wel wat deursuddere tot ze an Alkmaar plakt
worre, clink ik . Toe ik m'n boskip dein had, bin ik nei 'n paar
goeie kennisse gaan, Jan Blom en Griet Swart . Die hewwe deer
an de Zes Wide 'n mooi tuindersspul . Kindere hewwe ze niet .
Dat moet je verwondere, want ze weune vlak bai 't Ooievaarsnest! Ik kwam an de deur ; Griet had m'n 't erf op zien kommen en kwam al andribbelen deur 't gankie . Gort, he je je vrouw
164
niet mee, zoi ze . Ik zeg : Nei, die is an 't skaken of an de
kloine skoonmaak, net zo je 't noeme wille . Griet zette drekt 'n
koppie en ze perbeerde of ze Jan beskreeuwe kon, die in de
broeikas werkte . Ze liep op blote biene ; ze had net 'r biene
wossen en die moste nag wat opdrouge . 'n Snokker gezicht : 'n
betrekkelijk bejaard rains op blote biene . Maar opheden steekt
dat allegaar zo krap niet . Dat was vroeger heel aars . Griet en
d'r zusse mochte veertig jaar leden van hulle vader geniesen lichte
kouse an en kort polka-heer mocht al evenmin . Vader Wullem
Was de ienigste niet, hoor, die deuze Binge of keurde ; 'n hele zood
dochte d'r zo over . Maar de jonge moide wouwe vanzelf graag
mit de mode meedoen . Griet had sours bar de pest in Bat ze d'r
aars bai liep as 'r vriendinnen, Duw Vermeulen, Neel Skuit,
Anne Smit, Trien van Diepen, Bert en Truus Koppes en zo meer .
Maar ze maakte er mit vader gien ruzie our . As ze nei Van
Goizen to dansen gong, din had ze zwarte kouse an d'r biene en
de lichte mee in de tas . In 't Heiloer Bos of zo gonge de zwarte
uit en de lichte an . As ze van 't dansen terugkwam, verwisselde
ze ze weer in 't bos en kwam netjes mit zwarte thuis, tot grote
tevredenhoid van vader, die z'n moidjes prees our hulle voorbeeld van ingetogenhoid .
0, vader Wullem, wat ware ze je to gauw of! Maar toch hielde ze
van je, hoor . Maar je oiste wat van ze, Bat ze niet volbringe konne . Goed, Bat je maar niet in deuze told leve, man, want din
vrat je je oigen op .
Maar Griet is toch 'n best woif worren, die alles voor 'n aar
over heb . Jan is ook 'n echt verstandig kirreltje . Ik mag 'm
graag . Hai kin zo lekker lache en hai en Griet handse mekaar
zo goed . Ja, 'n leuk span . Ze raie 'n Opel Rekord . Griet had eerder 'r raaibewois as Jan . Din zat ie mit 'n minderwaardighoidsgevoel naast Ootje of achterin de wagen . Je voele wel, Bat ie Bat
niet verdouwe kon . Hai gong op raailes . Nou Bat ie z'n raaibewois heb, mag ie ook wel d'rs sture . Griet is nag al d'rs veul
an de gnart mit die auto . Raaie Bat ze kin . Ze vliegt ermee deur
de nauwste gate! En je hore toch niet, Bat ze trammelant krogt .
Jan leef t voor z'n bedroif mit kasse, z'n kool, z'n tomate, z'n
eerappele . Din doet 't fen 't goed en din 't aar . Maar as ie 'rs 'n
lekkere warme diesek heb, din stuff t er 'n zood of voor de ontvanger in Alkmaar .
Ze hewwe 'n oom- en tantezegger over huffs en in 't bedroif : Jos
165
Zoon . Die moet 'rs 'n pittig moidje zoeke, din mag ie meskien
wel op oom Jannes spul . Maar Jos kin nag niet op z'n slag
komme . Hai kin wel wat to kieskeurig weze! Miskien dinkt ie :
Beter erom verlegen as ermee verlegen . Maar ja, din kom je niet
veul veerder .
Griet gaat niet inkeld mit de auto uit . Ze is 'n jaar of wat leden
mit de vliegmesien nei 'r f emielie in Brazilie weest . Mans toch, ei .
Ja, ze durf t wel wat an .
Op veertien mai 1970 wazze Jan en Griet veertig jaar trouwd .
Wat 'n feist! 'n Mooie zingende mis in de kerk . Jan is al meer
as voif tig jaar koorzanger . Hai heb 'r 'n onderskaiing voor kregen
van de pans . En nou, bai z'n f eist dede de koorzangers vanzelf
hulle uiterste best . Ze zonge as loisters . Nei de kerk was er 'n
drokke receptie . De minse kwamme weg en weer vandaan . Griet
maar lache en Jan maar zoene mit al die woive en jonge moide,
die to f illeceteren kwamme . Hoin Stuyt uit De Waard was
ceremoniemeister . Nou, die kon 'm redde! Hai zoi teugen de
bruigom : Jan, hou nou 'rs op mit dat geslikbek, we gaan nou
't welkomstlied zinge!
'S Eives kwamme d'r nag voif en negentig nichte en neve bai .
Minse, minse wat 'n feist! De bruid en bruigom werde alletwei
mit de kousedrougers omhoug deur de zaal droegen . Lekker
ete en drinke, danse en zinge, toesprake en voordrachte . Alles
even lekker en mooi .
Zo vertelde Griet over hulle feist . Ik kon niet wegkomme . Maar
opslot bin ik toch vortgaan . Griet liet m'n de achterdeur uit
('n voordeur heb ze niet) en ze zoi : Je verdoen 't maar weer 's,
maar din je vrouw meeneme . Nou, dat moet 'rs beure .
't ARE HUTS
Je hewwe van die minse, die zo lekker vertelle kinne, dat je ore
to gast binne . Zo'n stet weunt er ook op Sint-Maartensbrug an
de Grote Sloot nummer 160 : Gert Schuyt Kz, en z'n vrouw
Agie Witsen . In f ebruari 1971 bin ik 'r zomaar op de bonnef ooi
of heen stief eld . De vrouw van Gert, 'n vrindelij k woif ie van
braaf zestig, liet m'n d'r in . Al gauw zatte ze op 'r praatstoel
en hai vertelde van z'n f emilie en z'n boerderai naast z'n huffs,
'De Gedachtenis' . Hai vertelde van vader Klaas Schuyt en
166
moeder Maartje Groeneveld . Dat vader Klaas in 1941 op ienen-tachtigjarige leeftoid de eerste stien bid had van 'De Gedachtenis' en dat 't werkelijk 'n gedachtenis voor 'm was, vooral
an z'n ouwers zaliger . Dat 't hele spul, weunhuis en koeies, in
minder dan twei maande deur timmerman Leeuw neerzet was
en dat 't maar zeuven en twintig duzend kost had . Dat ie er later
nag 'n melkstal en 'n varkensboet mit kippehok bai bouwe
leiten heb, samen voor achttien duzend . Op heden is de hele
gebouweboel wel drie keer zoveul waard as 't kost heb . En din
bit er nag 32 bunder land bai .
Gert weunt er zelf niet meer op . 'n Jaar of wat leden is ie rentenieren gaan in 'n huffs van 'm, dat er naast staat en dat ze altoid
„'t are huffs" noemde . Op 'De Gedachtenis' weunt nou z'n zeun
Jacob Gerrit mit z'n vrouw led Kuttering en hulle drie kindere .
Die heb nou dat prachtige bedroif mit 'n mooi stal vee . Vader
Gert gaat er elke ochend om voif uur heen, om de varkens en
de kalve to voeren . Din gaat ie om 'n uur of zeuven weer nei
huffs en din kruipt ie nag 'n paar uurtjes achter Agie . Zo loupt
ie sours meer kere op 'n dag over en weer en staat ie mit de
duim in 't vessie achter de mooie stamboekkoeien van Jacob
Gert . Nou haalt de melkf abriek de melk op mit 'n tankauto,
maar tien Jaar leden beurde dat nag mit de skuit, die van Zoipersluis tot Ouwe Sluis ging deur de Grote Sloot . En din zag je
dat op de skuit zwaaien van de voile busse en dat of zetten van
de lege . 'n Kostelijk gezicht!
Gert en Agie leve voor d'r gezin van vier kindere : ien moidje en
drie joos . De oudste, Klaas, is trouwd en weunt dicht in de
buurt van z'n ouwers . Din heb je Jacob Gerrit, deer hadde we
't al over . Af ie is trouwd mit Jacob van der Sluis . Ze boere ook
op Sint-Maartensbrug . Ze hewwe zes jonge Sluysies . Din heb
je de jongste nag : Gerrit . Die is nei vader vernoemd . Hai is in
1964 trouwd mit Titia I Jzerman . Ze slaagde baietwei op de
leste maart van 1969 voor vee-ars . Gerrit maakt nou an de
Universitoit van Utrecht nag al werk van de veeverloskunde .
Hai heb veul verstand van de koizersneed, je wete wel, din make
ze 'n zaideurtje an 'n koe en deer hale ze 't kalf uit . Z'n vrouw
behandelt de kloinere beiste, zoas katte, honde, marremotte,
veugeltjes en zok en zok . Ja, die twei rooie dat deer in Jutf aas
wel . Ze hewwe 'n erg pittig dochtertje, Maccia .
Jacob Witsen, de vader van vrouw Schuyt, is op zeuven mai in
167
1965 sturven . Hai was honderd jaar en ruim vier maande! Wat
'n zegen voor zo'n ouwe vader, as je je kindere, je grovaderszeggers en je overgrovaderszeggers zo lang zien magge . Din
bin je tech echt 'n aartsvader .
