Info in verband met allergenen is op school beschikbaar

Multifuge® 4 KR
Handleiding
Zo gebruikt u deze handleiding
Maak u met behulp van deze handleiding met uw centrifuge en het toebehoren vertrouwd.
De handleiding helpt u een verkeerde bediening te
vermijden. Bewaar ze daarom steeds in de buurt van
de centrifuge.
Een handleiding die niet toegankelijk is, kan ook
geen verkeerde behandeling en daarmee gepaard
gaande schade aan personen en zaken voorkomen.
De handleiding omvat
•
•
•
•
•
•
•
•
•
veiligheidsbepalingen
beschrijving van het toestel
rotorprogramma en toebehoren
transport en aansluiting van de centrifuge
gebruik van de centrifuge
onderhoud en reiniging
hulp bij storingen
technische gegevens
trefwoordenregister
Op de rugzijde vindt u een afbeelding
van het bedieningspaneel met een overzicht van de belangrijkste functies
Hier openklappen
displayveld voor
optioneel toebehoren
versnellings- remprofielen
profielen
programmaweergave
toerental/RCV
programmakeuze
programmageheugensleutel
insteltoetsen
temperatuur
runtijd
Quick run
deksel open
omschakeltoets
start
stop
toerental-/RCVweergave
bekerkeuze
voortempereerfunctie
insteltoetsen
De hoofdschakelaar bevindt zich rechts opzij.
Naar boven = AAN
I
Naar onder = UIT
0
Lees voor het inschakelen van de
centrifuge de handleiding!
Het bedieningspaneel van de Multifuge® 4 KR
Displayvelden
Programmakeuze
Programmakeuzetoets: stap voor stap oproepen van programma’s
Sleuteltoets :
programmageheugen openen / sluiten
Versnellingsprofielen
(1= gering ...... 9= hoog)
Weergave :
het laatst gekozen versnellingsprofiel 1- 9
Remprofielen
(1= gering ...... 9= hoog)
Weergave :
het laatst gekozen remprofiel 1 - 9
Toerental/RCV
Run:
actuele werkelijke toerentalwaarde of RCV na
indrukken van de wisseltoets
Einde:
„End”
Deksel open:
„OPEN”
„Lift Lid”
(als het deksel niet vanzelf uit het slot komt.)
(vóór de start)
Deksel dicht:
„0” met knipperend puntje
(rotor nog niet herkend)
Foutmelding : weergave knippert
Runtijd
Tijdkeuze:
- resterende runtijd tot 0
Continubedrijf : - afgelopen runtijd
(hLd)
(in minuten, seconden)
„Quick run” :
- afgelopen runtijd
(in minuten, seconden)
Temperatuur
Run:
actuele monstertemperatuur in °C
(temperatuurevenwicht)
Toetsen
Start :
Stop :
Deksel open:
Quick run :
normale start van de centrifuge
handmatig beëindigen van een run
deksel openen (alleen mogelijk wanneer het
toestel ingeschakeld is)
centrifuge kort laten draaien, zolang de toets
ingedrukt blijft.
Omschakeling
toerental / RCV:
Bekerkeuze :
Pretemp :
Insteltoetsen:
wisselen tussen toerental- en RCV-weergave.
invoer van het bekernummer
voortempereerfunctie *
stapsgewijs verhogen/verlagen van de gewenste waarden
Korte druk op één van deze toetsen: display omschakelen van
ingestelde op actuele waarden, weergegeven door een knipperend display
(Bij foutmeldingen zie “Wanneer storingen optreden”):
E-00: motor draait niet
E-03: toerentalmeting
E-08: overspanning; te hoge temp. in de elektronica
E-14: geen rotor of rotorherkenning niet mogelijk
E-17: deksel gaat niet open
E-23: onderspanning; te hoge temp. in de motor of
overdruk in de koelinstallatie
rotor: ingestelde gewenste toerental ligt boven het maximaal toelaatbare toerental van de rotor
bAL: onbalans
Lid:
deksel tijdens draaien opengesprongen of
geopend
Inhoud
Inhoud
Voor uw veiligheid..................................... 3
Reglementair gebruik .............................................. 3
Niet toegelaten werkwijze ....................................... 3
Centrifugeren van gevaarlijke stoffen ..................... 3
Omgang met de centrifuge ..................................... 4
Conformiteit met geldende normen......................... 5
Opmerkingen m.b.t. de veiligheid in deze
gebruiksaanwijzing.................................................. 5
®
De Multifuge 4 KR .................................... 7
Beschrijving............................................................. 7
Veiligheidsvoorzieningen ........................................ 8
Inhoud van de levering............................................ 8
Functies en kenmerken........................................... 9
Voor het gebruik .......................................13
Centrifuge transporteren en opstellen .................. 13
De juiste opstelplaats ............................................ 14
Aansluiting op het net............................................ 15
Rotoren en toebehoren ............................17
Rotoren en rotorbekers voor Multifuge® 4 KR ...... 18
Adapters en toebehoren .................................... 22
Behandeling van rotoren....................................... 29
Vrij zwaaiende rotoren....................................... 29
LH-4000............................................................. 29
LH-4000 W.........................................................29
BIOshield®- rotor ................................................30
Highplate®- rotor ................................................31
Behandeling van microtestplaten.......................32
Diagnostik™- rotor .............................................33
Highconic®- rotor................................................33
LAC-250.............................................................34
Aërosoldicht bedrijf ................................................36
De aërosoldichtheid controleren ........................40
Gebruik ..................................................... 41
Centrifuge inschakelen ..........................................41
Het deksel..............................................................41
Deksel openen ...................................................41
Deksel sluiten.....................................................41
Rotor monteren......................................................42
Rotor laden ............................................................43
Maximale lading .................................................43
Centrifugebuisjes vullen.....................................44
Maximaal toelaatbare ladingdifferentie ..............44
Centrifugebuisjes inzetten .................................45
Parameters ingeven ..............................................47
Versnellings- / Remcurves.....................................47
Toerental-/RCV-aanwijzing wisselen.....................47
Bekerkeuze bij vrij zwaaiende rotoren...................47
Toerental kiezen ....................................................48
RCV ingeven..........................................................49
De RCV-waarde.................................................49
1
Inhoud
Runtijd kiezen........................................................ 50
Vaste runtijd...................................................... 50
Continubedrijf .................................................... 50
Beperkt tijdsbereik ............................................. 51
K-factor .............................................................. 51
Temperatuur kiezen .............................................. 52
Pretemp-functie ..................................................... 52
Centrifugeren starten ............................................ 53
Onbalansweergave ............................................... 53
Instellingen wijzigen tijdens het centrifugeren....... 53
Centrifugeren stoppen........................................... 54
Bij begrensde runtijd.......................................... 54
Bij continubedrijf ................................................ 54
Temperatuurregeling in stilstand........................... 54
Werken met programma’s..................................... 55
Programmaweergave ........................................ 55
Programma ingeven / wijzigen .......................... 55
Centrifugeren met programma .......................... 56
Kort centrifugeren.................................................. 56
Rotor demonteren ................................................. 57
Akoestische signalen ............................................ 57
Centrifuge buiten werking stellen .......................... 58
2
Onderhoud en reiniging .......................... 59
Onderhoud dat u zelf uitvoert ................................59
Reiniging ............................................................59
Desinfectie .........................................................61
Ontsmetten.........................................................63
Autoclaveren ......................................................63
Het KENDRO-serviceaanbod ................................64
Garantievoorwaarden ............................................64
Wanneer storingen optreden .................. 65
Noodontgrendeling van het deksel ........................65
Deze fouten kunt u zelf herstellen .........................67
Wanneer de klantenservice moet komen ..............75
Technische gegevens.............................. 77
Aansluitgegevens ..................................................78
Appendix................................................... 79
Rem- / versnellingsprofielen ..................................79
Toerental-/RCV-diagrammen ................................93
Trefwoordenregister .............................. 101
Opmerkingen m. b. t. de veiligheid
Voor uw veiligheid
De centrifuges van Hereaus zijn volgens de nieuwste
technische stand en in overeenstemming met de geldende voorschriften gebouwd. Niettemin kunnen centrifuges een risico voor personen en voorwerpen vormen,
wanneer
• ze niet reglementair worden gebruikt
• ze niet door geschoold personeel worden bediend
• ze ondeskundig worden veranderd of omgebouwd
• de veiligheidsvoorschriften niet worden gerespecteerd.
Daarom moet iedereen die met de bediening en het
onderhoud van de centrifuge te maken heeft de veiligheidsvoorschriften lezen en naleven.
Bovendien moeten de geldende ongevallenpreventievoorschriften strikt worden nageleefd.
Deze handleiding is in de levering van de
centrifuge inbegrepen en moet altijd binnen
handbereik liggen.
Reglementair gebruik
De centrifuge dient om stoffen met een verschillende
dichtheid resp. partikelgrootte, die in een vloeistof gesuspendeerd zijn, te scheiden (maximale dichtheid van
de monsters 1,2 g/cm³ bij maximaal toerental).
Niet toegelaten werkwijze
Tijdens het centrifugeren mogen zich in een veiligheidszone van 30 cm rond het apparaat geen personen
of gevaarlijke stoffen bevinden.
De centrifuge vormt een risico voor uzelf, voor andere
personen en voor voorwerpen wanneer u de volgende
veiligheidsvoorschriften niet naleeft:
Centrifugeren van gevaarlijke stoffen
• De centrifuge is niet inert gemaakt, noch beveiligd
tegen ontploffing. Gebruik de centrifuge dus niet in
een omgeving waar ontploffingsgevaar bestaat.
• Geen explosieve of brandbare materialen noch stoffen die heftige reacties met elkaar kunnen aangaan
centrifugeren.
3
Opmerkingen m. b. t. de veiligheid
• Geen toxische of radioactieve stoffen, evenmin als
pathogene micro-organismen zonder aangepaste
veiligheidssystemen centrifugeren.
Indien er microbiologische monsters uit risicogroep
II (volgens „Laboratory Biosafety Manual“ van de
Wereldgezondheidsorganisatie WHO) worden gecentrifugeerd, dienen aërosoldichte bioafdichtingen
te worden gebruikt.
Bij materialen met een hogere risicogroep moet
meer dan één beschermende voorziening aanwezig
zijn.
• Indien toxines of pathogene stoffen in de centrifuge
of in onderdelen ervan terechtgekomen zijn, moet u
de gepaste desinfectiemaatregelen uitvoeren (zie
„Onderhoud en reiniging – Desinfectie“).
• Sterk corrosieve stoffen die beschadigingen aan het
materiaal veroorzaken en de mechanische stabiliteit
van de rotor kunnen reduceren, mogen uitsluitend in
aangepaste veiligheidsreageerbuisjes worden gecentrifugeerd.
Omgang met de centrifuge
• Gebruik voor de centrifuge uitsluitend origineel toebehoren. Een uitzondering vormen de in de handel
verkrijgbare centrifugebuisjes van glas of kunststof,
voor zover deze voor de toerentallen c.q. RCVwaarden van uw rotor zijn toegelaten.
4
• Werk alleen met een vakkundig gemonteerde rotor.
• De centrifuge mag alleen met een op de juiste manier geladen rotor worden gebruikt. De rotor mag
niet overladen worden.
• De desinfecterings- en reinigingsvoorschriften moeten strikt worden nageleefd.
• Indien de rotor of het rotordeksel zichtbare sporen
van corrosie of slijtage vertonen, mogen ze niet
meer worden gebruikt.
• Open het deksel nooit met de hand als de rotor nog
draait.
• Deksel-noodontgrendeling is enkel voor noodgevallen, bijv. bij onderbreking van de stroomtoevoer
(zie hoofdstuk „Wanneer er storingen optreden“).
• Werk nooit met de centrifuge als het deksel nog
open is.
• Gebruik de centrifuge nooit als de bekleding of een
gedeelte ervan verwijderd is.
• Ingrepen in mechanische of elektrische componenten van de centrifuge mogen enkel worden uitgevoerd door personen die daartoe door Kendro
Laboratory Products zijn geautoriseerd.
Opmerkingen m. b. t. de veiligheid
Conformiteit met geldende normen
Opmerkingen m.b.t. de veiligheid in deze
gebruiksaanwijzing
De Heraeus-centrifuges zijn in overeenstemming met
de volgende normen gefabriceerd en gecontroleerd:
Zo gemarkeerde passages wijzen op
eventuele risico’s voor personen.
• EG-richtlijn „Machines“ (98/37/EG)
Zo gemarkeerde passages wijzen op
eventuele risico’s voor de centrifuge of
voorwerpen in de onmiddellijke omgeving
van de centrifuge.
•
EG-richtlijn „Elektromagnetische compatibiliteit“
(89/336/EWG)
• EG-richtlijn „Laagspanning“ (73/23/EWG)
• EN 292
• EN 61010-1
Zo zijn algemene opmerkingen gemarkeerd.
Gelieve daarnaast rekening te houden met de in Duitsland geldende voorschriften:
− Verontreinigingsgraad 2
• Ongevallenpreventievoorschrift VBG 4
− Overspanningscategorie II
• Ongevallenpreventievoorschrift VBG 5
• EN 61010-2-020
• Ongevallenpreventievoorschrift VBG 7z
• EN 61326 (+ EN 61000-3-2/A14:2000-06)
• Ongevallenpreventievoorschrift VBG 20
• EN 55011 B (radio-ontstoring )
• EN 61000-6-2
5
Opmerkingen m. b. t. de veiligheid
Ruimte voor notities
6
Beschrijving van het apparaat
De Multifuge® 4 KR
Beschrijving
De afbeelding toont een Multifuge® 4 KR met open
deksel en geplaatste rotor LH-4000.
