Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in

Opties voor duurzaam stikstof- en
koolstofbeheer in intensieve teelten
De Vliegher A.
De Waele J.
Agneessens L.
CriNglooP Collectief
9 oktober 2014
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Eenheid Plant
www.ilvo.vlaanderen.be
2 VLM-projecten
Vanggewassen
Oogstresten
Project vanggewassen
 Hoeveel dierlijke mest kan worden toegediend op de graanstoppel
zonder risico op bijkomende nitraatuitspoeling, indien een
vanggewas wordt ingezaaid voor 1 september?
 Wat zijn de effecten op de N-nalevering en de organische
stofopbouw?
Proefopzet
 2 proefjaren:
 2011-2012
 2012-2013
 4 locaties
 verschillende texturen
 verschillende graangewassen
 3 bemestingstrappen
 0 – 60 – 120 kg N/ha
via mengmest
 incubatieproeven
 N-nalevering
 OC-opbouw
 simulaties
 nitraatconcentraties
 effect weersomstandigheden
 4 vanggewassen
 gele mosterd
 Italiaans raaigras
 Japanse haver
 Engels raaigras/klaver
 2 zaaitijdstippen
 vroeg: begin augustus
 laat: eind augustus - september
Staalname
 Bodem
 6 tijdstippen
 0-30, 30-60, 60-90 cm
 NO3- + NH4+
 Vanggewassen
 3 tijdstippen
 bovengrondse delen
 vers, DS, N, C
Resultaten: gemiddelde Nmin in het najaar niet hoger
bij bemesting van vanggewassen met 60 kg N/ha
Verschil in Nmin in het najaar (*p < 0.05):
kg N/ha 0-90cm
Braak
Gele mosterd
It. raaigras
Jap. haver
Eng. raaigras
/klaver
Inzaai 1e helft augustus
Inzaai 2e helft augustus
0-60N
16*
3
4
4
0-120N
34*
9*
8*
8*
0-60N
15*
3
4
1
0-120N
48*
10*
14*
13*
3
8*
2
21*
Vanggewassen ingezaaid na 1 september => 0-60N wél significant
Simulaties voor 10 jaar
Gemiddelde nitraatconcentratie (mg/L) tot 31 maart:
Inzaai 1 augustus op leem
Inzaai 31 augustus op leem
120
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
0
0
BR0
BR60
GM0 GM60
IR0
IR60
JH0
JH60
GK0
GK60
BR0
BR60
Inzaai 1 augustus op zand
GM0 GM60
IR0
IR60
JH0
JH60
GK0
GK60
JH60
GK0
GK60
Inzaai 31 augustus op zand
300
300
250
250
200
200
150
150
100
100
50
50
0
0
BR0
BR60
GM0 GM60
IR0
IR60
JH0
JH60
GK0
GK60
BR0
BR60
GM0 GM60
IR0
IR60
JH0
N-nalevering voor de volgteelt
Op lichte bodems na inwerken in het
voorjaar (late zaai)
50
50
40
40
30
30
0N
20
60N
kg N/ha
kg N/ha
Op lichte bodems na inwerken in het voorjaar
(vroege zaai)
0N
20
10
10
00
00
GM
IR
JH
GM
GK
IR
JH
GK
Op zware bodems na inwerken eind
november (late zaai)
Op zware bodems na inwerken eind
november (vroege zaai)
50
50
40
30
0N
20
60N
kg N/ha
40
kg N/ha
60N
30
0N
20
60N
10
10
00
00
GM
IR
JH
GK
GM
IR
JH
GK
Gesimuleerd OC-gehalte in de bodem na 30 jaar
Late zaai
Vroege zaai
2.0
2.0
1.8
1.8
1.6
1.6
1.4
1.4
1.2
1.2
1.0
1.0
0.8
0.8
0.6
0.6
0.4
0.4
0.2
0.2
0.0
0.0
BR
GM
IR
JH
GK
0N
60N
120N
BR
GM
IR
JH
GK
Algemene besluiten
 60 kg N ha-1 via mengmest op het vanggewas? Enkel indien vanggewas bij gunstige
bodem- en weersomstandigheden en vóór 1 september ingezaaid kan worden.
 Engels raaigras/klaver en Japanse haver worden beter niet bemest bij inzaai na
midden augustus
 Indien vanggewassen al tijdens het najaar worden ingewerkt, is het aangeraden
niet-winterharde vanggewassen in te zaaien: ze nemen op een korte periode sneller
N op en stellen na inwerken minder snel minerale N vrij.