Ja, Ger# Schuyt betekent wel wat in z'n durp . Hai is doikgraaf
van 'De Zoip en Hazepolder', die mit z'n 7200 bunders, z'n
drie molens en z'n zeuventien gemalen temet even groot is as
De Biemster .
Gert is al meer dan 25 jaar bestuurslid en voorzitter van de boerenleenbank Skagerbrug . Toe 't net 'n kwart eeuw was, kreeg ie
van de bank 'n prachtige stoeltjesklok, die bai 'm an de wand
hangt Hai is er bar kuin op . En Agie niet minder . Ja, 't is 'n
heel lei k stet en ze hewwe 'n mooi huwelijk . 't Binne rasechte
Westfrieze, die 'n goeie roof op leven hewwe . As je deer an 'n
koppie zitte, en 't is 'n lekker koppie, gien ouwe lent, din kin
je temet niet wegkomme . Dat ik net weggaan zou, vertelde Gert
nag effen, hoe ie an 't opskrift op z'n huis kommen was . Hai zoi :
Vroeger noemde we dut tweide huis van oos altoid al 't are huis,
leite we dat er nou maar opskildere . En dat is beurd . En as
jolle rcu 'rs om de noord komme, moet je beslist 'rs nei 'De Gedachtenis' gaan om 't mooie stamboekvee en de mechines en
de hele boel van Jacob Gert to bekoiken en led, want die is
ook 't bekoiken waard, en din gaan je effen nei 't ARE HUTS
en je vrage nei hulle vekantierois van vlede jaar, nei de Noorse
fjorde bai Alesund . Din hoor je wat! Gert vertelt wat en din
Agie weer over dat prachtige uitje . En dat ze op die rois 'n Surinamer mit z'n vrouw ontmoet hewwe en dat ze mit z'n vieren
verskrikkelijk genoten hewwe . En din komt Agie mit 'n dik
boek mit f oto's van die vekantie . Onder elke f oto heb ze wat
skreven en ze vertelt ervan . En din zal 't mit jolle net gaan as
mit mom : je kinne niet wegkomme . Ik most op m'n terugrois nag
bai Jaap Stammes in Skagen an, je wete wel, die ouwe danser
uit de Skager Dansclub . Ik had of sproken om voif uur, maar ik
kwam om zes uur pas an . Jaap grommelde eerst wel wat, maar
effen later haalde ie toch 'n ouwerwisse ham, die nag in de
skoorstien roukt was . Hai hield 'm voor z'n buk en sneed 'r mit
'n groot mes 'n pact dikke plakke of voor momn en voor m'n
vrouw . Lekker! Percies de smack van de ham, zoas die vroeger
mit kermis of bai are f eisies bai oos thuis op taf el kwam . De
nuwerwisse slagers kinne dat smakie en niet meer an krogge .
1 68
Hoe kon je nou zo laat komme, zoi Jaap? Ik zeg teugen 'm :
Gaan jij nou maar 's nei Gert Schuyt en Agie, in 't ARE HUTS
an de Grote Sloot, din kom jij ook 'n uur to last thuis .
SKAGER MOIDEMARKT
Vlede jaar was ik op de leste-donderdag-op-ien-nei in augustus
in Skagen en daar zag ik 'n oomzegger van m'n 'n skotje 1)
markten . Arie Skouten had 'm op z'n vrachtauto nei Skagen
brocht . 't Is altoid leuk, om die veehandel van dichtbai to zien .
't Was 'n lekker roip beisie en deer kwamme al gauw hande op .
Thois Beers hood tien pond bai de negen, maar ze konne 't
op 'n end toch niet rooie . Toe kwam Wullem Ackermann . Ze
raakte puur an 't handeklappen en op slot kreeg Wullem geluk .
Mit de skot in 't boekie 2) gong m'n oomzegger de markt op .
Ik ging ook 'n kant uit . Hoe later 't werd, hoe meer yolk dat
er kwam . En wat voor yolk! Je hoorde verskaiene tale, Duffs,
Frans, Engels en nag wel meer . Ik liep teugen Dirk Dekker an,
de peerdeskos uit 't Waarland . Ik zeg : Dirk, wat is 't hier drok,
wat is hier an de hand? Hai zoi : 't is de leste van de tien donderdage en 't is moidemarkt . Wat zeg je?, zoid-'k . Maar Dirk had
woinig toid . Hai riep nag : Ik moet Rinus Honing uit De Waard
nag zf f en spreke, voordat ie nei huffs gaat . Deer hew ik 'n knol
van kocht, maar die loupt niet helegaar rond . Gaan maar nei
't station, din hoor je d'r wel meer van . 't Beste, hoor! En Dirk
was weg . Ik kwam bai 't station en wat 'n yolk! Deer stond oom
Gert Pater voor de microf oon to klessen en z'n vrouw, tante
Jans liep deer ook mit kap en dek op . Oom Gert praatte zo lekker boers ! Precies nag zoas ie 't vroeger bai z'n ouwers op
Tuitjehorn leerd heb. Je konne deer mit-ien al kaartjes koupe
voor de moidemarkt, rooie kaartjes voor manne en witte voor
vrouwe. Ik kocht er ien . Deer stond nummer 13 op en ook de
naam van 't cafe, deer je 's eives tussen negen en tien komme
moste, om 't moidje of de vrouw to zoeken, die 't witte nummer 13 oches kocht had . Din mochte die twei gloike nummers
op die eivend mit mekaar uit .
Ik keek 'rs wat rond en deer kwamme veul minse uit 't spoor
en mit auto's en mit f ietse . Meister Bregman uit Den Helder en
Jan Peetoom uit Skagen stonde deer puur mit mekaar to smoe1 69
zen hoe 't allegaar most . Bregman is gek op Skagen ; hai heb
'n heel dik en heel mooi boek over de geskiedenis van Skagen
skreven . De optocht begon bai de houf dweg . Ouwerwisse karre,
bakwagens, sjeze, kapwagens, boerewagens - van alles reed er
mee . Voorop liep 't meziekkorps 'De Uienhoup' . Jaap Marreveld
van Dirkshorn, 'n uienbouwer, is de maatslaander . Ze speulde
heel mooi. Zo ging alles achter mekaar nei de Grote Kerk op de
Markt .
Ik liep mee mit 'n meneer Louwe, 'n kranteskroiver uit Skagen .
Die skreef 'n verslag van de f eestdag voor de kraut . Toe de optocht of loupen was, vroeg ie, of ik 'n koppie bai 'm an huffs
drinke wou, 't was net zowat koppiestoid . Dat hew ik vanzelf
graag dein. Erg leuke minse . Ik vroeg an Louwe : Hoe komme
die feiste hier nou oigelijk . 't Is al zeuventien jaar leden, zoid-ie,
dat ze 't voor 't eerst dein hewwe . Oom Gert Pater is de oprichter en gangmaker weest en je kinne gerust zegge, dat er
nag veul op 'm droif t . Hai en tante Jans, z'n vrouw, binne
d'r vol van ; ze doen er alles voor . En dat is veul . 't Is niet allien
de donderdag, maar deervoor heb je 't klaarmaken en deernei 't
opruimen . Voor heel Skagen betekent 't wel wat . De kasteloins
en de are neringdoende binne d'r erg bloid mee . Deer komt veul
yolk en iederien left er 'n paar cinte achter .
Om twaalf uur was er dansen deur de Skager Westf riese Dansgroep, zomaar op de weg . Ze wazze allegaar in Westf riese klere,
'n mooi gezicht . Tante Nel Helder speulde piano bai de Grote
Kerk op de Markt, zomaar in buiten . Oom Gert stond er voor
de micref oon to redeneren . Wat kin die kirrel prate, 't vliegt er
of! Ik zag burgemeister Wognum ook nag loupen . Je konne zien,
dat ie er kuin op was, dat 't in zoin gemeente zo drok en gezellig was . 't Is jammer dat ie ziek worren is . Toe heb ie 't boiltje
d'r maar bai neerloid . Vlede jaar in oktober is burgemeister
De Wilde 'm opvolgd . Die zal ook wel geniete van de feiste .
Op 't Noord zat 'n hele zood kloine joos an 'n eterstaf el to smikkelen . Dat krege ze allegaar voor niks van de f eistvereniging .
Ze zatte lekker to lurken an hulle koppie sukkela-melk . Ze wazze
in 'n Westf ries pakkie en ze danste ook zo pittig . 'n Groepie ervan verkocht wat snuisteraitjes in staltjes . Ja, alleman deed mee,
heel Skagen viel in 't haam, om de f olkloristische feiste, zoas
oom Gert ze altoid noemt, zo mooi to maken as 't kin . 's Middes om half drie hew ik keken op 't kerkeploin nei de ouwer170
wisse stoel&ans voor vekantie-minse . Prachtig! Zo'n voif tig
pare . 't Ging um proize . Ik zou graag meedein hewwe, maar 't
was vooral voor vreemdelinge .
Ik kocht 'rs 'n koppie in 'n cafeetje en 'n lekker, warm skellevissie bai Piet Kuyt . Oigelijk most ik nodig nei huffs . Maar ja,
dat stomme nummertje dertien! Je binne nuwskierig, wie dat
witte nummer kocht hewwe zal . Gelukkig had ik teugen m'n
vrouw zoid, dat ik miskien nag effen bai ouwe Jaap Borst in 't
bejaardehuis in De Waard an gaan zou . Aars zou de vrouw nag
onrustig worre kinne .
Op slot werd 't toch 's eives half tien . Ik nei 'De Rooie Leeuw',
die op m'n nummertje stond . En verachtig, deer loupt 'n moidje
van om-en-de-bai voif en twintig mit 't are nummertje dertien .