De Multifuge® 4 KR is een gekoelde universele centrifuge met groot volume voor biotechnologisch en farmaceutisch onderzoek, alsook voor klinieken. De Multifuge® 4 KR is voor een maximale verwerking van
monsters in grote laboratoria bedoeld. Met de unieke
dubbele-rechthoekbeker kunnen microtestplaten en
buisjes gecentrifugeerd worden.
Deze centrifuge is afgestemd op de geautomatiseerde
laboratoriumprocessen in klinische centrale laboratoria. Met behulp van de diagnostik™ rotor kunnen gebruikelijke monsterracks direct gecentrifugeerd worden. Tevens is de Multifuge® 4 KR een compacte centrifuge voor bloedcomponentenscheiding.
7
Beschrijving van het apparaat
Veiligheidsvoorzieningen
®
De Multifuge 4 KR is met een reeks veiligheidsvoorzieningen uitgerust:
• Behuizing en deksel van staalplaat, veiligheidspantsering van 8 mm staal.
• Deksel met kijkvenster
• Dekselvergrendeling met veiligheidsopvraag
Het deksel van de centrifuge kan alleen worden
geopend als de centrifuge is ingeschakeld en de
rotor stilstaat. U kunt de centrifuge slechts starten
wanneer het deksel correct gesloten is.
• Automatische rotorherkenning
• Elektronische, rotorafhankelijke onbalansherkenning SMARTspin®
Voer nooit manipulaties aan de veiligheidssystemen uit!
8
Inhoud van de levering
De levering van de centrifuge omvat:
− Netkabel
− Rotorbevestigingssleutel
− Corrosiebeschermolie
Het schriftelijke gedeelte omvat naast de leveringsdocumenten ook deze handleiding.
De rotoren zijn niet bij de levering van de
Multifuge® inbegrepen.
Beschrijving van het apparaat
Functies en kenmerken
Onderdeel / Functie
Beschrijving / Kenmerk
opbouw / huis
verzinkt plaatchassis met pantserketel
ketel
roestvrij staal
aandrijving
inductie-aandrijving zonder koolborstels
toetsen en display-elementen
toetsen en display-elementen met een gemakkelijk schoon te maken beschermfolie
afgedekt
besturing
microprocessorbesturing door Easycontrol II
werkgeheugen
de laatst ingegeven gegevens blijven behouden
programmageheugen
waarden blijven behouden tot na het openen nieuwe gegevens worden ingegeven
functies
RCV-keuze, Quick-run, Pretemp, temperatuurregeling in stilstand
versnellings-/remprofielen
9 versnellings- en 9 remprofielen
rotorherkenning
automatisch
onbalansherkenning SMARTspin®
elektronisch, effect afhankelijk van de rotor en het toerental
dekselsluiting
motorondersteunde vergrendeling van het deksel
9
Beschrijving van het apparaat
Het Easycontrol-bedieningspaneel
Functie
Kenmerk
programmaweergave
vrij te programmeren
•
•
•
[-]
werkgeheugenbedrijf
[ 1...9 ] geheugenplaatsen voor gewenste waarden
[≡]
„quick run“-modus
versnellings- / remprofielen
1 = geringe, ... 9 = hoge versnellings- / remcurve
toerental-keuze
instelbaar in stappen van 10 min-1 tussen 300 min-1 en 10000 min-1
RCV-keuze
na het drukken op de omschakeltoets kan de RCV-waarde worden ingegeven
tijd-keuze
instelbaar in seconden tot 9 min. 59 sec.,
in het bereik van 10 min. tot 99 min. in minuten,
„hld“-modus: continubedrijf
tijdsaanwijzing in de „quick run“- mode
in stappen van één seconde
temperatuurkeuze
instelbaar in stappen van 1°, van -9°C tot +40°C
einde van het centrifugeren
in de toerentalweergave verschijnt „End“
10
Beschrijving van het apparaat
Functie
Kenmerk
ekselopening
automatische ontgrendeling via de toets „deksel open“ (
)
(ontgrendeling bij spanningsuitval: zie hoofdstuk „Wanneer storingen optreden“)
starten
Start- toets (
)
stoppen
Stop- toets (
)
„quick run“-modus
Door het drukken op de „quick run“-toets (
) vindt een maximale versnelling
tot aan het eindtoerental plaats; de centrifuge stopt bij het loslaten van de toets
met maximale remkracht.
diagnose-mededelingen
•
afwisselende weergave „rotor“ / maximumtoerental c.q. RCV
(instelling van het toerental hoger dan max. toerental van de rotor)
•
het deksel is bij het openen niet uit het slot gehaald:
weergave „Lift Lid“ (handmatig optillen van het deksel nodig)
•
algemene storingen in het apparaat (foutmeldingen met ERROR-codes, zie
„Wanneer storingen optreden“)
11
Beschrijving van het apparaat
Ruimte voor notities
12
Voor het gebruik
Voor het gebruik
Centrifuge transporteren en opstellen
De centrifuge kan bij het tranport
door schokken beschadigd worden!
Transporteer de centrifuge rechtop,
zonder rotor en enkel in de bijbehorende speciale verpakking.
Aflooprails
bevestigen.
Let op voldoende veiligheidsmaatregelen!
Na het openen van de verpakking verwijdert u de
spanbanden en de voorste houder van de transportpallet.
Via de meegeleverde aflooprails kan het toestel nu
van de transportpallet rollen. Daartoe dient men de
rails aan de voorkant van de pallet met schroeven of
nagels te bevestigen.
Om de centrifuge naar beneden te
rollen zijn ten minste 2 volwassen
personen nodig.
Let op gewicht!
13
Voor het gebruik
De juiste opstelplaats
De centrifuge moet binnenshuis worden gebruikt. De
opstelplaats moet aan de volgende vereisten voldoen:
• Rond de centrifuge moet een veiligheidszone van
tenminste 30 cm worden voorzien. In deze zone
mogen zich tijdens het centrifugeren geen gevaarlijke stoffen bevinden.
• De vloer moet stabiel zijn en zonder resonantie.
• Om een voldoende luchtcirculatie te garanderen,
moet de afstand tussen de muur en de centrifuge
aan de achterkant ten minste 10 cm en aan de
zijkant ten minste 15 cm bedragen.
• De centrifuge moet beschermd zijn tegen warmte
en sterke zonnestraling.
• De opstelplaats moet steeds goed verlucht zijn.
UV-stralen verminderen de houdbaarheid van kunststof.
Stel de centrifuge alsmede rotoren
en toebehoren niet bloot aan direct
zonlicht!
14
Multifuge® 4 KR
De mobiele ondertafelcentrifuge
mag enkel met bevestigde rollen in
werking worden gesteld!
Om deze vast c.q. los te maken trapt u op de activeringsknoppen van de twee voorste rollen.
Voor het gebruik
Aansluiting op het net
De centrifuge alleen op een geaard stopcontact aansluiten. Gelieve te controleren of de kabel aan de
veiligheidsvoorschriften van uw land voldoet. Controleer of de netspanning en de netfrequentie met de
gegevens op het typeplaatje van het apparaat overeenkomen.
De netschakelaar aan de rechterkant van het frontpaneel uitschakelen (schakelaar naar beneden drukken) en pas dan de stekker in het stopcontact steken.
Interfaceaansluiting
RS 232
Typeplaatje
Aansluiting op
het net
15
Voor het gebruik
Ruimte voor notities
16
Rotoren en toebehoren
Rotoren en toebehoren
Als toebehoren hebt u een keuze tussen een hele
reeks verschillende rotoren.
Bovendien zijn adaptersets en reduceerhulzen voor
diverse in de handel verkrijgbare buisjes verkrijgbaar.
Een gedetailleerde opsomming van het toebehoren
met technische gegevens en bestelnummer vindt u
in onze verkoopinformatie.
Meer informatie vindt u ook op INTERNET onder:
http://www.Kendro.com
17
Rotoren en toebehoren
Rotoren en rotorbekers voor Multifuge® 4 KR
Tabel 1: Rotoren
LH-4000
Rotornaam
4 x 1000 ml 7500 6475
Ronde beker 1000 ml
Met beker
Bestelnummer
Dubbele-rechthoekbeker
DoubleSpin™ 2 x 250 ml
7500 6478
7500 6477
maximaal toelaatbare lading [ g ]
4 x 1400
4 x 1500
-1
maximaal toerental nmax [ min ]
4400
4400
maximale RCV-waarde bij nmax
5346
4654
straal -max. / min. [ cm ]
24,7 / 8,8
21,5 / 11,5
versnellingstijd / remtijd [ s ]
85 / 85
85 / 85
10
10
toerental bij 4°C [ min-1 ]
4100
4100
K-factor
13 487
8244
min. temperatuur bij nmax
[ °C ]
* in verhouding tot de kamertemperatuur 23°C
[ S×h ]
aërosoldicht *
autoclaveerbaar
(met kap 75006421)
121°C
* Getest door TÜV Product Service GmbH - Hamburg
18
(met kap 75006479)
121°C
Rotoren en toebehoren
Tabel 1: Rotoren
Rotornaam
LH-4000 W
Met beker
4 x 1000 ml 7500 6476
Ronde beker 1000 ml
Bestelnummer
Dubbele-rechthoekbeker
DoubleSpin™ 2 x 250 ml
7500 6478
7500 6477
maximaal toelaatbare lading [ g ]
4 x 1400
4 x 1500
-1
maximaal toerental nmax [ min ]
4400
4400
maximale RCV-waarde bij nmax
5346
4654
straal -max. / min. [ cm ]
24,7 / 8,8
21,5 / 11,5
versnellingstijd / remtijd [ s ]
95 / 85
95 / 85
1
1
toerental bij 4°C [ min-1 ]
4400
4400
K-factor
13 487
8244
min. temperatuur bij nmax
[ °C ]
* in verhouding tot de kamertemperatuur 23°C
[ S×h ]
aërosoldicht *
autoclaveerbaar
(met kap 75006421)
121°C
(met kap 75006479)
121°C
* Getest door TÜV Product Service GmbH - Hamburg
19
Rotoren en toebehoren
Tabel 1: Rotoren
BIOshield® rotor
4 x 250 ml
7500 6435
Rotornaam
Bestelnummer
maximaal toelaatbare lading [ g ]
®
Highplate rotor
2 x 5 Platten
7500 6444
Diagnostik™ rotor
7500 6480
4 x 600
2 x 500
2 x 2000
-1
maximaal toerental nmax [ min ]
5850
5650
3500
maximale RCV-waarde bij nmax
6963
5889
2547
straal -max. / min. [ cm ]
18,2 / 13,8
16,5 / 10,5
18,6 / 14,1
versnellingstijd / remtijd [ s ]
85 / 100
80 / 100
60 / 65
1
0
<0
5850
5650
3500
min. temperatuur bij nmax
[ °C ]
* in verhouding tot de kamertemperatuur 23°C
toerental bij 4°C [ min-1 ]
K-factor
—
[ S×h ]
—
—
aërosoldicht *
ja
ja
nee
autoclaveerbaar
121°C
nee
nee
* Getest door TÜV Product Service GmbH - Hamburg
20
Rotoren en toebehoren
Tabel 1: Rotoren
Highconic® rotor
6 x 50 ml
7500 3046
Rotornaam
Bestelnummer
LAC-250
6 x 250 ml
7500 6483
maximaal toelaatbare lading [ g ]
6 x 130
6 x 400
maximaal toerental nmax [ min-1 ]
8500
10 000
maximale RCV-waarde bij nmax
10 016
15 317
straal -max. / min. [ cm ]
12,4 / 6,0
13,7 / 9,5
aanzethoek [ ° ]
45
23
versnellingstijd / remtijd [ s ]
75 / 75
110 / 110
<0
1
toerental bij 4°C [ min-1 ]
8500
10 000
K-factor
2545
926
ja
nee
121°C
nee
min. temperatuur bij nmax
[ °C ]
* in verhouding tot de kamertemperatuur 23°C
[ S×h ]
aërosoldicht *
(vullen zie pag. 39)
autoclaveerbaar
* Getest door CAMR, Porton-Down, UK
21
Rotoren en toebehoren
Adapters en toebehoren
Tabel 2: Adapters (1.1)
Adapter en toebehoren voor
ronde beker 7500 6477
®
Centri-Lab adapter type C
48 x 1,5 / 2 ml microliterbuisjes
35 x 7 ml DIN
19 x 7 ml bloedafname
19 x 15 ml DIN
17 x 15 ml bloedafname
12 x 15 ml conisch
12 x 14 / 15 ml met flens
7 x 25 ml DIN
7 x 45 / 50 ml vlakke/ bolle bodem
4 x 50 ml DIN
5 x 50 ml conisch
2 x 100 ml DIN
1 x 150 ml DIN / 180 ml fles
1)
1 x 175 -225 ml conisch / 250 ml fles
1 x 250 ml
®
1 x 250 ml Corning -buisjes, conisch
®
1 x 500 ml Nalge -buisjes
®
1 x 500 ml Corning -buisjes, conisch
Vloeistofdruk-opvulmateriaal
Vloeistofdruk-opvulmateriaal
Fles 1000 ml (nominaal volume)
Aërosoldichte kappen
* max. buisjeslengte met aërosoldichte kap
max. afm. buisjes
∅ x lengte
[ mm ]
buisjes
per rotor
11,0 x 50
13,0
192
12,8 x 177
14,0
140
13,5 x 177
18,5
76
17,0 x 177
18,5
76
17,0 x 177
20,0
68
16,5 x 177
23,5
48
18,3 x 177
21,5
48
25,0 x 177
31,0
28
29,5 x 177
31,0
28
34,5 x 177
39,0
16
29,5 x 177
35,5
20
45,0 x 177
47,5
8
56,5 x 132 / 128
4
62,0 x 177
75,0
4
59,0 x 190
4
61,5 x 190
4
70,0 x 190
4
96,0 x 190
4
voor 500 ml DIN-fles
®
voor 500 ml Baxter -fles
100,0 x 190
2 stuks, incl. afdichtingen en smeermiddel
1) Extra conisch opvulmateriaal van buisjesfabrikant vereist.