 Bij een laat volggewas (zoals maïs) in situaties waar vanggewassen in het voorjaar
worden ingewerkt, is het aangeraden winterharde vanggewassen in te zaaien om Nverliezen in het voorjaar te voorkomen.
 60 kg N ha-1 via mengmest op het vanggewas resulteerde in een grotere bijdrage tot
de opbouw van bodemorganische stof.
 Indien het van belang is dat het vanggewas ook bijdraagt tot de opbouw van
bodemorganische stof, is Japanse haver het meest aangewezen vanggewas.
 Bemesting op de volgende hoofdteelt aanpassen aan het vanggewas en het
moment van inwerken/textuur.
Oogstresten van groenten bevatten
grote hoeveelheid N
Teelt
N-inhoud oogstresten
kg N ha-1
Bloemkool
130 – 297
Sluitkool
175
Bladselder
125
Prei
70
Bij oogst in herfst en geen nateelt
risico op nitraatuitspoeling
11
Onderzoek naar het beheer van oogstresten bij vollegrondsgroenten
en de mogelijkheden van vanggewassen en teeltrotaties
met het oog op de waterkwaliteitsdoelstellingen
van het Actieprogramma 2011-2014 (MAP4)
12
Onderzoek naar het beheer van oogstresten bij vollegrondsgroenten
en de mogelijkheden van vanggewassen en teeltrotaties
met het oog op de waterkwaliteitsdoelstellingen
van het Actieprogramma 2011-2014 (MAP4)
13
In situ behandeling
Beheer
oogstresten
Afvoer en valorisatie
14
Potentiële beheeropties
• Verlaat inwerken oogstresten
• Gewenten
• Onderzaai
MAAR bijkomend bevestigend onderzoek nodig
15
Oogstmethode bepalend voor
‘vanggewaspotentieel’ van oogstresten
Methode van oogst bepaalt in welke mate oogstresten intact blijven
tijdens de winter:
- Kolen: oogsten voor versmarkt vs industrie
- Prei en bleekselder: oogstresten zijn afgesneden bladeren
16
Bovengrondse N-opslag in gewente
Oogstresten bloemkool (138±25 kg N ha-1)
Gewente
Datum
29/11/’13
06/01/’14
Bodem
NO3NO3NO30 – 30 cm 30 – 60 cm 60 – 90 cm
26
74
18
33
15
20
40 cm
10/02/’14
94
66
34
10/03/’14
114
50
45
H2O
H2O
N
N
N
N
17
Het vanggewas extra tijd geven
via onderzaai
• Inzaaien Italiaans raaigras, winterrogge en
Phacelia 4 weken na planten bloemkool
• Italiaans raaigras nam tot 90kg N ha-1 op
• Gunstige omstandigheden en geen
negatieve invloed op opbrengst bloemkool
18
Beperkte haalbaarheid
• Inzaaien vanggewas na september
• N-immobiliserende materialen
• Afvoeren van oogstresten (gewasafhankelijk)
19
Het afvoeren van oogstresten van
groenten is haalbaar, maar niet voor
alle teelten
• Uitvoerbaar, maar niet voor alle teelten
• Koolsoorten zijn moeilijker
• Prei en selder wel haalbaar
• Aandachtspunten:
• Berijdbaarheid veld
• Hoeveelheid meegevoerde aarde
20
Potentiële beheeropties
• Verlaat inwerken oogstresten
• Gewenten
• Onderzaai
MAAR bijkomend bevestigend onderzoek nodig
21
Potentiële beheeropties
• Verlaat inwerken oogstresten
• Gewenten
• Onderzaai
MAAR bijkomend bevestigend onderzoek nodig
22
Onderzoek naar het beheer van oogstresten bij vollegrondsgroenten
en de mogelijkheden van vanggewassen en teeltrotaties
met het oog op de waterkwaliteitsdoelstellingen
van het Actieprogramma 2011-2014 (MAP4)
23
2 VLM-projecten
Vanggewassen
[email protected] [email protected]
Oogstresten
[email protected]
Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek
Eenheid Plant
Rapporten:
http://www.vlm.be/landtuinbouwers/mestbank/studies/
Onderzoeksdomein ‘Teelt en Omgeving’
Burg. Van Gansberghelaan 109
9820 Merelbeke
Tel. 09 272 27 00
www.ilvo.vlaanderen.be