Oom Gert en Tante Jans in de bloemen in 1968
17 1
Ik erheen en ik liet momn nummertje dertien zien . Hoe moete
we 't hewwe, zoid-ik? Nou, we gaan mit mekaar op de dansvloer, zoi ze . Dat vond ik vanzelf pittig . Ze hiette Leonie . We
hewwe danst en praat en wat dronken mit 'n hele zood steltjes
om de tafel en 't was zomaar half elf, leek 't wel . Toe zoi Oom
Gert, dat alle minse die mit dut spel meedein hadde, nou of skoid
van mekaar nerve moste, want, zoid ie, 't moet mooi bloive,
't moet gien rommeltje worre . l k gaf momn dat moidje eerst nog
n lekker oisie en toe ping ze mit 'r broer nei Barghorn 't Was
'n verrekt pittig ding! Ik kocht nag 'n palinkie voor de vrouw dat was 'n pareplu om de bul op to vangen - en toe gauw nei
huffs . 't Was to last om nag nei Jaap Borst to gaan ; die lag vast
al under de mannef akture . Wit je wel glouve, dat ik onderweg
nag wel d'rs effen docht an dat pittige moidje!
Ik kwam thuis ; de vrouw was nag op . Ik zoi . Goeieneivend
en . . . de vrouw zoide 't lessie . Ja, ik was ienmaal to laat .
Ik dink, dat ik ankomde jaar wet niet nei de Moidemarkt rack .
1) een jonge koe, die in het derde levensjaar nog niet kalf t .
2) portefeuille .
BAI OOS OP 'T DURP
Veertig jaar van m'n leven mocht ik huize mit 'n zood goeie
minse in Spierdoik . Ik zit er nag mit plezier an to dinken .
'n Buurman van oos was Waiert Komen, hai was al van 1878 .
Z'n houf dvak was timmerman . Hai werkte veul samen mit z'n
broer Klaas op 't Noordje . Die was zes jaar jonger . Ze hadde 'r
yak leerd van vader Jan, die bekend stond as Jan Spoiker, omdat
ie op z'n rekeninge voor de klante de gebruikte spoikers opskreef
en berekende . Toe vader Jan doodging hewwe Klaas en Waiert
de zaak vortzet . Grote bouwwerke leverde ze niet . Ze maakte
skoeiinge, damhekke, boetjes en allerhande kluswerkies . Ze werkte voor 'n zacht uurloontje . Hulle specialitoit was : doodkiste
make . En dat konne ze heel goed . Honderde hewwe ze d'r maakt,
gekoupe en duurdere, maar allegaar goed of werkt . Waiert gebruikte of tig de stopwoordjes 'Da sek' (Dat zeg 'k) . En as ie
't over z'n doodkiste had, din zoid-ie : Da sek, ze binne solied,
172
A . C . van den Berg
pastoor to Spierdijk
1936-1955
A . C . Overtoom
hoofd jongensschool
to Spierdijk (1917-1941)
ze kinne d'r jare in huize, voordat ze de wurme in huffs krogge,
da sek .
As er op 't durp ientje flood was, din holpe ze al mit 't uitkleiden . Ze meitte de dooie en din maakte ze drekt de kist, sours
werkte ze in de nacht deur . Agnes Jol, de vrouw van Klaas,
voerde de kist van binnen en din brochte ze 'm nei 't sterf huffs .
Ze holpe bai 't kisten en ze gonge ook nag 'n eivend to rozekransbidden, omdat ze de kist leverd hadde .
Samen mit ouwe Wullem de Vries, z'n zwager, onderhield ie 't
kerkhof . Wullem was 'n grote kirrel, Waiert was 'n opeten manje .
Je zagge ze din gaan mit de graaf over skoer nei 't kerkhof, net
areve cint . Wullem gaf twei stage teugen Waiert drie . Ze dede
't voor noppes, din kwamme ze houg in de hemel, zoi pestoor
Van Zon . Nou was flat voor Wullem niet zo hard nodig, want
die had 'n beetje hougtevreis .
Ja, Waiert was in 1920 z'n skoonvader Klaas Leek as doodgraver
opvolgd . Toe ie 't ruim veertig jaar dein had, had ie 'r 969 begraven. En as je 'm vroeg, of ie 'r nooit 'rs beroerd van werd,
flat ie altoid mit de Dood en 't kerkhof omgaan most, din zoid-ie :
Helegaar niet, da sek, helegaar niet, dut werk moet nou ienmaal
ook dein worre . En je hewwe nergens zoveul minse bai mekaar
mit zo woinig ruzie, da sek, mit zo woinig herrie . Waiert was in
alle hame pas : hai was naast doodgraver ook dubbeltjesophaal173
der, zundes onder de dienste in de kerk. Hai wist percies, wie er
oigen plase hadde en wie 'r zittersgeld betale moste, omdat ze op
'n aar z'n plaas zatte .
As bestuurslid van de Vincentiusvereniging ging ie trouw rond
Tangs de huize en din kwam ie rammelend mit 't kollektebussie
't streitje op . En as de cinte in 't bussie viele, din zoid-ie altoid :
God loons, minse, maar weer tot d'are keer, da sek, maar weer
tot d'are keer .
Wullem was vroeger vrachtman op Hoorn, mit peerd-en-wagen .
As ie din Tangs 't huisie van Klaas en Agnes kwam, din wou z'n
peerd niet verder, want die wist al, dat ie van Agnes altoid 'n
stik roggebrood kreeg . Agnes hield veul van beiste . Ze had 'n
heel regiment katte. Elke zwurf kat haalde ze in huffs . As je bai
'r kwam, din ware alle stoele bezet mit katte . Alle kloine joos
uit de buurt konne Agnes ook heel goed . Ze ginge d'r allegaar
heen om 'n snoepie . Die klantjes wete gauw as 'r was to halen
valt . Agnes kwam din mit 'r trommeltje an de deur om uit to
delen .
De kindere van Waiert gonge trouwe en Trien Leek, z'n vrouw
gong dood onder de Eerste Wereldoorlog . Z'n thuishaalder, Af ie
Vlaar trouwde ook en Waiert bleef alliendig over . Kluize is niet
lekker . Din kin je wel prate teugen de kachel of de klok, maar
die zegge niks terug . . . Toe is ie introkken bai Klaas en Agnes .
Mit z'n drietjes leef de ze plezierig ; ze hoorde bai mekaar . Maar
in negentien ien en zestig ging Klaas hemele . Hai was temet
zeuven en zeuventig . 't Is al 'n pittige leeftoid . Waiert en z'n
snaartje boerde verder, totdat Agnes - Waiert noemde 'r altoid
tante Sientje - de kerk niet meer hale kon ; ze kon 't niet uitloupe. Ze viel onderweg wel d'rs om en din most je d'r steerte,
net as 'n ouwe knol . Toe is 't ouwe stel in 't rusthuis in Spierdoik beland, in 'n mooie bovenkamer an de weg . Waiert voelde
z'n oigen 'n burgemeister en sting voor 't raam to koik nei 't
kerkhof, deer ie zoveul werkt had . Heel in de verse kon ie de
watertoren van Hoorn (die ze nou pas sloupt hewwe) zien
staan . Maar Waiert, die zoveul keer in z'n leven de loif spreuk
van de doodgraver gebruikt had : 'Ze komme wel', kwam zelf ook
an de beurt . Op zeuventien november 1965 is ie sturven . Hai was
87. Pestoor Verbeem heb veul zurg an de uitvaart besteed, omdat
Waiert zoveul goed an de kerk dein had . Dat vonde alle minse
mooi . Waiert is begraven deur 'n nuwe doodgraver . . .
174
Waiert je binne 'n goed rains weest . Je wazze altoid opgeruimd
en bloid . Je hadde voor groot en kloin 'n woord of 'n skreeuw
over en je wouwe graag iederien helpe . Je hadde gien voiande,
allien vrinde . Je mochte op 't kerkhof 'rs of f en kibbele mit Gert
de Koster, maar dat telt niet mee, daagsteran wazze jolle alles
vergeten . Nei, je hadde gien voiande . En zokke minse binne d'r
niet dik . Je binne nou voilig op de plaas, deer de flood sterf t .
Non wille jolle miskien nag wel wete, hoe of 't verder gaan is
mit zwager Wullem . Hai had 'n heel hok mit joos, ik mien van
negen, zes joos en drie moide . Ze binne allegaar op 'n goeie
plaas in de maaskappai terecht kommen .
Wullem heb 'n zood werk dein in z'n leven . Toe Waiert en Agnes
nei 't rusthuis gonge, kwam Wullem 'n toidje later in hulle huisie
op 't Noord, alliendig . In 1954 was z'n vrouw, Agie Leek, doodgaan . 't Was 'n heel best woif . Wullem greep erg mis . Maar hai
leef de op de neigedachtenis van z'n goeie vrouw verder, mit z'n
kindere en z'n grovaderszeggers . Hai had 'n ouwe bedstee vol
mit nuwe dekens leggen . As er 'n kloinkind van 'm trouwde,
din mochte ze 'n deken uitzoeke as huwelijkscadeau . 1k verzeker je, flat ze persies wiste, weer opa weunde!
Hai liet 's nachts de deur van z'n huisie los . En as je an 'm
vroege, weerom ie flat deed, din zoid-ie ; M'n kind, 'n ouwe
man kin best wat overkomme en din moete de minse niet voor
'n vaste deur komme . Din moete m'n bure, Siemen en Aagt en
Jaap en Jitske er in komme kinne, as ik er niet meer uit komme
kin . We vroege nag ; Bin je 's nachts niet bang, as je deur los is?