22
kap
∅
[ mm ]
kleur
bestelnummer
zwart
geel
lichtgrijs
rood
wit
olijfbruin
bruin
oranje
blauw
groen
lichtgroen
lichtblauw
wit
naturel
naturel
naturel
naturel
naturel
7500 8132
7500 8133
7500 8134
7500 8135
7500 8136
7500 8137
7500 6494
7500 8138
7500 6493
7500 8140
7500 6533
7500 8142
7500 6498
7500 8144
7500 6649
7500 8147
7500 8145
7500 6438
7500 7722
7500 7723
7500 6613
7500 6421
Rotoren en toebehoren
Tabel 2: Adapters (1.2)
bestelnummer
Toebehoren voor bloedbuidel–
centrifugatie in ronde beker 7500 6477
Kunststof inzetstuk „XL“
Kunststof inzetstuk „M“
Tarreerplaten
Tarreergewicht voor kunststof inzetstuk
7500 6485
voor 400 - 450 ml bloedbuidelsysteem (set à 2 stuks)
voor bloedtoepassingen met klein volume (set à 2 stuks)
rubber, elk 2 x 35 en 65 g
7500 6496
7500 6485
7500 5759
1 set bestaande uit elk 4 gewichten à 6 g en 15 g
7500 7645
23
Rotoren en toebehoren
Tabel 2: Adapters (2.1)
* max. buisjeslengte met aërosoldichte kap
Adapter en toebehoren voor
dubbele-rechtboekbeker
DoubleSpin™ 7500 6478
max. afm. buisjes
∅ x lengte
[ mm ]
®
kap
∅
[ mm ]
buisjes
per rotor
kleur
bestelnummer
zwart
geel
lichtgrijs
rood
olijfbruin
bruin
oranje
blauwgroen
blauw
groen
lichtgroen
lichtblauw
grijsblauw
zwart
7500 6452
7500 6453
7500 6454
7500 6455
7500 6456
7500 6492
7500 6457
7500 6459
7500 6491
7500 6460
7500 6461
7500 6462
7500 6463
7600 6465
Centri-Lab adapter type D
(2 adapters per beker)
56 x 1,5 / 2 ml microliterbuisjes
28 x 7 ml DIN
20 x 7 ml bloedafname
16 x 15 ml DIN / bloedafname
9 x 15 ml conisch / US-urine
9 x 14 / 15 ml met flens
6 x 25 ml DIN
4 x 25 / 50 ml universele-container
4 x 45 / 50 ml vlakke/ bolle bodem
3 x 50 ml DIN
4 x 50 ml conisch
1 x 100 ml DIN
1 x 150 ml DIN / 180 ml fles
1)
1 x 175 ml conisch / 250 ml fles
11,0
12,8
14,0
17,0
16,5
18,3
25,0
25,5
29,5
34,5
29,5
45,0
56,6
62,0
x 50
1)
x 120 – 151
x 118 – 150
x 120 – 149
x 122 – 153
x 122 – 147
x 127 – 149
x 132 – 145
x 125 – 145
x 127 – 148
x 129 – 149
x 138
x 147
x 140 / 145
1) De maximale buisjeslengte is afhankelijk van de plaats in de adapter!
In de hoeken kunnen alleen de korte buisjes worden gebruikt.
2) Extra conisch opvulmateriaal van buisjesfabrikant vereist.
24
13,0
14,0
17,5
19,0
24,0
25,0
28,0
32,0
35,0
38,0
35,5
66,0
66,0
63,0
448
224
160
128
72
72
48
32
32
24
32
8
8
8
Rotoren en toebehoren
Tabel 2: Adapters (2.2)
Adapter en toebehoren voor
dubbele-rechtboekbeker
DoubleSpin™ 7500 6478
* max. buisjeslengte met aërosoldichte kap
max. afm. buisjes
∅ x lengte
[ mm ]
kap
∅
[ mm ]
16,5 x 120 – 147 3)
23,0
buisjes
per rotor
kleur
bestelnummer
naturel
zwart
zwart
7500 6468
7600 6466
7600 6467
7500 6499
(1 adapter per beker)
24 x 15 ml conisch / US-urine
voor Zyto-systeem
®
voor Centri-Lab adapter type A
®
voor 1 x Centri-Lab adapter type D
96
8
8
4
Platenhouder voor microtestplaten
Basisoppervlak 127 x 85 ; max. laadhoogte 110 mm
7500 6486
Aërosoldichte kappen
2 stuks, incl. afdichtingen en smeermiddel
7500 6479
3) De maximale buisjeslengte is afhankelijk van de plaats in de adapter!
In de hoeken kunnen alleen de korte buisjes worden gebruikt.
25
Rotoren en toebehoren
Tabel 2: Adapters (3)
Adapter en toebehoren voor
BIOshield® rotor 7500 6435
®
Centri-Lab adapter type D
56 x 1,5 / 2 ml microliterbuisjes
28 x 7 ml DIN
20 x 7 ml bloedafname
16 x 15 ml DIN / bloedafname
9 x 15 ml conisch / US-urine
9 x 14 / 15 ml met flens
6 x 25 ml DIN
4 x 25 / 50 ml universele-container
4 x 45 / 50 ml vlakke/ bolle bodem
3 x 50 ml DIN
4 x 50 ml conisch
1 x 100 ml DIN
1)
1 x 150 ml DIN / 180 ml fles
1 x 250 ml fles
voor Zyto-systeem
®
voor Centri-Lab adapter type A
1) Let op maximale lading van 600 g!
26
* max. buisjeslengte met aërosoldichte kap
max. afm. buisjes
∅ x lengte
[ mm ]
11,0
12,8
14,0
17,0
16,5
18,3
25,0
25,5
29,5
34,5
29,5
45,0
56,6
62,0
x 50
x 117
x 117
x 117
x 120
x 117
x 117
x 117
x 117
x 117
x 118
x 125
x 125
x 125
kap
∅
[ mm ]
13,0
14,0
17,5
19,0
24,0
25,0
28,0
32,0
35,0
38,0
35,5
66,0
66,0
63,0
buisjes
per rotor
224
112
80
64
36
36
24
16
16
12
16
4
4
4
kleur
bestelnummer
zwart
geel
lichtgrijs
rood
olijfbruin
bruin
oranje
blauwgroen
blauw
groen
lichtgroen
lichtblauw
grijsblauw
zwart
zwart
zwart
7500 6452
7500 6453
7500 6454
7500 6455
7500 6456
7500 6492
7500 6457
7500 6459
7500 6491
7500 6460
7500 6461
7500 6462
7500 6463
7600 6465
7600 6466
7600 6467
Rotoren en toebehoren
Tabel 2: Adapters (4)
Set adapters voor
Diagnostik™ rotor 7500 6480
Hitachi
Olympus
Sysmex
Dade-Behring
LKB
Beckmann
rack
max. hoogte incl.
lengte / breedte buisjes en rack
[ mm ]
[ mm ]
118 x 20
177 x 20
200 x 25
—
164 x 19
—
120
120
120
120
120
120
buisjes
per rack
racks
per rotor
5
10
10
10
11
7
2 x 10
2x6
2x6
2x2
2x6
2x2
bestelnummer
7500 6416
7500 6417
7500 6418
7500 6419
7500 6422
7500 6423
Tabel 2: Adapters (5)
Adapter voor
®
Highconic rotor 7500 3046
1,5 ml microbuisjes
3,5 ml
6,5 ml
12 ml
16 ml
38 ml
50 ml
15 ml conisch
50 ml conisch
Vervangende afdichting
max. buisjesgrootte
∅ x lengte
[ mm ]
11 x 58
11 x 103
13 x 115
16 x 96
18 x 124
25 x 112
29 x 118
16,5 x 120
30 x 117
2 setjes, incl. smeermiddel
aantal per
adapter
aantal per
rotor
kleur
4
4
2
2
1
1
1
1
1
24
24
12
12
6
6
6
6
6
naturel
naturel
naturel
naturel
naturel
naturel
naturel
naturel
naturel
bestelnummer
7600 2905
7500 3091
7500 3092
7500 3093
7600 2906
7500 3094
7500 3014
7500 3095
7500 3096
7500 3423
27
Rotoren en toebehoren
Tabel 2: Adapters (6)
Adapter en toebehoren voor
LAC-250 7500 6483
250 ml Dry-Spin en Oak Ridge fles
(zonder adapter)
1 x 250 ml PA Oak Ridge fles
®
1 x 150 / 125 ml Corex fles
1 x 150 ml dikwandbuisje
®
1 x 100 ml Pyrex fles
12 x 5 / 4 ml
7 x 12 ml
®
3 x 30 ml Corex fles
®
5 x 14 ml Pyrex fles
1 x 50 / 35 ml conisch
®
5 x 3 ml Pyrex buisje
1) Deze adapters moeten samen worden ingezet..
28
max. afm. buisjes
∅ x lengte
[ mm ]
buisjes per
rotor
61 x 153
6
60
53
45
44
12
16
24
18
30
10
6
6
6
6
72
42
18
30
6
30
x 120
x 132
x 132
x 137
x 75
x 100
x 105
x 120
x 115
x 75
kleur
bestelnummer
-—
geel
wit
geel
rood
paars
wit
grijs
wit
groen
12002
00372
00458
00371
00388
00389
00449
00456
03072
1)
00370 en 00456
Rotoren en toebehoren
Behandeling van rotoren
Vrij zwaaiende rotoren
Alle plaatsen moeten steeds met
dezelfde dragerbekers bezet zijn!
LH-4000
LH-4000 W
Diagnostik™ Rotor
Deze rotoren heben een glijlaag waardoor ze vele jaren zonder extra invetten van de draaistoppen gebruikt kunnen worden.
De verschillende vrij zwaaiende bekers zijn in gewichtsklassen ingedeeld. Deze zijn aan de letters
achter het bestelnummer op de beker te herkennen.
Om onbalans te vermijden, dient men op tegenover
elkaar liggende rotorbladen altijd dezelfde gewichtsklasse in te zetten.
De pendelkegels van de vrij zwaaiende rotoren en de ophanggroeven van de zwaaibekers moeten regelmatig lichtjes worden
ingevet!
Boutvet 7000 6692 zit bij de centrifuge.
Mocht bij uitgetarreerde lading een
onbalans in het draaien ontstaan, dan kan
dat aan slijtage van de glijlaag liggen.
In dat geval werkt de rotor ook nog, door
gewoon na te vetten!
29
Rotoren en toebehoren
BIOshield®- rotor
De bekerset is vast bestanddeel van de rotor en mag
niet met andere rotoren worden gewisseld.
De rotor mag alleen met gesloten deksel worden gebruikt. Het deksel wordt geopend of gesloten door de
centrale sluitknop tegelijkertijd naar beneden te drukken en eraan te draaien.
Als de rotor versleten is, wat afhangt van de mate van mechanische
belasting resp. van het toerental,
moet hij worden vervangen.
Na elke reiniging moet de BIOshield®-rotor
met geopend deksel worden opgeslagen.
Daardoor kan hij volledig drogen.
30
Toerental
max. speed
Max. toel. cyclusgetal
max. cycles
5850 rpm
5350 rpm
22 000
31 000
Overschrijden van het cyclusgetal
kan tot rotorbreuk leiden, wat tot
stukgaan van de centrifuge leidt!
Rotoren en toebehoren
De volgende voorbeelden verduidelijken de betekenis
van deze beperkte gebruiksduur:
Gebruiksprofiel
- sterk gebruik
20 runs / dag, 220 dagen / jaar
- gemiddeld gebruik
7 runs / dag, 220 dagen / jaar
Max. gebruiksduur
bij
5850 rpm 5350 rpm
5 jaar
7 jaar
14 jaar
20 jaar
Verzorg de rotor altijd op de aanbevolen
manier!
Rotor en toebehoren moeten met regelmatige tussenpozen worden gereinigd en geinspecteerd. Gebruik geen rotor met tekenen van corrosie of scheuren.
Highplate®- rotor
De rotor dient men enkel met gesloten deksel te gebruiken.
De Highplate®-rotor moet na elke reiniging
met open deksel worden opgeslagen.
Daardoor kan hij volledig drogen.
31
Rotoren en toebehoren
Behandeling van microtestplaten
Highplate®-rotor
Om de microtestplaten te be- en ontladen
neemt u de platenhouder uit de beker.
Overtuigt u zich er voor het laden van dat de rubberen bodem in de uitsparingen van de platenhouder
ligt. Deepwell platen kunnen ook zonder platenhouder
direct in de schommel worden geplaatst.