Bang? zoi Wullem, gaan nou 'rs mee . Hai gong nei z'n ingebouwde bed, lichtte z'n kussen op, haalde d'r 'n grote boil onder
vandaan en hai zoide ; As ik bai flag of bai nacht lui in huffs
krog, die er niet hore, din zalle ze ondervinde, flat 'n acht en
tachtigjarige niet mit 'm solle left . Maar as 't Hoin mit z'n zoin
is, din zal 'k m'n kop buige moete . Kort ernei is 't beurd . Wullem was op 23 september 1967 nei Agie gaan en nei Waiert en
Trien Leek en nei Klaas . Hai was uit de toid, maar niet uit de
herinnering .
Van 't hele stel is Agnes nag alliendig over . Ze is in 't nuwe rusthuis ''t Oeverland' in Spierdoik . Ze is van 25 november 1879 . Je
moete d'rs heengaan op 'r verjaardag, din koik je je ouge uit,
wie d'r allegaar kome bai die goeie ouwe ziel . Ze is nag heel
pittig en best bai 'r verstand . Ze kantelt we! 'rs om, maar din
175
zoeke de Zusters of de moidjes, die deer werke, d'r weer op .
Dokter Bloem stelt de motor din weer wat bai en din gaat ze
weer 'n toidje mee . We kinne d'r onmogelijk misse .
Vroeger docht ik altoid, dat je pas 'n hoilige weze kon nei je
dood, maar 't leven heb m'n woizer maakt : ze loupe om oos
heen, as we ze maar zien wille .
Weyert Komen
Willem de Vries
HERINNERING
As ik zo 'rs in m'n ientje zit to dinken, din gaan ik in m'n
gedachten wel d'rs terug nei m'n kinderjare en de toil van m'n
jeugd en din zien ik weer, wat ik toe zag en ik hoor weer de
minse van toe prate en vertelle . Ik bin din weer an 't werk bai
m'n vader en moeder. Ik zat, as skoolkind al, to koeie- en to
skeipemelken . As er 'n skeip oonde, die wat nauw was, zoi m'n
vader ; Haal jij dat lam er 's uit, iii hewwe nag kloine handjes,
jij kinne dat beter as wai mit oos grote hande . En as er 's eives
teugen bedtoid 'n koe begon to steerten, omdat ie kalve most,
din zoid 'k teugen moeder : Je moete m'n vannacht roepe, hoor,
want ik wil kalve-trekke .
In m'n geist zit ik weer in de skoolbank bai juf f rouw Nellie van
176
Woik in de eerste en tweide klas . Ze was erg lief voor kindere
en ze kon zo mooi vertelle van Ot en Sien en van de plate, deer
we de letters van lere moste . Ik hoor de worst nag sissen in de
pan op de plaat en van dat gesis leerde wai de letter S . Ze leef t
nag, ze is 87 jaar en weunt in 't bejaardehuis 'Twiskerland' in
Twisk . Ik kom nag wel d'rs bai 'r . Heur vader, meister Van
Woik, was van 1871-1909 houfd van de openbare skool in De
Weere . Hai was 'n geleerde man . Hai heb 'n stik of drie van z'n
oigen kindere en verskillende are jonge minse klaar maakt voor
de onderwoizersakte en hai gaf ook lesse an manne, die burgemeister worre zouwe, zoas Klaas Zoip van Abbekerk en de
ouwe Breibaart van Hougwoud, de vader van de Breibaart van
nou, die ook al weer gauw uitskaie zal . Ik weet nag goed dat die
ouwe Breibaart, 'n hele grote zwere kirrel, bai oos op skool
kwam op 30 april 1909 om to zeggen, dat er 'n prinsessie geboren was en dat we deerom vrai van skool krege . Dat leste
was voor oos vanzelf 't belangroikste, want we mochte bai
juliaantje toch niet op de zuikerstikke komme .
Behalve moeder en ik hewwe ze uit oos gezin allegaar op skool
loupen bai meister Van Woik . In 1909 kwam meister Van de
Wiel . Deer hew ik onderwois van had op 't gewone skool en
later voor de onderwoizersakte. Ook 'n beste meister . Ik dink
nag veul an 'm en ik heb later in skool veul dinge 't zelf de dein
as m'n leermeister, omdat ik merkte dat 't goed was . Mit weemoed in m'n hart hew ik meeloupen, toe ie nei z'n leste rustplaas op 't kerkhof in Heiloo brocht wier . . .
Onder pestoor Stroomer en pestoor Duyvestoin bin ik misdiender
weest tot m'n twaalfde jaar . Toe most ik 't land uit bai m'n
vader en ik kreeg van pestoor 'n erg mooi horlogie mit blauwe
coif ers . Ik heb 't nag . Van later, toe ik to vraien raakte, hew ik
nag 'n herinnering an die pestoor bewaard, die ik nou wel leuk
vind, maar toe niet. Op 'n zundageivend zoende ik, midden op
de weg, in hartstikke donkey, Geertje Klaver van de Dikke
Boer en in-iens stonde we in 't licht van de zaklanteern van
pestoor . We verskote oos lam en we stove ieder 'n kant uit . In
die toid mocht je dat zomaar niet doen! Binnen 't uur wiste
vader en moeder 't al van pestoor . Toe ik thuiskwam, kreeg ik
die warme pangkoek under m'n neus . Wat 'n consternatie! Ik
wend voortaan krap op 't bit reden, ze hielde de touwtjes strak .
Ze perbeerde m'n ervan to overtuigen, dat zok gien pas gaf en
1 77
dat ik dat toch wete most . Maar ik kon er gien berouw over
krogge. En nag niet!
Ouwe Kees Pronk, die vroeger vrachtman op Hoorn weest was,
heb tussen z'n zestigste en voif en zestigste jaar werkman-inlichte-werkies weest bai m'n vader op de boerderai . As er din
156 rentezegels voor 'm plakt wiere, din kreeg ie, as ie voif en
zestig was, drie golden ouwerdomsrente in de week . . . Z'n
vrouw noemde we Griet de Kleremaker, omdat Kees kleremaker
was . Ze was erg douf en praatte temet altoid in d'r oigen . 't Wazze erg goeie en heel arme minsies en ze weunde in 'n heel kloin
huisie . l k mocht er van m'n moeder wel d'rs 'n steurtje eten of
'n hompie keis heenbringe . Din leerde Kees momn 't dammen .
Zo hew ik deer veul ure zeten . Net as bai Nardus Groot en
Naatje. Deer stuurde moeder m'n ook wel d'rs heen mit 'n paar
kan karremelk of 'n stukkie butter . Naatje mocht ook de keisrandjes bai oos vandaan hale en deer maakte ze din 'n randjeskeisie van . Zo moste die arme ouwe minse er deur zien to kommen. Nardus was vroeger boerewerkman weest, maar lag later
altoid to bed. Hai was helemaal verrimmetiekt en z'n hande
beef de erg . Hai was de belezer van 't durp . As je kiespoin
hadde of 'n stienpuist of are pointjes en kwaaltjes, din ging je nei
Nardus . Die streek mit z'n bevende duim over de zieke plek en
bad mitien 'n gebedje . En din ging je genezen nei huffs . Wai
kindere en ook 'n hele zood groters gelouf de erin en 't leek verachtig wel to helpen ook .
Dirk Groot, z'n zeun, was koster en doodgraver . As kindere
kwamme we bai 'm koike op 't kerkhof en we zatte to rommelen in de doodsbientjes, die we weer an mekaar perbeerde to
passen . Later, toe ik studeerde, hew ik er 'n zoodje van 'm to
lien had, din kon ik beter zien,hoe't geraamte van 'n mins in
mekaar zat . Ik mocht 't teugen gien mins zegge, want din zouwe
de minse dinke, van wie z'n grovader of gropmoeder zou ie de
onderdele op z'n kamertje leggen hewwe? En din krogge we last .
Dirk hield ook knoine en 'n beste ram . Deer ginge we van told
tot toil heen mit oos voesters, want we vonde 't 'n prachtige
ram en 't dekgeld was leig . En as we kwamme to betalen, din
krege we van Leentje, Dirkes vrouw, 'n kokkin (snoepje) .
We hewwe veul eivende mit Dirk zitte to kaarten, to ketrielesen
(quadrilleren) . Kindere hadde ze niet . Leentje kwam to sterven
en Dirk skee er uit mit kosteren en kwam in 'n aar huffs . Hai
1 78
heb nag heel wat jare leefd . Later stonde we ook bai de doodkist
van Dirk . En din dringt 't pas tot je deur, dat ie zo'n goed rains
was . Jammer dat je zo'n goeie vriend verlieze moete . Weerom
gaan zokke minse dood? dink je din, deer was wel wat aars van
mindere kwalitoit in to leveren weest! Ze hewwe deer Boven
ook de beste 't lief st, loikt 't wel .
Din had je Piet Poland en Jans Aartman . Op 'n paar bundertjes
oud bouwland most Piet z'n kossie skarrele voor z'n grote gezin .
Hai was 'n gewone, grove bouwer mit eerappele, urte, bone, tarf,
haver en wat suikerwortele . In de wintermaande zette ie 'n
paar koetjes op, die ie van de ien of are boer om de melk had .
Din had ie 's winters 'n paar kan melk daags en 'n mispetje
's zeumers voor z'n bouwtje . Wat hewwe die minse werkt, van
licht tot donkey, 't hele jaar deur . In de hooitoid kwam ie wel
d'rs bai oos, as 't erg drok was en in de zeidtoid hielp ie mit
zichten . 'n Beste, slachtige werkman . Din verdiende ie 'n paar
golden extra, die Jans best gebruike kon . Arm leefd en arm sturven, maar nooit 'n cint skuld . Ze konne hikke nach geeuwe . Ze
wazze tevreden in en deur de armoed .