Niet alle in de handel verkrijgbare
microtestplaten zijn bestand tegen
de hoge centrifugale krachten!
Bij problemen vraagt u de fabrikant naar meer belastbare platen (bijv. platen van PP).
Let op een gelijkmatige lading van de
rotor!
Het plaatsen van de betreffende platenhouder geschiedt zoals in de afbeelding.
32
Platenhouder voor microtestplaten 7500 6486 in de
dubbele-rechthoekbeker 7500 6478
Rotoren en toebehoren
Diagnostik™- rotor
De schommels c.q. dragers dient men
altijd volledig te laden met racks.
Bij gedeeltelijke lading kunnen racks omvallen wat
kan leiden tot een beschadiging van de buisjes.
Highconic®- rotor
Als langere buisjes gecentrifugeerd moeten
worden die volledig sluiten van het rotordeksel belemmeren, dan is het toegestaan
om de rotor zonder deksel tot een maximaal toerental van 4000 min-1 te laten lopen.
Boven 4000 min-1 mag de rotor in
geen geval zonder deksel lopen
omdat de rotor hierdoor stuk kan
gaan!
33
Rotoren en toebehoren
LAC-250
Rotoren van koolvezel-compoundmateriaal moet men
voor gebruik regelmatig op beschadiging van het
oppervlak controleren.
Als door schade vezels uit het
rotoroppervlak komen, mag de rotor niet
meer gebruikt worden!
Let op bij de omgang met beschadigde
koolvezelrotoren!
De
rotor
bestaat
uit
een
koolvezelepoxysamenstelling met metaalcomponenten.
Deze compoundrotoren hebben andere eigenschappen dan traditionele metaalrotoren wat betreft chemicaliënbestandheid. Organische oplossingen, sterke
zuren of bases kunnen tot vroegtijdige materiaalmoeheid leiden.
De rotor mag nooit blootstaan aan
ethyleenoxide!
Dit zou het compound materiaal
beschadigen.
34
Een nog draaiende rotor mag nooit
met de hand tot stilstand worden
gebracht.
Scherpe koolvezelsplinters kunnen tot
letsel leiden.
Beschadigde koolvezelrotoren mogen
alleen met correcte veiligheidshandschoenen (bijv. van leer) worden aangeraakt!
Rotoren en toebehoren
Temperatuurgedrag:
Rotoren van koolvezel-compoundmateriaal hebben
voor een temperatuurwisseling aanzienlijk meer tijd
nodig dan metalen rotoren, omdat dit koolvezelcompoundmateriaal als een thermische isolator
werkt.
Daarom wordt aangeraden om de rotor, de adapters
en de monsters al op de gewenste draaitemperatuur
op te slaan.
Onderhoud en verzorging:
De rotor niet in vloeistof onderdompelen omdat deze
zich kan verzamelen in een holle ruimte onder de
bodemplaat.
Mocht toch een keer vloeistof zijn
binnengedrongen, dan kan deze worden
verwijderd door de centrifuge 5 minuten
bij 300 min-1 te laten draaien.
Het toerental mag 300 min-1 hierbij
niet overschrijden omdat anders
schade aan de rotor kan ontstaan!
Omgang in geval van schade:
Wanneer de rotor verkeerd werkt, kan er bij
verkeerde behandeling gevaar van de partikels van
de koolvezel-rotoren uitgaan.
Na een schade mag men pas 30 minuten
later de rotorkamers openen opdat de
ontstane deeltjes zich kunnen afzetten.
Veiligheidskleding dragen!
Werkzaamheden aan een centrifuge
met kapotte kollvezelrotor mogen
alleen met adembescherming, veiligheidsbril en correcte veiligheidshandschoenen van leer worden verricht.
Partikels met vochtige doeken of sponsjes
van het oppervlak verwijderen.
Niet droog afvegen of opzuigen!
Kapotte rotorstukken en partikels zo verwijderen dat
een toevallig contact met de vezels onmogelijk is.
35
Rotoren en toebehoren
Aërosoldicht bedrijf
Bij het centrifugeren van gevaarlijke
monsters mogen aërosoldichte rotoren en buisjes alleen in een goedgekeurde veiligheidswerkbank worden
geopend!
De maximaal toegelaten vulhoeveelheden dient men in ieder geval te respecteren!
Voorwaarde voor aërosoldichtheid zijn een
correcte bediening bij het vullen van de buisjes en het
sluiten van het rotordeksel.
Voor elk gebruik moeten de afdichtingen in de rotoren en rotordeksels
alsmede in de aërosoldichte kappen
op slijtage of beschadiging gecontroleerd worden en licht ingevet.
Beschadigde O-ringen en afdichtingen moeten worden vervangen!
36
Gebruik voor het invetten van de
afdichtingen alleen het speciale vet
7600 3500!
Vervanging zit bij de rotoren of kan als vervangingsset worden bijbesteld.
Beschadigde of doffe kappen en
deksels van rotoren en buisjes
moeten meteen worden vervangen.
Rotoren en toebehoren
BIOshield®-rotor 7500 6435
Highplate®-rotor 7500 6444
De aërosoldichtheid van de windketelrotoren is enkel in horizontale positie gegarandeerd!
Ronde beker aërosoldicht sluiten
Na het invetten van de afdichting draait u het deksel
zo ver op de beker dat deze er lichtjes op zit.
Om een gelijkmatige voorspanning te bereiken draait
u het deksel nu 1½ greepvlak (ca. 15°) verder dicht.
Oriënteert u zich daarbij aan de hand van de bekermarkeringen.
Als windketelrotoren buiten de centrifuge (bijv. in een
veiligheidswerkbank) met monsters beladen worden,
dan dient men erop te letten dat de rotoren bij plaatsing in de centrifuge niet worden gekanteld.
Greepvlak
Bekermarkering
37
Rotoren en toebehoren
Rechthoekbeker 7500 6478 aërosoldicht afsluiten
Klap eerst de twee sluiters
naar boven. De kap kan men
nu makkelijk op de beker
plaatsen.
Voor het sluiten moet de dekselafdichting
eventueel worden ingevet.
Door de sluiters naar beneden te klappen wordt de beker gesloten.
De sluiters moeten
allebei vastklinken
om aërosoldichtheid te verkrijgen!
Niet naar beneden geklapte
sluiters leiden bij het centrifugeren tot beschadiging van de
kappen!
38
Rotoren en toebehoren
Highconic®- rotor aërosoldicht afsluiten
Bij de hoekrotor moet bij het vastschroeven en losdraaien van het deksel de spantang-zeskantschroevendraaier als hulp worden gebruikt om zeker
sluiten te garanderen (zeskant door boorgat van het
schroefdeksel steken).
Let bij het centrifugeren van gevaarlijke monsters op het maximaal
toelaatbare vulvolume !
Conisch celcultuurbuisje in de
Highconic® rotor 7500 3046
nominale volumes :
15 ml
50 ml
toelaatbaar vulvolume:
14 ml
49 ml
39
Rotoren en toebehoren
De aërosoldichtheid controleren
De typecontrole van de rotoren en bekers werd verricht volgens de dynamisch microbiologische testprocedure conform EN 61010-2-020 bijlage AA.
De aërosoldichtheid van een rotor hangt voornamelijk
af van de vakkundige omgang!
Controleer indien nodig de aërosoldichtheid van uw rotor!
Het is erg belangrijk dat alle afdichtingen
en afdichtvlakken zorgvuldig worden
onderzocht op slijtage en beschadigingen
zoals scheuren, krassen en brosheid!
Als sneltest bestaat de mogelijkheid om aërosoldichte
bekers en vaste hoekrotoren volgens de volgende
procedure te controleren:
•
Alle afdichtingen licht invetten.
•
Vul de beker c.q. rotor met ca. 50 ml koolzuurhoudend mineraalwater.
40
•
Sluit de beker c.q. rotor conform de betreffende
instructies voor het sluiten.
•
Door schudden komt het in het water gebonden
koolzuurgas vrij en zo ontstaat een overdruk.
•
Ondichtheden merkt men door uittredend vocht
en hoorbaar ontsnappen van het gasmengsel.
•
Vervolgens dient men beker c.q. rotor- , deksel
en dekselafdichting te drogen.
Vanwege hun constructie kan de
gebruiker bij de BIOshield®- en
geen
sneltest
Highplate®-rotoren
volgens deze methode uitvoeren, hier
is dus een bijzonder zorgvuldige
controle van de afdichtingen, afdichtvlakken en deksels vereist!
Gebruik
Gebruik
Centrifuge inschakelen
De netschakelaar aan de rechterkant van het frontpaneel inschakelen.
Het display van het bedieningspaneel ziet er heel
even als volgt uit:
Deze weergave signaleert dat het apparaat een interne controle van zijn software uitvoert (zie tabel pagina
75).
Na afloop van deze controle verandert het display in
de mode „actuele waarden“. De resterende runtijd en
het toerental bedragen 0. De aanduiding van de versnellings-/ remcurve is afhankelijk van de laatst ingestelde waarde.
De volgende afbeelding geeft een voorbeeld hoe het
display er kan uitzien. Een uitvoerige beschrijving van
de mogelijke instellingen vindt u verder in dit hoofdstuk.
Het deksel
Deksel openen
Druk op de toets „deksel open“ .
Als in het display „Lift Lid“ verschijnt, moet het deksel
lichtjes worden opgetild.
(Noodontgrendelingsmogelijkheid bij storing en
stroomuitval: zie hoofdstuk „Wanneer er storingen optreden“)
Deksel sluiten
Door de voorkant van het deksel lichtjes naar beneden te drukken wordt de centrifuge gesloten. De vergrendeling gebeurt door de motor.
Deksel niet dichtslaan!
41
Gebruik
Rotor monteren
Niet toegelaten of foutief gecombineerd toebehoren kan ernstige
schade aan de centrifuge veroorzaken!
De toegelaten rotoren van de Multifuge® 4 KR staan
in het hoofdstuk „Rotoren en toebehoren“ vanaf pagina 17 opgesomd. Gebruik in dit apparaat uitsluitend
rotoren die in deze lijst staan vermeld.
Om de rotor te monteren hebt u de bijhorende steeksleutel nodig („Inhoud van de levering” pagina 8).
Ga als volgt tewerk:
1. Open het deksel en controleer of de rotorkamer
schoon is. Indien nodig stof, vreemde voorwerpen,
condensatiewater of vloeistofresten van monsters
verwijderen.
2. Controleren of de spanhuls is losgedraaid. (Spanhuls heeft speling op de spil). Anders de rotoropname met de meegeleverde steeksleutel losdraaien.
42
3. Zet de rotor zo op de aandrijfas dat de opname
van de rotor precies over het midden zit.
4. De rotor moet op de spanhuls licht tot aan de onderste aanslag glijden.
5. Als u de rotor correct hebt ingezet, kunt u de spanhuls zonder grote krachtinspanning met de
meegeleverde steeksleutel vastdraaien.
6. Het rotordeksel op de rotor zetten en vastschroeven.
Controleer regelmatig of de rotor op
zijn plaats zit en draai evt. de spanhuls
vast.
Gebruik
Rotor laden
Maximale lading
Te grote lading kan de rotor stuk
maken en de centrifuge ernstig beschadigen!
Indien u monsters centrifugeert die samen met de
adapter de maximaal toelaatbare lading overschrijden
moet u ofwel de vulhoeveelheid reduceren of het toerental ntoel m.b.v. de volgende formule berekenen:
n toel = n max
De Multifuge® 4 KR kan hoge toerentallen bereiken.
Daardoor treden enorme middelpuntvliedende krachten op. De rotoren zijn zo geconstrueerd dat ze bij het
toelaatbaar maximumtoerental nog altijd een grote
stabiliteitsreserve hebben.
Dit veiligheidssysteem gaat ervan uit dat de maximum
toelaatbare lading van de rotor niet wordt overschreden.
*
maximale toelaatbare lading
effectieve lading
ntoel = toelaatbaar toerental
nmax = maximaal toerental
Let op de gegevens over de maximaal
toelaatbare lading en over het max.
toerental in het hoofdstuk „Rotoren
en toebehoren“ vanaf pagina 17.
43
Gebruik
Centrifugebuisjes vullen
Controleer zorgvuldig of uw monsterbuisjes voor de betreffende
RCV-waarde zijn goedgekeurd, en
reduceer eventueel het toerental.
Bij gebruikelijke borosilicaatbuisjes ligt de belastinggrens bij 4000 xg!
Buisjesfabrikanten refereren bij de max. toelaatbare
RCV-waarde veelal aan vaste-hoekrotoren.
Let erop dat de buisjes bij dezelfde RCVwaarde in een vrij zwaaiende rotor aanzienlijk meer worden belast!
Wegens het grotere radiusverschil (rmax - rmin) is de
druk van de vloeistofkolom op de bodem van de buisjes duidelijk groter en sterk afhankelijk van de vulling.
Buisjes van kunststof – met name bij maximale belasting (toerental, temperatuur) – hebben slechts een
beperkte levensduur en dienen zonodig te worden
vervangen! Informeer in bijzondere gevallen bij de fabrikant van uw buisjes.
44
Maximaal toelaatbare ladingdifferentie
Hoe lager de onbalans van de centrifuge,
des te beter is het scheidingseffect omdat
gescheiden zones niet meer door trillingen
door elkaar gebracht worden.
Daarom is het belangrijk dat u de centrifugebuisjes zo
goed mogelijk uittarreert.
De toegelaten ladingdifferentie is afhankelijk van talrijke factoren (bijv. rotor, lading). Voor de vrij zwaaiende rotoren LH-4000 en LH-4000W bedraagt deze
ten minste 30 g in tegenover elkaar gelegen ophangingen.
Gebruik
Centrifugebuisjes inzetten
Vaste-hoekrotoren:
Ongelijkmatig laden van de rotor
kan in het ergste geval tot beschadiging van de rotor en de centrifuge leiden. Onbalans veroorzaakt
niet alleen luidruchtige rungeluiden, maar leidt ertoe dat voortijdige
slijtage aan de aandrijving optreedt.
De rotor moet symmetrisch worden geladen. Indien u
de rotor slechts gedeeltelijk vollaadt, moet u erop letten dat in tegenover elkaar liggende openingen
steeds even zware buisjes steken (bij het centrifugeren van één enkel monster bijv. een met water
gevuld buisje inzetten).
Wanneer u de buisjes hebt ingezet, het deksel sluiten.
correct geladen
verkeerd geladen
45
Gebruik
Vrij zwaaiende rotoren:
verkeerd geladen
Bij vrij zwaaiende rotoren moet men ook
letten op symmetrische lading van de
bekers.
Het principe van deze voorbeelden is
ook voor andere rotoren van toepassing!
correct geladen
46
Gemengd laden met verschillende
bekertypes is niet toegestaan!
Gebruik
Parameters ingeven
Versnellings- / Remcurves
®
De Multifuge 4 KR biedt u 9 versnellings- en 9 remprofielen, waarmee monsters en gradiënten optimaal
kunnen worden gecentrifugeerd. Het verloop van de
versnellings- en remcurves vindt u in de diagramvoorbeelden in de appendix (voor andere rotoren
moeten de waarden op dezelfde wijze worden toegepast).
Na het inschakelen van de centrifuge worden de
laatst gekozen runprofielen voorgegeven.
springt u
Door het indrukken van de insteltoets
naar het volgende profiel tot u de gewenste curve
hebt ingesteld.
Wanneer het display niet meer knippert, wordt de
waarde in het geheugen opgeslagen en blijft ze bewaard tot de volgende input.
Toerental-/RCV-aanwijzing wisselen
Na het inschakelen van de centrifuge verschijnt eerst
de toerentalweergave.
Kies met de omschakeltoets of u het toerental of de
RCV-waarde wilt ingeven c.q. laten aantonen.
Bekerkeuze bij vrij zwaaiende rotoren
Bij vrij zwaaiende rotoren identificeert de automatische rotorherkenning het rotorkruis.
Als verschillende bekers of dragers in
het rotorkruis kunnen worden geplaatst, dan dient men voor elke rotor
het bijbehorende bekertype te kiezen.
De bekerkeuze zorgt voor de juiste weergave van de
RCV-waarden en de keuze van de overeenkomstige
parameters voor de temperatuurregeling.
De toegelaten bekers voor elke rotor vindt u in de tabel „Rotoren en rotorbekers voor Multifuge® 4 KR“
vanaf pagina 18.
Door op de bekerkeuzetoets te drukken wordt de actuele bekerset aangegeven (komt overeen met de
laatste 4 cijfers van het bestelnummer).
Om de bekerkeuze te
wijzigen drukt u opnieuw op de bekerkeuzetoets tot de juiste
bekerset verschijnt.
Met het terugspringen naar de toerental- / RCVweergave wordt de waarde overgenomen.
47
Gebruik
Toerental kiezen
Het minimum instelbaar toerental van de centrifuge
bedraagt 300 min-1, het maximumtoerental 10000min-1
(afhankelijk van de ingezette rotor).
Het toerental kan in stappen van 10 min-1 worden
gewijzigd. Hiervoor gaat u als volgt te werk:
(verho1. Eén keer op één van de insteltoetsen
(verlagen) in het veld „toerental” van het
gen) of
bedieningspaneel drukken om te wisselen tussen
werkelijke waarde en gewenste waarde. De laatst
geregistreerde waarde verschijnt, waarbij de cursor knippert. (Indien geen waarde in het geheugen
is opgeslagen, wordt dit door ----- strepen aangetoond.)
2. Kort op de invoertoets drukken om het toerental
één stap (10 min-1)
te verhogen of te
verlagen.
3. Als u de toets ingedrukt houdt, verandert de weergave continu, eerst langzaam en dan sneller, naar
boven of naar beneden.
48
4. Wanneer u de gewenste waarde hebt bereikt, laat
u de toets los en kunt u evt. nog door herhaaldelijk
drukken het toerental nauwkeurig afstellen. De
decimaal knippert nog een paar seconden en
toont daarna weer de werkelijke waarde aan. Het
toerental is nu in het geheugen opgeslagen.
Als u tijdens het invoeren van een
gewenste waarde een willekeurige toets
op het bedieningspaneel indrukt, dan
wordt de veranderde waarde meteen
overgenomen en de functie van de betreffende toets meteen uitgevoerd.
In het toerental-/RCV-veld en in het tijdveld kunt u de
knipperende cursor verschuiven om de gewenste
waarden sneller in te stellen: op beide insteltoetsen
en
tegelijk drukken. De cursor springt met elke
druk op de toetsen één positie naar links.
Gebruik
RCV ingeven
De gewenste RCV-waarde kan in stappen van 1 worden gewijzigd. Het ingeven van de gewenste waarde
gebeurt op dezelfde manier als het ingeven van het
toerental.
Zolang de rotor nog niet is herkend, kunnen geen
RCV-waarden worden weergegeven. Dit wordt door
----- strepen in het display aangegeven.
Korte tijd na het starten van het centrifugeproces
wordt de rotor herkend en wordt de actuele werkelijke
waarde weergegeven.
OPMERKING:
Bij de keuze van een extreem lage RCV-waarde
wordt deze evt. automatisch gecorrigeerd als het resulterende toerental kleiner dan 300 min-1 is.
De RCV-waarde
De relatieve centrifugale versnelling wordt als een
veelvoud van de versnelling bij vrije val g aangegeven. Het betreft een getalwaarde zonder eenheid, die
tot doel heeft het scheidings- of sedimentatievermogen van verschillende apparaten te vergelijken. De
RCV-waarde is immers onafhankelijk van het type
apparaat. Ze houdt enkel rekening met de rotorradius
en het toerental:
2
 n 
RCV = 1118
, × 
 × r
 1000 
r = rotorradius in cm
n = toerental in min-1
De maximale RCV-waarde is afhankelijk van de
maximale radius van de opening van het buisje.
Houd er rekening mee dat deze waarde
afhankelijk van de gebruikte buisjes en
adapters wordt gereduceerd.
Daarmee kunt u eventueel in de bovenstaande berekening rekening houden.
49
Gebruik
Runtijd kiezen
De runtijdinstelling bestaat uit twee instelbereiken:
tot een waarde van 9 min. 59 sek. geschiedt de instelling in stappen van 1 seconde. Het tijdsbereik van
10 min. tot 99 min. wordt in stappen van 1 minuut ingesteld.
Tevens bestaat de mogelijkheid de centrifuge in permanent bedrijf (hLd) te laten werken.
Vaste runtijd
Om een vaste runtijd in te stellen gaat u als volgt te
werk:
(verho1. Eén keer op één van de insteltoetsen
(verlagen) in het veld „runtijd” van het
gen) of
bedieningspaneel drukken om van de werkelijke
waarde naar de gewenste waarde te wisselen.
2. Met een korte druk op de invoertoets kan de tijd
nu in stappen van één
minuut verhoogd of verlaagd worden.
50
3. Wanneer u de gekozen toets ingedrukt houdt, verandert de weergave continu, eerst langzaam en
dan sneller, naar boven of naar beneden.
4. Wanneer u de gewenste waarde hebt bereikt, laat
u de toets los en stelt u evt. door herhaaldelijk
drukken de runtijd nauwkeurig af. De tijdsweergave knippert nog een paar seconden en springt
dan in de permanente weergave. De runtijd is nu
in het geheugen opgeslagen.
De instelling kan net zoals bij de toerentalkeuze (zie
daar) door het verschuiven van de knipperende cursor worden uitgevoerd.
Continubedrijf
Om de Multifuge® 4 KR op continu bedrijf in te stellen, moet u een van de tijd-insteltoetsen zo lang indrukken totdat de weergave „hLd“ verschijnt.
Met deze instelling loopt de
centrifuge net zo lang tot u de
run met de hand middels de
afsluit.
„Stop”-toets
Gebruik
Beperkt tijdsbereik
Als optie bestaat de mogelijkheid om de runtijdinstelling te beperken tot het bereik tot 9 min. 59 sek. Ook
hier kan de centrifuge in continu bedrijf (hLd) worden
gebruikt.
Het aan- of uitzetten van deze optie geschiedt door
in de werkelijke-waardemodus in te
de sleuteltoets
drukken. Na ca. 1 sec. komt u in de keuzemodus. In
het toerentalveld verschijnt „beep“ en in het tijdsveld
„on“ of „off“. Zolang u de toets ingedrukt houdt, is de
keuzemodus actief.
in het toerentalveld kunt u
Met de omhoog-toets
tussen het signaalgevermenu „beep“ en het tijdmenu
„t-set„ kiezen.
Als u het tijdmenu „t-set“ hebt gekozen, kunt u met de
in het tijdveld tussen de stantoets „omhoog“
daard-tijdmodus „00.0“ en de begrensde tijdmodus
„0.00“ wisselen.
K-factor
De K-factor doet een uitspraak over het scheidingsvermogen van een rotor (zie „Tabel 1“ vanaf pagina
18).
U kunt daarmee de vereiste sedimentatietijd voor de
betreffende rotor met de volgende formule berekenen:
t=
t =
K =
=
S20, W
K
S 20, W
sedimentatietijd in uren
klaringsfactor van de rotor (K-factor)
sedimentatiefactor voor monsterpartikels
in water bij 20° C in Svedbergs
De in deze handleiding aangegeven K-factoren hebben betrekking op
rmax = bekerbodem,
(boorgatbodem bij vaste hoekrotoren)
rmin = bovenkant beker,
(bovenkant boorgat bij vaste hoekrotoren)
Bij buisjes die van de max. / min. radiussen afwijken
(bijv. bij microtestplaten) moet men de K-factor met
de volgende formule opnieuw berekenen:
[ ( )]
r
K = (253000) ln rmax
min
(
)
2
÷ toerental
1000
51
Gebruik
Temperatuur kiezen
U kunt de temperatuur in het bereik van -9 °C tot
+40 °C kiezen..
(De bereikbare waarden vindt u in het richtwaardendiagram in de appendix.)
Om de temperatuur in te stellen gaat u als volgt tewerk:
(verho1. Eén keer op één van de insteltoetsen
(verlagen) in het veld „temperatuur“ op
gen) of
het bedieningspaneel drukken om van de werkelijke waarde naar de gewenste waarde te wisselen.
2. Met een korte druk op de invoertoets kan de temperatuur nu in stappen van 1°
worden verhoogd of verlaagd.
3. Wanneer u de gekozen toets ingedrukt houdt, verandert de aanwijzing continu, eerst langzaam en
dan sneller, naar boven of naar beneden.
4. Wanneer u de gewenste waarde bereikt hebt, laat
u de toets los en stelt u evt. door herhaaldelijk
drukken de temperatuur nauwkeurig af.
52
De temperatuurweergave knippert nog een aantal seconden; daarna wordt de werkelijke waarde getoond.
De ingestelde temperatuur is nu geregistreerd.
Pretemp-functie
De Pretemp-functie maakt het mogelijk op een eenvoudige en snelle manier de ongeladen rotor voor te
tempereren.
Na oproepen van de functie door op de toets
te
drukken, hoeft u enkel de gewenste temperatuur in te
toetsen.
wordt de rotor met
Na het drukken op de starttoets
het door de Pretemp-functie voorgegeven toerental in
30 resp. 60 minuten voorgetempereerd.
Gebruik
Centrifugeren starten
Onbalansweergave
Wanneer de rotor correct is ingezet en geladen, de
hoofdschakelaar is ingeschakeld en het deksel gesloten, kunt u de centrifuge starten.
Indien de lading niet evenwichtig is verdeeld, wordt dit
bij een hoger toerental dan ca. 300 min-1 door de
waarschuwing „bAL“ aangegegeven.
Het centrifugeren wordt
onderbroken en na het
verhelpen van de onbalans (lading controleren) kunt u de centrifuge
opnieuw starten.
op het bedieningspaneel. De
Druk op de starttoets
centrifuge versnelt tot het ingestelde toerental is bereikt, en de tijdweergave begint af te tellen, aanvankelijk in minuten en wanneer de laatste minuut is bereikt in seconden. (In continubedrijf wordt de tijd opgeteld).
Als een hogere waarde dan het voor de rotor maximaal toelaatbare toerental of de maximale RCVwaarde wordt ingegeven, wordt dit na de start van de
centrifuge door afwisselend knipperen van „rotor“ en
de voor de overeenkomstige rotor toelaatbare maximumwaarde aangegeven.
U kunt de waarde overnemen door binnen de 15 seconden opnieuw op de „Start“-toets te drukken; in dat
geval wordt het centrifugeren voortgezet. Anders
stopt de centrifuge en u moet een toelaatbare waarde
ingeven.