As joon van 'n jaar of voiftien gong ik veul eivende nei Piet
Grootjes en Jans Rood . Ze ware al op leef toid, toe ze as wedenaar en weduwvrouw mit mekaar trouwde . Maar 't hotte niet tussen die twei . As Piet de kat de deur uitliet, haalde Jans 'm er
drekt weer in . En as Jans 'n mooi vertelsel over vroeger deed, din
trok Piet 'n vlak gezicht . Jans was 'n vrolijk woif, die in ien
asem lache en huile kon en Piet kon van die sterke verhale van
vroeger vertelle, die zo spannend wazze, dat je d'r 'n beetje
bang in donkey van werd . En toch vond je 't leuk! An die kibbelende Piet en Jans hew ik toch plezierige herinneringe .
Thois Kuyper en Rins Koemeister hadde in 't durp 'n poepewinkel. Z'n vader, ouwe Fris, was 'n heel gewoon messelaartje
weest, die er sobertjes deur most . Thois was 'n piendere, werkzame joon, die z'n toid ver vooruit was en die wat andurfde . Hai
kreeg van pestoor Van Leeuwen voif en twintig golden om wat
negotie to koupen : wat geren en band, spelde en neelde, lappies
goed en zok en zok . Hai begon 'n winkeltje . Hai leerde wat Duis
en begon to handelen in Duise naaimechienes, die toe pas in de
handel kwamme . Hai kwam in 't bestuur van de durpsboereleenbank en hai werd agent van 'n grote brandverzekering en dirkteur van 'n keisfebriek . Hai ruimde heel wat ruzietjes en mis1 79
verstande onder de minse op : hai had 'n groot vertrouwen . Financeel heb ie ook 'n heleboel minse vortholpen . Z'n acht kindere
hewwe allegaar wat extra leerd bai meister Van Woik of op are
skole en ze hewwe allegaar hullie weg vonden . Toe ie pittig de
biene onder 't loif had en recht had op wat rust, ging ie in
1918 dood . Weerom nou? Hai was nag maar zeuven en voif tig .
Hai had nag zoveul goeds doen kinnen . . . Z'n joos, Siemen en
Bram, hewwe de zaak wel vortzet, maar hai had 'm opbouwd .
Zo zag ik 'n hele zood minse heengaan, die ik graag houwe
willen had .
M'n vader gong ook in die toil dood . Die kon ik ook slecht
misse, maar deer wordt niet nei vroegen . 1k mocht van moeder
uit de boerderai stappe en lere gaan voor skoolmeister . 1k hew
spantouw en melkblok neerloid en ik bin in skool terecht kommen.
180
Op 'n goeie dag zag ik in 't cafe geneven over oos, 'n moidje
loupen, die deer bakerde, en die m'n erg anstond . Ik bin mit 'r
an 't klessen raakt, eerst onzin, later ernst . Ik huffs er nou al
kloin veertig jaar mee .
Ik heb 't over verskaiene minse uit m'n geboortedurp had . En
't leke allegaar wel goeie minse . Ware 't zokke goeie minse, of
wil ik ze graag zo zien? Ik heb er over neidocht en ik clink dat
't net is as bai Ernest Claes, de grote Vlaamse skroiver, die as
kind nit z'n geboorteplaas wegging om to studeren en die later
as man over z'n kinderjare vertelt . Van hem skreve ze : 'Hij zag
z'n geboortestreek als kind . Als man schreef hij er later over . Als
kind zag hij geen drama's, geen zonde, geen tragiek . En als man,
met rijper inzicht, gleed hij er vergoelijkend overheen en zegt :
'Onder de mensen van mijn geboorteplaats Zichem, ken ik er niet
een met verborgen kwaad in zijn verstokt hart' .'
18 1
REGISTER
De getallen achter de woorden verwijzen naar de nummers van de zinnen .
A
aanspreking in 3e
persoon, 870
aanvoegende wijs, 861
aardig, 55
achter, op-, 479
achteren, vanbekeken, 818
achterend, 250
achterkommertje, 200
achterkousig, 98
achterland, 818
achterkret, 210
achterom, 183
al, 594
al (wel), 576
algedurig, 98
allemaar, 439, 440
alliendig, 531
alshands, 623
altijd niet, 673
al-zinnen, 865
an, er is iets van-,
708,173
ansassen, 595
antornen,709
anwenst, 469
appelepap, gien-, 306
areve, 488
armpie-deur, 585
as-er-an-toe, 710
atterkoud, 105
averom, 691
B
baan (akker), 204
baaieren, 47
baiegaar, 537
baietwei, 588
baispul, 564
baitois of betois, 324
baizitten, er-, 624
baker, 2
bakkie, 355
bal (bang), 781
barrel, an de-, 431
barrel, 'n-, 431, 152
1 82
barrelen, an-, 355
barrelen (kleren) , 321
barreleskeet,151
barstjansen, 779
bazeroet, 686
bedaid, 818
bedaren, 845
bedat, 520
beddepisser, 15
bedelaarskoppie, 391
bedelaarsmaag, 382
bedoening, 236
begaan, - om, 699
begaan, 665
begriet, 241, 207
begrotelijk, 465
begroten, 465
beheeftig,102
bekennen, 565
bekeren, 61
bekon, 565
be!, 339
beleerd, 625
bellen, an-, 339
bellen, 339
beloord, 632
bementeneren, 194
benauwd, 69
benepen, 74
benoupen, 828, 792
bentel, an de-, 314
bentelkont, 314
beren, 32
berg, 228
besketen, 789, 99
besketen, -doekje, 789
beskieten, 657
beskoten, 798
beskranzen,655
best, 'n-, 578, 548, 611
bestaan, 100
bestand, 237
besteden, 704
besterd, 548
bestoken, 406
bestruk, 101
bestudderen, 378
betaien, 513
beterder, 62
betois . 324
betrekk. vnw ., 857
beuken, 276
beukertje, 794
beunhasie,190
beuren, 547,141
bewaaien, 630
bewarmen, 446
bezitt . vnw ., 859
bezweiten, 16
bienen (voeten),
796, 437
bienen, 't wild in
de-, 460
bienophipper, 343
hi!, 438,163
binken, 796
binnenmikken, 314
biske, 819
bit, 580
blaipoten, 344
blauwbakken, 676
bleizen, 684
blikk (er) en, 289
bloid, 615, 549
blok
bobberig, 70
bobberkop, 70
boekie, 500
boekie-zoek, 621
hoe!, de - verzuipen,
255
boet, 635, 416
bof f ers, 383
bogie, 730, 615
boizen, 47
bokken, 705
bokkeneuten, 615
ho!, 706
bolk, 695
bollebuisies, 383
bollen, 259
bommer, 252
bongels, 755
bonk (veel) , 841
honk(ie), 90
boodje, 791
booi of boos, 45
bordig, 82
bosken,700
boskip, 649
bot, 604
botvreemd, 532
bouwer, 245
bouw (erai), 245, 185
braaf, 489
brakken, 615
brand, in de-, 398
brandenekels, 702
brat, 609
breek, voor de-, 619
breeuwen, 701
breiden-mig, 662
breist, 424
bremmen, 449
brief, 494
briek, 74
brikkie, 703, 589
bril, 310
broeden, 829
broeder, 353
broekeskoiter, 94
broinzout, 618
brood, 642, 357
brood, roik stik-, 430
broodvechter, 707
bruidstranen, 33
buffet, 318
buffeltje, 332
buisies, 57
buiten, in-, 446
buitenpoorter, 35
buizen, 83
but, 187
bullestiek, 237
bulloper, 237
bunzig, 424
burrie, 707
buul, 499
C
ch (uitspraak), 880
D
daagsteran, 771
daaiig, 385
daaps, 136
daghuren, 752
dag-of-aref, 488
daien, 579
dam (poort), 570
damp, de- in, 83
dangelen, 463
days, 32
dat (toen) , 825, 866
dat-op, 587
deef, 198
deelwoorden, 868
deer tot toe, 639
deervandaan, 711
deig (of : deeg) , 698
dein-of, 358
demie (of : demee),
516
dertien, as 'n-, 712
deurrouker, 77
diesek, 415
dik, 489, 237, 92
dikkers, 547
diknek,163
dik-op, 197
dinkie, 487, 319
doedelig of : doederig,
78
doek, 317
doenig, 455
dof, 796
doinen, 78
dom, 276
don, 418, 78
don-an, 418
dorrel, 3
dotrois, 473
dougen (of : douven),
355
douw-in, 202
drabber, 152
dranzen, 25
drem, 583
fires, 241
dreutel, 145
driel, 138
driespeend, 818
drok, 487
drol, 654
druk, z'n-, 597, 257
druul, 654
duig,198
dun, 187
dundas, 553
dunne, 'n-, 144
dut-op, 587
E
echter, op 'n-, 518
een voor de, 872
een maandag, 506
eendebier, 249
eendepul, 189
eerapel roden,186
eerlijk (waar),
504, 818
eerstoonder, 198
of kes, 512
of kesternei, 476
eggig, 785
ei en ij (uitspraak),
878
eisie, 191
eizen, 225
emmer, in de-, 661
en, zie inleiding voor
nr . 1
end, 't - in de bek, 616
endje (nemen), 477
enkeld, 356
epper, 331