Tijdens de run kunt u het deksel niet openen.
Instellingen wijzigen tijdens het
centrifugeren
Gedurende de run kunt u alle ingegeven waarden
wijzigen. Door één keer op één van de insteltoetsen
van het bedieningspaneel te drukken wisselt u van de
actuele waarde naar de gewenste waarde.
De te wijzigen instelling knippert en kan dan worden
gewijzigd. Zodra het display na de invoer weer de
werkelijke waarde laat zien, worden de nieuwe instellingen overgenomen.
53
Gebruik
Centrifugeren stoppen
Temperatuurregeling in stilstand
Bij begrensde runtijd
Meestal wordt een begrensde runtijd met de hand ingesteld en hoeft u enkel te wachten tot de centrifuge
na afloop van de ingestelde tijd automatisch stopt.
Zodra het toerental op nul staat, verschijnt in het display de mededeling „End“. Met een druk op de toets
„deksel open“
kunt u het deksel openen en de gecentrifugeerde monsters eruit nemen.
Als het deksel bij het openen niet uit het slot komt,
verschijnt de opmerking „Lift Lid“. (Het deksel moet
met de hand worden opgetild.)
U kunt de run ook op elk ogenblik handmatig beëindite drukken.
gen door op de „Stop”-toets
In dat geval wordt de resterende runtijd aangetoond.
De exacte regeling wordt na rotorherkenning actief.
Dit is het geval na een centrifugerun van meer dan
300 min-1. In stilstand wordt „End“ in het toerentalveld
weergegeve.
Als de rotor niet wordt herkend (deksel gesloten en
gedrukt, in het toerentalnog niet op de starttoets
veld staat „0“ met een knipperend puntje), verhindert
de temperatuurregeling alleen invriezen van het monster. Een exacte regeling kan hier echter niet gegarandeerd worden.
Bij continubedrijf
Wanneer u continubedrijf hebt ingesteld, moet u de
centrifuge handmatig stoppen. Hiervoor drukt u op de
op het bedieningspaneel. De centri„Stop“-toets
fuge wordt met de voorziene remfactor afgeremd. Op
het display licht „End“op en u kunt met een druk op
het deksel openen en de
de toets „Deksel open“
gecentrifugeerde monsters eruit nemen.
54
Gebruik
Werken met programma’s
Het programmageheugen biedt de mogelijkheid om
maximaal 9 individuele centrifugatieruns op te slaan
en op te roepen.
Programma ingeven / wijzigen
Door de fabrikant zijn alle programmaplaatsen met dezelfde waarden bezet.
Om een programma te wijzigen gaat u als volgt tewerk:
− Met de programmakeuzetoets het geheugenplaatsnummer kiezen:
→ geheugenplaatsnummer knippert.
Programmaweergave
Al naargelang de bedrijfsmodus kunnen de volgende
3 symbolen verschijnen:
• [ − ] normale run met gewenste werkgeheugenwaarden
• [ 1 ] (resp. 2 ... 9) run met programma 1 ... 9
• [ ≡ ] Quick run
De symbolen blijven ook na afloop van een run bestaan zodat de laatst opgeroepen bedrijfsmodus te
zien is.
Als de rotorstart met een programma geschiedt waarvan de toerental- resp. gewenste RCV-waarde voor
de ingezette rotor ontoelaatbaar hoog is of waarvan
de gewenste RCV-waarde lager is dan de rotorspecifieke minimale waarde, dan wordt na herkenning van
de rotor de waarde in het programmaweergaveveld
met [ − ] overschreven.
− Het programmageheugen door indrukken van de
programmageheugensleuteltoets openen (alleen
mogelijk zolang het geheugenplaatsnummer knippert):
→ alle keuzevelden knipperen.
− De gewenste parameters kunnen worden ingevoerd:
→ alleen het veranderde keuzeveld knippert.
− Na invoer van alle gewenste waarden moet u even
wachten tot alle keuzewaarden opnieuw gezamenlijk knipperen
− Door de programmageheugensleuteltoets in te
drukken wordt het programmeren beëindigd:
→ geheugenplaatsnummer knippert, vervolgens is
het programma overgenomen.
Voor het invullen van andere geheugenplaatsen moet de
procedure op dezelfde manier herhaald worden.
55
Gebruik
Centrifugeren met programma
Na het sluiten van het centrifugedeksel
roept u met de programmakeuzetoets het
gewenste geheugennummer op en drukt
u op de starttoets .
Als de rotorstart met een programma gebeurt waarvan de toerental- of RCV-waarde voor de ingezette
rotor ontoelaatbaar hoog is of waarvan de ingestelde
RCV-waarde lager is dan de minimumwaarde voor de
rotor in kwestie, dan wordt na herkenning van de rotor
de weergave in het programmaweergaveveld met [ − ]
overschreven.
Kort centrifugeren
Voor korte centrifugeruntijden heeft de Multifuge® 4
KR een „quick run“-functie.
Wanneer u op de „quick run“-toets
drukt, wordt het
kort centrifugeren gestart en wanneer u de toets weer
loslaat gestopt.
Daarbij versnelt en remt de centrifuge met maximale
kracht. Het eerder ingestelde toerental c.q. de RCV
wordt genegeerd.
Afhankelijk van de ingezette rotor versnelt de centrifuge tot het maximumtoerental!
Controleer zorgvuldig of u zich aan
een bepaald toerental voor uw toepassing moet houden.
Tijdens de versnelling wordt de tijd in seconden
opgeteld. De weergave blijft staan tot het deksel van
de centrifuge wordt geopend.
56
Gebruik
Rotor demonteren
Akoestische signalen
1. Open het deksel van de centrifuge.
2. Verwijder evt. het rotordeksel.
3. De spanhuls met de meegeleverde steeksleutel
tegen de wijzers van de klok in draaien tot u geen
weerstand meer voelt.
4. Neem de rotor met beide handen vast en trek hem
voorzichtig naar boven van de aandrijfas af. Let
erop dat u de rotor niet kantelt.
Bij alle foutmeldingen wordt een signaaltoon gegeven, die pas door het drukken op een willekeurige
toets wordt beëindigd.
Als optie bestaat ook de mogelijkheid het einde van
de centrifugerun door een geluidssignaal te signaliseren. Om deze optie te activeren c.q. deactiveren
drukt u op de sleuteltoets
in de werkelijkewaardemodus. Na ca. 1 sec. komt u in het keuzemenu. In het toerentalveld verschijnt „beep“ en in het
tijdsveld „on“ of „off“. Zolang u de toets ingedrukt
houdt, is de keuzemodus actief.
Rotor met beide handen vastnemen
en recht naar boven eraf trekken.
Bij het gebruik van een aërosoldicht deksel kunt u de
rotor in geval van besmetting van de aandrijfas nemen zonder het deksel te openen!
U kunt de gedemonteerde rotor dan bijv. in een veiligheidswerkbank openen en ontsmetten.
in het tijdveld te drukDoor op de toets „omhoog”
ken kan de signaalfunctie in- en uitgeschakeld worden.
Als de melding „rotor“ knippert, is een druk
op de starttoets voldoende om de signaaltoon uit te schakelen en de rotor op de
door het apparaat aangegeven maximumwaarde te versnellen.
57
Gebruik
Centrifuge buiten werking stellen
Door de netschakelaar in „0“ positie te zetten schakelt
u de centrifuge uit.
Let erop dat de centrifuge pas van het
stroomnet wordt gehaald wanneer de
rotor volledig stilstaat!
Zonder remwerking van de motor wordt de
tijdspanne tot stilstand van de rotor aanzienlijk verlengd.
Het automatische openen van het centrifugedeksel is
pas in ingeschakelde toestand mogelijk!
58
Onderhoud en reiniging
Onderhoud en reiniging
Onderhoud dat u zelf uitvoert
Omwille van de veiligheid van personen, omgeving en
materiaal bent u verplicht de centrifuge regelmatig te
reinigen en indien nodig te desinfecteren.
Verkeerde schoonmaakmiddelen of
ontsmettingsmethodes beschadigen
de centrifuge of het toebehoren!
Alvorens een andere dan de door de
fabrikant geadviseerde reinigings- of
desinfectiemethode toe te passen,
dient de gebruiker bij de fabrikant na
te vragen of de gewenste methode
het apparaat niet beschadigt!
Reiniging
Voor het reinigen de stekker uit het
stopcontact trekken!
Reinig regelmatig en indien nodig de behuizing, de
rotorkamer, de rotor en het toebehoren. Dat is zowel
om hygiënische redenen als om corrosie door vastklevende verontreinigingen te verhinderen.
Voor het reinigen mag u enkel een neutraal reinigingsmiddel gebruiken, waarvan de pH-waarde tussen 6 en 8 ligt.
Voor andere reinigingsmiddelen kunt u uw vragen
richten aan de Kendro serviceafdeling!
Direct na het reinigen moeten aluminium onderdelen
worden afgedroogd of in een warme-luchtkast bij
hooguit 50°C worden gedroogd.
59
Onderhoud en reiniging
Bij het reinigen mogen geen vloeistoffen, in het bijzonder geen organische oplosmiddelen, met de aandrijfas en de kogellager in contact
komen.
Organische oplosmiddelen tasten
het vet van het motorlager aan. De
aandrijfas kan blokkeren.
Apparaten met koelsysteem:
Bij sterke ijsvorming in de binnenketel
moet erop worden gelet dat na het ontdooien het condenswater wordt verwijderd!
Controleer en reinig de
ontluchtingsopeningen regelmatig!
Haal het apparaat van het stroomnet
voor het reinigen van de ontluchtingsopeningen.
Stekker uittrekken!
60
Om de ontluchtingsopeningen te reinigen zijn de volgende stappen vereist:
1. Centrifuge van het stroomnet halen!
2. Na verwijderen van de
bevestigingsschroeven aan de zijkant kan
het ontluchtingsrooster
worden weggenomen.
3. Met een kwastje kunt
u de koelerlamellen nu
voorzichtig
schoonmaken.
Lamellen niet verbuigen!
4. Ten slotte het ontluchtingsrooster weer vastschroeven.
Onderhoud en reiniging
Desinfectie
Wanneer tijdens het centrifugeren een centrifugebuisje met infectieus materiaal breekt, moet u de centrifuge daarna onmiddellijk desinfecteren.
Infectieus materiaal kan bij breken van
buisjes of morsen in de centrifuge terecht komen.
Infectiegevaar bij contact, let op persoonlijke veiligheidsmaatregelen!
Let op toelaatbaar vulvolume en belastinggrenzen van de buisjes!
In geval van contaminatie dient de gebruiker ervoor te zorgen dat derden
geen gevaar lopen!
De betreffende onderdelen direct ontsmetten.
Indien nodig dienen verdere veiligheidsmaatregelen te worden getroffen.
Rotorkamer en rotor moeten met een universeel, zo
neutraal mogelijk desinfectiemiddel worden behandeld. Het meest geschikt daarvoor is desinfectiespray
om rotor- en toebehorenoppervlakken overal gelijkmatig te bedekken.
• Gebruik 70% ethanol voor de desinfectie, c.q.
2%ige gluteraldehydoplossing voor de sterilisatie.
Let op de veiligheidsmaatregelen en
omgangsaanwijzingen bij het gebruik
van deze stoffen!
Voor andere desinfectiemiddelen kunt u uw vragen
richten aan de Kendro serviceafdeling!
61
Onderhoud en reiniging
• De rotor en het toebehoren kunt u als volgt ontsmetten. Hou daarbij rekening met de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met infectieus materiaal.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. De rotoropname losmaken.
3. Neem de rotor met beide handen vast en trek hem
recht naar boven van de aandrijfas af.
4. De centrifugebuisjes en adapters verwijderen en
desinfecteren of afvoeren.
5. Behandel de rotor en het rotordeksel volgens de
gebruiksaanwijzing voor het ontsmettingsmiddel
(in een oplossing leggen c.q. inspuiten). De aangegeven inwerkingsduur moet worden nageleefd!
62
6. De rotor op zijn kop zetten en de ontsmettingsoplossing er laten uitlopen. Vervolgens rotor en rotordeksel grondig met water afspoelen.
7. De ontstmettingsoplossing moet volgens de geldende voorschriften worden verwijderd.
8. Aluminium rotoren moeten vervolgens met een
corrosiebeschermolie worden behandeld.
Desinfectie met bleeklogen
Deze middelen bevatten zeer agressieve hypochlorides en mogen in
geen geval voor aluminium rotoren
worden gebruikt!
Onderhoud en reiniging
Ontsmetten
Voor de algemene radioactieve ontsmetting gebruikt
u een oplossing bestaande uit evenredige delen
70%ige ethanol, 10%ige SDS en water. Spoel daarna
met ethanol, dan met gedeïoniseerd water. Droog de
rotor met een zachte doek. Alle wasoplossingen dienen in een geschikte container voor radioactief afval
te worden verwijderd!
Autoclaveren
Nakijken of het autoclaveren
toegelaten is!!
(Zie opschrift rotorlichamen en rotordeksel)
Bij autoclaveerbare delen bedraagt de toelaatbare autoclaveercyclus: 20 min bij 121 °C.
Chemische additieven in de stoom zijn
niet toegelaten.
Nooit de toelaatbare waarden voor
de autoclaveertemperatuur en duur overschrijden.
Aluminium rotoren moeten na elke
keer autoclaveren met corrosiebeschermolie worden behandeld.