eterstoid, 387
etten, 242
eveliens, 550
evengoed, 529
F
f akseren of : f okseren,
878, 714
ferwiel, 333
f iemelen, 459
fieter, 334
f itlok, 269
f leeuw, 409
f leiken, 392
flens, 657
f lenter, an de-,
715, 256
flenteren, 539
flikflooien, 459
flort, an de-, 764,
436, 314
f lortkont, 436
f louk of : vlouk, 503
flurt, 432
f luter (ig) , 610
f luteren, 799
fniesen, 446
f oilen of : voilen, 402
folio, in-, 303
f orten, 568
f ortuinig, 205
1 83
frik, 353
frikbal, 353
frikbillen, 598
Iris, 355
f roezelen, 668
f ronten, 71
f uut, 830
G
gaaienaar, 602
gaaiing, 602
ga (a) ltje, 295
galgen, 353
garrelementen, 562
gast, to-, 509
gasten, 591
gastestikken, 405
gat,163
gatenbak, 384
ge- van 't deelwoord,
854
gebiedende wijs, 861
gebit, 205
gekop, 50
geld, 690, 206
geldbedragen,181
gele (bonen), 494
geling,105
geloikighoid, 716
gemadder, 573
gemier, 790
geneven over, 514
geniesen, 353, 323
geradbraakte woorden,
878
gerak,195
gerammeseerd, 257
geservituut, 831
geslacht, 875, 877
gestopt, 599
gevlogen, van-, 302
gewasselijk, 203
glen (overbodig), 527
glen (meer), 526
gienien (of genien),
528
gijp (of : geip), 59
ginning, 717
gland, 443
glis-onder, 386
glissen, 301
gloimen, 442
glop, 601
1 84
glouwen, 480
gluipzak,140
gnap (pies), 401, 73
gnart, an de-, 314
gnif f elen, 388
gninniken, 388
gnokken, 462
gnorten, 272
goed, zundese-,122
goed, niet erg-, 658
goeddeeg, bai-, 783
goedelijk, 15
gof (lie), 496
gons, 622
gonzen, 412
gortig, 470
graf ie (v. zessen), 820
graaf, 209
grassen, 243
grent, 782
grielen, 623
grim, 260
groebelig, 139
groenkauwers, 366
groenland, 261
grommelpot, 53
groosk, 683, 880
groot, - van eten, 103
groot, in 't-, 670
groterd, 548
groters, 37
gruizig, 188
grutten, 453
grutterig, 453
gulvreemd, 532
H
haal, 63
haan, de - jagen, 445
hachten, 660
Hagenaar - Haagse,
enz,, 877
hakkepiel (en), 75
hakkeren, 447
half t, 495
hands, 257
handsen, 612
handskoon, 611
hapsnap,364
hardhands,146
Karen, 107
hartlast, 36
heel, 718, 670
heel (voor hele),
670, 671
heel-end-heen, 627
heen-en-weerspul, 787
heen-en-weertje, 636
heen-en-werig, 455
heer (d) koekrentenier,
719
heerskip, 208
hel, 637
helder-en-skoon, 433
helemaal niet, 673
helen, 53
helhaak, 406
helt, 209
hemelsvaartdag, 572
hennemelker, 832
herresdags, 277
herrest, van de-, 277
hessig, 538
heugenskip,801
hier tot toe, 639
hieuw,108
hilkendaal, 800
hip, 636
hip en drip, 636
hoed, de heren-, 345
hoegenaamd, 524
hoek (ie) , 31
hoeke, 543
hoentje, 543
hoetelaar,168
hoichie, 839
hois, 839
hollebollig, 603
hompen, 457
hond, an de-, 342
hsndesnor, 263
hoog-op, 197
hooigat, 85
hooikrok, 212
hooitoid (fig,) , 262
hop of drop, 577
horig,109
horrelbien,153
hortje, 729
hos, 802
hosklos, 346
hossie, 607
hotemetoot, 738
hotten, 487
houpstoups, 406
houwelijk, 15
hufterig, 278
huffs, over-, 38
huffs, op - an, 615
huisriemrond, 12
huisie, 821
huizig, 600
hull(i)e, 540, 210
hurk, 82
hussie, 804
I
Ief ie en Af ie, 694
iemesdagen, 423
iemeslesten, 423
ien, 490
ienigste, 423
ienkind, 530
ienlik, 530
iepekonterig, 157
iepkes, 71
-ig, 873
ik en iii, 393
indof f en, 351
inf,
initief, 861
inglouwen, 795
inhokkelen, 629
inkort, 692, 587
inlassing letters, 878
insteken, 73
instoepen, 737
interval, 685
inverdan, 517
1
jaar, 418
jaarsteran, 659
jagen (koeien), 193
jak, 't - an, 616
janken, 473
jeukbonk, 90
jisten, 71
jokkebel, 56
jongeklant, 693
jongkerel, 693
jonkies, 419
joos, 843, 404, 403, 3
K
kaakmand, 211
kachel (dronken), 310
kakkelollig, 323
kalegezichten, 720
kalf, 654
kalkedodder, 721
kalven, 589
kant (en) , 348
kantje 774, 86
kapberg, 202
kappenaaister, 76
kassieskirrel, 756
kas, 822, 494
kat - achter-,14
katjeskermis, 328
kauw, 360
kees, 833
keiskoppen, 252
keisrandjes, 252
kerdiezen, 646
kettewater, 844
ketting, 647
keuveltjeseivend, 308
kieftenbroedje, 14
kielegoed, 326
kiepas,113
kierie-kierie, 840
kikkef likken,146
kikker,110
kimmelen, 276
kip, voor 'n zieke-, 359
kirrel, 878
klaak, 280
kladdebutter, 434
klammen, 26
kleum, 290
klieken, 365
kliemzerig,142
klinkbuul, 415
kloin, - van eten, 103
klointjes, 37
klosters, 284
klucht, 590
knap (gnap), 401, 73
knappies, 401
knar, 366
kneerten, 57
kneertig, 57
kneertkont, 57
kniesen, 402
knip, 415
knoeien, 722
knoest, 75
knoestig,146
knof f elig, 276
knook, 392
knor, 392
knul, 318
knurven, 357
koegang, 183
koeien, onder de-,193
koejaar, 418
koejes, 183
koekemie, 89
koekhakken, 68
koetelen, 400
koeterdekoet, 724
koevereren, 194
koffie, om de-, 733, 509
koffie, - ophalen, 21
kof f ieprut, 410
koggewaai, 249
koik (ie) op, 16
koken, 541
kokkin, 373
kombakkie, 355
konkelef oesies, 723
konkelen, 403
konnen, 323
kooksie, 363
koolboet, 416
koolprak, 367
koonders, 606
koppen (gekop), 50
koppie, 404, 355
koppie, 641
koppiesen, 641
koppiestoid, 352
koren, 541
koud, 446
kouken, 541
kramdenap of krammenap, 83
krap, 69
krengenslager, 238
krenten (zie pruimen)
krentetoet, 139
kret, op 't-, 210
kreuken, 350
kriek, voor z'n-, 147
krikkemikken, 607
krimmeneel, 322
kroes, 834
krokkelen, 282
krol, 345
kruielouper, 112
kruintjes, 354
kui, 187
kuin, 464
kunnen en kennen, 863
kwajoos, 655
kwast, 264
kwatten, 439
kwikkeltje, 256
185
L
labberdepoep, 789
labberent, 87
lampedanser, 726
land, 't - in, 185
land, 't - uit, 185
landloupers, 242
langers, 547
langs, bai-, 675
lap, 725
lappertjesleven, 727
last, 669
leg, de - kroggen, 81
leggen, 862
leggenleiten, 241
leigte, 575
lenig-an, 536
lenigies-an, 536
lessie, 't loupt op 't-,
361
lessies, 354
lessiesdag, 365
lesten, 818
let, 213
leugen, 507
leuk, 55
leukerd, 55
levendig, 504
lezen, 728
licht, 213
lidderen, 660
lidwoord, 84
liegebel, 56
hem (er) ig, 381
Tier, 628
liggen, 862
linger, an de-, 13
lingeren, 662
linkse (bien), 633
beg, 835
loeker, 554
loeren, 24
loeter, 293
loif,135
loif houwen, 626
loif loup, 151
loinhout, 806
loisies, 198
hoist, 188
bit, 't -'r bai, 614
lok, 678
lokkebout, 660
los, 486,169
los (maken), 486
1 86
louf (te), 58
loup, an de-, 471
loupende-vort, 414
loute, 483
louven, 547
louvig, 58
lucht, 413,197
luchten, 413
luceversdosie, 81
lui, 58, 20
luikhoren, 688
luisnek, 77
luup, 154
M
maakt en dein, 490
madderen, 573
mai-houwen, 193
mak, 111
coal (weer) , 583
coal of drat, 577
malabelighoid, l
malbol,11
maljagen, 656
coal-oor,11
mammen, 6
mannig,129
martelaartje, 255
matskudding, 291
medderen, 573
meel, 214
meervoud met s, 874
meeuwsk, 74
meist niet, 644
mekeren, 61
meleur, 827
melkbon,187
melkerstoid of : melktoid,196
melkkor, 263
melkkros, 263
meneuvels of meneuvers, 807
meshanger, 265
meut, 607
middegen, 368
miegelen, 285
miereken, 480
mierevreter,113
miers (k), 444
miesker, 76
mieskerig, 76
mieskertje, 76
mietje, 76
miezerig, 74, 73
miggen, 501
minnetjes, 81
minnezeren, 114
minsie, 89
mfsdaier, 579
misgroipen, 696
mishoup, 215
miskarn, 215
mispet, 215
mitterhaast, 687, 525
cooed, - op, 192
moerlouper, 254
moid, 420, 402
moiden, 404, 193
moidje, 640, 404
mom (mij, me), 438
mondgauw, 380
monepolie,166
mooike, 578
moordenaarsweer, 296
mor, 808
motteren, 283
muiterig, 662
muizelen, 369
N
naairing, 784
nachtgasten, 809
narren, 82
nauw (te wachten),
427
nauwnemend, 52
nei, 605
neidat, 680
't neist en 't reist, 551
neitoid, 203
neiweet, 34
nep (uitjes), 248
net-aarsom, 433
net-an, 674
nesk, 331
newt, as 'n-, 370
nittelig, 138
noiden, 271
noidig, 730
non, op de-, 82
noord, om de-, 733
nooslijk, 65
nozen, 65
nuw, - nei, 842
nuw, 'n-, 578
nuwbakken, 429
nuwelijk, 429
nuwerwisse, 71
nuwskierig, 467
oonskeipen, 198
oorlogsleven, 735
Ootje Tontel, 410
op, - Andoik, enz ., 811
opbochelen, 662, 95
opbreken, 237
0
opdiggelen, 325
openteren, 655
oche (n) s, 's-, 657,654
opeten, 662
of (overbodig) , 856
opgerven,158
of bericht, 15
opgnappen, 30
of f eren, 810
opgnappersgoed, 30
ofgaan, op huffs-, 652
opheden, 515
of halen, 394
opknapperspak, 30
of maken, 563
opkreuken, 350
of pollen, 596
opkwieken, 118
of skieten, 560
oplubberen,118
of slaveren, 192
opmakerig, 433
of slikken, 362
opmepper, 140
of snaier, 566
oppakken, 475
of spatten, 240
oppasser, 425
of speuren, 315
opperdan, 517
of stappie, 731
oppertje, 589, 165
of steken, 732, 560
oproden,410
of stiemen, 399
oproizen,170
of tig, 491
opskuilen, 27
of werk, 358
opsmeren, 95
of winnen, 672, 254
opsteken, 472
ofzakken, 20, 19
opstekers, 472
oigen (s), m'n-, 542
opstel, 336
om, - de koffie, 733, 50c opstieming,119
om en an, 340
opstoepen, 736
omkrombienen, 634
optrawaf f el, 686, 140
omreden, 650
optater, 140
omteven, 282
opvliegers, 119
omv (e) er, 679
opzetter, 217
omwaaien, 15
opzoeken, 588, 474, 227
omwoid, 560
orekruiper, 502
onder (vol) , 609
oud, 'n-, 578
onderkooi, 253
oud, op 't - of, 505
onderlest, 571
oudte, 485
onderrechten, 116
ousk (ig) , 583, 413
onen, 198
ouwerwisse, 397
onga (a) ns, 117
overdoen,351
onguur, 522
overhuis, 38
onkant, 216
overnuw, 571
onruim, 643
overraien, 557
onrustig, 72
overspruitelijk, 120
ontgnoffelen, 481
overstil, 535
onthikt, 666
overzacht, 535
ontleitend, 286
ontskieten, 329
onverdoch (t) se, 570,
P
551
onzoet, 734
paardje (f ooi) , 258
padje, -reeuw loupen,
823
pangkoek, 354
pangkoekerspan, 354
panje, 353
panlat, 343
passaat, 739
passiekwant, 740
passies, 471
pen, van de-, 682
pent, 353
penteneurig, 121
permandig, 585
permetasie, 39
persoonlijk vnw ., 858
pent-an, 534
pielen, 741, 357
piender, 411
piepen, 20
pieperen, 20
piesie, 380
pieterig, 139
pik,198
pisser, 252
pittig, 497, 421, 33
plaas, 210
plat, 'n - bekkie, 335
plat, platte gat, 743
plat, to - of, 742
plok, 839
pluren, 335
plussel, 354
pluut, 662
poddeheer, 662
podden, 2
poddevilder, 741
poepebedoening, 697
poepedrif t, 684
poepemiggen, 218
poeperen, 684
poepewinkel, 177
poepezak, 177
poepie-an, 310
poeren, 642
poeskop, 818
poestig, 51
poet, 82
poggen, 657
poin-in-'t-loif,151, 72
poiperoder, 299
pokig, 257
polig, 48
ponteneurig,121
poor, 'n - hewwe in,
178
1 87
poppie, 8
portelbuk,155
posken, 354
possie, 607
post, 607
postig, 246
pot, 412
potteglouwen, 607
praat (op zolder), 744
pratig, 91
pret (ruzie),123
pre-an, 418
prieken, 410
prik, 175
proest, 574
pruimen, 17
pruimig, 662
prut (tig) , 402, 280
prut (boel) , 402
prutlip, 410
pruttekollig, 818
pul,189
pupperig,124
purkie, 33
puur, 521, 497
punt, 82
R
raampost, 396
rabbig, 811, 604
raggen, 456
raiende vort, 414
rak, 493
ramp (ofwinnen), 672
randjeskeisie, 252
rappig, 604
rechtevoort, 210
rechtse (bien), 633
redden, 67
reddig, 54
redut, op-, 82
reed, an de-, 471
reed, hai - 'm, 93
reg, 818
regel, lange-,183
regenig, 280
rei of ree, 745
reid, 551
reiden, 818
reiighoid, 551
reiste, 551
rel, van de-, 487, 406
rem, 219
1 88
remelen, 281
repeteer, ande-, 747
reurig, 663
reuring, 28
reutels, 163
reven, 141
ribben, 663
riebel, 256
rippen, 663
rizzeleveren, 748
robber, 308
roden,186
roes, 655
roezen,655
roip, 247
roizen, 66
rokken (rukken),171
rokkie (rukkie), 839
rommelnacht, 19
rondje, 309
rondom, 104
roof, 713
rooien op, 435, 422
rotduur, 561
rouk, as de-, 569
roukie, 663
roukiesgast, 663
rozig, 446
ruig, 220
ruitelen, 189
ruim, 643
rullen, bai de-, 577
runnik, 314
rugs, 266
rut, 169
ruttelen, 391,161
ruwaan, 57
ruwanig, 57
S
saggelen, 325
sekurighoid, 635
sermen, 143
siesink, 749
sjagroinig, 69
sjenee (ighoid), 337
sjeneeighoid, 337
skabbelakken, 750
skad,221
skaken,401
skadelijk,125
skaibutter, 267
skammerottig, 818
skandalizeren, 797
skat ik, 826
skeefte, 300
skeer, 544
skelen, 96
skelig,106
skeuren, 482
skietskuiten, 330
skik, mit-, 292
skil deur,179
skimmelig, 148
skitteljacht, 17
skoer, op-, 40
skof t, 493
skof tig, 523
skolpers,189
skolvers, 189
skoon, 434
skoon-voor, 162
skoonmakerstoid, 786
skossen,160, 159
skosseloupen, 307
skot, 66
skot, op-, 640
skotteren, 663, 222
skraper, 274
skreeuwen, 46
skriebel, 319
skriebelig, 74
skrobben, 613
skrobber, 613
skroei, 371
skrof f elig, 408
skrook, 662, 347
skrot, 275
skuddelen, 29
skuil douwen, 27
skuttelen, 372
slaai, 268
slachtig,190
slaggerig, 73
slechtighoid, 751
sletje, 373
slim, 126
slobber, 402
slobberig, 297
slochter, 223
sloot, over-, 508
slot, op-, 517
slurven, 559
sluuf (uitloupen), 255
sluuf, 319
smak, 753
smeerhoorn, 663, 95
smeren, 287
smoit, 753
smultje, 754
snaartje, 423, 119
snakker (ig) , 618
snei, 574
sneiblind, 9
sneijagen, 484
sneiproest, 574
snik, 233
snippie, 589
snof f en, 521
snokker of snukker, 428
snollebol, 7
snollen, 7
snorrelwind, 279
snot (en kwoil) , 803
snotbriebel, 80
snotkiekel of -kukel, 80
snotterig (weer), 297
sond, 757
soortig,188
sop, 657
sopperen, 294
spat, de - opnemen, 758
speit, 240
spek,164
spelling, 880
speurig, 315
spier, 325
spo (u) ken, 481
spragen, 23
sproos, 60
spukelen, 617
spullen, 312
spultje, 182
staal, 759
staan-uit, 320
stadter, 582
staggen, 237
stal, dat-, 183, 874
stalhout, 251
stal (1) ingen, 244
staltje, 353, 183
stag, op-, 10
stapen, 492
star( dronken), 310
stedekop,156
steed, 127
steedje, 655
steek, 373
steerten, 552, 237
steggie, 760
steigeren, 374
sterkers, 547
steuren, 541, 378
steurtje, 541
stiefelen, 836
stiek, 654, 4
stik, 405, 818
stik-eten, 405, 47
stikken, op-, 405
stikkebordje, 405
stikkebuul, 405
stikkend, stikkenig,
stukkend, 815, 30
stinkend, 298
stinkerd, 585
stodden, 240
stoeien, 237
stoep (el) en, 788
stoer, 654
stoet, 357
stoetel, 448
stoetelig, 448
stoif, 489
stoig (er), 79
stokie, 656
stom(p), op - zetten,
379
stom (p), - vergeten,
812
stoplappen, 879
stopwoorden en tussenwerpsels, 879
storm-en-onweer, 15
strak, 813
strandig, 246
streken-of, 608
streunen, 480
stroffelen, 460
stroiken, 487
strooien, 415
stro (u) perig, 164
stroppen, 164
strunen (zie streunen)
struul, 654
studderen, 378
stug, 201
stuff, 558
stuipekop, 156
stuit, 753, 498
stult, 654
sturven, 128
suikerdinkie, 373
sullebutter, 88
swuuphard, 82
T
taielijk, 762
talie, 663
tas, 316
te, 511, 510
tebot, 335,15
teizen (tijzen), 463
tekken,189
temes, 814
temet, 420
terugkomen (v, koeien), 237
teugen, 440
teugendaien, 655, 579
teugenlouper, 746
tent, 5
thee, om de-, 733, 509
thuishaalder, 653
tiet,149, 42
tikken, opde kop-, 805
tis (t), 441
titten, 6
titteren, 6
tod, 663
toe, 763
toe (toen), 353, 73
toekocht, 625
toet,188
toet, fen - mem, 167
toeter, 239
toeter (bloem), 239
toetoid, 780
toid, op z'n-, 31
toilen, 241