Wanneer de rotor sporen van slijtage of corrosie vertoont, mag hij
niet meer worden gebruikt!
Corrosiebeschermolie 7000 9824 zit bij de centrifuge.
Neem het rotordeksel weg en verwijder centrifugebuisjes en adapter. De rotor moet voor het autoclaveren gereinigd en met gedestilleerd water afgespoeld
worden. Beker en buisjes mogen tijdens het autoclaveren niet gesloten zijn.
Om vervormen van kunststof delen tegen te gaan
plaatst u deze op een gladde onderlaag.
63
Onderhoud en reiniging
Het KENDRO-serviceaanbod
Garantievoorwaarden
De Kendro Laboratory Products raadt aan de centrifuge en de toebehoren één keer per jaar door de
geautoriseerde klantenservice of geschoold vakpersoneel te laten nakijken. Daarbij controleren de
medewerkers van de klantenservice:
De garantieperiode begint met de dag van de levering. Binnen de garantieperiode wordt de centrifuge
gratis gerepareerd of vervangen als aantoonbare afwerkings- of materiaalfouten optreden.
Voorwaarde voor het recht op garantie is dat
• de elektrische installaties
•
de centrifuge wordt gebruikt zoals in deze handleiding is beschreven
•
montage, uitbreidingen, instellingen, wijzigingen
of reparaties alleen door personen worden uitgevoerd die door KENDRO zijn geautoriseerd
•
de voorgeschreven toezicht- en onderhoudswerkzaamheden regelmatig worden uitgevoerd.
• de geschiktheid van de opstelplaats
• de dekselvergrendeling en het veiligheidscircuit
• de rotor
• de rotorbevestiging en de aandrijfas
Defect materiaal wordt vervangen. Bovendien reinigt
de klantenservice de rotorkamer.
Voor deze diensten biedt KENDRO inspectie- en servicecontracten aan. De inspectiekosten bestaan uit
een vast bedrag.
Noodzakelijke reparaties worden in het kader van de
garantiebepalingen gratis en buiten de garantietijd
tegen betaling uitgevoerd.
64
Wanneer storingen optreden
Wanneer storingen optreden
Noodontgrendeling van het deksel
Bij een spanningsuitval kunt u het deksel van de centrifuge niet met de elektrische dekselontgrendeling
openen. Opdat u de monsters er toch zou kunnen uithalen, is de centrifuge van een handmatige dekselontgrendeling voorzien. Die mag echter alleen in geval van nood gebruikt worden.
De rotor kan met hoge snelheid
draaien, wat bij aanraking zeer ernstige verwondingen kan veroorzaken!
Wacht steeds eerst een paar minuten
tot de motor zonder afremmen tot
stilstand gekomen is.
Zonder stroomtoevoer werkt de rem
niet. Het afremmen duurt dan ook
veel langer dan normaal!
Ga als volgt te werk:
1. Controleer altijd eerst of de rotor stilstaat (kijkvenster in centrifugedeksel).
Bij stroomuitval is het niet meer mogelijk na het activeren van de noodontgrendeling het deksel weer te
vergrendelen!
De rotor nooit met de hand of met
een gereedschap afremmen!
2. Neem de stekker uit het stopcontact.
3. Links en rechts van het frontpaneel zit een kunstof
stop die u er met behulp van een schroevendraaier of mes uit kunt halen.
Noodontgrendeling
65
Wanneer storingen optreden
Door met een ruk aan het koord te trekken, dat eraan vastzit, wordt de mechanische ontgrendeling
van het dekselslot geactiveerd. Het deksel gaat
open en u kunt de monsters uit de centrifuge nemen.
4. Tenslotte het koordje weer in het apparaat schuiven en de opening met de dop weer afsluiten.
Als de stroomuitval verholpen is, kunt u het apparaat
weer aansluiten en inschakelen. Na de zelftest van de
centrifuge kunt u het deksel sluiten en motorisch vergrendelen.
66
Wanneer storingen optreden
Deze fouten kunt u zelf herstellen
Wanneer storingen optreden die u niet in deze tabel terugvindt, moet u de bevoegde klantenservice
contacteren.
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
Display blijft
donker
De aandrijving valt uit.
De netspanning is onderbroken.
De rotor loopt ongeremd
uit.
Het deksel kan niet worden geopend.
1. Is de netschakelaar ingeschakeld?
2. Aansluiting op het net controleren.
3. Indien de netspanning in orde is, de dichtstbijzijnde
klantenservice contacteren.
Display valt
voor een ogenblik uit
De aandrijving valt ineens uit.
De netspanning is voor een ogenblik onderbroken.
Deksel kan niet
meer worden
geopend
Geen reactie wanneer op
de toets „Deksel open“
wordt gedrukt.
De rotor loopt ongeremd
uit.
Op het display verschijnt
E-14.
1. De netschakelaar uitschakelen.
2. Controleren of de stekker correct in het stopcontact zit.
3. De centrifuge opnieuw starten.
Het deksel is niet volledig ingeklikt of het deksel klemt.
1. Aansluiting op het net controleren en nakijken of het apparaat
is ingeschakeld (displaygegevens zichtbaar).
2. Het deksel vooraan in het midden naar beneden drukken en
vervolgens opnieuw op de toets „deksel open“ drukken.
3. Indien dat geen resultaat oplevert, kunt u het deksel met de
mechanische noodontgrendeling openen (zie pagina 65)
67
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
-
Luidruchtige rungeluiden.
drukken of in
1. Het apparaat stoppen: op de toets „Stop“
geval van nood de stekker uit het stopcontact nemen.
2. Wachten tot de centrifuge stilstaat.
3. Controleer of de rotor correct is gemonteerd en beladen.
4. Controleren of een gebroken buisje, een beschadigde rotor of
een beschadigde motor de rungeluiden veroorzaakt.
Wanneer u de fout niet zelf kunt ontdekken de klantenservice
contacteren.
Melding „bAl“
verschijnt in het
display
68
Rotor loopt afgeremd uit.
Onbalansschakelaar is geactiveerd.
1. Het apparaat openen door op „deksel open“
te drukken
2. Controleren of de rotor correct geladen is.
3. Controleren of een gebroken buisje of een beschadigde rotor
de onbalansschakelaar heeft geactiveerd.
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
Melding „rotor“
verschijnt in het
display
Rotor loopt na vertraging
afgeremd uit.
Ingesteld gewenst toerental is hoger dan het voor de rotor
toelaatbaar maximumtoerental.
(Hetzelfde geldt voor de RCV-invoer)
A) Gedurende ca. 15 sec. wordt afgewisseld met de weergave
„rotor“ het voor de ingebouwde rotor maximaal toegelaten
rotortoerental resp. de RCV weergegeven. Gedurende die tijd
is het mogelijk deze waarde aan te nemen door opnieuw op de
„Start“-toets te drukken.
B) Na het inzetten van de rem moet u wachten tot de rotor
stilstaat. Door het deksel te openen en te sluiten doet u de
melding „rotor“ verdwijnen. Na het ingeven van een toelaatbaar
toerental kunt u opnieuw starten.
Melding „OPEN“
verschijnt, hoewel het deksel
gesloten is.
Starten niet mogelijk.
Melding „Lid“
verschijnt knipperend in het
weergaveveld.
De aandrijving valt uit
Het deksel is niet goed gesloten.
Deksel openen en vergrendeling herhalen.
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Het deksel werd tijdens de run manueel geopend.
1. Het deksel weer dichtdrukken. Het toestel loopt ongeremd uit.
2. Wanneer u verder wilt centrifugeren moet u het toestel uit- en
weer inschakelen.
69
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
Melding
„Lift Lid“ verschijnt in het
weergaveveld.
Deksel gaat niet vanzelf
open.
Het deksel werd na het ontgrendelen niet uit het slot getild.
E-00
Motor start niet.
1. Let erop dat er geen voorwerpen op het deksel van de
centrifuge liggen.
2. Til het deksel lichtjes omhoog.
Motor of rotor geblokkeerd.
1. Toestel m.b.v. de netschakelaar uit- en weer inschakelen.
2. Deksel openen.
3. Controleren of de rotor vrij kan draaien.
Kan de fout op die manier niet opgelost worden, de klantenservice
contacteren.
E-02
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Apparaat kan niet worden
bediend.
E-03
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Apparaat kan niet worden
bediend.
70
Interne programmafout in het geheugen.
Toestel uit- en weer inschakelen. Wanneer de fout opnieuw
optreedt de klantenservice contacteren.
Foutieve toerentalherkenning.
Toestel uit- en weer inschakelen. Wanneer de fout opnieuw
optreedt de klantenservice contacteren.
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
E-04
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Temperatuurmeting gestoord (sensorbreuk).
Apparaat kan niet worden
bediend.
E-06
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Apparaat kan niet worden
bediend.
E-07
E-08
Communicatiefout tussen toetsenbord en hoofdprocessor.
Toestel uit- en weer inschakelen. Wanneer de fout opnieuw
optreedt de klantenservice contacteren.
Rotor wordt tot stilstand
afgeremd.
Deksel openen is
mogelijk.
Te hoge temperatuur in de ketel
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Overspanning aan de statische frequentieomzetter.
Apparaat kan niet worden
bediend.
E-10
Toestel uit- en weer inschakelen. Wanneer de fout opnieuw
optreedt de klantenservice contacteren.
Bij zelftest na het
inschakelen van de
centrifuge.
Weergave > 51°C of gemeten temperatuur > 70°C .
(eventueel koelmachine defect.)
Netspanning buiten de tolerantiegrenzen. Remweerstand defect.
Ev. klantenservice contacteren.
NV-RAM; fout in het programmageheugen.
Toestel uit- en weer inschakelen. Wanneer de fout opnieuw
optreedt de klantenservice contacteren.
71
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
E-12
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Temperatuurmeting gestoord.
Apparaat kan niet worden
bediend.
E-14
Apparaat start niet of
remt af tot het stilstaat.
Toestel uit- en weer inschakelen. Wanneer de fout opnieuw
optreedt de klantenservice contacteren.
Geen rotor of rotorherkenning niet mogelijk.
A) Controleer of een toegelaten rotor is ingezet.
B) Let erop dat bij vrij zwaaiende rotoren de opschriften van het
rotorkruis in ingebouwde toestand te lezen zijn.
(Rotorherkenning moet naar de ketelbodem wijzen)
C) Bij vrij zwaaiende rotoren moet het ingestelde bekertype voor
bedrijf in de betreffende rotor zijn toegelaten.
Let op de instructies in het hoofdstuk „Bekerkeuze bij vrij
zwaaiende rotoren „ (pagina 47) en vergelijk de toegelaten
rotoren en rotorbekers voor Multifuge® 4 KR in de „tabel 1“
vanaf pagina 18.
D) Na een korte stroomuitval kon de rotor niet worden herkend.
Apparaat met de netschakelaar uit- en weer inschakelen.
E-15
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Apparaat kan niet worden
bediend.
72
Proefsom in de NV-RAM foutief
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
E-17
Deksel gaat niet open.
Deksel is geblokkeerd of klemt.
Het deksel vooraan in het midden naar beneden drukken en
vervolgens opnieuw op de toets „deksel open“ drukken.
Anders zie „Mechanische noodontgrendeling van het deksel“
(pagina 65)
E-19
Bij zelftest na het
inschakelen van de
centrifuge.
Foutieve NV-RAM of toetsenbord
E-22
Bij zelftest na het
inschakelen van de
centrifuge.
NV-RAM parameter past niet bij de processor
E-23
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat, of start
niet.
• Netspanning te laag.
• Overdruk in de koelinstallatie of motor oververhit.
1.
2.
3.
Apparaat uitzetten en netstekker uittrekken.
Controleer en reinig evt. de ontluchtingsopeningen.
Na ca. 60 min kunt u het apparaat weer starten.
Wanneer de fout opnieuw optreedt de klantenservice contacteren.
73
Wanneer storingen optreden
Foutmelding
Gedrag van de centrifuge
Mogelijke oorzaken en oplossing
E-24
Bij zelftest na het
inschakelen van de
centrifuge.
NV-RAM 2 ontbreekt
E-25
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Start zonder rotor, of rotorbevestiging niet correct
vastgedraaid.
1. Toestel uit- en weer inschakelen.
2. Het apparaat openen door op „deksel open“
te drukken
3. Controleer of de rotor correct is geplaatst en bevestigd.
Wanneer de fout opnieuw optreedt de klantenservice contacteren.
E-27
Rotor loopt ongeremd uit
tot hij stilstaat.
Apparaat kan niet worden
bediend.
• Netspanning te laag.
• Elektronica oververhit.
1.
2.
3.
Apparaat uitzetten en netstekker uittrekken.
Controleer en reinig evt. de ontluchtingsopeningen.
Na ca. 60 min kunt u het apparaat weer starten.
Wanneer de fout opnieuw optreedt de klantenservice contacteren.
74
Wanneer storingen optreden
Wanneer de klantenservice moet komen
Indien u ooit de klantenservice nodig hebt, geef dan
het catalogus-nr en het kleur-nr van uw apparaat
aan. Deze informatie vindt u op het typebordje in de
buurt van de ingang voor het netsnoer.
Bovendien is het handig voor de technicus wanneer
hij de software-versie kent. Welke software-versie u
hebt, komt u als volgt te weten:
1. Apparaat uitschakelen
2. Apparaat inschakelen
Ca. 1 s verschijnt in het display
Daarna verschijnt in het display gedurende ca.
2 s:
software-versie toetsenbord
__591
__2
software-versie
__590
__6
NV-RAM-versie 1
_7270
__3
NV-RAM-versie 2
_7211
__2
De waarden in het tijdveld tonen de ontwikkelingsstand aan.
Als laatste informatie wordt de actuele cyclusstand
aangetoond.
cyclusteller
__235
_CY
Alle hier aangegeven waarden dienen
enkel als voorbeeld!
Bij de daarop volgende programmatest verschijnt in
het display: _ TEST PRO 9 ... 0
75
Wanneer storingen optreden
76
Technische gegevens
Technische gegevens
Kenmerken Multifuge® 4 KR
Waarde
omgevingsvoorwaarden
- gebruik alleen binnenshuis
- hoogte tot 2000 m NN
- max. relatieve vochtigheid 80 % tot 31°C; lineair dalend
tot 50 % relatieve vochtigheid bij 40°C
toelaatbare omgevingstemperatuur
+2 °C tot +40 °C
runtijd
1s – 99 min, hold = continubedrijf
max. toerental nmax
10 000 min-1
(afhankelijk van de rotor, verstelbaar in stappen van 10)
min. toerental nmin
300 min-1
max. RCV-waarde bij nmax
15 317
max. kinetische energie
73,1 kNm
geluidsvolume bij max. toerental
< 61 dB (A)
(vaste-hoekrotor 7500 6483)
(emissiegeluidsdrukniveau volgens DIN EN ISO 11 201)
mogelijke temperaturen
-9 °C tot +40 °C
afmetingen (H x B x D)
700 mm x 680 mm x 720 mm
gewicht zonder rotor
236 kg
77
Technische gegevens
Kenmerken Multifuge® 4 KR
Waarde
keurnormen
230V apparaten
Gefabriceerd en gekeurd in overeenstemming met
EN 61 010-1, EN 61 010-2-020
EN 61326 (+ EN 61000-3-2/A14:2000-6)
EN 55011 B, EN 61000-6-2.
Aansluitgegevens
best.-nr.
Multifuge® 4 KR
7500 4461
78
spanning
230 V
frequentie
nominale
stroom
energieverbruik
50 Hz
12,9 A
2760 W
zekering in het apparaat
* thermisch overbelastingscontact
16 A
zekering in
het gebouw
16 AT
Appendix
Appendix
Rem- / versnellingsprofielen
Op de volgende pagina's vindt u de rem- en versnellingsprofielen telkens voor één type rotor.
79
Appendix
Versnellingsprofielen
LH-4000 7500 6475
(met ronde beker 7500 6477 en dubbele-rechthoekbeker 7500 6478)
9
1
5000
4500
4000
toerental [min-1]
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
0
1
2
3
4
tijd [min]
80
5
6
7
8
9
Appendix
Remprofielen
LH-4000 7500 6475
(met ronde beker 7500 6477 en dubbele-rechthoekbeker 7500 6478)
5000
4500
4000
toerental [min-1]
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
0
9
5
10
15
20
1
25
tijd [min]
81
Appendix
Versnellingsprofielen
LH-4000W 7500 6476
(met ronde beker 7500 6477 en dubbele-rechthoekbeker 7500 6478)
9
1
5000
4500
4000
toerental [min-1]
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
0
1
2
3
4
5
tijd [min]
82
6
7
8
9
10
Appendix
Remprofielen
LH-4000W
7500 6476
(met ronde beker 7500 6477 en dubbele-rechthoekbeker 7500 6478)
5000
4500
4000
toerental [min-1]
3500
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
0
9
5
10
15
20
1
25
tijd [min]
83
Appendix
Versnellingsprofielen
BIOshield® rotor 7500 6435
Highplate® rotor 7500 6444
9
1
6000
toerental [min-1]
5000
4000
3000
2000
1000
0
0
1
2
3
4
5
tijd [min]
84
6
7
8
9
10
Appendix
Remprofielen
BIOshield® rotor 7500 6435
Highplate® rotor 7500 6444
6000
5000
toerental [min-1]
4000
3000
2000
1000
0
0
9
5
10
15
20
1
25
tijd [min]
85
Appendix
Versnellingsprofielen
Diagnostik™ rotor
7500 6480
9
1
4000
3500
toerental [min-1]
3000
2500
2000
1500
1000
500
0
0
1
2
3
4
tijd [min]
86
5
6
7
8
9
Appendix
Remprofielen
Diagnostik™ rotor
7500 6480
3500
3000
toerental [min-1]
2500
2000
1500
1000
500
0
0
9
5
10
15
20
1
25
tijd [min]
87
Appendix
Versnellingsprofielen
Highconic® rotor
7500 3046
9
1
9000
8000
7000
toerental [min-1]
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
0
1
2
3
4
5
tijd [min]
88
6
7
8
9
10
Appendix
Remprofielen
Highconic® rotor
7500 3046
9000
8000
7000
toerental [min-1]
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
0
9
5
10
15
tijd [min]
20
1
25
89
Appendix
Versnellingsprofielen
LAC-250
7500 6483
9
1
12000
10000
toerental [min-1]
8000
6000
4000
2000
0
0
1
2
3
4
5
tijd [min]
90
6
7
8
9
10
Appendix
Remprofielen
LAC-250
7500 6483
10000
9000
8000
toerental [min-1]
7000
6000
5000
4000
3000
2000
1000
0
0
9
5
10
15
20
1
25
tijd [min]
91
Appendix
92
Appendix
Toerental-/RCV-diagrammen
Toerental-/RCV-diagram
LH-4000 7500 6475
LH-4000W 7500 6476
10000
7500 6477 Ronde beker
-1
nmax = 4400 min
rmax = 24,7 cm
rmin = 8,8 cm
RCV(rmax, nmax) = 5346
RCV [x g]
1000
7500 6478 Rechthoekbeker
-1
nmax = 4400 min
rmax = 21,5 cm
rmin = 11,5 cm
RCV(rmax, nmax) = 4654
100
10
100
1000
10000
toerental (min-1)
93
Appendix
Toerental-/RCV-diagram
BIOshield® rotor 7500 6435
10000
RCV [x g]
1000
-1
nmax = 5850 min
rmax = 18,2 cm
rmin = 13,8 cm
RCV(rmax, nmax) = 6963
100
10
100
1000
toerental (min-1)
94
10000
Appendix
Toerental-/RCV-diagram
Highplate® rotor 7500 6444
10000
RCV [x g]
1000
-1
nmax = 5650 min
rmax = 16,5 cm
rmin = 10,5 cm
RCV(rmax, nmax) = 5889
100
10
100
1000
10000
toerental (min-1)
95
Appendix
Toerental-/RCV-diagram
Diagnostik™ rotor 7500 6480
10000
RCV [x g]
1000
-1
nmax = 3500 min
rmax = 18,6 cm
rmin = 14,1 cm
RCV(rmax, nmax) = 2547
100
10
100
1000
toerental (min-1)
96
10000
Appendix
Toerental-/RCV-diagram
Highconic® rotor 7500 3046
100000
RCV [x g]
10000
1000
-1
nmax = 8500 min
rmax = 12,4 cm
rmin = 6,0 cm
RCV(rmax, nmax) = 10 016
100
10
100
1000
10000
toerental (min-1)
97
Appendix
Toerental-/RCV-diagram
LAC-250
7500 6483
100000
RCV [x g]
10000
1000
-1
nmax = 10 000 min
rmax = 13,7 cm
rmin = 9,5 cm
RCV(rmax, nmax) = 15 317
100
10
100
1000
toerental (min-1)
98
10000
Appendix
99
Appendix
100
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister
A
aansluitgegevens 78
aansluiting op het net 15
aanwijzing
knipperend 48
aanwijzing "End" 54
adapter 17
autoclaveren 63
adapters 22
aërosoldichtheid
test 40
afstellen
runtijd 50, 52
toerental 48
aluminium rotoren
corrosiebescherming 63
autoclaveercyclus 63
autoclaveren 63
autoclaveren
maximum 10 keer 63
B
behandeling van rotoren 29
beperkt tijdsbereik 51
buisjes
in de handel verkrijgbare 4
buisjes van kunststof
beperkte levensduur 44
C
centrifuge buiten werking stellen 58
centrifuge handmatig stoppen 54
centrifuge inschakelen 41
centrifugebuisjes vullen 44
centrifugeren met programma 56
centrifugeren starten 53
centrifugeren stoppen 54
centrifugestraal
voor het berekenen van de RCV-waarde 49
continubedrijf 50
corrosiebeschermolie
voor aluminium rotoren 62, 63
101
Trefwoordenregister
D
deksel kan niet meer worden geopend 67
dekselvergrendeling 8
desinfectiemiddelen 61
diagnose-mededelingen 11
E
EG-richtlijn 5
einde van de centrifugerun
geluidssignaal 57
F
foutmeldingen
bAl 68
display blijft donker 67
E-00 - E-27 70
Lid 69
OPEN bij gesloten deksel 69
rotor 69
G
garantiebepalingen 64
garantievoorwaarden 64
102
geheugenplaatsnummer
keuze 55
geluidssignaal
in- en uitschakelen 57
na afloop van het centrifugeren 57
gevaarlijke stoffen 3
gewenste RCV-waarde
ingeven 49
I
inspectie- en servicecontracten
KENDRO 64
instellingen wijzigen tijdens het centrifugeren 53
K
KENDRO
inspectie- en servicecontract 64
klantenservice 64
keuze toerental, RCV, tijd 10
K-factor 51
klantenservice
KENDRO 64
kort centrifugeren 56
kunststof buisjes
beperkte levensduur 44
Trefwoordenregister
L
ladingsdifferentie 44
levensduur
kunststof buisjes 44
M
maximale lading 43
maximumwaarde toerental/RCV
waarschuwing bij invoer van ontoelaatbare
waarden 53
microliterbuisjes 17
microtestplaten 32
minimum toerental 48
mogelijke temperaturen 77
monsterbuisjes
geschikte 44
N
netschakelaar 15
noodontgrendeling van het deksel 65
normen
conformiteit met geldende 5
O
onbalans 29
maximale 44
onbalansaanwijzing 53
onbalans-herkenning 8
onderhoud 59
ongevallenpreventie-voorschrift 5
ontsmetten 62
opmerkingen m.b.t. de veiligheid 5
opstellen 13
opstelplaats 14
P
parameters ingeven 47
pathogene stoffen 4
pendelkegels van de vrij zwaaiende rotoren
invetten vereist 29
Pretemp-functie 52
programma ingeven / wijzigen 55
programmageheugen 55
programmageheugensluittoets 55
programmaparameters
invoer 55
programmaplaatsen
bezetting 55
103
Trefwoordenregister
programmaweergave 10
Q
quick run-modus 11
R
radio-ontstoring 5
RCV-waarde 49
RCV-waarde 18, 19, 20, 21
reglementair gebruik 3
reiniging 59
rem- en versnellingsprofielen 79
remprofiel 47
rotor
autoclaveren 63
rotor monteren 42
rotordeksel
bevestiging 42
rotoren 29
rotorherkenning 8
rotorradius 49
run handmatig beëindigen 54
runtijd
continubedrijf 51
vaste 50
104
S
sedimentatietijd 51
signaalfunctie
in- en uitschakelen 57
spanhuls 42, 57
spanningsuitval 65
starten van de centrifuge 53
steeksleutel 57
stoppen 54
stroomuitval 65
symbolen
programmaweergave 55
T
technische gegevens 77
temperatuur kiezen 52
temperatuurregeling in stilstand 54
test
aërosoldichtheid 40
tijd
aftellen van de instelling 53
tijdmenu
„t-set“ 51
tijdsaanwijzing
vooruit 56
Trefwoordenregister
toebehoren
gevaar door niet toegelaten 42
toerental kiezen 48
toerental of RCV-waarde
waarschuwing bij invoer van ontoelaatbare
waarden 53
toerental-/RCV-aanwijzing
wisselen 47
toerental-/RCV-diagrammen 93
transporteren 13
t-set
tijdmenu 51
V
veiligheidssysteem 43
veiligheidszone 14
versnellings- / remcurves 47
versnellings- / remprofielen 10
versnellingsprofiel 47
vetten
afdichtingen 36
vullen centrifugebuisjes 44
W
waarschuwing
bij te hoge ingegeven waarden 53
105
Trefwoordenregister
106
Internationale contacten in
Azië, Stille Oceaan
Kendro Laboratory Products (H.K.) Limited · Hong Kong · Tel. +852 2711 3910 · Fax +852 2711 3858 · [email protected]
Europa, Nabije Oosten en Afrika
Kendro Laboratory Products International Sales · Langenselbold · Germany · Tel. +49 (0) 6184-90 6940 · Fax +49 (0) 6184-90 7474 ·
[email protected]
Latijns Amerika
Noord-Amerika
Kendro Laboratory Products International Sales · Asheville, NC · USA · Tel. +1 828-658 2711 · Fax +1 828-645 9466 · [email protected]
Kendro Laboratory Products · Asheville, NC · USA · Tel. +1 800 -879 7767 · Fax +1 828-658 0363 · [email protected]
Internet http://www.kendro.com
Kendro Laboratory Products GmbH
Robert-Bosch-Straße 1
D-63505 Langenselbold
Telefoon: +49 (0) 6184 90 6940
Technische wijzigingen voorbehouden
20057765
Multi 4 KR_nl
Gedrukt in Duitsland
11/03