tokkeren, 78
tokkie of tukkie, 23
tonen, 437
tong, 305
trappen van vergelijking, 869
trekkerig, 48
triemen, 397
troet, 353
troetlip, 410
trouwreid, 41
trut, 54
trutten, 463
tuk (proper), 435, 245
tukkie of tokkie, 23
tuul, 567
tuur, 780
tweilichtig, 288
189
U
U vervangen door
derde persoon, 870
uiens, 577, 407
uiten, 764
uitered, 341
uiteremuiterig, 765
(zie muiterig)
uitgaan (sterven), 766
uitglissen, 301
uitheems, 631
uithoinig, 455
uitjoegen, 68
uitkleiden, 767
uitnemen (kamer), 15
uitsmeren, 313
uitspouken, 17
uitspraak, 878
uitstoeien, 237
uittulen, 567
uitvarsen, 375
uitverdan, 517
uitzakken, 86
uren, 224
urt, op 'n-, 585
urven,128
uur (uier), 224
V
vaal, 338
val, 645
van (plaats in de zin),
859
van-an, 708, 173
vangen,172
vansgloiken, 389
vast (maken), 486
vastzetten, 654,187
veers, 586
verbarrelen, 663
verbeelding, - van,
657, 68
verbeld, 339
verboeft, 445
verbranden,452
verbreeuwen, 656
verdaid, 879
verdeiger, 200
verders, 664
verdocht, -op, 768
verdoen,478
verdol, 533
1 90
vereisd, 541
vergaring, 698
vergerven, 189
vergetelijk, 653
vergriezelen, 790
vergrotende trap, 869
verhouwen, 59
verkleidersgoed, 326, 30
verkleinwoorden, 876
verkleiningsuitgang, 876
verknof f eld, 276
verkoupen, 545
verkouwenis, 78
verlangst, 468
verl, tijd, 850
verlegen, 519
verlendig, 390
verloren brood, 657
verneren, 451
venochend,657
verom, 476
verpeuteren, 796
verreisd, 59
verrinneweerd, 677
verrot, 406
verruttelen, 624
verskeuren, 632
verskieten, 466
verskoondersgoed, 19
verskroken, 620
verslabbezeren, 793
versmakken, 655
verveulendighoid, 769
vervoeging, doen, gaan,
enz ., 851, 852, 853
vervongen,657
verwenning, 226
verwenteld, 227
verweren, zich-, 556
verwin, 660
verwulf (t), 130
vessie, 316
vet, 770
vetdof f er, 770
veugelen, 458, 459
veins, 572
vierduitsgoed,17
vierkant, 228
vinken, 606
vleet of vloot, 660
vierk, 392
vloer, over de-, 653
vloit, dat - we!, 584
vlooi, 502
vlook (zie flouk)
vloot (zie vleet)
vlouk (zie f louk)
vlug (ger) , 19
vlugte, 551
voeren, 184
voetpog, 273
voilen (foilen), 402
volen, 229
volevlois, 18
volgers, 252
volgooien, 667
volk, 389,131
vongen, niks an-, 651
vongen of gevangen,
172
vool, 229
voor, op voor, 479
voorhaal,199
voorjaar, van 't-, 277
voorkret, 210
vnw . aanduiding
dieren, 864
vnw . bijwoord, 860
voren, van-, 655
vores, 122
vort, 476, 414
vortgaan, 476
vorthelpen,180
vossig, 327
vragend vnw ., met overbodig o f en dat, 856
vraien, 638
vrakstikken, 792
vroegspouk, 657
vroeten, 454
vrouken, 541
vrouweslokkie, 304
vuil, 417
vuilak, 417
vuiltoid, 15
W
waai, 230
wachtende, 569
war, door de-, 97
warrig, 231
warskip, 22
warskippers, 22
water, 't nare-,115
water, to-, 838, 558
waterpog, 273
wauwelen, 461
week, 164, 140
weeksteran, 658
weer-an, 771
weerbaar, 426
weerwerk, 772
weerwoest, 48
weerzeerte, 137
weg-en-weer, 648
weghelpen, 512
wegskoiten, 176
wegstoetelen, 773
weig, 774
welicht, 824
wensk, winsk, woinsk,
395
werken, bai de-, 471
werken, uit 'n-, 471
Westfries, de en het,
881
wetig, 816
wezen i .p .v . zijn, 852
wild, -in de bienen, 460
wild, -as hoof, 592
wind, 15
winderig, 818
winnen, 817
windje-waai,150
winter, v .d : , 277
winterdag, 277
winterlaag, 203
winterlagen, 203
wintervarkens, 366
witboordjesbaantje, 820
wittelen, 775
witteles, 775
witvissen, 311
woeg, 64
Ovoid, de - uit, 837
woif, 435
woishouwen, 581
woivig, 129
woordorde, 867
woortje, 79
wrak, 238
wrakstikken, 792
wuppelen, 776
wuppertje, 310
wup-wap, 376
wurpelen, 232
Z
zaad, de - eten, 377
zachs, 572
zai, an 't-, 235
zakkerig, 86
zangeren, 78
zangerig, 555
zaterdag-werken, 641
ze i .p .v . men, 855
zeel, 270
zeelt, 43
zeerte, 132
zeg, geen - van, 44
zekel, 233
zels, 49
zerighoid, 132
zetter, 252
zeumer, v .d .-, 277
zeumerveugels, 349
zeunis, 234
zich, 542
zin, vervoegmg van,
852
zin, -an, 689
zin, in 't-, 572
zin, nei 't-, 572
zingende (mis) , 593
zo in : zo as . . ., 778
zoet, 777
zoigen, 681
zoin, 233
zoit-an, 546
zok of zok, 282
zontje, 543
zood, 753, 497
zoo (i) tje, 753, 497
zoor, 60
zovoors of zovoort,
676, 133
zuienaar, 174
zuiker, 608, 878
zuikerstikken, 405, 33
zuinig, - liggen, 134, 81
zuk of zoin, 282
zuk of zuk, 282
zull (i) e, 540
zwel of swel, 450
zwenk of zwink, 761
19 1
INHOUD
Inleidend woord door D . Breebaart
Geleidewoord bij 1 e druk door Dr . Jo Daan .
Voorbericht bij 1 e druk Voorbericht bij de herziene uitgave Brief van Neel van Hoogwoud aan haar
.
zuster in Kalverdijk
Woorden en uitdrukkingen
Grepen uit de grammatica, enz
W est f riese spreekwoorden en zegswijzen . . .
blz .
•
•
•
•
5
6
7
10
12
13
118
134
Schetsen in 't West fries :
a. 't Kettevool
b. Nei de Noord
c. Tante Breggie
d. In 't Bejaardenhuis
e. In Oudurp
f. 't Are Huis
g . Skager Moidemarkt
h . Bai oos op 't durp (met foto's) . .
i. Herinnering (met foto)
Register
•
„
•
„
„
•
•
•
•
154
157
159
161
164
166
169
172
176
„
182
Jubileum Dr, van Balen (1920)
.
't Heidense Kerkhof (± 1905)
.
Schoolf oto Berkhout (1912)
.
Lombok, de Schagense koopman (± 1925)
Moeder en dochter voor 'n schouw in Wijdenes
(1953)
6. De 'poepezak' Habermann in Hoogwoud (± 1912)
7 . Burg . Breebaart en echtgenote op de jubileumviering
van 'Oud West-Friesland' to Hoorn (1949)
„
26
40
50
61
.
.
Foto's uit West -Friesland :
1.
2.
3.
4.
5.
77
91
105
De auteur heeft altijd een bijzondere belangstelling gehad
voor het dialect van West-Friesland. Ais jongeman vulde
hij wekelijks een hoekje Westfries in de gewestelijke
pers. In de loop van zijn leven heeft hij veel van en over
het dialect opgeschreven. AI vele jaren zijn door hem de
vragenlijsten van het Instituut voor Dialectologie en
Volkskunde van de Kon. Ned. Akademie van Wetenschappen te Amsterdam, naar beste vermogen Ingevuld.
Voortgekomen uit West-Friesland - hij werkte van 1927
tot aan zijn pensionering in 1967 aan de jongensschool in
Spierdijk - heeft het gewest hem altijd geboeid door z'n
mensen en vooral door de taal, folklore, zeden en gewoonten van die mensen.
In het begin van de zestlger jaren kreeg hij van het bestuur van het Historisch Genootschap 'Oud West-Friesland', waarvan hij deel uitmaakte, het verzoek, een boekje over het Westfries sam en te stellen, dat als eerste
van de uit te geven serie 'Stolphoevereeks' het licht zou zien. Van dat werk, dat
spoedig uitverkocht was, is thans verschenen de tweede druk, die geheel omgewerkt en aanzienlijk vermeerderd is.
Het boek kan ongetwijfeld van nut zijn voor person en die in West-Friesland komen
wonen of werken en het dialect moeten leren verstaan. We denken hierbij aan
geestelijken, medici, docenten, ambtenaren, vertegenwoordigers, journalisten en
zeer speciaal aan leraren en onderwijzers, die aan de hand van het boek de aandacht
van hun leerlingen kunnen vestigen op verholen Westfriesismen. Ook zullen velen
genoegen scheppen In de humor welke spreekt uit een aantal van de in het boek
voorkomende zinnen en uit de schetsen in het Westfries.
Op een aantal foto's uit de eerste helft van deze eeuw, met uitvoerige onderschriften, zal menig lezer een familielid of kennis aantreffen.
ISBN 90 205 0690 0